NL9220024A - Transportinrichting voor snoep. - Google Patents

Description

Titel: Transportinrichting voor snoep.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting voor snoep bestaande uit een overzetschijf die om een stationaire as draait en die tussen een meeneemschijf en een wikkelschijf is geplaatst en een aantal draaibare klemelementen omvat die in paren op een roterende behuizing zijn aangebracht ten behoeve van het vastpakken en overzetten van snoep van de meeneemschijf naar de wikkelschijf, evenals tangen voor het verpakkingsmateriaal die behoren bij de paren klemelementen, en bestaande uit een aandrijfinrichting voor de paren klemelementen en verpakkingstangen.

DE-A-28 49 853 toont een oplossing voor het continu transporteren en inpakken van snoep. Deze oplossing bestaat uit een scheidingsplaat, een meeneemschijf, een overzetschijf en een wikkelschijf. De meeneemschijf, de overzetschijf en de wikkelschijf draaien continu en in paren tegengesteld aan elkaar. De rotatiesnelheden van deze draaiende elementen komen zodanig met elkaar overeen dat hun klemelementen elkaar symmetrisch en met dezelfde rotatiesnelheid ontmoeten ter hoogte van het overdrachts- of overnamepunt waar de steekcirkels elkaar raken. De klemelementen ontmoeten elkaar op zo'n manier dat zij ten opzichte van elkaar 90° gedraaid zijn. Hierdoor hinderen zij elkaar niet tijdens de overdracht of de overname. Dit apparaat kan worden gebruikt voor kleine artikelen die op een scheidingsplaat zodanig worden bewerkt dat deze geschikt zijn voor verdere machinebewerkingen. Dit apparaat kan niet worden gebruikt voor artikelen die gescheiden worden van een tangentiaal aangevoerde continue stroom materiaal en waarbij het snijoppervlak het vouwoppervlak van het verpakkingsmateriaal is. Dit soort zachte artikelen zouden tijdens het sorteerproces op de scheidingsplaat vervormen, waardoor tijdens verdere bewerkingen fouten ontstaan. Deze artikelen moeten afzonderlijk worden vastgepakt en aan de machine worden aangeboden.

Met betrekking tot het verpakken van snoep met een zachte consistentie beschrijft DE-A-39 15 888 een apparaat dat eveneens bestaat uit een meeneemschijf en een wikkelschijf waartussen een overzetschijf is geplaatst. De overzetschijf is voorzien van klemelementen voor het vastpakken en transporteren van de stukken snoep, het openen en sluiten van de klemelementen vindt plaats door. middel van tandheugel, grendel en nokmechanisme in samenwerking met een drukveer. De klemelementen worden door middel van een getande aandrijving die samenwerkt met een nokmechanisme 90° gedraaid nadat de snoep is overgenomen. Deze draaibeweging is klaar voordat het verpakkingsmateriaal wordt aangevoerd. Op de overzetschijf zijn een paar verpakkingstangen aangebracht die de wikkel op het stuk snoep plaatsen en het verpakkingsmateriaal meevoeren. Nadat de snoep en het verpakkingsmateriaal aan de wikkelschijf zijn afgegeven worden de klemelementen in hun uitgangspositie teruggedraaid. De aandrijfelementen van dit apparaat zijn onderhevig aan aanzienlijke slijtage en veroorzaken een hoog geluidsniveau. Slijtage heeft een nadelig effect op de accurate positionering van de werkende delen ter hoogte van de afzonderlijke overname- en overdrachtsplaatsen en schaadt de kwaliteit van de verpakking. Met het gekozen nokmechanisme kon een betrouwbare werking van de verpakkingstangen niet worden gerealiseerd.

Het doel van de uitvinding is om een transportinrichting te ontwerpen van het hierboven genoemde soort, zodanig dat men aan de zijde van de aandrijving verzekerd is van een exacte en slijtagebestendige regeling van de draaiende, openende en sluitende beweging van de klemelementen alsmede van een zeer stille werking van de transportinrichting.

Dit doel wordt bereikt middels de uitvinding in die zin dat een nokmechanisme ten behoeve van de paren klemelementen op een stationaire as van de overzetschijf is bevestigd die werkzaam is verbonden met een draai-inrichting en een regelaar voor het openen en sluiten van elk paar klemelementen dat aan dit nokmechanisme zowel hun draaibeweging als de openende en sluitende beweging van de paren klemelementen ontlenen.

Deze uitvinding zorgt voor een zeer compact ontwerp van de aandrijving die met betrekking tot zowel de draaiende beweging van de paren klemelementen van de overzetschijf om hun lengteas als tot het openen en sluiten van de klemelementen in wezen zonder enige speling en slijtage plaatsvindt. Op deze wijze wordt een exact en in feite vervormingsloos transport van snoep mogelijk gemaakt zelfs voor het veeleisende snelheidsgebied van ongeveer 1400 tot 1600 stuks/min, de geluidsontwikkeling kan laag worden gehouden en aan de transportinrichting is weinig onderhoud nodig waardoor ook de gehele snoepverpakkingsmachine waar deze transportinrichting is ingebouwd weinig onderhoud behoeft.

In een voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding bestaat het nokmechanisme uit een noktrommel met tegenover elkaar liggende nokkrommen, waarbij de genoemde nokkrommen zonder speling worden gevolgd door een tastrol die excentrisch is geplaatst ten opzichte van de centrale lengteas van de paren klemelementen die radiaal verlopen ten opzichte van de overzetschijf teneinde een draaiende beweging van bij voorkeur 90° over te brengen op het bijbehorende paar klemelementen afhankelijk van de positie van dit paar klemelementen langs de omtrek.

Tegelijkertijd omvat de noktrommel bij voorkeur een axiaal uitstekende inwendige kraag met een aan diens omtrek liggende nokschijf die een nokvolger stuurt die deel uitmaakt van de inrichting voor het openen en sluiten van elk paar klemelementen.

In een verdere voorkeursuitvoering van de uitvinding wordt de beweging van de verpakkingstangen die een wikkel op hét door een paar klemelementen vastgehouden stuk snoep plaatsen simultaan gestuurd door een dubbele nokschijf in samenwerking met een dubbele nokhefboom, een overbrengingsinrichting die een stangenvierzijde vormt waardoor een relatief grote slag ontstaat voor de naderende en weggaande beweging van een verpakkingstang ten opzichte van het bijbehorende paar klemelementen.

Een gunstige uitvoering van de inrichting die het openen en het sluiten van de klemelementen regelt van een paar klemelementen kan eveneens worden verkregen doordat een stoter die de beweging van een regelhefboom overbrengt in direct contact staat met een tandflank van een getand segment met bij voorkeur twee tanden dat stevig is bevestigd aan één klemelement van een paar klemelementen, terwijl een flexibele voorspaninrichting aan de tegenovergelegen zijde is geplaatst in contact met de tandflank van het andere getande segment dat is verbonden met het andere klemelement van het paar klemelementen en bij voorkeur bestaat uit twee tanden.

Andere voorkeursuitvoeringen van het onderwerp van de uitvinding worden getoond in de overgebleven subconclusies.

De transportinrichting volgens de uitvinding maakt een slijtagebestendige en trillingsarme werking van de draai-inrichting die de draaibeweging levert van de klemelementen mogelijk. Bovendien is de inrichting die het openen en het sluiten regelt onafhankelijk van slijtage en levert vrijwel zonder speling de openende en sluitende beweging van de klemelementen. Hierbij is het mogelijk om de gewenste positie van de klemelementen in te stellen, dat wil zeggen de slag van de klemelementen, met behulp van een eenvoudig instelmechanisme.

De transportinrichting volgens de uitvinding is bij uitstek geschikt voor een gesloten overzetschijf waarin alle aandrijfonderdelen inclusief die voor het regelen van de verpakkingstangen en het klemelementenpaar tegen uitwendige invloeden, zoals suikerstof en dergelijke, zijn beschermd. In het geval van zo'n overzetschijf is de ruimte die beschikbaar is voor de aandrijving van de klemelementen en de verpakkingstangen zeer beperkt, zodat met het oog op de geregelde beweging van de verpakkingstangen het moeilijk is om de benodigde rotatiehoek te verkrijgen omdat het slechts mogelijk is om een relatief kleine diameter te kiezen voor de stationaire nokschijf die wordt gebruikt om de verpakkingstangen te sturen. Een oplossing voor deze problemen wordt verkregen door gebruik te maken van een overbrenging die de rotatiebeweging afkomstig van de nokschijf vergroot en bij voorkeur bestaat uit een stangenvierzijde. In een voorkeursuitvoering van de uitvinding maakt dit op de juiste tijden een voldoend grote hoek mogelijk tussen de draaiende naderende en weggaande beweging van de bijbehorende verpakkingstangen ten opzichte van het bijbehorende paar klemelementen.

Een exacte regeling van de draaiende beweging die niet verandert tijdens een lange standtijd wordt verkregen door de uitvinding enerzijds, en anderzijds door de openende en sluitende beweging van de klemelementen van elk paar klemelementen. In samenwerking met andere voorkeursontwikkelingen ten behoeve van de draaiende beweging van de verpakkingstangen wordt verzekerd dat de paren klemelementen en de bijbehorende verpakkingstangen ten opzichte van elkaar een exacte voorafbepaalde positie innemen zelfs bij hoge produktiesnelheden. Correcties die mogelijk nodig zijn na lange standtijden van de transportinrichting, in het bijzonder met betrekking tot de openende en sluitende beweging van de klemelementen, kunnen zeer eenvoudig worden uitgevoerd door een eenvoudig mechanisme hiervoor op te nemen in het ontwerp.

De uitvinding zal nu meer gedetailleerd worden beschreven met betrekking tot een uitvoering en de bijgevoegde tekeningen, waarin:

Figuur 1 een lengtedoorsnede is van een overzetschijf langs de lijn A-A in figuur 2;

Figuur 2 een vooraanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, van de overzetschijf volgens figuur 1; en

Figuur 3 een schematisch aanzicht is van een gedeelte van de noktrommel uitgeslagen weergegeven met nokkrommen en de bijbehorende tastrol van de draai-inrichting van de overzetschijf in de richting van een lijn B-B in figuur 2.

Figuur 1 is een lengtedoorsnede langs lijn A-A in figuur 2, die de transportinrichting weergeeft die snoep B overgeeft van een meeneemschijf (niet getekend) naar een overzetschijf 100 die een wikkelwiel vormt (eveneens niet getekend) ten behoeve van het continu verpakken van snoep, bij voorkeur snoep met een zachte consistentie (toffee). De overzetschijf 100 bestaat uit een behuizing 2 die roteert om een stationaire as 1. Klemelementen 26, 26' zijn paarsgewijs met hun centrale lengteas 30 in radiale richting opgesteld op een bepaalde onderlinge afstand langs de omtrek van de roterende behuizing 2 en zijn verbonden met de verpakkingstangen 14 die zich respectievelijk tussen de aangrenzende paren klemelementen 26, 26' in de behuizing 2 bevinden.

Zoals in figuur 2 is getekend voert elk paar klemelementen 26, 26' een transporterende beweging uit in de omtreksrichting samen met de behuizing 2. Tegelijkertijd' draait elk paar klemelementen 26, 26' 90° om de centrale lengteas 30 ten opzichte van de behuizing 2 tussen een overnamepunt ten behoeve van het overnemen van een stuk snoep B van de voorafgaande meeneemschijf en een overdrachtspositie voor overdracht naar de hieropvolgende wikkelschijf. De tegenovergesteld aan elkaar beweegbare klemelementen 26, 26' van elk paar klemelementen worden gelijktijdig bewogen teneinde het stuk snoep B vast te pakken met een bepaalde sluitkracht die niet nadelig is voor het gevoelige materiaal en deze te transporteren tussen een gesloten en een open stand.

Een vrijwel spelingsvrije draai-in.richting 50 behoort bij elk paar klemelementen 26, 26' teneinde de 90° draaibeweging te sturen van elk paar klemelementen 26, 26' om hun centrale lengteas 30 terwijl de openende en sluitende bewegingen van de klemelementen 26, 26' worden gestuurd door een bijbehorende open/sluitregelaar 60 in overeenstemming met de sturing van de draaibeweging. Zowel de draai-inrichting 50 als de open/sluitregelaar 60 worden via nokvolgers aangedreven door een noktrommel 15. Bovendien wordt de draaibeweging van een verpakkingstang 14 die is aangepast aan de beweging van elk paar klemelementen, waarbij de tang in wezen bestaat uit een klemplaat zoals te zien in figuur 2, afgeleid van een dubbele nokschijf 3 via een dubbele nokhefboom 5 in samenwerking met een stangenvierzijde 4 die dienst doet als een vergrotende overbrenging.

Zoals in figuur 1 is getekend is op de stationaire as 1 die de roterende behuizing 2 draagt inclusief de verpakkingstangen 14, de paren klemelementen 26, 26' en de bijbehorende aandrijvingen (draai-inrichtingen 50, open/sluitregelaars 60 evenals de dubbele nokhefbomen 5, de stangenvierzijdes 4 om de bijbehorende verpakkingstangen 14 aan te drijven) een dubbele nokschijf 3 aangebracht waarvan de draaibeweging van elke verpakkingstang 14 wordt afgeleid, en - op een bepaalde axiale afstand hiervan - de stationaire noktrommel 15 waarvan de draaibeweging van elk paar klemelementen 26, 26' over 90° om hun centrale lengteas wordt afgeleid evenals de openende en sluitende beweging van de klemelementen 26, 26' van elk paar klemelementen.

Zoals in het bijzonder uit de figuren 1 en 2 duidelijk wordt is de noktrommel 15 die aan de stationaire as 1 is bevestigd voorzien van de tegenover elkaar gelegen nokkroramen 16 waartussen een tastrol 17 geleid wordt wiens beweging wordt overgebracht op een bijbehorend paar klemelementen 26, 26' en die wordt ondersteund middels een as 17' die excentrisch ligt ten opzichte van de centrale lengteas 30 van het bijbehorende paar klemelementen 26, 26' en die een hoofdelement vormt van de draai-inrichting 50. Elk paar klemelementen 26, 26' wordt ondersteund door een afzonderlijk lagerblok 24. Gelegen nabij het voorste uiteinde van de behuizing 2, is het lagerblok 24 op zijn beurt draaibaar ten opzichte van het paar klemelementen 26, 26' om de centrale lengteas 30 en ondersteund direct de bijbehorende tastrol 17 excentrisch ten opzichte van de centrale lengteas 30 teneinde ruimte te besparen. In figuur 2 maken zowel het linker lagerblok 24 inclusief de bijbehorende klemelementen 26, 26' (in een stand bij het begin van de draaibeweging over 90° om de centrale lengteas 30), als het middelste lagerblok dat zich in het symmetrievlak van de overzetschijf 100 bevindt de door elk lagerblok 24 en het bijbehorende paar klemelementen 26, 26' uitgevoerde draaibeweging over 90° aanschouwelijk bij de verplaatsing van stand X in figuur 2 naar stand Y in figuur 2 samen met de roterende behuizing 2. De tastrol 17 wordt direct radiaal ondersteund aan de voorzijde van het lagerblok 24 aan de zijde die is gericht naar de as 1 van de overzetschijf 100, dat wil zeggen excentrisch ten opzichte van de centrale lengteas 30, en wordt geleid tussen de nokkrommen 16, waardoor een uiterst ruimtebesparende opstelling ontstaat zoals ook is weergegeven in figuur 2.

De weg die wordt afgelegd tussen de nokkrommen 16 van de noktrommel 15 door elke afzonderlijke tastrol 17 die is verbonden met een lagerblok 24 en de bijbehorende klemelementen 26, 26' teneinde het lagerblok 24, inclusief de klemelementen 26, 26', over 90° te roteren, wordt schematisch weergegeven in figuur 3 als een uitgeslagen weergave. De excentrische plaatsing van elke tastrol 17 is zodanig gekozen dat er rekening houdend met de vorm van de nokkrommen 16 van de noktrommel 15 ten opzichte van de behuizing 2 een totale draaiingshoek voor elk lagerblok 24 wordt bereikt, inclusief het hierop bevestigde paar klemelementen 26, 26', middels een uniforme draaibeweging naar beide zijden ten opzichte van de centrale lengteas 30 over respectievelijk de halve draaiingshoek (45°).

Zoals blijkt uit figuur 1 is de noktrommel 15 integraal uitgevoerd met de inwendige kraag 15a die axiaal getrapt uitsteekt en er voor zorgt dat de noktrommel 15 stevig op de as 1 is bevestigd. De inwendige kraag 15a van de noktrommel 15 die axiaal getrapt uitsteekt in de ruimte tussen de nokkrommen 16 heeft als eerste uitsteeksel in omtreksrichting een nokschijf 18 waarover een nokvolger 19 van de open/sluitregelaar 60 rolt voor het sturen van de openende en sluitende beweging van de bijbehorende klemelementen 26, 26'. In figuur 2 is te zien dat de klemelementen 26, 26' twee naast elkaar gelegen éénarmige hefbomen vormen aan één zijde van het lagerblok 24. Deze hefbomen zijn stevig verbonden met de aslagers 25, 25' teneinde een openende en sluitende beweging langs een deel van een cirkelboog uit te kunnen voeren, de aslagers 25, 25' zijn ondersteund in het lagerblok 24 en draaibaar om een as in de richting loodrecht op het projectievlak van figuur 1. Een getand segment 27, 27' is stevig bevestigd aan de bijbehorende aslagers 25, 25' in het lagerblok 24 en de tegenover elkaar liggende getande segmenten 27, 27' zijn, zoals wordt getoond in figuur l, met elkaar in ingrijping ter hoogte van de centrale lengteas 30 middels twee vertande gedeeltes met ieder twee tanden. Een axiaal verschuifbare stoter 23 is coaxiaal opgesteld ten opzichte van de centrale lengteas 30 in een bus die in het lagerblok 24 is ingebracht teneinde de getande segmenten 27, 27' aan te drijven. De stoter 23 rust enerzijds op een tandflank van het getande segment 27' ter rechterzijde in figuur 1 en wordt anderzijds ondersteund middels een instelschroef 22 op een nokhefboom 20 die zwenkbaar wordt ondersteund door middel van een draaipen 21 en aan wiens vrije uiteinde de nokvolger 19 draaibaar is gelagerd.

Voor de spelingsvrije werking van de klemelementen 26, 26' middels de hierboven beschreven open/sluitregelaar 50 is er aan de tegenover de stoter 23 gelegen zijde en aan de andere zijde van de getande segmenten 27, 27' een voorspaninrichting aangebracht die bestaat uit een met een veer voorgespannen contradeel 28 waarbij het contradeel 28 in het lagerblok 24 is aangebracht rustend op de tandflank van het andere getande segment 27 ter linkerzijde in figuur 1. De stoter 23 wordt ondersteund door een bolvormig oppervlak aan de voorzijde van de instelschroef 22, waarbij de laatste tevens het instellen of aanpassen van de open of dichte stand van de tegenover elkaar liggende klemelementen 26, 26* van een paar klemelementen mogelijk maakt. Bovendien vormt tegelijkertijd een uitsteeksel van het lagerblok 24 aan de zijde van de klemelementen een begrenzer 29 die de gesloten stand van de klemelementen 26, 26' begrenst teneinde een mogelijk te grote sluitkracht ten opzichte van de consistentie van snoep B te voorkomen.

Zoals hierboven reeds werd uitgelegd dient de dubbele nokschijf 3 die op de as l is aangebracht en die via de nokrollen 7, 7' samenwerkt met een dubbele nokhefboom 5 die draaibaar is gelagerd in de behuizing 2 op een as 6, zoals is getekend in figuur 1, ter sturing van elke als klemplaat uitgevoerde verpakkingstang 14. Om ondanks de relatief kleine diameter van de dubbele nokschijf 3 die veroorzaakt wordt door de gesloten constructie van de overzetschijf 100 de draaiende beweging van de dubbele nokhefboom 5 om te zetten in een voldoend grote draaibeweging van de bijbehorende verpakkingstang 14, wordt de aandrijfbeweging van de dubbele nokhefboom 5 overgebracht via een stangenvierzijde 4 die werkt als een vergrotende overbrenging. In de huidige uitvoering maakt de dubbele nokhefboom 5 eveneens deel uit van de stangenvierzijde 4, de dubbele nokhefboom 5 met het paar nokrollen 7, 7' bepalen samen de stand van een roterende as 8 en een daarmee verbonden stang 12 die middels een roterende as 11 met een slinger 12 is verbonden die een lageras 13 ondersteund die stevig, zo mogelijk integraal, hiermee is verbonden en wordt ondersteund in de behuizing 2 en waar een bijbehorende verpakkingstang 14 stevig mee is verbonden. In deze opstelling vormt de rechte lijn tussen het middelpunt van de as 6 en de draaias 8 de ingaande schommelnok 9 van de stangenvierzijde 4 als aangedreven element terwijl de slinger 12 een aangedreven element vormt van de stangenvierzijde 4 dat de verpakkingstang 14 beweegt. De elementen van de stangenvierzijde 4 worden meer precies getoond in de gedeeltelijke doorsnede in het onderste gedeelte van figuur 2 samen met de linkerzijde van figuur 1.

De werking van de overzetschijf 100 zal nu in meer detail worden beschreven. Snoep B dat door de meeneemschijf (niet getoond) aan diens lange zijde wordt gepakt uit een materiaalstroom wordt aangeboden aan het overdrachtspunt (een punt dat in figuur 2 tegen de richting van de klok in voorafgaat aan de stand X waarin het paar klemelementen 26, 26· zich bevindt en reeds een stuk snoep B vastklemt) waar de steekcirkels van de meeneemschijf en de overzetschijf 100 elkaar raken, overgegeven en vastgeklemd door een paar klemelementen 26, 26' van de overzetschijf 100 aan diens voorzijde. Hiertoe worden de klemelementen 26, 26' van het bijbehorende paar klemelementen geopend door de nokvolger 19 die over de nokschijf 18 rolt en via de nokhefboom 20 en de hierin geschroefde instelschroef 22 de stoter 23 die wordt ondersteund door het bolvormig oppervlak aan de voorzijde van de instelschroef 22, in lengterichting verplaatst, zodat de stoter 23 de in elkaar ingrijpende getande segmenten 27, 27' verdraait door direct tegen een tandflank te duwen. Nadat de stoter in tegenovergestelde richting is bewogen en het stuk snoep B is vastgepakt, laat de stoter 23 de getande segmenten 27, 27' vrij, zodat de getande segmenten 27, 21' als gevolg van de werking van het met een veer voorgespannen contradeel 28 in de tegenovergestelde richting draaien en de klemelementen 26, 26' zich nabij de begrenzer 29 bevinden, om daarmee te verzekeren dat er rekening houdend met de consistentie van de snoep, bijvoorbeeld een toffee, in deze stand een voldoend hoge sluitkracht wordt uitgeoefend op snoep B. Deze stand wordt getoond in figuur 1 en in stand X in figuur 2. Nadat snoep B is overgenomen door de overzetschijf 100, wordt er een roterende of draaiende beweging uitgevoerd van de klemelementen 26, 26' over 90° om hun centrale lengteas 30 die radiaal verloopt ten opzichte van de behuizing 2, dit ten gevolge van de draaiende beweging van de behuizing 2 en de gedwongen geleiding van de tastrol 17 langs de nokkrommen 16 in de noktrommel 15 in samenwerking met de excentrische plaatsing van de nokrol 17 op de lageras 17' van het lagerblok 24. Het ontstaan van deze draaibeweging door een rechts/links verplaatsing van de tastrol 17, die symmetrisch is ten opzichte van de centrale lengteas 30, wordt zeer duidelijk getoond in figuur 3. De draaibeweging van het lagerblok 24 over 90° samen met de bijbehorende klemelementen 26, 26' is voltooid in de stand Y in figuur 2. Tegelijkertijd is de bijbehorende verpakkingstang 14 naar het bijbehorende lagerblok 24 en het paar klemelementen 26, 26' gedraaid middels de dubbele nokschijf 3 in samenwerking met de stangenvierzijde 4 inclusief de dubbele nokhefboom 5 en de lageras 13, en na de beëindiging van de draaibeweging over 90° van de klemelementen 26, 26' (zie figuur 2 middelste stand) wordt er op bekende wijze voorzien in een verpakkingswikkel p. Nadat er voorzien is in de verpakkingswikkel P wordt de verpakkingstang 14 verder gedraaid middels de bijbehorende aandrijfinrichting (dubbele nokschijf 3, stangenvierzijde 4 met de dubbele nokhefboom 5 en de nokrollen 7, 7' evenals lageras 13) in de richting van de verpakkingswikkel P en de begrenzer 29. Bij een verdere rotatie van het overzetwiel 100 wordt snoep B samen met de verpakkingswikkel P op conventionele wijze overgebracht naar de wikkelschijf (niet getoond), en het lagerblok 24 wordt samen met de klemelementen 26, 26' evenals de bijbehorende verpakkingstang 14 in hun uitgangspositie teruggedraaid.

De uitvinding leidt tot een zeer gunstig aandrijvingsontwerp voor de sturing van de draaibeweging en de openende en sluitende beweging van de klemelementen van een paar klemelementen ten behoeve van overzetschijf die bestaat uit een aantal paren van dit soort klemelementen langs diens omtrek teneinde snoep te pakken en over te zetten. De werking van het apparaat is vrijwel spelingsvrij en zonder slijtage en verzekert tegelijkertijd langdurig de exacte correlatie tussen de individuele bewegingsfasen van de paren klemelementen en de bijbehorende verpakkingstangen, en tevens is men verzekerd van een soepele werking van het apparaat bij snelloop.

Claims (10)

1. Een transportinrichting voor snoep bestaande uit een overzetschijf (100) die om een stationaire as (1) draait en die tussen een meeneemschijf en een wikkelschijf is geplaatst en een aantal draaibare klemelementen (26, 26') omvat die in paren op een roterende behuizing (2) zijn aangebracht ten behoeve van het vastpakken en overzetten van snoep van de genoemde meeneemschijf naar de genoemde wikkelschijf, evenals verpakkingstangen (14) die behoren bij de genoemde paren klemelementen (26, 26'), en bestaande uit een aandrijfinrichting voor de genoemde paren klemelementen (26, 26') en de genoemde verpakkingstangen (14), met als kenmerk dat een nokmechanisme (15) ten behoeve van de genoemde paren klemelementen (26, 26') op de genoemde stationaire as (1) van de genoemde overzetschijf (100) is bevestigd, waarbij voor elk paar klemelementen (26, 26') een draai-inrichting (50) en een open/sluitregelaar (60) werkzaam zijn verbonden met het genoemde nokmechanisme (15) en hieraan zowel de draaibeweging als de openende en sluitende beweging van de genoemde paren klemelementen (26, 26') ontlenen.

2. De transportinrichting volgens conclusie 1, met als kenmerk dat het genoemde nokmechanisme een noktrommel (15) is met tegenover elkaar gelegen nokkrommen (16), waarbij het genoemde nokmechanisme samenwerkt met de genoemde eerste draai-inrichting (50) van het genoemde paar klemelementen (26, 26 ') .

3. De transportinrichting volgens conclusie 2, met als kenmerk dat de genoemde tegenover elkaar gelegen nokkrommen (16) van de genoemde noktrommel (15) zijn aangebracht langs de buitenste omtrek van de genoemde noktrommel (15) en dat een axiaal uitstekende inwendige kraag (15a) van de genoemde noktrommel (15) bestaande uit een nokschijf (18) samenwerkt met de genoemde open/sluitregelaar (60) van het genoemde paar klemelementen (26, 26').

4. De transportinrichting volgens ten minste één van de voorafgaande conclusies l tot en met 3, met als kenmerk dat een dubbele nokschijf (3) is bevestigd op de genoemde stationaire as (1) van de genoemde overzetschijf (100) als een aandrijvend element van de genoemde verpakkingstangen (14) en dat aan elke verpakkingstang (14) een overbrenging (4) is gekoppeld die de sturende beweging vergroot van een bijbehorende dubbele nokhefboom (5) die samenwerkt met de genoemde dubbele nokschijf (3).

5. De transportinrichting volgens ten minste één van de voorafgaande conclusies l tot en met 4, met als kenmerk dat de genoemde overbrenging een stangenvierzijde (4) is bestaande uit een schommelnok (9) die stijf is bevestigd aan, en bij voorkeur integraal is uitgevoerd met de genoemde dubbele nokhefboom (5), dat de genoemde dubbele nokhefboom (5) die draaibaar is om een as (6) die wordt ondersteund in de genoemde behuizing (2) samenwerkt middels de nokrollen (7, 7') met de genoemde dubbele nokschijf (3) en de draaiingsas (8) vormt voor een verbindingsstang (10), en dat een slinger (12) die stevig is verbonden met een lageras (13) hier draaibaar op gelagerd is, waarbij de genoemde lageras, op zijn beurt, in de genoemde behuizing (2) wordt ondersteund en de genoemde verpakkingstang (14) draagt, waarbij de genoemde schommelnok (9) een aandrijvend element vormt en de genoemde slinger (12) een aangedreven element van de genoemde stangenvierzijde (4) die de stuurbeweging van de genoemde dubbele nokhefboom (5) overbrengt op de genoemde verpakkingstang (14).

6. De transportinrichting volgens ten minste één van de voorafgaande conclusies l tot en met 5, met als kenmerk dat de genoemde open/sluitregelaar (60) is voorzien van een 'voorspaninrichting (22, 28) voor het compenseren van spelingen in de aandrijving en/of de lagering.

7. De transportinrichting volgens ten minste één van de voorafgaande conclusies 1 tot en met 6, met als kenmerk dat de genoemde draai-inrichting (50) van elk paar klemelementen (26, 26') bestaat uit een tastrol (17) die tussen de genoemde nokkrommen (16) van de genoemde noktrommel (17) wordt geleid en excentrisch wordt ondersteund ten opzichte van een centrale lengteas .(30) van het genoemde paar klemelementen (26, 26'), en die in verbinding staat met een lagerblok (24) van het genoemde paar klemelementen (26, 26').

8. De transportinrichting volgens ten minste één van de voorafgaande conclusies 1 tot en met 7, met als kenmerk dat de genoemde open/sluitregelaar (60) van elk paar klemelementen (26, 26') een nokvolger (19) heeft die draaibaar wordt ondersteund aan het uiteinde van een zwenkbaar ondersteunde nokhefboom (20) en die in wezen haaks is geplaatst op de genoemde tastrol (17) van de genoemde draai-inrichting (50) en dat de genoemde nokhefboom (20) een ondersteuning vormt voor een axiaal verschuifbare stoter (23) die coaxiaal is geplaatst ten opzichte van de centrale lengteas (30) van het genoemde paar klemelementen (26, 26') en die, op zijn beurt, in contact staat met een aandrijving bestaande uit getande segmenten ten behoeve van de tegengestelde beweging van elk klemelement (respectievelijk 26 en 26') van een paar klemelementen 26.

9. De transportinrichting volgens conclusie 8, met als kenmerk dat elk klemelement (respectievelijk 26 en 26') van een paar klemelementen stevig naast elkaar is bevestigd op een aslager (25, 25') die draaibaar is gelagerd in het lagerblok (24) van het genoemde paar klemelementen (26, 26'), dat elk van de genoemde aslagers (25, 25') stevig is verbonden met een getand segment (27, 27') met bij voorkeur twee tanden, waarbij de getande segmenten (27, 27') van elk paar klemelementen (26, 26') in ingrijping zijn met elkaar, en dat de genoemde stoter (23) direct werkt op een tandflank van een getand segment (27) terwijl een tandflank van het andere getande segment (27) is voorgespannen door de voorspaninrichting (28) die coaxiaal is opgesteld ten opzichte van de genoemde stoter (23).

10. De transportinrichting volgens conclusie 8 of 9, met als kenmerk dat de genoemde stoter (23) steunt op de genoemde nokhefboom (20) middels een axiaal verstelbare instelinrichting, bij voorkeur een instelschroef die in de genoemde nokhefboom (20) is geschroefd en aan de voorzijde een bolvormig oppervlak (23) heeft.