NL192182C

NL192182C - Ploeg met snijbreedteinstelling.

Info

Publication number: NL192182C
Application number: NL8503072A
Authority: NL
Original assignee: Lemken Gmbh & Co Kg
Priority date: 1985-02-13
Filing date: 1985-11-08
Publication date: 1997-03-04
Also published as: GB2170684B; GB8601152D0; GB2170684A; DE3504865C2; FR2577104A1; FR2577104B1; NL8503072A; NL192182B; DE3504865A1

Description

1 192182

Ploeg met snljbreedte-insteiling

De uitvinding heeft betrekking op een ploeg, geschikt voor koppeling aan de normaal gebruikelijke driepuntshefinrichting van een trekker, welke ploeg is uitgemst met een inrichting voor het instellen van de 5 snijbreedte van de elk zwenkbaar om een verticale zwenkas op het ploegframe aangebrachte ploeg-lichamen, die eik door middel van een verbindingsstang via een verticale as zijn verbonden met een evenwijdig aan de lengterichting van het ploegframe verlopende stang, alsmede met een instelinrichting voor de voorste-voorbreedte en voor de trekker/ploeg-treklijn respectievelijk het trekpunt.

Een ploeg van dit type is bekend uit het Duitse ’’Offenlegungsschrift” 3.151.302. Met behulp van een 10 dergelijke ploeg is het mogelijk om en snijbreedte-instelling te verkrijgen in overeenstemming met het respectievelijke trekkersvermogen. Omdat het mogelijk is, dat de geaardheid van het te ploegen veld tijdens het ploegen, bijvoorbeeld door vochtigheid of door een andere samenstelling, verandert is het veelvuldig vereist om de snijbreedte ook tijdens het ploegen te corrigeren. Hiertoe zijn de afzonderlijke ploeglichamen, die zwenkbaar aan het ploegframe zijn gelegerd, via een stang met elkaar verbonden. De console van het 15 eerste ploeglichaam of de evenwijdige geleiding van de ploeglichamen veroorzakende stang is via een stuurstang met het ploegvoorgestel verbonden, waarbij de stuurstang samen met het ploegvoorgestel, het ploegframe aan de console respectievelijk de stang zodanig een aandrijving vomit, dat bij het verzwenken van het ploegframe tegelijkertijd een verdraaiing van alle ploeglichamen ten opzichte van het ploegvoorgestel optreedt.

20 Een nadeel van deze bekende ploeg is, dat bij de basisinstelling de afzonderlijke grootheden telkens apart moeten worden ingesteid en elkaar daarbij beïnvloeden. Zo moeten de voorste-voorbreedte en de trekpuntregulering telkens op elkaar worden afgestemd, hetgeen een meervoudig instellen en corrigeren vereist. In het bijzonder bij grote bedrijven met meerdere trekkers moet deze basisinstelling echter bij elke wissel van de trekker worden uitgevoerd, waarmee veel tijd is gemoeid. Bovendien valt niet te vermijden, 25 dat vanwege de bewerkelijke basisinstelling veelal ten koste van de ploegarbeid van een precieze instelling van de afzonderiijke waarden wordt afgezien.

De uitvinding beoogt een ploeg met een snijbreedte-instelling te verschaffen, waarbij een eenvoudige basisinstelling met een latere automatische aanpassing van de overige grootheden mogelijk is.

Dit wordt volgens de uitvinding hierdoor bereikt, dat de instelinrichting tevens de inrichting voor de 30 snijbreedte-instelling omvat en hiertoe is uitgevoerd als een in hoofdzaak evenwijdig aan een horizontaal vlak verlopende en naast het ploegframe opgestelde stangenvierzijde met twee zich in hoofdzaak in de rijrichting van de ploeg uitstrekkende stangen, die elk met hun in de rijrichting gerekend voorste uiteinde via een verticale zwenkas zijn gekoppeld met een zich in hoofdzaak loodrecht op de rijrichting uitstrekkende en met de twee onderste hefstangen van de driepuntshefinrichting verbonden stang en met hun achterste 35 uiteinde via een verticale zwenkas zijn gekoppeld met een om een verticale as zwenkbaar met het ploegframe en om een verticale as zwenkbaar met de, de ploeglichamen verbindende, stang verboden centrale stuurstang, welke zich in de rijrichting uitstrekkende stangen zodanig in de rijrichting convergeren dat hun momentele pool zich, in de aangekoppelde toestand van de ploeg, in het gebied van de poolbaan van de onderste hefstangen van de driepuntshefinrichting bevindt, waarbij de stangenvierzijde instelbaar 40 vergrendelbaar is via twee verdere, in lengte veranderbare, stelstangen, waarvan de ene stelstang zwenkbaar om verticale assen met het ploegframe en met de centrale stuurstang en waarvan de andere stelstang zwenkbaar om verticale assen met het ploegframe en met één van de stangen van de stangenvierzijde is verbonden.

Met een aldus uitgevoerde instelinrichting kan een eenvoudige basisinstelling worden bereikt, omdat 45 bijvoorbeeld tijdens het instellen van het trekpunt respectievelijk van de trekker/ploeg-treklijn de voorste-voorbreedte niet verandert, zodat een additionele instelling respectievelijk additionele regulering niet noodzakelijk is. Door de vormgeving van de instelinrichting en de integratie met de inrichting voor de snijbreedte-instelling wordt een automatische aanpassing van de overige grootheden tijdens de verandering van de snijbreedte ook gedurende het gebruik gegarandeerd. De hantering is eenvoudig en veilig en 50 daardoor optimaal geschikt voor het gebruik.

Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de ploeg volgens de uitvinding geldt, dat de afstand tussen het draaipunt van de centrale stuurstang op het ploegframe en het scharnierpunt van de centrale stuurstang met de, de ploeglichamen verbindende, stang groter is dan de afstand tussen het draaipunt van een ploeglichaam op het ploegframe en het daarbij behorende scharnierpunt van de verbindingsstang van dit 55 ploeglichaam met de stang. Door deze maatregel kan rekening worden gehouden met het verschijnsel, dat tijdens het instellen van de ploeg het eerste ploeglichaam bij de instelling van de snijbreedte verder wordt verplaatst dan de andere ploeglichamen, die achter het verzwenkmechanisme zijn aangebracht. Ten 192182 2 gevolge van de genoemde verhouding tussen de aangeduide afstanden wordt gegarandeerd, dat het eerste ploeglichaam zich op gelijke wijze instelt als de daaropvolgende ploeglichamen.

Verdere details en voordelen van het voorwerp van de uitvinding blijken uit de hierna volgende beschrijving 5 van de tekening waarin een voorkeursuitvoeringsvorm met de daartoe noodzakelijke details en detaildelen is weergegeven.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een ploeg met een gecombineerde instelinrichting; figuur 2 toont een schematische schets met twee verschillende snijbreedte-instellingen, en figuur 3 toont een ploegframe met ploeglichamen en voorwerktuigen.

10

De in figuur 1 weergegeven ploeg 1 is zoals gebruikelijk in het gebied van het ploegvoorgestel 3 met de beide onderhefstangen 2 en met de niet-weergegeven bovenste stang, dat wil zeggen met het driepunts-stangenstelsel van de trekker veibonden. Het ploegframe 4 bezit zelf over de lengte verdeeld aangebrachte ploeglichamen 5, 6, die via een evenwijdig aan het ploegframe 4 verlopende stang 7 zodanig zijn verbon-15 den, dat ze gelijktijdig om hun draaipunten 29 met het ploegframe 4 verzwenken, wanneer de stang 7 wordt verschoven.

Het steunwiel 8 is via zijn console 9 ook met het ploegframe 4 enerzijds en de stang 7 anderzijds verbonden. Op deze wijze vindt tijdens de verandering van de snijbreedte gelijktijdig ook een correctie van de instelling van het steunwiel 8 plaats.

20 Voor de instelling van de voor-vorebreedte en de trekker/ploeg-treklijn respectievelijk het trekpunt dient de instelinrichting 10. Deze is gecombineerd met de inrichting 11 voor het instellen van de snijbreedte.

De instelinrichting 10 bestaat uit de stang 13, de stang 14, de stang 15 en de centrale stuurstang 16. Deze stangenvierzijde is via een verlengstuk 17 van de centrale stuurstang 16 zwenkbaar met het ploegframe 4 verbonden. Gelijktijdig is de centrale stuurstang 16 via de stelstang 20, die de inrichting 11 25 voor de instelling van de snijbreedte weergeeft, met het ploegframe 4 verbonden, terwijl de stang 14 via de stelstang 19 met het ploegframe 4 verbonden. Deze stelstang 19 dient voor het instellen van de trekker/ ploeg-treklijn en is evenzeer als de stang 15 in het weergegeven voorbeeld als schroefspanner uitgevoerd. De stelstang 20 bestaat uit een hydraulische cilinder.

De centrale stuurstang 16 respectievelijk het verlengstuk 17 is gekoppeld met de console 18, die 30 zijdelings voorbij het ploegframe 4 uitsteekt. Hierdoor wordt een vergroting van de afstand tussen het centrale stuurstangdraaipunt 27 en het scharnierpunt 28 met de stang 7 bereikt, zodat deze afstand groter is dan de afstand tussen het ploeglichaamsdraaipunt 29 op het ploegframe 4 en het scharnierpunt 30 op de stang 7.

De centrale stuurstang 16 is boemerangvormig uitgevoerd, waarbij de uitstaande bochten 21, 22 de 35 aangrijpingspunten 23, 24 voor de stelstang 20 en de stang 14 vormen.

Bij het uiteinde van het in figuur 3 weergegeven ploegframe 4 is een ploeglichaam 6' weergegeven, aan het zwenkbare gedeelte waarvan voorwerktuigen 31 in de vorm van een schijfkouter 32 respectievelijk een als mestinlegger uitgevoerd ploegkouter 33 zijn aangebracht. Het schijfkouter 32 is door middel van een tweedelige arm 34 verbonden met een zwenkbare verbindingsstang, die het ploeglichaam 6' met de stang 7 40 verbindt. Daardoor wordt gegarandeerd, dat ook deze voorwerktuigen 31 tijdens het bedienen van de inrichting 11 voor het instellen van de snijbreedte samen met de respectievelijke ploeglichamen 5, 6 naar de nieuwe ingestelde stand bewegen.

De werking van de gecombineerde instelinrichtingen 10,11 is in figuur 2 verduidelijkt. Hier is het driepuntsstangenstelsel 36 in een oorspronkelijke stand in doorgetrokken lijnen en in een verzwenkte stand 45 in stippellijnen weergegeven. Dit verzwenken wordt bereikt, doordat de stelstang 20 door een geschikt verkorten in de stand 20' wordt gebracht. Daardoor verzwenkt de stangenvierzijde 10, die bestaat uit de stang 13, de stang 14, de stang 15 en de centrale stuurstang 16, naar de gestippelde stand. Gelijktijdig wordt ook het ploegframe 4 onder vergroting van de snijbreedte van de afzonderlijke ploeglichamen 5, 5' naar de gestippelde stand verzwenkt. Met de veranderde, dat wil in dit geval zeggen vergrote snijbreedte, 50 kan vervolgens zonder verdere veranderingen worden gewerkt, omdat de trekker/ploeg-treklijn en de voor-vorebreedte gelijktijdig overeenkomstig veranderen.

Claims

3 192182

1. Ploeg, geschikt voor koppeling aan de normaal gebruikelijke driepuntshefinrichting van een trekker, welke ploeg is uitgerust met een inrichting voor het instellen van de snijbreedte van de elk zwenkbaar om een 5 verticale zwenkas op het ploegframe aangebrachte ploeglichamen, die elk door middel van een verbindings-stang via een verticale as zijn verbonden met een evenwijdig aan de lengterichting van het ploegframe verlopende stang, alsmede met een instelinrichting voor de voorste-voorbreedte en voor de trekker/ploeg-treklijn respectievelijk het trekpunt, met het kenmerk, dat de instelinrichting (10) tevens de inrichting voor de snijbreedte-instelling omvat en hiertoe is uitgevoerd als een in hoofdzaak evenwijdig aan een horizontaal 10 vlak verlopende en naast het ploegframe opgestelde stangenvierzijde met twee zich in hoofdzaak in de rijrichting van de ploeg uitstrekkende stangen (14,15), die elk met hun in de rijrichting gerekend voorste uiteinde via een verticale zwenkas zijn gekoppeld met een zich in hoofdzaak loodrecht op de rijrichting uitstrekkende en met twee onderste hefstangen van de driepuntshefinrichting verbonden stang (13) en met hun achterste uiteinde via een verticale zwenkas zijn gekoppeld met een om een verticale as zwenkbaar 15 met het ploegframe (4) en om een verticale as zwenkbaar met de, de ploeglichamen (5, 6) verbindende, stang (7) verbonden centrale stuurstang (16), welke zich in de rijrichting uitstrekkende stangen (14, 15) zodanig in de rijrichting convergeren dat hun momentele pool zich, in de aangekoppelde toestand van de ploeg, in het gebied van de poolbaan van de onderste hefstangen (2) van de driepuntshefinrichting bevindt, waarbij de stangenvierzijde instelbaar vergrendelbaar is via twee verdere, in lengte veranderbare, stel-20 stangen (19, 20), waarvan de ene stelstang (20) zwenkbaar om verticale assen met het ploegframe (4) en met de centrale stuurstang (16) en waarvan de andere stelstang (19) zwenkbaar om verticale assen met het ploegframe en met één van de stangen (13, 14, 15) van de stangenvierzijde is verbonden.

2. Ploeg volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afstand tussen het draaipunt (27) van de centrale stuurstang (16) op het ploegframe (4) en het scharnierpunt (28) van de centrale stuurstang met de, de 25 ploeglichamen verbindende, stang (7) groter is dan de afstand tussen het draaipunt (29) van een ploeg-lichaam (5, 6) op het ploegframe (4) en het daarbij behorende scharnierpunt (30) van de verbindingsstang van dit ploeglichaam met de stang (7).

3. Ploeg volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het draaipunt 27) van de centrale stuurstang op het ploegframe (4) is aangebracht op een van de stangenvierzijde afgekeerde zijde buiten het ploegframe (4) 30 uitstekende console (18). Hierbij 3 bladen tekening