NL9400450A - Grijper. - Google Patents

Grijper. Download PDF

Info

Publication number
NL9400450A
NL9400450A NL9400450A NL9400450A NL9400450A NL 9400450 A NL9400450 A NL 9400450A NL 9400450 A NL9400450 A NL 9400450A NL 9400450 A NL9400450 A NL 9400450A NL 9400450 A NL9400450 A NL 9400450A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gripper
plane
grab
yoke
symmetry
Prior art date
Application number
NL9400450A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193828C (nl
NL193828B (nl
Inventor
Dirk Korf
Original Assignee
Bos Kalis Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bos Kalis Bv filed Critical Bos Kalis Bv
Priority to NL9400450A priority Critical patent/NL193828C/nl
Priority to EP95200709A priority patent/EP0677477B1/en
Priority to DE69519322T priority patent/DE69519322T2/de
Publication of NL9400450A publication Critical patent/NL9400450A/nl
Publication of NL193828B publication Critical patent/NL193828B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193828C publication Critical patent/NL193828C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C3/00Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith and intended primarily for transmitting lifting forces to loose materials; Grabs
    • B66C3/02Bucket grabs
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66CCRANES; LOAD-ENGAGING ELEMENTS OR DEVICES FOR CRANES, CAPSTANS, WINCHES, OR TACKLES
    • B66C3/00Load-engaging elements or devices attached to lifting or lowering gear of cranes or adapted for connection therewith and intended primarily for transmitting lifting forces to loose materials; Grabs
    • B66C3/14Grabs opened or closed by driving motors thereon
    • B66C3/16Grabs opened or closed by driving motors thereon by fluid motors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02FDREDGING; SOIL-SHIFTING
    • E02F3/00Dredgers; Soil-shifting machines
    • E02F3/04Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven
    • E02F3/28Dredgers; Soil-shifting machines mechanically-driven with digging tools mounted on a dipper- or bucket-arm, i.e. there is either one arm or a pair of arms, e.g. dippers, buckets
    • E02F3/36Component parts
    • E02F3/40Dippers; Buckets ; Grab devices, e.g. manufacturing processes for buckets, form, geometry or material of buckets
    • E02F3/413Dippers; Buckets ; Grab devices, e.g. manufacturing processes for buckets, form, geometry or material of buckets with grabbing device
    • E02F3/4135Dippers; Buckets ; Grab devices, e.g. manufacturing processes for buckets, form, geometry or material of buckets with grabbing device with grabs mounted directly on a boom

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Load-Engaging Elements For Cranes (AREA)

Description

Grijper.
De uitvinding heeft betrekking op een grijper omvattend twee in hoofdzaak met elkaar overeenkomende grijperbakken die aan weerszijden van een eerste symme-trievlak gelegen zijn en elk voorzien zijn van een snij-rand en een grijperbakarm, waarmee zij middels scharnier-organen op een om een horizontale hartlijn verdraaibare wijze met elkaar verbonden zijn, voorts omvattend: een grijperjuk, dat voorzien is van middelen voor verbinding van de grijper met een of meer zich daarboven uitstrekkende ophangkabels of -stangen; sluitmiddelen voor het tenminste van één open graafstand naar een gesloten stand brengen van de grijperbakken, onder het verdraaien van de grijperbakarmen om de scharnierorganen.
Dergelijke grijpers zijn wel bekend. In het algemeen hangt het ophangjuk daarbij aan hijsdraden, die parallel lopen aan de sluitdraden, waarbij beide soorten draden in te trekken of uit te vieren zijn vanaf de cabine van een kraan of iets dergelijks. Tijdens de grondverzet-of scheepsloswerkzaamheden wordt de grijper met geopende bakken neerwaarts gelaten om met de snijranden te vallen in het te verwijderen materiaal. De mate van indringing wordt hierbij bepaald door het gewicht en de valhoogte van de grijper. Na de initiële penetratie worden de sluitdraden ingetrokken. Deze sluitdraden, die via omleidschijven in het grijperjuk naar omleid- en sluitschijven op de bakken, in het bijzonder op de grijperbakarmen, lopen, zorgen daarbij voor een toenadering van de bakken naar elkaar totdat de snijranden elkaar raken. De bakken verdraaien daarbij om de scharnierorganen, waarbij de snij-randen een gebogen baan volgen en daarbij in aanzienlijke mate verder in het materiaal penetreren.
Ook zijn hydraulische grijpers bekend, die zonder draden werken maar middels scharnierkoppeling met een kraanarm verbonden zijn. Bij beweging van de open, ingraafstand naar de gesloten stand, scharnieren de beide grijperbakken om een eigen, vast scharnier. De sluitbewe-ging van de snijranden heeft hierbij een relatief grote verticale component: voor een bak met een volume van 2,5 m3 bedraagt de verticale verplaatsing van de snijrand al gauw zo'n 85 cm.
Sinds enige jaren is men zich bewust van de aanwezigheid van sedimentlagen, in hoofdzaak sliblagen, die sterk verontreinigd zijn met zware metalen, PAK's, enzovoort en een potentieel gevaar voor het milieu vormen. Dergelijke lagen zijn inmiddels op vele plaatsen aangetroffen, waaronder havenbekkens, estuaria, rivieren, beken en meren. Wanneer het betreffende waterlichaam verdiept moet worden, zal men trachten eerst de vervuilde sedimentlagen te verwijderen. Daar de periode van afzettingen van verontreinigingen in vergelijking met de periode waarin de sedimentlagen zijn afgezet slechts relatief kort kan zijn geweest, zal de laag verontreinigd sediment doorgaans relatief dun (bijvoorbeeld 35 cm) kunnen zijn. Bij het verwijderen van de verontreinigde laag loopt men dus gemakkelijk het risico ook onvervuild sediment weg te halen. Hierdoor wordt niet alleen de benodigde tijd voor de opruimwerkzaamheden vergroot, maar zal ook de verwerking van het verontreinigde materiaal niet zo efficiënt kunnen zijn als wel gewenst is.
De uitvinding heeft nu tot doel een grijper te verschaffen waarmee op een vergaand beheerste wijze een laag materiaal, in het bijzonder een laag verontreinigd sediment, afgegraven kan worden. Hiertoe omvat de grijper volgens de uitvinding middelen voor het aan het grijperjuk bevestigen van een ophangstang of "stick", zoals van een hydraulische kraan, die aan het boveneind voorzien van middelen voor koppeling aan een kraanarm of iets dergelijks en geschikt is om druk- en trekkrachten over te dragen, stijve verbindingsstangen, die zich tussen het grijperjuk en elke grijperbak uitstrekken en aan hun respectieve einden daarmee telkens op scharnierbare wijze verbonden zijn, waarbij de snijranden zodanig gelegen zijn ten opzichte van de scharnierorganen en de einden van de verbindingsstangen, dat de snijranden tijdens hun beweging van de open naar de gesloten stand een in hoofdzaak horizontale baan doorlopen.
De stijve verbindingsstangen, die geschikt zijn voor het overdragen van druk- en trekkrachten, en de verbinding met een stijve ophangstang zorgen ervoor dat de plaats van de snijranden ten opzichte van het grijperjuk nu volledig beheersbaar is, waarbij het grijperjuk zelf ook nauwkeurig te positioneren is. Dit is reeds van belang bij het in de te verwijderen grondlaag brengen van de grijper, in welk geval, bij bekende ligging van het bodem-oppervlak, de snijranden van de grijperbakken op de gewenste benodigde initiële penetratiediepte gebracht kunnen worden, zonodig onder uitoefening van druk op de grijper en de snijranden. Na initiële penetratie zullen bij het sluiten van de grijperbakken de snijranden een in hoofdzaak horizontale baan doorlopen, zodat uiteindelijk een in hoofdzaak horizontale laag vervuild materiaal afgegraven zal worden, bovenlangs het onvervuilde sediment. Opgemerkt wordt dat met horizontaal ook gerefereerd wordt aan een vlak dat hellend is, maar niettemin loodrecht staat op het eerste symmetrievlak en op het (tweede) symmetrievlak van de grijper dat zelf ook loodrecht staat op het eerste symmetrievlak. De middelen voor verbinding met de ophangstang omvatten bij voorkeur een dubbele cardan-koppeling, met horizontale scharnierassen, en eventueel een aandrijf-bare scharnierverbinding of rotor met een verticale draai- as. Door middel van de rotor kan de grijper steeds eenzelfde oriëntatie in het horizontale vlak houden ten opzichte van het draaipunt van de kraanarm, zodat steeds parallel aan een bepaalde werklijn gebaggerd kan worden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de grijper volgens de uitvinding bezitten de verbindingsstangen, beschouwd in projectie loodrecht op het eerste symmetrie-vlak van de grijper, een in hoofdzaak N- of een in hoofdzaak omgekeerde -V-vorm, bepaald door twee stangen die elk vanaf het centrale grijperjuk naar respectievelijk bakzij-den lopen. Hierdoor wordt de stijfheid van de constructie vergroot en daarmee de relatieve plaatsvastheid van de beide bakzijden ten opzichte van het grijperjuk vergroot en daarmee de beheersbaarheid van de oriëntatie van de grijper, in het bijzonder de snijranden van de grijperbak-ken, in vlakken evenwijdig aan het eerste symmetrievlak.
Volgens een verdere ontwikkeling van de grijper volgens de uitvinding omvatten de sluitmiddelen tenminste één paar elkaar kruisende cilinder-zuigersamenstellen, die middels bedieningsleidingen verbindbaar zijn met geschikte bedieningsmiddelen op bijvoorbeeld een kraan en met hun boveneinden scharnierbaar verbonden zijn met het grijperjuk en met hun ondereinden scharnierbaar verbonden zijn met de grijperbakken. De cilinder-zuigersamenstellen maken ingewikkelde en kwetsbare voorzieningen voor sluitdraden overbodig, waardoor zij bijdragen aan de beheersbaarheid en betrouwbaarheid van het ontgravingsproces. Door een in projectie samenvallende, kruisende opstelling wordt bereikt dat in horizontale en verticale richting zo min mogelijk ruimte behoeft te worden ingenomen door de sluitmiddelen, terwijl daarbij door de cilinder-zuigersamenstellen krachten uitgeoefend kunnen worden op de grijper-bakken met een horizontale en een verticale component.
Bij voorkeur zijn aan beide buitenzijden van de grijper paren elkaar kruisende cilinder-zuigersamenstellen aangebracht, zodat de snijranden, beschouwd in een horizontaal vlak, nagenoeg steeds parallel aan het eerste symmetrievlak zullen staan tijdens het begin van de sluit-beweging.
Teneinde te verzekeren dat de scharnierorganen tijdens de sluitbeweging een baan volgen die gelegen is in eerste symmetrievlak, is er voorzien dat van elk paar de cilinder-zuigersamenstellen met elkaar verbonden zijn middels gelijkloopventielen. Alternatief, of daarbij, kunnen geleidingsmiddelen voor geleiding van de scharnierorganen in vlakken evenwijdig aan het eerste symmetrievlak voorzien zijn, bij voorkeur afhangend en vast verbonden met het grijperjuk.
Bij voorkeur omvat de grijper hoekmeters voor het bepalen van de hoek tussen het eerste respectievelijk tweede symmetrievlak van de grijper na plaatsing op de te baggeren grond en een vast referentievlak of -lijn zoals de verticaal. Hiervan heeft men gemak bij het afgraven van een laag van een talud, doordat bij bekende taludhelling de grijper tijdens het neerkomen toegelaten kan worden naar een overeenkomstige, met de hoekmeter waarneembare hoek door te kantelen, zodat het vlak van de grijpopening in hoofdzaak evenwijdig zal liggen aan de helling van het talud. Voorts wordt men bij een zuiver horizontale bodem gewaarschuwd met betrekking tot een onverhoopt schuine stand van de grijper.
In een verdere ontwikkeling van de grijper volgens de uitvinding bezitten de grijperbakken een af-dichtplaat aan hun bovenzijde, die voorzien is van een lucht- en/of waterontsnappingsopening, waarbij op de verbindingsstangen afsluitmiddelen bevestigd zijn, die in de gesloten stand de opening afsluiten en in de open stand vrijgeven. Aldus wordt bereikt dat tijdens de sluitbeweging de ontsnappingsopeningen automatisch en op zekere wijze afgesloten worden, zodat de kans op mors van af gegraven, verontreinigd materiaal en verontreinigd water tijdens de afvoerbeweging geminimaliseerd is.
De uitvinding zal nu nader verduidelijkt worden aan de hand van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: figuur 1 een verticaal vooraanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de grijper volgens de uitvinding, waarbij de grijper zich in de open stand bevindt; figuur 2 een verticaal vooraanzicht op de grijper van figuur lf nu echter in gesloten stand; figuur 3 een verticaal zij-aanzicht op de grijper van figuur 2; figuur 4 een diagram met de positionele relatie tussen enige punten van de grijper weergegeven in figuur 2; figuur 5 een schematische weergave van de baan die de snij randen van de bakken van de grijper van de figuren 1-3 volgen bij beweging van de stand van figuur 1 naar de stand van figuur 2 van de grijper; en figuur 6 een detail van de grijper volgens de uitvinding.
In figuur 1 is weergegeven grijper 1, die twee in hoofdzaak identieke grijperbakdelen 2 en 3 omvat. De grijperbakdelen 2 en 3 zijn gevormd door grijperbakken 5 en 6 en grijperbakarmen 7 en 8. De grijperbakken 5 en 6 bezitten een gesloten bodem 16 en een dichte bovenzijde 17. Opgemerkt wordt dat de bovenzijde 17 voorzien kan zijn van openingen, die eventueel afsluitbaar zijn, voor opwaartse ontsnapping van lucht en/of water tijdens het neerlaten van de grijper in de in figuur 1 weergegeven stand. Aan de onderzijde is de bodem 16 van de grijperbakken 5 en 6 voorzien van een snijrand 15 die zich loodrecht op het vlak van tekening uitstrekt.
De grijperarmen 7 en 8 zijn ter plaatse van 13 scharnierbaar met elkaar verbonden, waarbij de scharnieras zich loodrecht op het vlak van tekening uitstrekt.
Ter plaatse van het buiteneind van de bovenzijde 17 zijn consoles 20 aangebracht, alwaar de stijve verbin-dings^tang" 9 respectievelijk 10 op scharnierbare wijze bevestigd is, waarbij de scharnieras zich uitstrekt in een richting loodrecht op het vlak van tekening. De verbin- dingsstang 9, 10 is aan zijn bovenzijde op scharnierbare wijze bevestigd ter plaatse van 22 aan ophang- of grijperjuk 4. Ook hier is de scharnieras weer loodrecht op het vlak van tekening.
Het grijperjuk 4 is aan zijn bovenzijde voorzien van een console 14 met een gaffel 31, waarop de gaffel 28 van de ophangstang of stick 29 op dubbel cardanische wijze bevestigd is. De beide scharnierassen strekken loodrecht op elkaar uit, waarvan één in het vlak van tekening. Tussen de console 14 en het daar beneden gelegen gedeelte van het grijperjuk 4 is een draaibare verbinding of rotor 32 aangebracht, waarvan de rotatie-as verticaal loopt. De verdraaiing van deze verbinding is bij voorkeur op afstand regelbaar. Het boveneind van de stick 29 is bevestigd aan de (niet weergegeven) arm van een op een ponton of bijvoorbeeld een kade geplaatste hydraulische kraan. Het onderste gedeelte van het grijperjuk 4 wordt gevormd door een aantal vast bevestigde neerwaarts uitstekende verticale platen 23, waarop ter plaatse van scharnierbare verbinding 24 de boveneinden van zuiger-cilindersamenstellen 11, 12 bevestigd zijn. Ook hiervan strekt de scharnieras zich loodrecht uit op het vlak van tekening. De zuiger-cilindersamenstellen 11, 12 omvatten elk een cilinder 25 en een cilinderstang 26, waarvan het ondereind ter plaatse van de scharnierverbinding 27 bevestigd is aan console 19, die rotatievast bevestigd is op dwarslopende verstevigingsbuis 18 van grijperbakken 5, 6. De scharnieras van scharnierverbinding 27 strekt zich uit loodrecht op het vlak van tekening.
Zoals te zien is in de figuren 1, 2 en 3 bezit de grijper volgens de uitvinding twee loodrecht op elkaar staande symmetrievlakken, te weten S-l en S2. Begrepen zal worden dat waar in de aanvrage over "horizontaal" gesproken wordt, bedoeld is een vlak dat loodrecht staat op S-l en S2 In figuur 3 is daarbij te zien dat zowel aan de voorzijde (a-zijde) als aan de achterzijde (b-zijde) een paar elkaar nagenoeg loodrecht kruisende zuiger-cilinder- samenstellen 11a, 12a en 11b, 12b aangebracht zijn. Hierdoor wordt bereikt dat de bak 5 en daarmee de snijkant 15 tijdens de openende en sluitende beweging in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van het symmetrievlak S2 gehouden kan worden. De stijfheid en daarmee de beheersbaarheid wordt verder vergroot door de N-vormige uitvoering van de verbindingsstangen 9 (en ook 10), waarbij verbindingsstan-gen 9a en 9b, in een ’'verticaal" vlak liggen en respectievelijk aan de voor- en achterzijde het grijperjuk en de grijperbak met elkaar verbinden, en een derde stang 9c zich diagonaal uitstrekt van de verbinding gijperjuk - stang 9b naar de verbinding stang 9a - grijperbak. Alternatief is het mogelijk dat beneden de scharnierbevestiging 22 de verbindingsstang 9 zich splitst in twee verbindingsstangen, die respectievelijk ter plaatse van de consoles 20a en 20b verbonden zijn met de voorzijde respectievelijk achterzijde van de grijperbak 5.
Het is voordelig gebleken wanneer de grijper bij een volume-inhoud van ongeveer 2,5 m3 de volgende maatverhoudingen (zie figuren 2 en 4) bezit; een afstand tussen PI (scharnieras van verbinding 22) tot het symmetrievlak S2 van 269 mm; een afstand tussen Pl en P3 (hartlijn scharnierverbinding 21) van 2163 mm; een afstand tussen P3 en P6 (hartlijn scharnier 13) van 1946 mm; een afstand tussen P3 en P4 (snijrand 15) van 1403 mm; een afstand tussen P4 en P6 van 2352 mm; en een afstand tussen P2 (hartlijn scharnierverbinding 24) en P5 (hartlijn scharnierverbinding 27) van, in ingetrokken toestand van het zuiger-cilindersamenstel 11, 1141 mm. Bij grotere of kleinere bakvolumes kunnen veelvouden daarvan aangehouden worden.
De denkbeeldige lijnstukken P3, P4 en P3, P6 staan bij voorkeur loodrecht op elkaar, en bezitten met het denkbeeldige lijnstuk P4 en P6 dan bij voorkeur een verhouding van respectievelijk 3:4:5 met elkaar.
Het heeft voorts de voorkeur, zoals in dit uitvoeringsvoorbeeld, dat de lengte van het denkbeeldige lijnstuk P4 P6 groter is dan de lengte van het denkbeeldige lijnstuk PI P3. Voorts is voordelig dat, zoals in figuur 1 te zien is, in de geopende stand de denkbeeldige lijnstukken P4 P3 en P3 PI een stompe hoek a met elkaar maken, zodat bij een sluitbeweging de scharnierverbinding 21 niet door een dood punt bewogen behoeft te worden. Door de plaatsing van verbinding 20 nabij de bodemzijde 16 en de grote lengte van het denkbeeldige lijnstuk P4__P6, anders gezegd de grote afstand tussen snijrand 15 en scharnier 13, is daarbij toch een zo groot mogelijke spanwijdte verschaft.
Door met de kraan juiste hoeveelheid kracht uit te oefenen via de gaffel van stick 29 op de rest van de grijper 1 kan ervoor gezorgd worden dat de snijranden 15 tot op de gewenste diepte in de te verwijderen sediment-laag gedwongen worden. Door de aanwezigheid van de stijve verbindingsstaven 9 en 10 ligt immers de positie van de snijrand 15 ten opzichte van het grijperjuk 4 en via de gaffel van stick 29 ten opzichte van de kraanarm in hoofdzaak vast.
Met behulp van een niet-weergegeven hoekmeter wordt de hoek tussen vlak S-l en de verticaal bepaald. Met vergelijkbare middelen wordt de hoek tussen vlak S2 en de verticaal bepaald.
Als een gevolg van de boven besproken maatregelen en/of genoemde voorkeursverhoudingen in afmetingen, zullen bij het intrekken van de zuigerstangen 26 in de richting Ax respectievelijk A2, onder het middels de kraanarm en gaffel van stick 29 op nagenoeg een zelfde verticale hoogte houden van het grijperjuk 4, de snijranden 15 in hoofdzaak in horizontale richting C bewegen. Daarbij zal het scharnier 13 in het symmetrievlak S2 in de richting B omhoog bewegen, tot dat de in figuur 2 weergegeven situatie bereikt is. De zuigerstangen 26 zijn dan zowat volledig ingetrokken in de cilinders 25. Hierbij bevindt het scharnier 13 zich enigszins boven de boveneinden van de zuiger-cilindersamenstellen 11, 12, en eigenlijk binnen het jukgedeelte, waardoor bij volledig openen een grote spanwijdte, veel groter dan bij bestaande bakken, verkregen wordt, en bijgevolg voor een bepaald volume af te graven grond de penetratiediepte beperkt kan blijven, en de constructiehoogte van de grijper, niettegenstaande de grote spanwijdte, ook beperkt gehouden is.
Tijdens de sluitbeweging zal het punt Q, dat in het midden van het denkbeeldige lijnstuk P4 P6 gelegen is, een althans nagenoeg cirkelvormige baan in de richting D beschrijven om het punt M, dat midden tussen de snijranden 15 gelegen is.
De gekruiste opstelling van de zuiger-cilinder-samenstellen 11, 12 is voordelig ten opzichte van bijvoorbeeld een horizontale opstelling omdat het dan al gauw nodig zou zijn dat bij een openende beweging van de grij-perbakken de zuigerstang daarvan weer enigszins ingetrokken zou moeten worden, bij beweging van het scharnier in neerwaartse richting door het dode punt tussen de beide ondereinden van de verbindingstangen. Een verticale opstelling van de zuiger-cilindersamenstellen zou problemen geven voor wat betreft de grootte van de bereikbare slag. Met de gekruiste opstelling kan de beweging van de zuigerstang bij openende, respectievelijk sluitende beweging enkelvoudig blijven, terwijl, bij de weergegeven onderling loodrechte stand van de zuiger-cilindersamenstellen 11 en 12, een maximale slaglengte bereikt is bij een minimaal ruimtebeslag. Begrepen zal worden dat geschikte bedie-ningsmiddelen voor de zuiger-cilindersamenstellen 11, 12 aanwezig zullen zijn, maar dat deze hier om redenen van duidelijkheid van tekening niet weergegeven zijn. Voor een deskundige zal het duidelijk zijn welke middelen daarvoor aangewend kunnen worden.
Teneinde te verzekeren dat het scharnier 13 tijdens het sluiten precies in het symmetrievlak zal bewegen zijn verticale geleidingsbalken 33, 34 aan het juk 4 bevestigd, die neerwaarts uitsteken van het juk 4 en tussen zich een verticale doorgang 35 bepalen, waarin de scharnier 13 passend geleid wordt om te bewegen volgens een lijn die samenvalt met het eerste symmetrievlak Opgemerkt wordt verder dat deze voorziening om redenen van duidelijkheid weggelaten is uit figuur 3. Alternatief kunnen de zuiger-cilindersamenstellen voorzien zijn van gelijkloopventielen, opdat de zuigerstangen daarvan op gelijk opgaande wijze verplaatst zullen worden.
Doordat tijdens de sluitingsbeweging de snij-randen 15 een in hoofdzaak horizontale baan zullen volgen, zoals schematisch weergegeven in figuur 5. In het bovenbesproken voorbeeld met een graafopening ongeveer 4,35 m, zal het verticale verloop slechts ongeveer 6 cm, dat wil zeggen ± 3 cm ten opzichte van de gemiddelde horizontale bewegingslijn, derhalve een afwijking van slechts 2,8% van de graafopening bedragen, zodat een horizontale "plak" grond afgegraven wordt, waarvan het volume in hoofdzaak overeen zal komen met het volume dat bedoeld was afgegraven te worden met één gr ij per beweging. Bij voorkeur kunnen daarbij penetratiedieptemetingen verricht zijn, met behulp van gebruikelijke middelen daarvoor. Er kan dus zeer effectief gebaggerd worden, met een optimale vulling van de grijperbakken, terwijl zo min mogelijk niet-vervuilde grond verwijderd wordt. De afwijking van een zuiver horizontale graaflijn zal zeer gering zijn, zelfs minder dan 3,5%, betrokken op de graafopening.
Het gebruik van stijve verbindingsstangen bij de grijper volgens de uitvinding biedt nog een verder voordeel. Onder verwijzing naar figuur 6, waarin de grijper 1 in detail weergegeven is, zijn tussen de verbindingsstaven 9, 10, in een richting loodrecht op het vlak van tekening kokerprofielen 130 bevestigd, waaraan consoles 131 vast bevestigd zijn. Deze consoles 131 zijn weer bevestigd aan zich loodrecht op het vlak van tekening uitstrekkende afsluiterplaten 132, die aan de onderzijde voorzien zijn van langwerpige rubberen afsluitbekledingen 133. Deze rubberen bekledingen 133 passen precies, afsluitend op openingen 134, die langwerpig zijn en zich in een richting loodrecht op het vlak van tekening uitstrekken en aangebracht zijn in de bovenzijde 17 van de grijperbakken 5 en 6. Wanneer de grijper 1 zich in een toestand zal bevinden van figuur 1, dan zal de rubber bekleding 133 relatief weggezwaaid zijn van de opening 134, en zal water en/of lucht van de binnenruimte van de bak 5 naar boven toe kunnen ontsnappen. Wanneer de grijper 1 echter gesloten wordt en zich naar de toestand weergegeven in figuur 5 beweegt, zal ter plaatse van de scharnierverbinding 21 relatieve rotatie in de richting T hebben plaatsgevonden tussen de verbindingsstang 9 en de bovenzijde 17 van de bak 5. In de in figuur 5 weergegeven gesloten eindstand sluit de rubberen bedekking 133 dan aan op de opening 134 en dicht deze af, zodat het in de grijperbakken 5 en 6 aanwezige vervuilde grondmateriaal niet kan ontsnappen.

Claims (18)

1. Grijper omvattend twee in hoofdzaak met elkaar overeenkomende grijperbakken die aan weerszijden van een eerste symmetrievlak gelegen zijn en elk voorzien zijn van een snijrand en een grijperbakarm, waarmee zij middels scharnierorganen op een om een horizontale hartlijn verdraaibare wijze met elkaar verbonden zijn, voorts omvattend: een grijperjuk; sluitmiddelen voor het tenminste van één open graafstand naar een gesloten stand brengen van de grijperbakken, onder het verdraaien van de grijperbakarmen om de scharnierorganen; middelen voor het aan het grijperjuk bevestigen van een ophangstang of stick, die aan het boveneind voorzien is van middelen voor koppeling aan een kraanarm of iets dergelijks en geschikt is om druk- en trekkrachten over te dragen; en stijve verbindingsstaven die zich tussen het grijperjuk en elke grijperbak uitstrekken en aan hun respectieve einden daarmee telkens op scharnierbare wijze verbonden zijn, waarbij de snijranden zodanig gelegen zijn ten opzichte van de scharnierorganen en de einden van de verbindingsstangen, dat de snijranden tijdens hun beweging van de open naar de gesloten stand een in hoofdzaak horizontale baan doorlopen.
2. Grijper volgens conclusie 1, waarbij de punten gelegen midden op de denkbeeldige lijnstukken tussen de scharnierorganen en de snijranden tijdens de sluitbeweging een in hoofdzaak cirkelvormige baan volgen.
3. Grijper volgens conclusie 1 of 2, waarbij de verbindingsstangen, beschouwd in projectie loodrecht op het eerste symmetrievlak van de grijper, een in hoofdzaak omgekeerde V-vorm bezitten, bepaald door twee stangen die elk vanaf het centrale grijperjuk naar respectievelijke bakzijden lopen.
4. Grijper volgens conclusie 1 of 2, waarbij de verbindingsstangen, beschouwd in projectie loodrecht op het eerste symmetrievlak van de grijper, een in hoofdzaak N-vorm bezitten, bepaald door drie stangen die met het grijperjuk en de grijperbak een vakwerk vormen.
5. Grijper volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de middelen voor verbinding van het grijperjuk en de ophangstang een dubbele cardanverbinding met onderling loodrecht op elkaar staande horizontale schar-nierassen vormen en bij voorkeur een bedienbare scharnier-verbinding, zoals een rotor, met een verticale scharnieras in deze verbindingsmiddelen of in het grijperjuk aanwezig is.
6. Grijper volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de scharnierorganen één gemeenschappelijke scharnieras bezitten, die in het eerste symmetrievlak van de grijper gelegen is.
7. Grijper volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afstand tussen de snijrand en de scharnieras, beschouwd in projectie in een verticaal vlak loodrecht op het eerste symmetrievlak, groter is dan de lengte van de verbindingsstang.
8. Grijper volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in de open stand, waarin de onderlinge afstand van de snijranden van de grijperbakken maximaal is, de lijn tussen het ondereind van de verbindingsstang en de snijrand een inwendige stompe hoek maakt met de verbindingsstang, beschouwd in projectie in een verticaal vlak loodrecht op het eerste symmetrievlak.
9. Grijper volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ondereind van de verbindingsstang nabij de bodem van de betreffende grijperbak gelegen is, aan het van de snijrand afgelegen einde daarvan.
10. Grijper volgens conclusie 9, waarbij, be- schouwd in projectie in een verticaal vlak loodrecht op het eerste symmetrievlak, de denkbeeldige verticale verbindingslijn tussen de snijrand en het ondereind van de verbindingsstang in hoofdzaak loodrecht staat op de denkbeeldige verbindingslijn tussen dat ondereind en de scharnier organen.
11. Grijper volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de sluitmiddelen tenminste één paar elkaar kruisende cilinder-zuigersamenstellen omvatten, die middels bedieningsleidingen verbindbaar zijn met geschikte bedieningsmiddelen op bijvoorbeeld een kraan en met hun boveneinden scharnierbaar verbonden zijn met het grijper-juk en met hun ondereinden scharnierbaar verbonden zijn met de grijperbakken.
12. Grijper volgens conclusie 11, waarbij in de gesloten stand van de grijper de boveneinden van de cilinder-zuigersamenstellen aan weerszijden van de scharnieror-ganen gelegen zijn, beschouwd in projectie in een verticaal vlak loodrecht op het eerste symmetrievlak.
13. Grijper volgens conclusie 11 of 12, waarbij aan beide grijperzijden een paar elkaar kruisende cilinder-zuigersamenstellen aangebracht zijn.
14. Grijper volgens conclusie 11, 12 of 13, waarbij cilinder-zuigersamenstellen voorzien zijn van gelijkloopventielen.
15. Grijper volgens een der voorgaande conclusies, omvattend geleidingsorganen, zoals van het grijper-juk neerhangende geleidingsbalken, voor het op in zijwaartse richting opsluitende wijze langs een vlak evenwijdig aan het eerste symmetrievlak geleiden van de schar-nierorganen tijdens de beweging daarvan van de gesloten naar de open stand en vice versa.
16. Grijper volgens één der voorgaande conclusies, omvattend hoekmeters voor het bepalen van de hoek tussen het eerste respectievelijk tweede symmetrievlak van de grijper, na plaatsing op de te baggeren grond, en een referentievlak of -lijn zoals de verticaal.
17. Grijper volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de grijperbakken een afdichtplaat aan hun bovenzijde bezitten, die voorzien is van een lucht- en/of waterontsnappingsopening, en waarbij op de verbindings-stangen afsluitmiddelen bevestigd zijn, die in de gesloten stand de opening afsluiten en in de open stand vrijgeven.
18. Werkwijze voor het verwijderen van een laag verontreinigd sediment onder water, waarbij gebruik gemaakt wordt van een grijper volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de grijper in geopende stand op actieve wijze met de snij randen in de laag sediment gedwongen wordt tot op een vooraf bepaalde diepte, en waarbij tijdens het sluiten van de grijperbakken het grijperjuk op hetzelfde niveau gehouden wordt.
NL9400450A 1994-03-22 1994-03-22 Grijper met horizontale baan van snijranden. NL193828C (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400450A NL193828C (nl) 1994-03-22 1994-03-22 Grijper met horizontale baan van snijranden.
EP95200709A EP0677477B1 (en) 1994-03-22 1995-03-22 Grab
DE69519322T DE69519322T2 (de) 1994-03-22 1995-03-22 Greifer

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400450A NL193828C (nl) 1994-03-22 1994-03-22 Grijper met horizontale baan van snijranden.
NL9400450 1994-03-22

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9400450A true NL9400450A (nl) 1995-11-01
NL193828B NL193828B (nl) 2000-08-01
NL193828C NL193828C (nl) 2000-12-04

Family

ID=19863974

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400450A NL193828C (nl) 1994-03-22 1994-03-22 Grijper met horizontale baan van snijranden.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0677477B1 (nl)
DE (1) DE69519322T2 (nl)
NL (1) NL193828C (nl)

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SI1178004T1 (sl) 2000-08-04 2006-08-31 Reel Enota za zbiranje, ciscenje in kalibriranje elektroliznih kadi, ki se uporabljajo za pridobivanja aluminija
FR2940796B1 (fr) 2009-01-08 2010-12-17 Ecl Dispositif d'attache de recipient pour collecter des debris solides et pivotant a l'extremite d'un bras mobile, en particulier dispositif d'attache des godets articules d'une pelle a croute
IT1393845B1 (it) * 2009-04-30 2012-05-11 Negrini Srl Benna mordente a taglio lineare per il recupero in acqua di materiale inquinante o simile
FR2971274B1 (fr) * 2011-02-07 2014-05-16 Soletanche Freyssinet Godet de benne preneuse comportant un obturateur
FR2988409B1 (fr) * 2012-03-22 2015-02-06 Soletanche Freyssinet Benne d'excavation a bras croises en " x "
NL2011357C2 (nl) 2013-03-28 2014-09-30 Cornelis Hendricus Liet Inrichting voor het verwerken van veevoer.
NL2014296B1 (nl) * 2015-02-13 2016-10-13 Hendricus Liet Cornelis Inrichting voor het losmaken van veevoer.
CN104891331B (zh) * 2015-06-11 2016-12-07 陈玉金 一种可旋转变向式箱体抓斗
CN104925659B (zh) * 2015-06-16 2016-12-07 温州润物电子商务有限公司 一种旋切压紧式抓斗装置
CN104988962B (zh) * 2015-07-27 2017-03-15 江苏金泽重型机械有限公司 一种可压缩式抓斗
IT201700053568A1 (it) * 2017-05-17 2018-11-17 Negrini Srl Benna mordente a taglio lineare per il recupero in acqua di materiale inquinante o simile
CN108247025B (zh) * 2018-03-22 2023-10-27 福建省微柏工业机器人有限公司 铸造用氧化层刮除机构
CN109208676B (zh) * 2018-09-13 2021-04-20 中交广州航道局有限公司 挖泥控制方法和系统、计算机设备、计算机存储介质
CN112978350B (zh) * 2021-02-01 2022-10-25 天昌国际烟草有限公司 一种烟叶抓取装置及抓取方法
CN114380195B (zh) * 2022-03-26 2022-08-23 河南卫华重型机械股份有限公司 一种用于酒糟转运清理的机械防摇摆桥式起重机
CN115385231B (zh) * 2022-08-24 2024-01-05 无锡市港口机械有限责任公司 一种港口物料搬运起重装置及智能控制系统
CN117342428A (zh) * 2023-12-06 2024-01-05 河南卫华重型机械股份有限公司 一种酿酒用平层取糟抓斗起重机控制方法

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR760335A (fr) * 1932-07-05 1934-02-20 Perfectionnements aux grappins ou bennes preneuses
US2188672A (en) * 1938-06-06 1940-01-30 Hayward Co Grab bucket
US2605563A (en) * 1945-08-27 1952-08-05 Victor R Browning & Company In Self-contained grab bucket unit for hoist lines
DE909676C (de) * 1952-01-05 1954-04-22 Hans Still Ag Maulgreifer fuer stapelnde Flurfoerdergeraete
US3421791A (en) * 1966-12-20 1969-01-14 Hiab Foco Ab Catching tool for a loading crane
DE3131624A1 (de) * 1980-09-02 1982-06-16 VEB Schwermaschinenbaukombinat TAKRAF-Stammbetrieb-Betrieb für Anlagenbau und Rationalisierung, DDR 7010 Leipzig Greifer mit beeinflussbarem bewegungsverlauf der schneiden von greiferschalen

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR760335A (fr) * 1932-07-05 1934-02-20 Perfectionnements aux grappins ou bennes preneuses
US2188672A (en) * 1938-06-06 1940-01-30 Hayward Co Grab bucket
US2605563A (en) * 1945-08-27 1952-08-05 Victor R Browning & Company In Self-contained grab bucket unit for hoist lines
DE909676C (de) * 1952-01-05 1954-04-22 Hans Still Ag Maulgreifer fuer stapelnde Flurfoerdergeraete
US3421791A (en) * 1966-12-20 1969-01-14 Hiab Foco Ab Catching tool for a loading crane
DE3131624A1 (de) * 1980-09-02 1982-06-16 VEB Schwermaschinenbaukombinat TAKRAF-Stammbetrieb-Betrieb für Anlagenbau und Rationalisierung, DDR 7010 Leipzig Greifer mit beeinflussbarem bewegungsverlauf der schneiden von greiferschalen

Also Published As

Publication number Publication date
DE69519322D1 (de) 2000-12-14
NL193828C (nl) 2000-12-04
EP0677477B1 (en) 2000-11-08
DE69519322T2 (de) 2001-06-07
EP0677477A1 (en) 1995-10-18
NL193828B (nl) 2000-08-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9400450A (nl) Grijper.
BE1020103A3 (nl) Inrichting voor het baggeren van grondmateriaal onder water.
CN103225322A (zh) 具有枢转铲斗的铲车
US3501034A (en) Power shovel
US3252606A (en) Front end loader
US4802517A (en) Tree cutting apparatus
EP3088611B1 (en) A method of mounting an attachment
CA2879459A1 (en) Convertible bucket having folding wings and winglets
MXPA97003103A (en) Shovel for surface mining
JPH1046620A (ja) パワーショベル
JPS6015783B2 (ja) 浮動可能な浚渫装置
US4494906A (en) Earthmoving machine
NL1013918C2 (nl) Grijper.
NL2022575B1 (en) Counterweight Backhoe dredger
EP0130236B1 (de) Einrichtung für Hydraulikbagger und -Krane
CN205530415U (zh) 挖泥机以及挖泥船
FI127862B (fi) Työkoneen monitoimikauha
CN107201759A (zh) 挖泥机以及挖泥船
EP0656975B1 (de) Bagger mit einer schaufel und einer der schaufel zugeordneten, hydraulisch betätigbaren greifplatte
US2776060A (en) Working device controlling mechanism for materials handling and excavating machines
DE938780C (de) Fahrbarer Loeffel- oder Greiferbagger
DE3602213A1 (de) Mehrzweckeinrichtung fuer hydraulikbagger und krane
EP0145713A1 (en) Apparatus and method for performing work at sea
US769046A (en) Ditching-machine.
BE1022377B1 (nl) Zuigkop van een baggerschip en werkwijze voor het baggeren met behulp van deze zuigkop

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20041001