NL9301187A - Zwenkploeg met hellingsinstelling voor het ploegraam. - Google Patents

Zwenkploeg met hellingsinstelling voor het ploegraam. Download PDF

Info

Publication number
NL9301187A
NL9301187A NL9301187A NL9301187A NL9301187A NL 9301187 A NL9301187 A NL 9301187A NL 9301187 A NL9301187 A NL 9301187A NL 9301187 A NL9301187 A NL 9301187A NL 9301187 A NL9301187 A NL 9301187A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
plow
window
swivel
support
Prior art date
Application number
NL9301187A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lemken Kg
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lemken Kg filed Critical Lemken Kg
Publication of NL9301187A publication Critical patent/NL9301187A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B3/00Ploughs with fixed plough-shares
    • A01B3/36Ploughs mounted on tractors
    • A01B3/40Alternating ploughs

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

Zwenkploeg met hellingsinstelling voor het ploegraam
De uitvinding heeft betrekking op een zwenkploeg met koppelpunten voor de benedenstuurstangen van een trekker, met het een deel van het ploegvoorframe vormende draagraam en het de links- en rechtskerende lichamen bezittende ploegraam, dat met het draagraam en derhalve met het ploegvoorframe in de respectievelijke werkstand verzwenkbaar is verbonden.
Dergelijke zwenkploegen, die soms ook als keerploegen worden aangeduid, onderscheiden zich van de heden ten dage het meest veelvuldig toegepaste draaiploegen hierdoor, dat op het ploegraam slechts aan één zijde ploegscharen zijn aangebracht en dat het ploegraam om een verticale as telkens in de links- respectievelijke rechtskerende werkstand kan worden gebracht. Hierbij is het vereist, dat de ploeg in totaliteit achter de schuin geplaatste respectievelijk schuin in de vore rijdende trekker recht is ingesteld. Hiertoe zijn hellingsveranderingsinrichtingen en voor-instelinrichtingen bekend, die in het geheel relatief gecompliceerd zijn. Het US-A-5.000.267 toont een dergelijke zwenkploeg, waarvan de vooraf ingestelde helling via een hydraulische cilinder wordt ingesteld voor link- en rechtskerend werken. Deze hydraulische cilinder is hydraulisch verbonden met de zwenkcilinder. Ook de uit het EP-A-469.871 bekende oplossing bezit een zeer gecompliceerde opbouw en is tengevolge van ongunstig aangrijpende krachten aan een hoge slijtage onderhevig. De zwenkploeg bezit een ploeg-doorn, waarbij de onderste koppelpunten voor de aansluiting op de benedenstuurstangen van de trekker wat betreft hun hoogte hydraulisch kunnen worden verschoven, teneinde de helling voor de linksen rechtsdraaiende ploegwerking te kunnen veranderen respectievelijk te kunnen aanpassen. Aangezien hierbij het achterste uiteinde van het ploegraam in hoogte wordt verplaatst, moet bijvoorbeeld met de bovenstuurstang worden gecompenseerd, zodat een precieze instelling nauwelijks mogelijk is. Deze is echter gewenst, om de eigenlijke zwenkploeg achter de schuin in de vore bewegende trekker volgens de helling van het te ploegen veld te geleiden.
Derhalve beoogt de uitvinding een eenvoudige hellingsinstelling voor zwenkploegen te verschaffen, die een betrouwbare werking bezit en geen lengte-aanpassing van de bovenstuurstang vereist.
Overeenkomstig de uitvinding wordt deze doelstelling hierdoor bereikt, dat het ploegraam bovendien beperkt zwenkbaar om zijn raamlangsas op het draagraam is aangebracht.
Bij een aldus uitgevoerde zwenkploeg plaatst het ploegraam zich met de op een afstand van elkaar aangebrachte links- en rechtskerende lichamen automatisch in de juiste stand respectievelijk helling, wanneer de in de vore rijdende trekker start en op de lichamen een druk wordt uitgeoefend. Hierbij wordt door de begrenzing van de verzwenkbaarheid van het draagraam gegarandeerd, dat het ploegraam precies in de juiste positie blijft, zonder door weerstanden of dergelijke in een te ver verzwenkte positie te kunnen worden gebracht. Verrassend is het, dat dit volledig automatisch geschiedt. Het ploegraam stelt zich quasi automatisch in in de juiste helling en strekt zich hierdoor precies zodanig uit, dat hij achter de schuin bewegende trekker bij benadering horizontaal recht kan ploegen. Een precieze ingrijping van de ploegscharen respectievelijk lichamen in de te keren bodem wordt telkens gegarandeerd .
Volgens een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding is ervoor gezorgd, dat het ploegraam beperkt verzwenkbaar om een horizontaal of bij benadering horizontaal lopende zwenkas met het draagraam is verbonden. Bij een dergelijke vormgeving wordt een betrouwbare plaatsing van het ploegraam op het draagraam gewaarborgd, waarbij het ploegraam telkens eenvoudig om de zwenkas kan worden verzwenkt respectievelijk tijdens aangrijping in de bodem automatisch wordt verzwenkt. In plaats van door de zwenkas is het volgens de uitvinding ook mogelijk, dat het ploegraam via een scharnier in de raamlangsas horizontaal of bij benadering horizontaal beperkt verzwenkbaar met het draagraam is verbonden. Ook bij dit scharnier wordt gewaarborgd, dat door de begrenzing van de zwenkweg een telkens precieze geleiding wordt gegarandeerd.
Teneinde een aanpassing van de hellingsinstelling telkens eenvoudig mogelijk te maken, stelt de uitvinding voor, dat het ploegraam of het draagraam over een instelvoorziening beschikt, waarmee zijn zwenkweg om de raamlangsas begrensbaar respectievelijk instelbaar is. Een dergelijke instelvoorziening kan overeenkomstig de uitvinding door twee tot het draagraam behorende instelspindels of door twee tot het draagraam behorende instelci-
Unders worden gerealiseerd, waarbij de het laatst genoemde uitvoeringsvorm het voordeel bezit, dat hierbij een bediening vanuit de trekker kan plaatsvinden, terwijl bij de instelspindels bij noodzakelijk wordende correcties de trekkerbestuurder natuurlijk de trekker moet verlaten. Hierbij bezit echter de uitvoeringsvorm met instelspindels het voordeel, dat deze eenvoudig, goedkoop en bovendien betrouwbaar te hanteren valt.
Een bijzonder doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding is die, waarbij het draagraam aan het vrije uiteinde een bij benadering U-vormige raamdrager bezit, die in de langsrichting van het ploegraam lopend aan beide uiteinden is uitgerust met het ploegraam omvattende raamgeleidingen en in het midden van het lijf de zwenkas en aan de flenzen telkens de instelspindels draagt. Het ploegraam is derhalve in de raamgeleidingen gelagerd en kan ten opzichte van de raamdrager om de zwenkas over de door de instelspindels bepaalde zwenkweg heen en weer worden gezwenkt respectievelijk kan dienovereenkomstig vrij bewegen, teneinde de juiste hellingsinstelling in te nemen. De raamgeleidingen zwenken hierbij samen met het ploegraam om het draagraam respectievelijk om de horizontaal respectievelijk bij benadering horizontaal lopende zwenkas.
Overeenkomstig een eenvoudige en doelmatige uitvoeringsvorm bestaan de raamgeleidingen uit een U-vormige basisbeugel en een losneembaar daarmee verbonden dwarsgrendel. Door het losschroeven van de dwarsgrendel kan het ploegraam uit de raamgelei-ding worden weggenomen respectievelijk omgekeerd dienovereenkomstig worden aangebracht en worden vastgemaakt. Montage en reparaties worden hierdoor vereenvoudigd.
In aanvulling op de hellingsinstelling verschaft de uitvinding in zoverre een voorvore-breedte-instelling, als het ploegraam in langsrichting verschuifbaar in de raamgeleidingen is gelagerd. Hierdoor kan de relatieve stand van de afzonderlijke lichamen ten opzichte van het ploegvoorframe worden veranderd en derhalve de voorvorebreedte. De de verschuifbaarheid in langsrichting regelende inrichting houdt hierbij tegelijkertijd het ploegraam in de raamgeleidingen, zodat het ploegraam tijdens het normale bedrijf niet uit deze geleidingen kan glijden. Op doelmatige wijze is deze langsverschuifbaarheidsinrichting een instelinrich-ting, via welke het ploegraam en de raamdrager met elkaar zijn verbonden. Hierbij is een dergelijke instelinrichting op doelmatige wijze als instelcilinder uitgevoerd, via welke het ploegraam in de langsrichting van de raamdrager verschuifbaar is. Gelagerd is het ploegraam, zoals eerder werd toegelicht, in de raamgeleidin-gen, die deze in zoverre niet vastklemmen, doch daaraan een geschikte verschuifbaarheid verlenen. Hierbij is de verschuifbaarheid in totaliteit begrensd door de instelcilinders respectievelijk de instelinrichting.
De uitvinding wordt in het bijzonder hierdoor gekenmerkt, dat een eenvoudige hellingsinstelling voor dergelijke zwenkploegen wordt verschaft, die een zeer goede werking bezit en betrouwbaar is en die generlei na-instellingen vereist. Wanneer de lichamen in de bodem grijpen stelt het ploegraam zichzelf telkens min of meer automatisch in de eindstand in, die wordt bepaald door een instelspindel. Juist bij lichte bochten, voor welke dergelijke zwenkploegen bijzonder goed geschikt zijn, wordt aldus een gelijkmatig instellen mogelijk en gewaarborgd, aangezien het ploegraam zich als het ware langzaam naar zijn eindpositie begeeft tijdens het door de bodem trekken van de lichamen. Zuiver theoretisch is denkbaar, om hierbij de instelspindels te voorzien van rubber blokken, via welke een licht aanslaan tijdens het bereiken van de eindpositie mogelijk wordt gemaakt.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een de voorkeur genietend uitvoeringsvoor-beeld is weergegeven.
Fig. 1 toont een zijaanzicht van een zwenkploeg met hellingsinstelinrichting, fig. 2 toont een frontaal vooraanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, en fig. 3 toont een bovenaanzicht van de zwenkploeg met de hellingsinstelinrichting.
Fig. 1 toont de zwenkploeg l volgens de uitvinding, die een ploegvoorframe 2 met koppelpunten 3 voor de benedenstuurstan-gen en een koppelpunt 4 voor de bovenstuurstang bezit en die is voorzien van een draagraam 5, dat aan zijn uiteinde een bij benadering verticale lagerbuis 6 bezit, die de as 7 opneemt en derhalve zwenkbaar met de raamdrager is verbonden. Het zwenkproces vanuit de ene naar de andere werkstand wordt met behulp van de zwenk-cilinder 8 bewerkstelligd.
Fig. 1 toont de zwenkploeg in een centrale stand, die als transportstand fungeert.
Op de raamdrager is het ploegraam 10 gelagerd, dat op lichaamsstangen 11 op afstand van elkaar aangebrachte lichamen 12, 13 draagt. Deze lichamen zijn zodanig uitgevoerd, dat ze zowel over de linker alsmede de rechterrand kunnen snijden.
De raamdrager 20 aan het vrije uiteinde 19 van het draagraam 5 bezit aan zijn uiteinden 21, 22 raamgeleidingen 23, 24. In deze raamgeleidingen 23, 24 licht het ploegraam 10 verschuifbaar gelagerd in de raamlangsas 14, waarbij de raamgeleidingen 23, 24 via de ongeveer in de raamlangsas 14 lopende zwenkas 15, die stoffelijk of imaginair kan zijn, zwenkbaar met de raamdrager 20 is verbonden.
Via een instelvoorziening 16, hier in de vorm van spindels 17, zie fig. 2, is de verzwenkbaarheid begrensbaar. Door middel van deze instelspindels 17 kan de helling van de ploeg aan de omstandigheden worden aangepast, zonder dat de horizontale stand van het ploegraam 10 ten opzichte van de hier niet getoonde bodem verandert.
Fig. 2 toont een doorsnede in het gebied achter de zwenklagering met de lagerhuis 6. Deze doorsnede maakt duidelijk, dat het ploegraam 10 wordt geleid via de hem omsluitende raamgeleidingen 23, 24 en via brugdelen tegen naar buiten geleiden is geborgd. Met andere woorden is een basisbeugel 30 met een dwars-grendel 31 toegepast, die via schroeven 32, 33 onderling zijn verbonden en aldus de raamgeleiding 23, 24 vormen.
De raamdrager 20 is U-vormig uitgevoerd en bezit het lijf 26 met de hier getoonde imaginaire of stoffelijke zwenkas 15 en de op de flenzen 27, 28 aangebrachte instelspindels 17.
Fig. 2 maakt op gunstige wijze duidelijk, hoe de raamgeleiding 23, 24 via de zwenkas 15 verzwenkbaar met de raamdrager 20 is verbonden. Via de reeds genoemde instelspindels 17 kunnen de betreffende aanslagen wat betreft hun stand zodanig worden veranderd, dat dienovereenkomstig de helling verandert, wanneer het zwenkgebied van het ploegraam 10 eenvoudig vergroot of gereduceerd wordt. Voor elke mogelijke werkrichting is een dergelijke instel-spindel 17 toegepast.
Fig. 3 toont een bovenaanzicht op de zwenkploeg 1 en maakt duidelijk, dat de zwenkas 15 voor de hellingsinstelling zich -4 in de raamlangsas 14 uitstrekt en hoe de raamdrager 20 door middel van de instelinrichting 35 verschuifbaar op het ploegraam 10 is aangebracht respectievelijk dat het ploegraam 10 via de instelinrichting 35 respectievelijk de instelcilinder 36 in de raamgelei-dingen 23, 24, kan worden verschoven. Hiertoe dient het vaste punt 37 op het ploegraam 10, waarop de instelcilinder 36 aangrijpt. Het 38 is het verbindingspunt aangeduid, waarop de instelcilinder 36 op de raamdrager 20 aangrijpt.
Bovendien verduidelijkt fig. 3 de plaatsing van de zwenkcilinders 8 die via oren met het draagraam 5 van het ploeg-voorframe 2 en via andere oren met de raamdrager 20 zijn verbonden. De raamdrager 20 zelf is via de zwenkas 15 verbonden met de raamgeleidingen 23, 24, welke het ploegraam 10 omsluiten en aldus geleiden.
Het ploegraam 10 kan worden voorzien van een verlenging 40, waartoe het aan het uiteinde is voorzien van een betreffende flens 39.
Alle genoemde kenmerken, ook die welke slechts blijken uit de tekeningen, worden afzonderlijk en in combinatie als wezenlijk gezien voor de uitvinding.

Claims (11)

1. Zwenkploeg met koppelpunten voor de benedenstuur-stangen van een trekker, met het een deel van het ploegvoorframe vormende draagraam en het de links- en rechtskerende lichamen bezittende ploegraam, dat met het draagraam en derhalve met het ploegvoorframe in de respectievelijke werkstand verzwenkbaar is verbonden, met het kenmerk, dat het ploegraam (10) bovendien beperkt zwenkbaar om zijn raamlangsas (14) op het draagraam (5) is aangebracht.
2. Zwenkploeg volgens conclusie l, met het kenmerk, dat het ploegraam (10) beperkt verzwenkbaar om een horizontaal of bij benadering horizontaal lopende zwenkas (15) met het draagraam is verbonden.
3. Zwenkploeg volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ploegraam (10) via een scharnier in de raamlangsas (14) horizontaal of bij benadering horizontaal beperkt verzwenkbaar met het draagraam (5) is verbonden.
4. Zwenkploeg volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ploegraam (10) of het draagraam (5) over een instelvoorziening (16) beschikt, waarmee zijn zwenkweg om de raamlangsas (14; begrensbaar respectievelijk instelbaar is.
5. Zwenkploeg volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de instelvoorziening (16) uit twee, tot het draagraam (5) behorende instelspindels (17) bestaat.
6. Zwenkploeg volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de instelvoorziening (16) uit twee, tot het draagraam (5) behorende instelcilinders bestaat, die vanuit de trekker bedienbaar zijn.
7. Zwenkploeg volgens conclusie 1 en conclusie 4, met het kenmerk, dat het draagraam (5) aan het vrije uiteinde (19) een bij benadering u-vormige raamdrager (20) bezit, die in de langs-richting van het ploegraam (10) lopend aan beide uiteinden (21, 22. is uitgerust met het ploegraam omvattende raamgeleidingen (23, 24) en in het midden van het lijf (26) de zwenkas (15) en aan de flenzen (27, 28) telkens de instelspindels (17) draagt.
8. Zwenkploeg volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de raamgeleidingen (23, 24) uit een U-vormige basisbeugel (30) en een losneembaar daarmee verbonden dwarsgrendel (31) bestaan.
9. Zwenkploeg volgens conclusie 1 en conclusie 7, met het kenmerk, dat het ploegraam (10) in langsrichting verschuifbaar in de raamgeleidingen (23, 24) is gelagerd.
10. Zwenkploeg volgens conclusie 7 en conclusie 9, met het kenmerk, dat het ploegraam (10) en de raamdrager (20) via een instelinrichting (35) met elkaar zijn verbonden.
11. Zwenkploeg volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het ploegraam (10) via een in de zwenkas (15) aangebrachte, als instelinrichting (35) dienende instelcilinder (36) in de langsrichting van de raamdrager (20) verschuifbaar is gelagerd.
NL9301187A 1992-07-08 1993-07-07 Zwenkploeg met hellingsinstelling voor het ploegraam. NL9301187A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE4222440 1992-07-08
DE19924222440 DE4222440A1 (de) 1992-07-08 1992-07-08 Schwenkpflug mit Neigungseinstellung für den Pflugrahmen

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9301187A true NL9301187A (nl) 1994-02-01

Family

ID=6462767

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9301187A NL9301187A (nl) 1992-07-08 1993-07-07 Zwenkploeg met hellingsinstelling voor het ploegraam.

Country Status (5)

Country Link
BE (1) BE1006619A5 (nl)
DE (1) DE4222440A1 (nl)
DK (1) DK81793A (nl)
FR (1) FR2693342B1 (nl)
NL (1) NL9301187A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108990432A (zh) * 2018-07-09 2018-12-14 安徽省雷氏农业科技有限公司 一种耕耙一体装置及其使用方法

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE837329C (de) * 1950-08-08 1952-04-21 Albert Krey Dipl Ing Tragdrehpflug mit seitlichem Zugpunkt
FR1474053A (fr) * 1966-01-27 1967-03-24 Internat Harvester France Perfectionnement aux charrues à disques réversibles
FR2390079A2 (fr) * 1973-09-25 1978-12-08 Brousmiche Roger Charrue reversible a corps unique

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108990432A (zh) * 2018-07-09 2018-12-14 安徽省雷氏农业科技有限公司 一种耕耙一体装置及其使用方法

Also Published As

Publication number Publication date
FR2693342A1 (fr) 1994-01-14
DK81793A (da) 1994-01-09
BE1006619A5 (fr) 1994-11-03
FR2693342B1 (fr) 1995-03-31
DE4222440A1 (de) 1994-01-13
DK81793D0 (da) 1993-07-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
SE437050B (sv) Till en lastmaskin applicerbart grevaggregat for mindre grevarbeten
US4320987A (en) Concrete vibrator machine
NZ204080A (en) Plow with adjustable plowstrip width and steerable support wheel
PL171647B1 (pl) Wyrównywarka tlucznia PL
NL9301187A (nl) Zwenkploeg met hellingsinstelling voor het ploegraam.
US2795060A (en) Land leveler
NL8402106A (nl) Ploeg.
US4869326A (en) Box scraper with plural blades
US6311355B1 (en) Sweeper
NL8002233A (nl) Aan een trekker te bevestigen inrichting voor het losmaken van grond.
NL192182C (nl) Ploeg met snijbreedteinstelling.
FR2551305A1 (fr) Charrue comportant un dispositif de reglage de la largeur de coupe pour l'ensemble des corps de charrue
US6059489A (en) Road finisher
NL193433C (nl) Grondbewerkingsmachine.
US3052998A (en) Land leveller
GB1594171A (en) Method of stabilizing the cutting level of mowing appliances in mowing and suspension means for performing the method
EP0804869B1 (de) Anhänge- oder Aufsattelpflug
NL8102623A (nl) Grondbewerkingsmachine.
US3305026A (en) Leveling apparatus for two-way plow
US5685378A (en) Multiple section reversible plough
US1732892A (en) Road grader
NL8500187A (nl) Grondbewerkingsmachine.
DE4243696C1 (de) Grabenfräse
NL8402323A (nl) Ploeg.
NL194025C (nl) Inrichting voor het verzamelen van hooi.

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed