NL9301477A - Apparaat voor het ontvangen en weergeven van kleurentelevisiesignalen met verschillende opmaken. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Apparaat voor het ontvangen en weergeven van kleuren-televisiesignalen met verschillende opmaken.

De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking ophet kleurentelevisiegebied, en is meer in het bijzonder gericht op eenkleurentelevisie-ontvanger die kleurentelevisiesignalen kan ontvangen enweergeven, die zijn uitgezonden met verschillende transmissiespecificatiesen -opmaken. De ontvanger maakt nauwkeurige reproduktie en weergave van dekleurenbeeldinformatie mogelijk, die in het ontvangen televisiesignaal isvervat, ongeacht zijn transmissiespecificatie of opmaak.

In het NTSC-televisiesignaalstelsel, dat het stelsel is, datthans in gebruik is in de Verenigde Staten en vele andere Landen, werdende transmissiespecificaties en opmaak vastgesteld teneinde de hoeveelheidrode (R), groene (G) en blauwe (B) primaire kleur informatie te maximali¬seren, die in het televisiesignaal kan worden gezonden. Aldus voorziende NTSC-specificaties en -opmaak in brede kleursoortenbereiken, teneindetransmissie van volledige kleureninhoud voor het televisiebeeld teverzekeren.

In de stand van de techniek bakende televisie-ontvangersreproduceren het in het televisiesignaal vervatte kleurenbeeld door hettoevoegen en mengen van de rode, groene en blauwe primaire kleurinformatiedie uit het televisiesignaal is geëxtraheerd. De kleursoortenbereiken vaneen typische televisie-ontvanger zijn echter smaller dan de kleursoorten¬bereiken die in het ontvangen televisiesignaal aanwezig zijn. Aldus isvolledige en getrouwe reproduktie van de kleurenbeeldinformatie die in hettelevisiesignaal is vervat niet mogelijk in in de stand van de techniekbekende televisie-ontvangers.

Figuur 1 is een CIE (Commission International de Enluminure)kleursoortendiagram dat de rode, groene en blauwe primaire kleursoort-waarden voor het NTSC-stelsel, het fosfor in een in de typische televisie-ontvanger gebruikte elektronenstraalbuis (CRT) en het kleurenfiLter ineen vloeibare kristalweergeefinrichting (LCD) illustreert, die nu eveneensgewoonlijk in kleine draagbare televisie-ontvangers en grote projectie-type televisiebeeldschermen wordt gebruikt. De NTSC-kleursoortwaardenworden vertegenwoordigd door de streeplijn, de CRT-kleursoortwaardenworden vertegenwoordigd door de streep-stippellijn en de LCD-kLeursoort- waarden worden vertegenwoordigd door de doorgetrokken lijn. De in figuur 1in een diagram opgenomen kleursoortwaarden zijn hieronder in tabelvormuiteengezet:

NTSC CRT LCD

X Y X Y X Y

R: 0,670 0,330 0,657 0,338 0,613 0,334 G: 0,210 0,710 0,297 0,609 ’ 0,283 0,627 B: 0,140 0,080 0,148 0,054 0,140 0,079

De buitenste vette lijn in figuur 1 en daarbij behorendegetallen op de aangegeven punten op de lijn illustreren de meetkundigeverzameling van plaatsen van het spectrum en golflengten (nm). In hetNTSC-stelsel hier, wordt C-Licht met een kleurtemperatuur van 6 774 Kgebruikt als wit referentielicht W met de volgende kleursoort: W : X = 0,310 1, Y = 0,316 3

In het NTSC-stelsel kan, indien de kleursoortwaarden voor dedrie primaire kleuren voor de weergeefinrichting (CRT of LCD) in deontvanger op dezelfde als de NTSC-waarden zijn ingesteld, de kleuren-beeldinformatie in het gezonden televisiesignaal getrouw op de weergeef¬inrichting van de ontvanger worden geproduceerd door het instellen van hetwitte referentielicht op de kleursoort van C-Licht. Een kleurentelevisie-ontvanger moet echter eveneens zwart-wit-teLevisiesignalen kunnen ont¬vangen en weergeven. Daarom moet, teneinde de vereiste verenigbaarheidmet zwart-wit-televisie-uitzendingen te bereiken, wit gekleurd licht methogere kleursoortwaarden dan C-licht als de referentie worden gebruikt.

Bovendien hangen de kleursoortwaarden voor de primaire kleurenvan een televisie-ontvanger af van de fosforkleursoorten van de CRT of LCDdie, zoals hierboven is beschreven en in figuur 1 is getoond, verschillenvan de kleursoortwaarden voor de primaire kleuren van het NTSC-stelsel.Daardoor zullen, indien geen correcties voor de verschillen tussen deNTSC- en ontvangerkleursoortwaarden worden gemaakt, kleurfouten hetresultaat zijn en zal de kleurenbeeldinformatie die in het televisie¬signaal is vervat niet getrouw op de weergeefinrichting in de ontvanger worden gereproduceerd.

Bovendien, en zoals hierboven is besproken, zijn de kleur-soortenbereiken van de CRT en LCD smaller dan de NTSC-kleursoorten-bereiken. Aldus is het kleurenreproduktiebereik van de televisie-ontvangerniet breed genoeg om alle kleurinformatie te reproduceren, die in hetbinnenkomende televisiesignaal is vervat. Daardoor kan, zelfs wanneerde geschikte kleurcorrecties worden uitgevoerd met betrekking tot deverschillen in de NTSC- en weergeefinrichtingskleursoortwaarden deontvanger nog steeds niet iedere in het binnenkomende televisiesignaalontvangen kleur getrouw reproduceren.

Naar de hierboven besproken typen kleurreproduktiefouten wordteveneens verwezen op bladzijde 959 in het boek, getiteld: "The new colorscience handbook", dat in Japan werd gepubliceerd.

Figuur 2 is een UV-kleursoortendiagram dat de kleurreproduktie¬fouten laat zien, die hierboven zijn beschreven en waarnaar in het hier¬boven genoemde handboek is verwezen. De met doorgetrokken lijn getekendedriehoek in figuur 2 geeft het kleursoortenbereik voor de primaire kleurenvan het NTSC-stelsel aan de zendzijde van het televisiesignaal aan. Demet een streeplijn getekende driehoek illustreert het kleursoortenbereikvan de primaire kleuren van het CRT-fosfor bij de ontvanger. Merkt op dat,terwijl de NTSC- en CRT-bereiken aanzienlijk overlappen, het NTSC-bereikenigszins groter is en elk van de waarden ervan ten opzichte van deovereenkomstige waarden in het CRT-bereik zijn verschoven. De grafiek infiguur 2 is verkregen door het berekenen van de kleurreproduktiefout opbasis van de verschillen tussen de NTSC- en CRT-kleursoortenbereiken. Eenvoorbeeld van sommige van de NTSC-kleursoortwaarden zijn door de stippenin figuur 2 getoond. Teneinde kleurreproduktiefouten in de weergeef-inrichting corrigeren, moeten deze waarden worden verschoven teneindeze op een overeenkomstig punt in het CRT-kleursoortenbereik te brengen,zoals door de pijlen in figuur 2 is aangegeven.

In CRT-televisie-ontvangers en kleurencamera's worden lineairematrixschakelingen gebruikt om kleurreproduktiefouten te corrigeren.

Figuur 3 is een blokschema dat een lineaire matrixschakeling laat zien,die dergelijke kleurreproduktiefouten corrigeert. De G (groene), B(blauwe) en R (rode) primaire kleursignalen worden toegevoerd aan ingangs-klemmen respectievelijk 1, 2 en 3 en aan gamma-opheffingsschakelingen 4, 5 en 6, zodat transmissiegamma wordt opgeheven door het verwijderen van degammacorrectie die aan de beeldzendzijde werd toegevoegd aan het signaal.

De uitgangssignalen vanaf gamma-opheffingsschakelingen 4, 5 en 6worden toegevoerd aan matrixschakeling 7, die is gevormd van coëfficiënt-schakelingen 8 tot en met 16 en optellers 17 tot en met 19. Matrix-schakeling 7 vermenigvuldigt de toegevoerde R-, 6- en B-signalen metrespectieve correctiematrixcoëfficiënten en telt ze dan bij elkaar op.Coëfficiëntschakelingen 8 tot en met 16 kunnen van eenvoudige schakelingenzijn gevormd, die gebruik maken van weerstanden, zoals bekend is in detechniek. Gamma-optellingsschakelingen HO, H1 en 22 tellen de transmissie-of zendgamma op bij de respectieve gecorrigeerde R-, G~ en B-kleursignalenen geeft ze af via aansluitklemmen 23, 24 en 25 als primaire kleursignalenR1, G1 en B1. Op d@2e wijze worden kleurrsproduktiefouten verwijderd enkunnen bij benadering dezelfde kleuren worden gereproduceerd bij deontvanger als in het gezonden beeld. De correctie is echter alleenmogelijk voor kleuren in het gebied, waarin de met doorgetrokken lijngetekende driehoek en de met streeplijn getekende driehoek in figuur 2elkaar overlappen.

Recentelijk zijn er testuitzendingen van een hoge definitie-televisie (HDTV) signaaLopmaak getest, die televisiebeelden van hogekwaliteit kan weergeven. Rekening houdend met de populariteit van hetbestaande NTSC-televisiestelsel, en de grote geïnstalleerde basis vandergelijke apparatuur, worden televisie-ontvangers die beelden in zowelde NTSC- als HDTV-stelselopmaken kunnen ontvangen, in de handel gebracht.De transmissiespecificaties van een HDTV-stelsel verschillen echter vandie van een NTSC-stelsel. Bij de HDTV-transmissiespecificatie en -opmaakzijn de R, G en B primaire kleursoorten als volgt: R: X = 0,640, Y = 0,330 G: X = 0,300, Y = 0,600 B: X = 0,150, Y = 0,060

Ook wordt bij de HDTV-specificatie D^-licht gebruikt als een wittereferentiekleur en is de kleursoort W ervan als volgt: W: X = 0,312 7, Y = 0,329 0

Figuur 4 is een CIE-kleursoortendiagram dat de NTSC-specifi-catiewaarden en de HDTV-specificatiewaarden van de respectieve R, G en Bprimaire kleursoorten Laat zien. Zoals figuur 4 aangeeft, is de kleur-soortwaarde voor G in het NTSC-stelsel aanzienlijk anders dan de kleur-soortwaarde voor G in het HDTV-stelsel. Merkt echter op dat de kleursoort-waarde voor G in het HDTV-stelsel in vergelijking dicht bij de kleursoort-waarde voor G in CRT- en LCD-weergeefinrichting ligt (zie figuur 1).Daardoor is er in een televisie-ontvanger, die een CRT of LCD gebruikt,in vergelijking weinig kleurreproduktiefout, wanneer een HDTV-uitzendingwordt ontvangen en weergegeven. Er bestaat echter een kans op groterekleurreproduktiefouten wanneer een NTSC-uitzending wordt ontvangen, zoalsblijkt uit figuur 1.

Wanneer kleurreproduktiefouten voor een stelsel in eentelevisie-ontvanger worden gecorrigeerd, die verscheidene stelselopmaken(zoals NTSC en HDTV) kan ontvangen, waarbij de drie primaire kleursoort-waarden van het ene stelsel van het andere verschillen, kunnen kleur¬reproduktiefouten in de andere steLsels niet worden gecorrigeerd.

Door het HDTV-stelsel voortgebrachte televisieprogramma's encommerciële speelfilms worden soms uitgezonden onder gebruikmaking van hetNTSC-stelsel. Speelfilms worden gebruikelijk voortgebracht in overeen¬stemming met specificaties die zijn vastgesteld door de Society of MotionPicture and Television Engineers (SMPTE). Het HDTV-stelsel is eveneensingesteld om overeen te stemmen met de SMPTE-specificaties.

Figuur 5 is een CIE-kleursoortendiagram dat de primairetransmissiekleursoortwaarden voor zowel de SMPTE- als NTSC-stelsels Laatzien. Zoals blijkt uit figuren 4 en 5 zijn de primaire transmissie¬kleursoortwaarden voor het HDTV-stelsel bij benadering gelijk aan die vanhet SMPTE-stelsel. Ook zijn de PAL- en SECAM-televisiesignaaltransmissie-stelsels nagenoeg gestandaardiseerd op de EBU-specificaties. De primairetransmissiekleursoortwaarden voor deze stelsels zijn eveneens bijbenadering gelijk aan die van het HDTV-stelsel.

Er is thans in de techniek een HDTV-naar-NTSC-stelselomzetterbekend, die ontvangst van HDTV-uitzendingen op een standaard NTSC-stelsel-televisie-ontvanger mogelijk maakt. Met een dergelijke omzetter, of andereapparatuur die gelijksoortige functies als die van de omzetter heeft, ishet mogelijk eveneens andere signaalopmaken om te zetten, zoals SMPTE, PAL en SECAM naar NTSC voor weergave op een standaard NTSC-ontvanger.

De transmissiegamma van het NTSC-stelsel verschilt echter van detransmissiegamma van elk van de andere stelsels.

Figuur 6 is een grafiek die transmissiegamma illustreert. Dedoorgetrokken lijn Laat de gammakromme van het SMPTE-stelsel zien ende streeplijn laat de gammakromme van het NTSC-stelsel (γ = 0,,45) zien.Zoals in figuur 6 is getoond, verschillen in het bijzonder de zwartezijdewaarden tussen de NTSC- en de SMPTE-stelsels. Ten gevolge van hetverschil tussen de gammakrommen is de weergave van de zwarte gradatiessoms onnatuurlijk in afhankelijkheid van de signaalbron van het uitzend-programma. Zelfs binnen hetzelfde uitzendprogramma verschilt bijvoorbeeldde gradatieweergave in overeenstemming met het verschil in de signaalbron,namelijk in overeenstemming met de specificatie waaronder het programmawerd geproduceerd.

Naast televisie-ontvangers die een CRT- of vloeibare kristal-weergeefinrichting gebruiken, zijn recentelijk projectietype kleuren-televisie-ontvangers ontwikkeld, teneinde te voorzien in grootscherm-televisie. Projectietype televisie-ontvangers gebruiken een aantalvloeibare kristalpanelen die lichtkleuren kunnen moduleren. Naar eendergelijke ontvanger wordt verwezen op bladzijde 415 tot en met 418in "SID 91 DIGEST”.

In overeenstemming met deze uitvinding is er voorzien in eentelevisie-apparaat voor het weergeven van een beeld dat is gezonden inovereenstemming met een aantal verschillende transmissiespecificaties en-opmaken. Het apparaat is voorzien van een kleurcorrectie-inrichting voorhet corrigeren van kleurreproduktiefouten die behoren bij het ontvangentelevisiesignaal. De reproduktiefouten zijn het gevolg van verschillenin de primaire kleursoortwaarden tussen de zendzijde en ontvangstzijde vanhet televisiesignaal. De fouten moeten worden gecorrigeerd teneinde tevoorzien in getrouwe reproduktie van de kleurenbeeldinformatie die isvervat in het televisiesignaal voor weergave in de ontvanger.

Er is eveneens voorzien in een stuurinrichting voor het sturenvan het bedrijf van de foutencorrectie-inrichting in overeenstemmingmet de bepaaLde specificatie en opmaak van het ontvangen signaal. Degecorrigeerde primaire kleurinformatie wordt aan een weergeefinrichtingvoor weergave van het televisiebeeld met volledige en nauwkeurige kleurreproduktie toegevoerd. Het weergegeven beeld heeft reproduktie-kleursoortenbereiken die voldoende breed zijn om in essentie alletransmissiekleursoortenbereiken van de verscheidene transmissiestelsels,zoals NTSC, HDTV, SMPTE en dergelijke te omvatten.

Het is dan ook een doel van de onderhavige uitvinding om tevoorzien in een televisie-apparaat waardoor de kleuren aan de zendzijdevan het stelsel getrouw kunnen worden gereproduceerd, zelfs wanneereen televisiesignaal wordt ontvangen vanaf verscheidene stelsels metverschillende transmissiespecificaties en -opmaken.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is om te voorzienin een weergeefapparaat dat kan voorzien in natuurlijke gradatieweergavewanneer verschillende televisiestelselspecificaties en -opmaken wordengebrui kt.

De bovenstaande en andere doelen van de onderhavige uitvindingzullen voor de hand liggend worden na het begrijpen van de hieronderbeschreven illustratieve uitvoeringsvormen. Verscheidene voordelen,waarnaar hierin niet is verwezen, zullen eveneens optreden aan vakluiop dit gebied van de techniek, na toepassing van de onderhavige uitvindingin de praktijk.

Figuur 1 is een CIE-kleursoortendiagram dat de drie primairekleursoorten van een NTSC-stelsel, een CRT-fosforweergeefscherm en eenLCD-weergeefscherm laat zien.

Figuur 2 is een UV-kleursoortendiagram dat kleurreproduktie-fouten laat zien.

Figuur 3 is een blokschema dat een lineaire matrixschakelingillustreert, die kleurreproduktiefouten corrigeert.

Figuren 4 en 5 zijn CIE-kleursoortendiagrammen die de drieprimaire kleursoorten van respectievelijk een HDTV-stelsel en eenSMPTE-stelsel Laten zien.

Figuur 6 is een grafiek die de gammakrommen van een NTSC- enSMPTE-stelsel laat zien.

Figuur 7 is een blokschema dat een projectietype kleuren-televisie-ontvanger Laat zien, waarop een uitvoeringsvorm van deonderhavige uitvinding is toegepast.

Figuur 8 is een grafiek die de Lichtuitzendingsverdelings-karakteristieken van een metaalhalogenidelamp laat zien.

Figuur 9 is een grafiek die de geïntegreerde doorlaatbaarheids-karakteristieken van dichroïtische spiegels laat zien.

Figuur 10 is een grafiek die de Lichtafgiftekarakteristieken vandichroïtische spiegels laat zien.

Figuur 11 is een CIE-kleursoortendiagram dat de drie primairekleursoorten van een televisie-ontvanger in overeenstemming met een.uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding laat zien.

Figuur 12 is een blokschema dat de aanstuurschakelingsinrichtinglaat zien, die wordt gebruikt voor het aansturen van de in figuur 7getoonde vloeibare kristalpanelen in overeenstemming met een uitvoerings¬vorm van de onderhavige uitvinding.

Figuur 13 is een blokschema dat de schakelingsinrichting laatzien, die stuursignalen in overeenstemming met de onderhavige uitvindingopwekt.

Figuur 14 is een illustratie van een weergeefscherm dat eenbrievenbusweergeefinrichting laat zien.

Figuur 15 is een blokschema dat een lineaire matrixschakelinglaat zien, die wordt gebruikt voor een andere uitvoeringsvorm van deonderhavige uitvinding.

Representatieve uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvindingzullen nu onder verwijzing naar de begeleidende tekening wordentoegelicht.

Figuur 7 is een Lijntekening die een projectietype kleuren-televisie-ontvanger illustreert, waarop een uitvoeringsvorm van deonderhavige uitvinding kan worden toegepast. In deze uitvoeringsvormkan de in figuur 7 getoonde projectietype televisie-ontvanger televisie-beeldinformatie met zowel de NTSC- als HDTV-opmaak ontvangen.

De ontvanger van figuur 7 werkt op de volgende manier. Een wittelamp 31 zendt wit Licht met hoge intensiteit uit. Een metaalhalogenide-lamp die superieure kleurweergave heeft, kan voor witte lamp 31 wordengebruikt. Een reflector 32 is aan de omtrek van witte lamp 31 aangebrachten is het brandpunt van het witte licht. Het reflecterende oppervlak vanreflector 32 is gevormd in de vorm van een paraboloïde, zodat het lichtvanaf witte lamp 31 wordt gereflecteerd en in een evenwijdige bundel wordtgericht in een richting die Loodrecht staat op het reflecterende oppervlakvan reflector 32.

Een UV-IR-filter 33 is voor witte Lamp 31 gepositioneerd.

Dit filter elimineert ongewenst licht uit de vanaf refLector 32 gereflec¬teerde bundel. De gereflecteerde bundel, die door filter 33 loopt, valtin op dichroïtische spiegel 34. Dichroïtische spiegel 34 reflecteertblauw licht, of filtert dit uit, terwijl andere kleuren licht wordendoorgelaten.

Een spiegel 35 is op de bundelaslijn van het vanaf dichroïtischespiegel 34 gereflecteerde blauwe licht gepositioneerd en reflecteert opde beurt dit licht naar blauw licht vloeibaar kristalpaneel 36 dat op debundelaslijn van het vanaf spiegel 35 gereflecteerde licht is gepositio¬neerd. Een dichroïtische spiegel 37 is gepositioneerd op de bundelaslijnvan het licht dat door dichroïtische spiegel 34 Loopt, en deze reflecteertrood Licht, of filtert dit uit, terwijl groen Licht wordt doorgelaten naargroen licht vloeibaar kristalpaneel 38. Het door dichroïtische spiegel 37gereflecteerde rode licht valt in op een vloeibaar kristalpaneel 40. Aldusontvangen de drie vloeibare kristalpanelen 40, 38 en 36 respectievelijkeen R-signaal, een G-signaal en een B-signaal via aansluitklemmen 43, 44en 45 vanaf een aanstuurschakeling die hieronder zal worden besproken. Ophetzelfde moment krijgen vloeibaar kristalpanelen 40, 38 en 34 aftast-signalen toegevoerd vanaf een aanstuurschakeling, en worden ze daardooraangestuurd, zodat elke gekleurde bundel wordt gemoduleerd en respectieve¬lijk als een R-beeldbundel, een G-beeldbundel en een B-beeldbundel vanafhun uitzendingsoppervlakken wordt uitgezonden.

Een synthetiserende spiegel 41 is gepositioneerd op beidebundelaslijnen van het vanaf vloeibaar kristalpanelen 40 en 36 uitgezondenlicht. Spiegel 41 synthetiseert optisch en zendt de B-beeldbundel en deR-beeldbundel vanaf vloeibare kristalpanelen 36 en 40. Een spiegel 39reflecteert de G-beeldbundel vanaf vloeibaar kristalpaneel 38. Dezegereflecteerde bundel wordt naar een andere synthetiserende spiegel 42gericht. Synthetiserende spiegel 42 synthetiseert optisch de beeldbundelvanaf synthetiserende spiegel 41 en de G-beeldbundel vanaf spiegel 39 enricht ze naar een projectielens 46. Projectielens 46 is zo ontworpen,dat de invallende bundel wordt vergroot en op een scherm 47 wordtgeprojecteerd.

Figuur 8 is een grafiek die de typische lichtuitzendings-verdelingskarakteristieken voor de voor witte lamp 31 gebruikte metaal- ha LogenideLamp Laat zien, waarbij de golflengte Langs de horizontaleaslijn is uitgezet en relatieve lichtintensiteit langs de verticale aslijnis uitgezet. Zoals in figuur 8 is getoond, wordt een continu lichtspectrumvanaf witte Lamp 31 uitgezonden. Dit continue Lichtspectrum wordt doordichroïtische spiegels 34 en 37 opgelost, teneinde de drie primairekleurbundels, blauw, rood en groen te verkrijgen.

Figuur 9 is een grafiek die de geïntegreerde doorlaatbaarheids-krommen van dichroïtische spiegels 34 en 37 laat zien, waarbij de golf-Lengte Langs de horizontale aslijn is uitgezet en doorlaatbaarheid langsde verticale aslijn is uitgezet, In de grafiek Laten de streep-stippellijn(B), de doorgetrokken lijn (R) en de streeplijn (G) zien dat golflengtenin de nabijheid van respectievelijk blauw, rood en groen licht kunnenworden verkregen.

Figuur 10 is een grafiek die de lichtafgiftekrommen vandichroïtische spiegels 34 en 37 laat zien, waarbij de golflengte langsde horizontale aslijn is uitgezet en de hoeveelheid uitgezonden lichtlangs de verticale aslijn is uitgezet.

Het licht vanaf witte Lamp 31 wordt in de drie primaire kleurengesplitst, die de in figuur 10 getoonde karakteristieken hebben, door hetLicht door dichroïtische spiegels 34 en 37 door te laten, zoals hierbovenis besproken. Wanneer vloeibaar kristalpanelen 36, 38 en 40 in dedoorlaattoestand zijn, worden beeldbundels met dezelfde karakteristiekenuitgezonden, zoals in figuur 10 zijn getoond. Aldus wordt weergave van dedrie primaire kleursoorten bepaald door de lichtuitzendkarakteristiekenvan witte Lamp 31 en de doorlaatbaarheidskarakteristieken van de optischecomponenten van dichroïtische spiegels 34 en 37. Weergave van de drieprimaire kleursoorten varieert eveneens ten gevolge van de optischecomponentkarakteristieken van UV-IR-fiIter 33, projectielens 46 enspiegels 35, 39, 41 en 42. Variaties ten gevolge van deze componentenzijn echter klein en geen overheersende factoren.

Sturing van de weergave van de drie primaire kleursoortwaarden(drie primaire kleurchromaticiteitswaarden) kan betrekkelijk gemakkelijkworden bereikt door het geschikt instellen van de doorlaatbaarheids-karakteristieken van dichroïtische spigels 34 en 37. BijvoorbeeLd wordt,wanneer het gewenst is een kleur op de meetkundige verzameling vanplaatsen van het spectrum in een CIE-kleursoortendiagram te projecteren, een dichroïtische spiegel met smalbandfUterkarakteristieken gebruikt, dieslechts licht van die golflengte doorlaat. In deze uitvoeringsvorm zijnde lichtuitzendkarakteristieken van witte lamp 31 en de doorlaatbaarheids-karakteristieken van dichroïtische spiegels 34 en 37 ingesteld voor hetreproduktiebereik van de drie primaire kleursoortwaarden voor zowel hetNTSC- als HOTV-stelsel.

Figuur 11 is een CIE-kleursoortendiagram dat de kleursoort¬waarden voor het weergeven van de drie primaire kleursoorten laat zien,die tot stand worden gebracht door het instellen van het in figuur 7geïllustreerde optische stelsel, zodat het kleurenreproduktiebereikis ingesteld op het kleursoortenbereik dat door de met een dikke lijngetrokken driehoek is getoond, d.w.z. het bereik dat de NTSC- en HDTV-opmaken omvat.

Figuur 12 is een blokschema dat de aanstuurschakelingsinrichtinglaat zien, die de R-, G- en B-beeldsignalen aan aansluitklemmen 43, 44 en45 in figuur 7 toevoert. Zoals in figuur 12 is getoond, worden respectieveR, G en B oorspronkelijke beeldkleursignalen aan ingangsklemmen 51, 52 en53 toegevoerd en op de beurt aan Lineaire matrixschakelingen 54 en 55.Matrixschakelingen 54 en 55 verschillen slechts van de matrixschakelingin figuur 3 met betrekking tot de correctiematrixcoëfficiënten incoëfficiëntschakelingen 8 tot en met 16 en de karakteristieken vangamma-optellingsschakeLingen 20 tot en met 22. Met andere woorden steltLineaire matrixschakeling 54 de correctiematrixcoëfficiënten zo in,dat de drie primaire weergeefkleursoorten overeenstemmen met de drieprimaire transmissiekleursoorten van een NTSC-stelsel. Lineaire matrix¬schakeling 55 stelt eveneens de correctiematrixcoëfficiënten in, zodatde drie primaire weergeefkleursoorten overeenstemmen met de drieprimaire transmissiekleursoorten van het HDTV-stelsel.

Een schakelketen 56 wordt gestuurd door een stuursignaal vanafaansluitklem 58. Schakeling 56 selecteert hetzij de R-, G- en B-signalenvanaf lineaire matrixschakeling 54, hetzij de R-, G- en B-signalenvanaf lineaire matrixschakeling 55 en geeft ze af aan een videosignaal-verwerkingsschakeling 57. Het aan aansluitklem 58 toegevoerde stuursignaalgeeft aan of het ontvangen signaal een NTSC- of HDTV-opmaaksignaal is.Wanneer een NTSC-opmaaksignaal wordt ontvangen, selecteert schakelketen56 lineaire matrixschakeling 54 en wanneer een HDTV-opmaaksignaal wordt ontvangen, selecteert schakelketen 56 lineaire matrixschakeling 55.

Videosignaalverwerkingsschakeling 57 voert contrastinstelling,helderheidsinstelling en beeldkwaliteitscorrectie uit en geeft verwerktesignalen af aan gammacorrectieschakeling 59. Transmissiegamma wordtoorspronkelijk toegevoegd aan het televisiesignaal aan de transmissiezijdedoor rekening te houden met de spanning/helderheidskarakteristieken van deCRT. Daardoor voert gammacorrectieschakeling 59 gammacorrectie uit, dierekening houdt met de omgekeerde correctie van transmissiegamma en de. doorlaatbaarheidskarakteristieken van vloeibaar kristalpanelen 36, 38en 40.

De gamma-optellingsschakelingen van Lineaire matrixschakelingen54 en 55 van de onderhavige uitvoeringsvorm zijn ontworpen om eentransmissiegamma op te tellen, die de specificatiewaarde van een vande uitzendstelsels is. De transmissiegamma die overeenkomt met deHDTV-specificatie en -opmaak wordt in de onderhavige uitvoeringsvormonafhankelijk van de opmaak van het ontvangen signaal opgeteld. Door ditproces kunnen schommelingen in de gradatieweergave aan de zwarte zijdeten gevolge van het stelsel worden voorkomen.

Gammacorrectieschakeling 59 kan worden weggelaten door hetcorrigeren van de doorlaatbaarheidskarakteristieken van de vloeibaarkristalpanelen onder gebruikmaking van de gamma-optellingsschakelingenin lineaire matrixschakelingen 54 en 55. Daarenboven kunnen de gamma-optellingsschakelingen achterwege worden gelaten door optelling vantransmissiegamma onder gebruikmaking van gammacorrectieschakeling 59 voorhet corrigeren van de doorlaatbaarheidskarakteristieken van de vLoeibaarkristalpanelen.

Het uitgangssignaal vanaf gammacorrectieschakeling 59 wordttoegevoerd aan aanstuurinstelschakeling 60. Het uitgangssignaal vanafaanstuurinstelschakeling 60 wordt toegevoerd aan afsnij-instelschakeling61. Schakelingen 60 en 61 voeren witbalansinstelling van de zwarte enwitte zijden van het weergegeven beeld uit. Aanstuurinstelschakeling 60is ontworpen om de witte weergeefkleurtemperatuur in overeenstemming methet vanaf aansluitklem 58 ontvangen stuursignaal te wijzigen. Aanstuur¬instelschakeling 60 wijzigt bijvoorbeeld de verhoudingen tussen de R-, G-en B-signalen door het fixeren van de versterking van het G-signaaL en hetverstellen van de versterkingen van de B- en R-signalen. Door dit proces stuurt aanstuurinstelschakeling 60 de witte weergeefkleurtemperatuur.

In deze uitvoeringsvorm stelt aanstuurinstelschakeling 60de witte kleurtemperatuur in op C-licht (6 774 K) wanneer door hetstuursignaal wordt aangegeven dat een NTSC-uitzending wordt ontvangen.Aanstuurinstelschakeling 60 stelt de witte kleurtemperatuur in opV1 icht (6 504 K), wanneer wordt aangegeven dat een HDTV-uitzendingwordt ontvangen.

Het uitgangssignaal vanaf afsnij-instelschakeling 61 wordttoegevoerd aan polariteitsomkeringsschakeling 62. Schakeling 62 zet deR-, G- en B-signalen om in afwisselende signalen, teneinde de vloeibaarkristalpanelen aan te sturen. De uitgangssignalen vanaf polariteits-omkeerschakeling 62 worden via bufferschakeling 63 aan aansluitklem 43, 44 en 45 toegevoerd en dan aan de vloeibaar kristalpanelen 40, 38 en36, die in figuur 7 zijn getoond, als de R-, G- en B-signalen voor hetrespectievelijk moduleren van de gekleurde bundels.

Figuur 13 is een blokschema dat de schakelingsinrichting Laatzien, die het stuursignaal opwekt, dat wordt toegevoerd aan aansluitklem58 in figuur 12. Aangezien de breedte/lengteverhouding van de weergeef-inrichting in een HDTV-stelsel 16:9 is, kan het totale HDTV-beeld nietzonder vervorming op het volledige schermgebied van een NTSC-stelsel-weergeefeenheid worden weergegeven, ten gevolge van de veel kleinerelengte/breedteverhouding van 3:4 ervan. Om deze reden wordt in dezesituatie vaak een brievenbusweergeefinrichting aangenomen, die debovenkant en onderkant van het scherm niet-grafisch of onbruikbaarvoor de weergave van beeldinformatie maakt.

Zo een brievenbusweergeefinrichting is in figuur 14geïllustreerd. Het beeld van het HDTV-stelsel wordt in een middenstesectie 64a van scherm 64 weergegeven. De niet-grafische sectie 64bwordt bewaakt, teneinde te detecteren of een ontvangen televisiesignaaleen NTSC-opmaak of een HDTV-opmaak heeft. Het beeldsignaal op ingangsklem65 wordt toegevoerd aan niet-grafische sectiebewakingsschakeling 66.

Een microcomputereenheid 67 voert een zoeksignaal toe aan bewakings-schakeling 66 gedurende een specifieke aftastregelperiode voor en naelke verticale onderdrukkingsperiode. Bewakingsschakeling 66 bewaaktof er een beeldsignaal is gedurende de tijd van het zoeksignaal. Alseen resultaat geeft microcomputereenheid 67 een stuursignaal af aan aansluitklem 58, dat een NTSOstelsel aangeeft, wanneer een beeldsignaalaanwezig is gedurende de tijd van het zoeksignaal, en een HDTV-stelselaangeeft, wanneer geen beeldsignaal aanwezig is gedurende de tijd vanhet zoeksignaal.

De werking van de2e uitvoeringsvorm zal nu worden toegelicht.

De kleursoortenbereiken van de kleurbundels die invallen op vloeibaarkristalpanelen 36, 38 en 40 in figuur 7 zijn die, welke door de dikke lijnin figuur 11 zijn getoond, door het geschikt instellen van de karakteris¬tieken van uitte lamp 31 en dichroïtische spiegels 34 en 37. Aldus kaniedere kleur van de transmissiespeeificatie van de NTSO en HDTV-stelselsgetrouw worden gereproduceerd. De R-, G- en B-signalen worden respectieve¬lijk toegevoerd aan vloeibaar kristalpanelen 40, 38 en 36. Door het sturenvan de op deze signalen gebaseerde hoeveelheid invallende bundeltrans-missie worden vanaf de vloeibaar kristalpanelen R-, G- en B-beeldbundelsuitgezonden.

In het geval, waarin een NTSOtelevisiesignaal wordt ontevangen,selecteert schakelketen 56 in figuur 12 het uitgangssignaal van lineairematrixschakeling 54. Lineaire matrixschakeling 54 corrigeert de oor¬spronkelijke R-, G- en B-signalen door de correctiematrixcoefficiëntenin overeenstemming met het NTSOstelsel te gebruiken. Daarenboven steltaanstuurinstelschakeling 60 de uitte weergeefkleurtemperatuur in opC-licht. Door dit proces te gebruiken, worden de R-, G- en B-signalengecorrigeerd voor kleurreproduktiefouten en worden ze toegevoerd aanvloeibaar kristalpanelen 40, 38 en 36.

Wanneer een HDTV-televisiesignaal wordt ontvangen, selecteertschakelketen 56 het uitgangssignaal van een Lineaire matrixschakeling 55.De R-, G- en B-signalen worden gecorrigeerd door de correctiematrix-coëfficiënten in overeenstemming met het HDTV-stelsel te gebruiken enworden toegevoerd aan videosignaalverwerkingsschakeling 57. Aanstuur-instelschakeling 60 stelt eveneens de witte weergeefkleurtemperatuurin op D65~licht. Als een resultaat worden, wanneer een beeldsignaalvan hetzij een NTSC-, hetzij een HDTV-stelsel wordt ontvangen, kleur¬reproduktiefouten nauwkeurig gecorrigeerd door het corrigeren van deprimaire weergeefkleursoorten zoals zijn getoond door de pijl in figuur 11en eveneens door het veranderen van de witte weergeefkleurtemperatuur.Bovendien kan, en zoals hierboven is beschreven, aangezien de kleur- soortenbereiken van de op vloeibaar kristalpanelen 36, 38 en 40 invallendekleurbundels breder zijn dan die van beide stelselspecificaties, dekleur van de zendzijde van het signaal correct worden gereproduceerd.Daarenboven tellen de garmna-optelLingsschakeLingen van lineaire matrix-schakelingen 54 en 55 transmissiegamma voor het geschikte stelsel op.Daardoor kan ongeacht het gebruikte transmissiestelsel dezelfde gradatie-weergave worden verkregen en kan de onnatuurlijkheid van de zwarte zijdegradatieweergave worden verbeterd.

In overeenstemming met deze uitvoeringsvorm wordt een projectie-type televisiestelsel gebruikt en zijn de reproduktiekleursoortenbereikenervan veel breder gemaakt dan die van de transmissiespecificatie en-opmaak van hetzij een NTSC-, hetzij een HDTV-stelsel door het geschiktinstellen van het optische stelsel ervan. Kleurreproduktiefouten wordengecorrigeerd door de geschikte correctiematrixcoëfficiënten en witteweergeefkleurtemperatuur in overeenstemming met het door het ontvangentelevisie¬signaal gebruikte stelsel te gebruiken. Als een resultaat kunnen degezonden kleuren correct op de weergeefinrichting van de ontvanger wordengereproduceerd.

In het geval van het omzetten van een HDTV-, SNIPTE-, PAL-of SECAM-uitzendsignaal in een NTSC-signaal en het weergeven van hetomgezette signaal op een NTSC-ontvanger kan goede kleurreproduktie wordenverkregen door het op dezelfde manier als hierboven is beschrevencorrigeren van de kleurreproduktiefouten. Met andere woorden kunnenzelfs met een standaard NTSC-televisie-ontvanger kleurreproduktiefoutenten gevolge van verschillen in de primaire kleursoorten van het oor¬spronkelijke signaal worden gecorrigeerd. Daarenboven kan de onderhavigeuitvinding verschillen in de gammakrommen van het gezonden signaalcorrigeren. Aldus kan onnatuurlijkheid van de zwarte zijde gradatie¬weergave worden opgelost.

Figuur 15 is een blokschema dat een lineaire matrixschakelingLaat zien, die voor een andere uitvoeringsvorm van deze uitvinding wordtgebruikt. In deze lineaire matrixschakeling zijn de gamma-opheffings-en gamma-optelLingsschakelingen gemeenschappelijk voor NTSC- enHDTV-stelsels. Deze uitvoeringsvorm verschilt van de in figuur 12geïllustreerde uitvoeringsvorm met betrekking tot Lineaire matrix- schakeling 71 die in de plaats van lineaire matrixschakelingen 54en 55 en schakelketen 56 worden gebruikt. De oorspronkelijke G-, B-en R-signalen, die via ingangsklemmen 51, 52 en 53 worden toegevoerd,worden aan respectieve gamma-opheffingsschakelingen 72, 73 en 74toegevoerd. Gamma-opheffingsschakelingen 72, 73 en 74 heffen de zend-gamma op en voeren de uitgangssignalen toe aan coëfficiëntschakelingen8 tot en met 16 en 78 tot en met 86 van matrixschakeling 75. Coëfficiënt-schakelingen 8 tot en met 16 vermenigvuldigen de toegevoerde R-, G- enB-signalen met correctiematrixcoëfficiënten die overeenkomen met hetNTSC-stelsel. Coëfficiëntschakelingen 78 tot en met 86 vermenigvuldigende toegevoerde R-, G- en B-signalen met correctiematrixcoëfficiëntendie overeenkomen met het HDTV-stelsel. Het stuursignaal, dat de identiteitvan het ontvangen uitzendstelsel aangeeft, wordt toegevoerd aan schakel¬keten 87 vanaf aansluitklem 58. Gedurende een NTSC-uitzending selecteertschakelketen 87 de uitgangssignalen van coëfficiëntschakelingen 8 tot enmet 16 en voert zij deze signalen toe aan optellers 17 tot en met 19.

Gedurende een HDTV-uitzending selecteert schakelketen 87 deuitgangssignalen van coëfficiëntschakelingen 78 tot en met 86 en voertzij deze signalen toe aan optellers 17 tot en met 19. Optellers 17 toten met 19 tellen de drie toegevoerde signalen van elke kleur op enverschaffen de signalen aan respectieve gamma-optellingsschakelingen 88, 89 en 90. Gamma-optellingsschakelingen 88, 89 en 90 tellen zendgamma opbij de respectieve kleursignalen.

In deze uitvoeringsvorm wordt correctie van het oorspronkelijkesignaal geschakeld in overeenstemming met het bepaalde uitzendstelselCNTSC of HDTV) en wel op dezelfde wijze als hierboven is beschreven metbetrekking tot de eerste uitvoeringsvorm van deze uitvinding. Ook kanin deze uitvoeringsvorm de grootte van de schakelingsinrichting wordengereduceerd door de gamma-opheffings- en gamma-optellingsschakelingengemeenschappelijk voor zowel het NTSC- als HDTV-stelsel te maken.

In de hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn de lineairematrixschakelingen gepositioneerd aan de begintrap in de aanstuur-schakeling, zoals in figuur 12 is getoond. Deze schakelingen kunnen echterook bij een latere trap zijn gepositioneerd. Merkt op dat de primaireweergeefkleursoorten zijn ingesteld door de witte lamp en het optischestelsel, zodat ze de primaire zendkleursoorten van verscheidene stelsels, zoals NTSC en HDTV omvatten. De kleursoortenbereiken van een NTSC-stelsel onderscheiden zich echter duidelijk van die van andere stelsels, maar omvatten de andere stelsels, zoals in figuren 4 en 5 is getoond. Merkt echter op dat de kleursoort van blauw weinig invloed heeft op visuele effecten in vergelijking met andere kleuren, aangezien de verschillen tussen de kleursoort van blauw in de NTSC- en HDTV-stelsels niet groot is. ALdus kan, zelfs wanneer de primaire weergeefkleursoorten zijn ingesteld op NTSC-waarden in deze uitvoeringsvorm, nagenoeg hetzelfde » visuele effect worden bereikt als in de voorafgaand besproken uitvoerings¬vormen. In dit geval kan de Lineaire matrixschakeling voor het NTSC-stelsel achterwege worden gelaten, waarbij aldus de grootte en kostenvan de schakelingsinrichting worden gereduceerd.

Zoals hierboven is beschreven, voorziet de onderhavigeuitvinding in een weergeefapparaat, waarin de gezonden kleuren getrouwkunnen worden gereproduceerd, zelfs wanneer televisiesignalen vanafverscheidene stelsels met verschillende transmissiespecificaties en-opmaken worden ontvangen. De onderhavige uitvinding omvat eveneenseen weergeefinrichting die kan voorzien in natuurlijke gradatieweergavevoor de verscheidene transmissiestelsels.

Hoewel de onderhavige uitvinding is geïllustreerd en gedetail¬leerd beschreven in de tekening en voorgaande beschrijving, zal het wordeningezien dat veranderingen en modificaties kunnen en zullen optreden aanvaklui op dit gebied van de techniek. Het is dan ook de bedoeling dat deaangehechte conclusies al dergelijke veranderingen en modificaties beslaandie vallen binnen de ware geest en strekking van de uitvinding.

Claims (12)

1. Televisie-ontvangstapparaat voor het ontvangen en weergeven vanin een aantal opmaken verdeelde televisiesignalen, waarbij het televisie-apparaat een ingangsinrichting voor het ontvangen van het televisiesignaalomvat, een met de ingangsinrichting gekoppelde kleurfoutencorrectie-inrichting voor het corrigeren van bij het ontvangen televisiesignaalbehorende kleurreproduktiefouten en het verschaffen van een gecorrigeerdtelevisiesignaal, een met de kleurfoutencorrectie-inrichting gekoppeldeweergeefinrichting voor het ontvangen van het gecorrigeerde televisie¬signaal en het weergeven van een televisiebeeld in overeenstemming methet gecorrigeerde televisiesignaal, waarbij de weergeefinrichting eenreproduktiekleursoortenbereik heeft, dat voldoende breed is om in essentiehet gehele transmissiekleursoortenbereik in het ontvangen televisiesignaalte omvatten, en een met de kleurfoutencorrectie-inrichting gekoppeldestuurinrichting voor het sturen van het bedrijf van de kleurfouten-correctie-inrichting'in overeenstemming met de opmaak van het ontvangentelevisiesignaal.

2. Televisie-ontvangstapparaat volgens conclusie 1, verderomvattende een witte kleurinstelinrichting voor het instellen van eenwitte weergeefkleurtemperatuur in het gecorrigeerde televisiesignaalin overeenstemming met de opmaak van het ontvangen televisiesignaal.

3. Televisie-ontvangstapparaat volgens conclusie 1, waarbij deweergeefinrichting een projectietype beeldscherm is en is voorzien van eenlamp voor het uitzenden van wit licht, een aantal optische componentenvoor het extraheren van een aantal gekleurde lichtbundels uit het wittelicht, een aantal vloeibaar kristalpanelen voor het moduleren van degekleurde lichtbundels in overeenstemming met het gecorrigeerde televisie¬signaal, teneinde beeldlichtbundels voort te brengen voor het weergevenvan het televisiebeeld, en waarbij het reproduktiekleursoortenbereik wordtbereikt door het variëren van karakteristieken van de lamp en de optischecomponenten.

4. Televisie-ontvangstapparaat volgens conclusie 1, waarbij dekleurfoutencorrectie-inrichting is voorzien van een eerste Lineairematrixschakeling die een aantal coëfficiënten heeft, dat is geselecteerdvoor een eerste opmaak van het aantal opmaken voor het corrigeren van de kleurreproduktiefouten die zijn veroorzaakt door een verschil tussen hetreproduktiekleursoortenbereik en het transmissiekleursoortenbereik van deeerste opmaak.

5. Televisie-ontvangstapparaat volgens conclusie 4, waarbij dekleurfoutencorrectie-inrichting is voorzien van een tweede lineairematrixschakeling die een aantal coëffificiënten heeft, dat is geselecteerdvoor een tweede opmaak van het aantal opmaken voor het corrigeren van dekleurreproduktiefouten die zijn veroorzaakt door een verschil tussen hetreproduktiekleursoortenbereik en het transmissiekleursoortenbereik van detweede opmaak, waarbij de eerste en tweede lineaire matrixschakelingendoor de stuurinrichting worden gestuurd.

6. Televisie-ontvangstapparaat volgens conclusie 1, verderomvattende een gamma-opheffingsinrichting voor het opheffen vantransmissiegammacorrectie uit het ontvangen televisiesignaal voorafgaandaan correctie door de kleurfoutencorrectie-inrichting, en een gamma-optellingsinrichting voor het optellen van een van tevoren bepaaldegammacorrectie die onafhankelijk is van de opmaak van het ontvangentelevisiesignaal bij het televisiesignaal na correctie door kleurfouten-correctie-inrichting.

7. Televisie-ontvangstapparaat voor het reproduceren van een dooreen televisiesignaal in een van een aantal stelsels met verschillendetransmissiespecificaties overgedragen gekleurd beeld, waarbij het apparaateen ingangsinrichting voor het ontvangen van een televisiesignaal omvat,een met de ingangsinrichting gekoppelde detectie-inrichting voor hetontvangen van het televisiesignaal en het detecteren welk stelsel van hetaantal stelsels voor het televisiesignaal wordt gebruikt en het opwekkenvan een stuursignaal dat het stelsel van het televisiesignaal aangeeft,een kleurfoutencorrectie-inrichting voor het corrigeren van kleur¬reproduktiefouten die behoren bij het ontvangen televisiesignaal inovereenstemming met het stuursignaal en het verschaffen van een ge¬corrigeerd televisiesignaal, een witte kleurinstelinrichting voor hetinstellen van een witte weergeefkleurtemperatuur in overeenstemming met het stuursignaal en het stelsel van het televisiesignaal, en eenweergeefinrichting die een breder reproduktiekleursoortenbereik heeft dande transmissiekleursoortenberejken van elk van de stelsels van het aantalstelsels, waarbij de weergeefinrichting een televisiebeeld weergeeft in overeenstemming met het gecorrigeerde televisiesignaal en de witteweergeefkleurtemperatuur.

8. Televisie-ontvangstapparaat volgens conclusie 7, verderomvattende een gamma-opheffingsinrichting voor het opheffen vantransmissiegammacorrectie uit het ontvangen televisiesignaal, eenmatrixinrichting die een aantal coëfficiënten heeft voor het vermenig¬vuldigen van het ontvangen televisiesignaal met de coëfficiënten, en eengamma-optellingsinrichting voor het optellen van een van tevoren bepaaldegammacorrectie die onafhankelijk van het stelsel van het televisiesignaalis bij het gecorrigeerde televisiesignaal.

9. Televisie-ontvangstapparaat volgens conclusie 7, waarbij deweergeefinrichting van een projectietype is en is voorzien van een aantaloptische componenten en een aantal vloeibaar kristalpanelen, waarbij deoptische componenten een rode kleurbundel, een groene kleurbundel en eenblauwe kleurbundel opwekken, waarbij de rode, groene en blauwe bundelsdoor de vloeibaar kristalpanelen worden gemoduleerd in overeenstemming methet gecorrigeerde televisiesignaal.

10. Werkwijze voor het reproduceren van een door een televisie¬signaal in een van een aantal stelsels met verschillende transmissie-specificaties overgedragen kleurenbeeld, waarbij de werkwijze de stappenomvat van het ontvangen van het televisiesignaal en het verschaffen vaneen ontvangen televisiesignaal, het detecteren welk stelsel van het aantalstelsels voor het televisiesignaal wordt gebruikt en het opwekken van een stuursignaal dat het stelsel van het televisiesignaal aangeeft, hetcorrigeren van kleurreproduktiefouten die behoren bij het ontvangentelevisiesignaal in overeenstemming met een stuursignaal en het ver¬schaffen van een gecorrigeerd televisiesignaal, en het aansturen vaneen weergeefinrichting die een reproduktiekleursoortenbereik heeft, datvoldoende breed is om de transmissiekleursoortenbereiken van het aantalstelsels te omvatten in overeenstemming met het gecorrigeerde televisie¬signaal en het weergeven van het gekleurde beeld.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de werkwijze verder destap omvat van het instellen van een witte weergeefkleurtemperatuur in hetgecorrigeerde televisiesignaal in overeenstemming met een stuursignaal enhet stelsel van het televisiesignaal.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de werkwijze verder de stappen omvat van het opheffen van transmissiegammacorrectie uithet ontvangen televisiesignaal voorafgaand aan het uitvoeren van decorrectiestap, en het optellen van een van tevoren bepaalde gammacorrectiedie onafhankelijk van het stelsel van het televisiesignaal is bij hetgecorrigeerde televisiesignaal na het uitvoeren van de correctiestap.