NL9401321A - Draaggestel voor een aandrijfbaar landbouwwerktuig. - Google Patents

Draaggestel voor een aandrijfbaar landbouwwerktuig. Download PDF

Info

Publication number
NL9401321A
NL9401321A NL9401321A NL9401321A NL9401321A NL 9401321 A NL9401321 A NL 9401321A NL 9401321 A NL9401321 A NL 9401321A NL 9401321 A NL9401321 A NL 9401321A NL 9401321 A NL9401321 A NL 9401321A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rake
wheels
support
frame
hay harvesting
Prior art date
Application number
NL9401321A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Poettinger Ohg Alois
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE9312222U external-priority patent/DE9312222U1/de
Application filed by Poettinger Ohg Alois filed Critical Poettinger Ohg Alois
Publication of NL9401321A publication Critical patent/NL9401321A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/10Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
    • A01D78/1057Drive mechanisms
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B73/00Means or arrangements to facilitate transportation of agricultural machines or implements, e.g. folding frames to reduce overall width
    • A01B73/02Folding frames
    • A01B73/04Folding frames foldable about a horizontal axis
    • A01B73/042Folding frames foldable about a horizontal axis specially adapted for actively driven implements
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/10Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
    • A01D78/1007Arrangements to facilitate transportation specially adapted therefor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/10Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
    • A01D78/1007Arrangements to facilitate transportation specially adapted therefor
    • A01D78/1014Folding frames
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/10Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
    • A01D78/1021Telescopic frames

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)
  • Harvesting Machines For Specific Crops (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Harvesting Machines For Root Crops (AREA)

Description

Korte aanduiding: Draaggestel voor een aandrijfbaar landbouwwerktuig.
De uitvinding heeft betrekking op een draaggestel voor aandrijfbare landbouwwerktuigen, in het bijzonder hooioogstma-chines met ten minste twee harkwielen, volgens de aanhef van conclusie 1.
Draaggestellen van dit type, voor hooioogstmachines met aan beide kanten aan het machinegestel aangebrachte harkwie-len, welke in langsrichting versprongen zijn aangebracht, dienen voor het maken van zijzwaden, waardoor grote bewer-kingszones snel kunnen worden bewerkt; er komen echter in de transportstand van de machine, waarin de harkwielen omhoog zijn gezwenkt, zeer grote transporthoogten voor, die door de hoge ligging van het zwaartepunt gemakkelijk tot instabiliteit kan leiden, in het bijzonder bij het maken van een bocht, of bij het rijden op een helling.
Dienen de hooioogstmachines op een draaggestel van dit type bovendien te zijn ingericht voor het vormen van enkelvoudige zwaden naast elk harkwiel, dan dienen deze te zijn voorzien van een verstelinrichting voor de lengteverandering van de zijdelingse draagarmen van de harkwielen van de hooioogstmachines, welke uit meerledige, kostbare hefconstructies bestaan, waarmee de afstand van een harkwiel tot het machinegestel voor de transportstand en voor de vorming van een zijzwade verkleind en voor de vorming van enkelvoudige zwaden vergroot kan worden of er wordt een telescoopbuisconstructie toegepast, waarbij de delen van de telescoopbuis zeer nauwkeurig in elkaar dienen te worden gepast en die desondanks het onvermijdelijke nadeel bezitten, dat bij een uitgeschoven telescooparm de geleiding van de buitenste telescoopbuis zeer kort wordt, omdat men vanwege de aan te houden transportbreed-te niet voldoende aanbouwlengte ter beschikking heeft.
Uit de Duitse Gebrauchsmusterpublikatie nr. 9114316.0 is een hooioogstmachine bekend, waarbij de beide harkwielen aan draagarmen zijn gelagerd en in langsrichting versprongen aan het machinegestel zijn aangebracht, en bij het omhoogzwenken in de transportstand tegelijkertijd door een meerledige hef- boominrichting in de richting naar het machinegestel en naar de grond toe worden gezwenkt, waardoor zowel de transport-breedte, maar ook de transporthoogte worden verkleind. De aandrijving wordt bij deze inrichting vanuit een gemeenschappelijke verdeeloverbrenging, afzonderlijk naar de harkwielen geleid. Deze manier van zwenken van de harkwielen en de uitvoering van de aandrijving is vanwege de veeldelige samenstelling ervan zeer kostbaar.
Het doel van de uitvinding is een draaggestel voor een aandrijfbaar landbouwwerktuig, in het bijzonder een hooioogst-machine volgens de aanhef van conclusie 1 zodanig in te richten, dat bij een hooioogstmachine met ten minste twee harkwielen behalve één zijzwade ook enkelvoudige zwaden kunnen worden gemaakt en dat de zwenkinrichting voor de verplaatsing van de harkwielen naar de transportstand eenvoudig van opbouw is en een geringe transporthoogte bij aanzienlijk verkleinde machi-nebreedte tijdens het transport mogelijk maakt.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met de kenmerken van het kenmerkende deel van conclusie 1, waarbij door het tweedelig uitgevoerde type draagarmen de afstand tussen het aandrijfbare landbouwwerktuig, in het bijzonder de harkwielen van een hooioogstmachine en het machinegestel op eenvoudige en betrouwbare wijze kan worden veranderd.
Tegelijkertijd blijft de kwaliteit van de geleiding en de lagering van de draagarmen en van de onderdelen ervan onveranderd bij alle hiervoor genoemde ingestelde afstanden. De inrichting van de verdeeloverbrengingen en van de doorgaande aandrijving leidt bij alle ingestelde afstanden in hoofdzaak tot dezelfde aftakking van de cardanassen; samen met de inrichting van de aandrijfassen in de draagarmen ontstaat een eenvoudige en betrouwbare opbouw van de aandrijving.
De volgconslusies 2-10 hebben betrekking op bijzonder gunstige uitvoeringsvormen van de uitvinding.
Door de gunstige plaatsing van de hydraulische cilinders voor het zwenken van de draagarmen, respectievelijk voor het ten opzichte van elkaar verschuiven van de onderdelen daarvan, wordt een zeer eenvoudig opgebouwde en beweegbare inrichting verwezenlijkt, waarmee tegelijkertijd een in verhouding tot de doorsnede van de harkwielen grote verschuivingsweg en een aanzienlijke verlaging van de transporthoogte bereikbaar is.
Een verdere verbetering wordt bereikt door toepassing van een toevoerverdeler in de toevoerleidingen naar de hydraulische cilinders voor het zwenken van de draagarmen, respectievelijk voor het verschuiven van de onderdelen ervan, opdat de beweging van de beide draagarmen, respectievelijk van de draagarmonderdelen geleidelijk wordt gemaakt, zodat aan beide kanten dezelfde bewegingen plaatsvinden, waardoor de nauwkeurige instelling van de in de rijrichting gezien zijwaartse afstand van de beide harkwielen ten opzichte van elkaar, of het aanhouden van een bepaalde draaihoek van de harkwielen ten opzichte van de stand op de grond ervan mogelijk wordt en daardoor een eenvoudigere bedienbaarheid en een grotere stabiliteit van de machine, in het bijzonder op het land, ontstaat.
Voor het rijden over oogstterreinen is het voordelig wanneer de harkwielen slechts zodanig ver van de grond worden opgetild, dat voor het er overheen rijden voldoende ruimte tot de grond onstaat.
Dit kan bijzonder eenvoudig worden bereikt met mechanische aanslagen in de bewegingsbanen van de hydraulische cilinders voor het zwenken van de draagarmen, welke de zwenkweg van de draagarmen van de harkwielen mechanisch begrenzen.
Door de breedteinstelling en het omhoogzwenken van de harkwielen te scheiden door middel van gescheiden hydraulische cilinders en door een dienovereenkomstige hydraulische schakeling, wordt een bijzonder gunstige opeenvolging van de bewegingen bereikt, aangezien eerst de harkwielen in een gering opgetilde veldtransportstand worden gezwenkt en pas daarna, door het omschakelen van een ventiel in de hydraulische leiding het naar elkaar toe schuiven van de harkwielen plaatsvindt in een richting naar het machinegestel toe en daarna het ontgrendelen van de hydraulische cilinders plaatsvindt voor het zwenken van het draaggestel en het in de transportstand heffen.
De toepassing van een eenvoudige aandrijflijn, die uitgaande van een doorgaande aandrijving met cardanassen naar de verdeeloverbrengingen en de aandrijfassen van de afzonderlijke harkwielen is geleid, leidt samen met het soort opbouw van de draagarmen en met de vaste lagering van deze aandrijfassen in de draagarmen tot een zeer eenvoudige en betrouwbare aandrijf-inrichting.
Een bijzonder gedrongen opbouw van het machinegestel en een verbeterde aanpassing aan de grond wordt bereikt, doordat aan het achterste uiteinde van het machinegestel de dwarsbalk schuin ten opzichte van de rijrichting is aangebracht, opdat de zich aan de uiteinden ervan bevindende steunwielen zo dicht mogelijk bij de harkomtrekscirkels van de harkwielen kunnen worden aangebracht, waardoor ook een kleinere opbouwlengte van het machinegestel ontstaat.
Door een van de beide steunwielen als naloopwiel uit te voeren en met name bij een daarmee overeenstemmende uitvoering van het in de rijrichting van het draaggestel gezien verder naar voren liggende steunwiel wordt de bestuurbaarheid verbeterd, aangezien dit wiel de, door het rijden van bochten ontstane, door de draaistraal van het gestuurde steunwiel, in het bijzonder bij krappe bochten in sterke mate afwijkende draaistraal ervan kan volgen en daardoor niet radeert of de grond respectievelijk de grasnerf beschadigt, of door de grotere weerstand moeilijk te trekken wordt.
De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening van een uitvoeringsvoorbeeld. Hierin toont:
Fig. 1 een schematisch bovenaanzicht van een draaggestel met een hooioogstmachine volgens de uitvinding, waarbij de harkwielen door harkomtrekscirkels zijn aangegeven en deze in uitgeschoven stand van de harkwielen voor de helft zijn weggesneden; en
Fig. 2 het schematische aanzicht van een hooioogstmachine volgens fig. l in de rijrichting gezien, met de harkwielen in een naar elkaar toe geschoven stand, waarbij het machinegestel vóór de dwarsbalk is weggesneden, en de harkarmen van de harkwielen buiten en bij het voorste rechter harkwiel nabij de tanden zijn weggesneden.
Een draaggestel voor een hooioogstmachine heeft een zich in de rijrichting 27 uitstrekkend machinegestel 3, aan het voorste uiteinde 8 waarvan, draaibaar om een verticale as 44 een aankoppelinrichting 4 voor de beide ophangstangen van een trekker 5 is aangekoppeld en aan het achterste uiteinde 9 waarvan een dwarsbalk 6 is bevestigd in een ten opzichte van de langsrichting 25 van het machinegestel 3 schuine hoek 43, terwijl aan de beide uiteinden 10, 10' van de dwarsbalk 6 steunwielen 7, 7' zijn gemonteerd, die dicht bij de harkom-trekscirkels 26, 26' van twee harkwielen 1, 2 zijn aangebracht, welke zich daardoor beter aanpassen aan de bodem en wat een verkort machinegestel 3 tot gevolg heeft.
Van de beide steunwielen 7, 7' is het achterste steunwiel 7' achter het achterste harkwiel 2 aangebracht en scharnierend uitgevoerd, waarbij de bewegingen ervan zijn afgeleid van de draaibewegingen van de aankoppel- of aanbouwinrichting 4 en is het voorste steunwiel 7, dat achter het voorste harkwiel 1 is aangebracht, nalopend uitgevoerd, waardoor de voordelen van de besturing worden benut en de verschillen van de draaistralen bij scherpe bochten worden vereffend.
Aan het machinegestel 3 zijn aan weerskanten de harkwielen 1, 2 door middel van draagarmen 13, 13' scharnierend aangebracht en in langsrichting 15 ten opzichte van elkaar versprongen aangebracht.
De draagarmen 13, 13' zijn aangebracht aan de onderste uiteinden van zich schuin naar beneden en naar buiten uitstrekkende op het machinegestel aangebrachte steunen 16, 16' en zijn om horizontale en in de rijrichting 27 gerichte draai-assen 14, 14' in hoogte verdraaibaar gemonteerd en bestaan uit zwenkonderdelen 20, die gelagerd aan de steunen 16, 16' zijn bevestigd, en uit verschuif onderdelen 22, die verschuifbaar in geleidingshulzen 21 zijn geleid, welke aan de onderzijde van de buitenste uiteinden van de zwenkonderdelen 20 zijn aangebracht .
De verschuifonderdelen 22 zijn met de buitenste uiteinden ervan in verbindingssteunen 31 van de naven 24 van de harkwielen 1, 2, nauw begrensd tussen boven- en onderaanslagen om horizontale, in de rijrichting 27 gerichte draaiassen 41 in lagers 30 draaibaar gelagerd.
Tegen de binnenste vrije uiteinden 23 van de verschuifonderdelen 22 zijn verdeeloverbrengingen 38 en 39 van de aandrijf lijn 28 aangebracht, waarvandaan aandrijfassen 33 zijn afgeleid die vast in de als vormbuis uitgevoerde verschuifonderdelen 22 zijn gelagerd en in de verbindingssteunen 31 via kruiskoppelingen met de asaansluitingen van het drijfwerk van de harkwielen zijn gekoppeld, waarbij de geometrische assen van de zwenkassen 41 van de verschuifonderdelen 22 zodanig zijn aangebracht, dat deze door het snijpunt van de cardanas-sen van de kruiskoppelingen van de aandrijfassen 33 gaan, waardoor de tussen de aanslagen begrensde harkwielen 1, 2 draaibaar zijn om de zwenkassen 41, zodat de harkwielen 1,2 zich daardoor ook kunnen aanpassen aan dwars op de rijrichting 27 aanwezige terreinoneffenheden.
De harkwielen 1,2 zijn draaiend in dezelfde zin aangedreven om rechtopstaande draaiassen 11, 11' en worden door onderstellen 12, 12' op de bodem gesteund, waarbij de gestuurde harkarmen 40 van de harkwielen 1, 2 het halmmateriaal tot zwaden vormen.
Aan de zwenkonderdelen 20 zijn uitstekende armen 29 bevestigd, waaraan hydraulische cilinders 19 scharnierend zijn aangebracht, die met tussenruimte boven de zwenkonderdelen 20 zijn aangebracht en met de cilinderonderdelen 42 ervan aan lagerssteunen 37 van het machinegestel 3 zijn gelagerd en die de harkwielen 1, 2 heen en weer bewegen tussen een werkstand 17, waarin de harkwielen 1, 2 op de grond steunen en een daartoe over 90° omhoog gezwenkte transportstand 18.
De aandrijf lijn 28 voor de harkwielen 1, 2 bestaat uit een doorgaande aandrijving, die via een cardanas met de aftak-asaansluiting 36 van een trekker 5 is gekoppeld, en van waaruit de verdeeloverbrenging 38 van het voorste harkwiel 1 en van hieruit de verdeeloverbrenging 39 van het achterste harkwiel 2 onderling met cardanassen 34, 34' zijn verbonden.
De harkwielen 1, 2 kunnen door middel van de verschuifonderdelen 22 van de draagarmen 13, 13' en met behulp van hydraulische cilinders 25 worden verschoven van een uitgeschoven stand waarin, in de rijrichting 27 gezien de harkomtrekscir-kels 26, 26' ervan een tussenruimte hebben voor de vorming van een zwade door het voorste rechter harkwiel 1, en een stand dicht bij het machinegestel, waarin, in de rijrichting 27 gezien de harkomtrekscirkels 26, 26' overlappen en waarin een zijzwade kan worden gevormd.
De hydraulische cilinders 25 voor het verschuiven van de verschuifonderdelen 22 zijn hierachter aangebracht en zijn aan beide kanten scharnierend om zowel dezelfde as als de zwenkas-sen 14, 14' van de zwenkonderdelen 20, maar ook om dezelfde as als de zwenkassen 41 van de verschuif onderdelen 22 aangebracht .
Zijn harkwielen 1, 2 in de werkstand 17 met de ver schuif-onderdelen 22 van de draagarmen 13, 13' aan beide kanten naar buiten geschoven, dan wordt naast elk harkwiel een zijzwade gevormd.
Zijn de harkwielen 1, 2 met de harkomtrekscirkels 26, 26' ervan in de rijrichting 27 gezien overlappend aangebracht, dan wordt een grote zijzwade aan de zijkant naast het achterste harkwiel 2 gevormd.
In de hydraulische toevoerleidingen van de hydraulische cilinders 19 en 25 is een toevoerverdeler tussengevoegd, om de symmetrische, gelijkmatige beweging van de draagarmen 13, 13' van de harkwielen 1, 2 te waarborgen.
Bij het zwenken van de harkwielen 1, 2 naar een veld-transportstand, worden deze voor het tot stand brengen van een toereikende ruimte tot de bodem door middel van de hydraulische cilinders 19 en de zwenkonderdelen 20 van de draagarmen 13, 13' over een kleine hoek omhoog gezwenkt en kan de zwenk-beweging of door een omschakelventiel of door mechanische aanslagen worden begrensd.
Deze mechanische aanslagen 32 zijn scharnierend bevestigd aan de cilinderonderdelen 42 van de hydraulische cilinders 25 en komen tegen de scharnieren van de hydraulische cilinders 25 aan de arm 29 van het zwenkonderdeel 20 te liggen, wanneer de zwenkonderdelen 20 omhoog zwenken.
Voor het verder omhoog zwenken van de harkwielen 1, 2 kunnen de aanslagen 32 met een trekkabel uit de vergrende-lingsstand worden gezwenkt.
Bij het zwenken van de harkwielen 1, 2 naar de transport-stand 18 worden deze na het over brengen in de enigszins opgetilde veldtransportstand door de hydraulische drukcilinders 25, door het verschuiven van de verschuif onderdelen 22 in een positie gebracht dicht bij het machinegestel, waarna door een omschakelventiel de cilinders 19 van de zwenkonderdelen 20 de harkwielen 1, 2 aan beide kanten gelijkmatig naar de trans-portstand 18 omhoog brengen (in fig. 2 voor het harkwiel 1 aangegeven).
Voor en achter de harkwielen 1, 2 zijn dwars op de rijrichting 27 naar buiten stekende beschermingsstangen 45 aangebracht, die in de transportstand 18 van de machine om een scharnier 46 ten opzichte van elkaar in de langsrichting 15 van het machinegestel 3 worden gezwenkt, om daardoor de machi-nebreedte te beperken.

Claims (10)

1. Draaggestel voor aandrijfbare landbouwwerktuigen, in het bijzonder voor hooioogstmachines voor het tot zwaden vormen van halmmateriaal, met in een werkstand (17) met een onderstel (12, 12') op de grond steunende draaiend aangedreven harkwie-len (1, 2), met een gemeenschappelijk machinegestel (3), waaraan aan tegenoverliggende zijden, in langsrichting versprongen, ten minste twee landbouwwerktuigen aan een draaggestel (13, 13') met hydraulische cilinders (19) tussen de werkstand (17) en een transportstand (18) in hoogte zwenkbaar zijn gelagerd, en die via cardanassen (34, 34') vanuit een trekker (5) aandrijfbaar zijn, en aan het voorste uiteinde (8) waarvan een aankoppel- of aanbouwinrichting (4) voor een trekker (5) en aan het achterste uiteinde (9) waarvan een dwarsbalk (6) is aangebracht, aan de uiteinden (10, 10') waarvan steunwielen (7, 7') zijn gelagerd, met het kenmerk, dat elke draagarm (13, 13') een zwenkonderdeel (20) en een verschuif onderdeel (22) omvat, waarbij het zwenkonderdeel (20) om draaiassen (14, 14') aan het machinegestel (3), in het bijzonder aan een hieraan aangebrachte steun (16, 16') is gelagerd, en een geleidingshuls (21) draagt en waarbij het verschuifonderdeel (22) heen en weer verschuifbaar tussen een uitgeschoven stand en een ingetrokken stand in de geleidingshuls (21) is geleid en aan het buitenste uiteinde ervan het aandrijfbare landbouwwerktuig, in het bijzonder een harkwiel (1, 2) van een hooioogstmachine draagt, en aan het vrije uiteinde (23) ervan, dat naar het machinegestel (3) toe is gekeerd, een verdeel-overbrenging (38, 39) van een aandrijflijn (28) draagt.
2. Draaggestel, in het bijzonder voor hooioogstmachines, volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hydraulische cilinders (19) voor het zwenken van het zwenkonderdeel (20) van de draagarm (13, 13') met tussenruimte boven deze is aangebracht en scharnierend aan het machinegestel (3) en aan een omhoog gerichte arm (29) van het zwenkonderdeel (20) is aangebracht.
3. Draaggestel, in het bijzonder voor hooioogstmachines, volgens conclusie l of 2, met het kenmerk, dat de hydraulische cilinder (25) voor de verschuiving van het verschuifonderdeel (22) van de draagarm (13, 13') van het aandrijfbare landbouwwerktuig, in het bijzonder van het harkwiel (1 of 2) , bij voorkeur als dubbelwerkende hydraulische cilinder is uitgevoerd en buiten de draagarm (13, 13') is aangebracht, en aan een kant met het zwenkonderdeel (20) en aan de andere kant met het lager (30) van het verschuifonderdeel (22) van de draagarm (13, 13') scharnierend, bij voorkeur aan beide kanten om dezelfde as, aan het aandrijfbare landbouwwerktuig, in het bijzonder aan een verbindingssteun (31) van de naaf (24) van het harkwiel (1, 2) is aangebracht.
4. Draaggestel, in het bijzonder voor hooioogstmachines, volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de hydraulische cilinders (19 en 25) voor de zwenkonderdelen (20) en de verschuif onderdelen (22) van de draagarmen (13, 13') ten behoeve van een symmetrische, in dezelfde zin en met dezelfde snelheid verlopende beweging via een toevoerverdeler met hydraulische olie worden bekrachtigd.
5. Draaggestel, in het bijzonder voor hooioogstmachines volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat bij het zwenken van het aandrijfbare landbouwwerktuig, in het bijzonder van een hooioogstmachine met harkwielen (1, 2), vanuit de werk-stand (17) naar een veldtransportstand (47) , de hydraulische cilinders (19) voor de zwenkonderdelen (20) door middel van druk bekrachtigd en bediend worden, tot de harkwielen (1 en 2) voor het rijden over oogstterrein in een veldtransportstand van de grond zijn opgetild, bij voorkeur tot een aangebrachte aanslag (32), die scharnierend is aangebracht aan het scharnierend aan de steun (16, 16') of het machinegestel (3) aangebrachte onderdeel (42) van de drukcilinder (19), tegen de scharnier van de arm (29) van het zwenkonderdeel (20) van de draagarm (13, 13') aan komt te liggen.
6. Draaggestel, in het bijzonder voor hooioogstmachines, volgens een van de conclusies 3-5, met het kenmerk, dat bij het vanuit de werkstand (17) naar de transportband (18) zwen ken van het aandrijfbare landbouwwerktuig, in het bijzonder van een hooioogstmachine met harkwielen (1, 2), de harkwielen bij voorkeur eerst door de cilinders (19) voor de zwenkon-derdelen (20) naar de veldtransportpositie worden opgetild, en na het omschakelen van een schakelventiel in de hydraulische leiding van de hydraulische cilinders (25) voor de verschuif-onderdelen (22) symmetrisch en gelijktijdig naar een stand worden geschoven dicht bij het machinegestel, en pas daarna door de hydraulische cilinders (19) voor de zwenkonderdelen (20) gelijktijdig verder naar de transportstand (18) omhoog worden gezwenkt.
7. Draaggestel, in het bijzonder voor hooioogstmachines volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aandrijflijn (28) voor het aandrijfbare landbouwwerktuig, in het bijzonder van een hooioogstmachine met harkwielen (1, 2) , uitgaande van een doorgaande aandrijving, die bij voorkeur onder het machinegestel (3) in het gebied van de aankoppel- of aanbouwinrichting (4) is aangebracht en via een cardanas is verbonden met de aftakasaansluiting (36) van een trekker (37), met een cardanas (34) naar de verdeeloverbrenging (38) voor het voorste landbouwwerktuig, in het bijzonder harkwiel (1) en van hieruit verder naar de verdeeloverbrenging (39) voor de daarachter aangebrachte bewerkingsmachine, in het bijzonder harkwiel (2) , is geleid.
8. Draaggestel, in het bijzonder voor hooioogstmachines, volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat van de verdeeloverbrenging (38, 39), aan de vrije uiteinden (23) van de verschuif onderdelen (22), aandrijfassen (33) voor de landbouwwerktuigen, in het bijzonder harkwielen (1, 2) zijn afgeleid, die in de bij voorkeur als vormbuizen uitgevoerde verschuifon-derdelen (22) zijn gelagerd, en aan de naven (24) van de harkwielen (1, 2) via kruiskoppelingen met de aansluitaftakas-sen (40) van de harkwielaandrijving zijn gekoppeld en zodanig aan de verbindingssteunen (31) van de naven (24) zijn bevestigd, dat de geometrische assen van de zwenkassen (41) van de verschuifonderdelen (22) zich in hoofdzaak door de snijpunten van de kruiskoppelingsassen uitstrekken.
9. Draaggestel, in het bijzonder voor hooioogstmachines, volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de dwarsbalk (6) aan het achterste uiteinde (9) van het machinegestel (3) ten opzichte van de lengterichting (15) ervan in een van de rechte hoek afwijkende hoek (43) is aangebracht en de steunwielen (7, 7') zo dicht mogelijk bij de harkomtrekscirkels (26, 26') van de harkwielen (1, 2 ) zijn aangebracht.
10. Draaggestel, in het bijzonder voor hooioogstmachines, volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunwiel (7) van de dwarsbalk (6), dat dicht bij de harkomtrekscirkel (26) van het voorste harkwiel (2) is aangebracht, ten minste voor de transportstand (18) in naloopstand instelbaar is.
NL9401321A 1993-08-16 1994-08-16 Draaggestel voor een aandrijfbaar landbouwwerktuig. NL9401321A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE9312222 1993-08-16
DE9312222U DE9312222U1 (de) 1993-08-16 1993-08-16 Heuwerbungsmaschine
DE4340384A DE4340384B4 (de) 1993-08-16 1993-11-26 Heuwerbungsmaschine
DE4340384 1993-11-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9401321A true NL9401321A (nl) 1995-03-16

Family

ID=25931566

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9401321A NL9401321A (nl) 1993-08-16 1994-08-16 Draaggestel voor een aandrijfbaar landbouwwerktuig.

Country Status (3)

Country Link
AT (1) AT404535B (nl)
NL (1) NL9401321A (nl)
SI (1) SI9400317B (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT413779B (de) * 2004-04-27 2006-06-15 Auer Landmaschb Ges M B H Schwadvorrichtung mit zwei schwadtrommeln

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
YU43227B (en) * 1981-03-31 1989-06-30 Sip Strojna Ind Machine for raking hay by means of rotary rakes
FR2676327A1 (fr) * 1991-05-14 1992-11-20 Kuhn Sa Andaineuse de vegetaux perfectionnee.
FR2677213B1 (fr) * 1991-06-05 1993-09-24 Kuhn Sa Machine agricole, notamment une andaineuse de vegetaux.
DE4206504C2 (de) * 1992-03-02 1996-06-05 Krone Bernhard Gmbh Maschf Heuwerbungsmaschine

Also Published As

Publication number Publication date
SI9400317B (sl) 2004-02-29
AT404535B (de) 1998-12-28
SI9400317A (sl) 1995-02-28
ATA154794A (de) 1998-05-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2327995C (en) Mowing implement
US6907719B2 (en) Agricultural implement comprising a transporting device
EP0844814B1 (en) A hay-making machine
US8353377B2 (en) Steering cylinder mounting arrangement used with a length-adjustable axle
US3645077A (en) Haymaking machine
IE49688B1 (en) Support and arrangement for tractor mounted machines
US7207166B2 (en) Side-pull mower-conditioner tongue pivotably mounted to platform frame at location inboard of platform gearbox
CA2323988C (en) Self-propelled agricultural vehicle
NL1003572C2 (nl) Landbouwkundig arbeidswerktuig, in het bijzonder een veelwiel-hooischudder.
CZ279930B6 (cs) Závěsný dvoumotorový shrnovač píce
DE4340384B4 (de) Heuwerbungsmaschine
CA2890534C (en) Device for harvesting long agricultural products and agricultural self-propelled unit for harvesting agricultural products comprising the device
HU203440B (en) Collapsible trailed underframe for plough-land implements particularly rotary scythes
DE4021812A1 (de) Heuwerbungsmaschine
NL9401321A (nl) Draaggestel voor een aandrijfbaar landbouwwerktuig.
RU2405301C2 (ru) Машина для заготовки сена со складными боковыми конструкциями
NL1006945C2 (nl) Werktuigdrager.
NL194025C (nl) Inrichting voor het verzamelen van hooi.
EP0507408B2 (en) An agricultural machine
EP0903067A2 (en) A foldable implement for working crop lying on the soil
NL2015453A (nl) Landbouwaankoppelwerktuig.
NL8203381A (nl) Trekker.
NL1017549C2 (nl) Hooiverzamelinrichting
GB2210242A (en) Rotary tedding machine
NL9100471A (nl) Hooiverwervingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed