NL9201994A - Dozenstapelaar. - Google Patents

Description

Titel: Dozenstapelaar.

De onderhavige uitvinding betreft, overeenkomstig de thans volgende beschrijving een dozenstapelaar. Daarbij vallen de dozen door hun eigen gewicht uit de dozen-vormmachine langs een glijplaatvoorziening op een transportband, welke die dozen naar het ene einde van die transportband transporteert, waar de dozenstapelaar is opgesteld. Die dozenstapelaar is gevormd door een eenvoudig en stevig snel werkend mechanisme dat het dozenformaat regelt en tevens het aantal dozen dat in elke rij past telt, zodanig dat een aantal rijen kan worden gevormd welke elk hetzelfde aantal dozen bevatten, doordat wanneer een rij gevormd is, een omhoogreikend duworgaan die dozen uit de zone van de omhoogreikende duwwerkzaaxnheid verplaatst, waar elk van die rijen wordt gevormd. Die rijen van dozen zijn op ordelijke wijze gerangschikt op bovenste platen of strippen.

Uit de stand van de techniek zijn gebruikelijke dozen-stapelaars bekend welke laboreren aan bepaalde problemen en belangrijke nadelen.

Wanneer die dozen namelijk door de dozen-vormmachine worden afgeleverd, komen zij tevoorschijn onderuit het vormstation en vallen op een continue band welke een integrerend deel van de stapelaar vormt en worden die dozen getransporteerd naar een sector waar een overeindstaande stapelaar de dozen opeenstapelt totdat een rij stapels is geformeerd.

Het belangrijkste nadeel van deze stapelaars is de kostbare bewaking van het formaat of de afmeting van de dozen welke opeengestapeld moeten worden. Anderzijds kan slechts één rij worden gevormd en moet de bedieningsman ter plaatse aanwezig zijn om die gevormde rij op het juiste ogenblik te verwijderen.

Met de uitvinding wordt nu een volledige oplossing van de bovengenoemde/ zich voordoende problemen beoogd waartoe een dozenstapelaar wordt voorgesteld, welke is verbonden met een dozen-vormmachine waar de dozen door hun eigen gewicht onderuit vallen, langs een glijvoorziening bewegen en terechtkomen op een transportband welke voor het positioneren van de dozen is voorzien van zij-platen. De dozen worden dan getransporteerd naar het ene einde van de band waar de feitelijke stapelaar is opgesteld. Deze is voorzien van justeerbare, omhoogreikende geleidingen, namelijk een tweetal aan de voorzijde en een tweetal aan de achterzijde, corresponderend met de hoeken van de dozen welke geleidingen tevens zijn bevestigd aan verplaatsingsorganen, welke paarsgewijs zijn gekoppeld met dwars verlopende spillen welke op hun beurt zijn verbonden met korte eindsteunen en bevestigd aan dwarse steunarmen, namelijk één vooraan en één achteraan, welke zijn verbonden met een tweetal zich in langsrichting uitstrekkende spillen. Door deze opzet treedt er, wanneer de spillen op geschikte wijze in draaiende beweging worden gebracht, een sluitende of scheidende beweging op tussen de omhoogreikende, zodanig dat deze worden gejusteerd naar de afmetingen van de bodem van de doos. Wanneer een en ander ligt tussen de vier omhoogreikende geleidingen, beweegt een duworgaan boven uit het onderste deel van de stapelaar en verplaatst de betrokken doos naar een vooraf vastgestelde hoogte waar die doos vervolgens in een stabiele positie wordt gehouden. Het duworgaan beweegt daarna terug naar zijn rustpositie, op welk ogenblik een verdere doos passend zijn plaats kan innemen tussen de omhoogreikende geleidingen en zo vervolgens op dezelfde wijze kan worden behandeld als de voorafgaande doos waarbij die voorafgaande doos naar een hogere positie omhoog geduwd wordt door de tweede doos. Wanneer een groep opeen gestapelde dozen geformeerd is, welke groep automatisch wordt geteld aan het einde van elke werkgang, wordt die groep dozen in een richting verplaatst loodrecht öp die van de transportband door een horizontaal duworgaan dat wordt aangedreven door een bij voorkeur pneumatische cilinder waarbij op geschikte wijze die stapel wordt geleid door een geleiding van de voorste overbruggingsligger waar de pneumatische cilinder is bevestigd.

De beweging van elke groep aldus gevormde dozen geschiedt automatisch om de mogelijkheid te scheppen dat een verdere groep kan worden gevormd. Eén van de voorste omhoogreikende geleidingen en een verdere achterste geleiding aan dezelfde zijde zijn voorzien van bovenste platen of stroken welke naar rechte hoeken toe bijeenkomen, waardoor het mogelijk is de diverse groepen stapels op de juiste wijze te plaatsen.

Voor een beter begrip van de uitvinding wordt thans nader verwezen naar de drie figuren van de tekening waarin, uitsluitend bij wijze van niet beperkend voorbeeld, een uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 is een vooraanzicht van een dozenstapelaar volgens de uitvinding met inbegrip van een transportband waardoor elk van de gevormde dozen omhoog getransporteerd wordt naar de feitelijke, te vormen dozenstapel; fig. 2 toont in profiel de dozenstapelaar met diverse rijen automatisch gestapelde dozen; en fig. 3 een perspectivisch aanzicht van het belangrijkste bereik van de stapelaar volgens de uitvinding waarmee dozenrijen worden gevormd.

Thans verwijzende naar de tekening is daarin een dozenstapelaar volgens de uitvinding weergegeven welke geassocieerd is met een dozen-vormmachine. Onderaan die machine komen de dozen eruit en vallen door hun eigen gewicht omlaag en glijden op voordeelbiedende wijze langs een glijplaatvoorziening 1 op een transportband 2 welke als nieuwe bijzonderheid is voorzien van zij-positioneringsplaten 3. Elke doos wordt vervolgens getransporteerd naar het ene einde van de transportband waar zich de stapelaar volgens de uitvinding bevindt.

Die stapelaar is voorzien van justeerbare omhoogreikende hoekvoorzieningen of geleidingen, waarvan er zich twee vooraan 4 en 5 en twee achteraan 6 en 7 bevinden, welke corresponderen met de omhoogreikende hoeken van de dozen waarbij die geleidingen tevens zijn bevestigd aan verplaatsingsorganen 4', 5' en 6', .7' welke schroevend in ingrijping zijn met een tweetal in dwarsrichting reikende schroefspillen 8 en 9, welke op hun beurt zijn gekoppeld aan korte eindsteunen 8' resp. 9' aan respectievelijk het vooreinde en het achtereinde,· welke vast zijn bevestigd aan dwarse overbruggingsliggers 10 resp.

11, welke op hun beurt zijn verbonden met een tweetal zich in langsrichting uitstrekkende schroefspillen 12 en 13 door middel van korte eindsteunen 12' en 13'.

Dankzij deze opzet worden, wanneer de respectieve schroefspillen de ene of de andere richting uitdraaien, de verticale geleidingen dichter bij elkaar of uit elkaar verplaatst en zodanig gejusteerd dat zij passend de stand innemen ten opzichte van de afmetingen van de doos. Wanneer elk van die dozen ligt tussen de vier omhoogreikende geleidingen, komt een duworgaan 14 omhoog bovenuit het onderste deel waardoor de betrokken doos door aangrijping op de bodem daarvan wordt verplaatst tot op een vooraf bepaalde hoogte waar die doos vervolgens in een stabiele positie wordt gehouden. Dit duworgaan 14 beweegt vervolgens omlaag, zodat een volgende doos passend kan worden opgenomen tussen de vier omhoogreikende geleidingen, welke volgende doos vervolgens op dezelfde wijze als de vorige omhoog wordt verplaatst onder.het meenemen van de daarvoor verplaatste doos en onder het innemen van de plaats die die tevoren verplaatste doos eerder had ingenomen. Ingevolge dit continue proces wordt aldus een groep of reeks stapels geformeerd 15, waarbij een automatische telling aan het einde van elke loop 16 plaatsvindt. Deze groep dozen 15 wordt vervolgens verplaatst in een richting loodrecht op die van de transportband 2 door middel van een horizontaal duworgaan 17 dat wordt aangedreven door een cilinder 18. Die cilinder is bij voorkeur een pneumatische cilinder en wordt op geschikte wijze aangedreven door een geleidingsorgaan aan de voorste overbruggingsligger 10, waar ook de pneumatische cilinder is gemonteerd.

De beweging van elke aldus gevormde reeks dozen 15 geschiedt automatisch, zodat daarna een volgende reeks kan worden gevormd. Daartoe zijn telkens één van de voorste geleidingen 4 en een verdere achterste geleiding 6 aan dezelfde zijde voorzien van bovenste platen of strippen 19 welke naar elkaar toegekeerd zijn en de mogelijkheid bieden voor het daartussenin opnemen van diverse groepen uitgelijnde stapels 15. De omhoogreikende geleidingen 4 en 5, welke zijn verbonden met de voorste overbruggingsligger 10, zijn bovendien voorzien van onderste verlengstukken 20 (zie de gedetailleerde afbeelding daarvan in fig. 1), welke passen op en worden aangedreven langs rails of zij-geleidingen 21, die aan één einde zijn verbonden met korte steunen 22 van de transportband, terwijl de andere einden zijn gekoppeld met de achterste, verticale geleidingen 6 en 7. Aldus wordt elke doos die afkomstig is van de transportband 2 bij voorkeur, zodra die doos de stapelzone binnenkomt, perfect voortbewogen.

Langs de transportband 2 en aan weerszijden daarvan is een tweetal stangen 23 afgebeeld, zodat de dozen volmaakt uitgelijnd in hun loop langs de transportband 2 bewegen, welke stangen zijn verbonden met de korte steunvoorzieningen 22 en aan verdere soortgelijke steunvoorzieningen 22' welke zich aan weerszijden van de transportband bevinden.

Claims (2)

1. Dozenstapelaar van de soort met een transportband, welke verbonden kan worden met een machine voor het vormen van kartonnen dozen, en welke voorts, aan één einde van die transportband, omhoogreikende geleidingen voor het opeen stapelen van de dozen alsmede een omhoogreikende opduwinrichting omvat, met het kenmerk, dat de genoemde geleidingen bestaan uit een tweetal voorste (4 en 5) en een tweetal achterste (6 en 7) geleidingen en zijn verbonden met verplaatsingsorganen (4', 5' en 6, 7'), welke paarsgewijs zijn gekoppeld met dwars verlopende spillen (8 en 9), welke op hun beurt zijn verbonden met korte eindsteunen (8’ en 9'), welke korte eindsteunen vast zijn bevestigd aan respectievelijk een dwarse voorste over-bruggingsligger (10) en een dwarse achterste overbruggings-ligger (11), welke gekoppeld zijn met langsgerichte spillen (12 en 13), terwijl verder is voorzien in een horizontaal duworgaan (17) voor een groep dozen (15), welk horizontaal duworgaan (17) wordt aangedreven in een, met een dwarse voorste overbruggingsligger (10) verbonden geleiding en een op dat duworgaan (17) werkzame, pneumatische cilinder (18) omvat, waarbij voorts één van de beide voorste, omhoogreikende geleidingen (4) en één achterste geleiding (6) aan die zelfde zijde tevens zijn voorzien van een zitting vormende en vasthoudend werkzame platen (19) voor een groep gestapelde dozen (15), wanneer deze door het omhoogreikende duworgaan (17) worden verplaatst, en waarbij in het bijzonder de voorste omhoogreikende geleidingen (4 en 5) zijn voorzien van onderste verlengstukken (20), welke worden gedragen, op, tot zij-profielen (21) behorende rails met een scharnierverbinding door middel van kleine, met een transportband (2) verbonden steunorganen (22), waarbij zich de einden van die zijprofielen (21) nabij de achterste, omhoogreikende geleidingen bevinden, en is voorzien in een begrenzende eindaanslag (16) voor de dozen, welke tevens de dozen van elke groep (15) telt.

2. Dozenstapelaar volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het eindbereik van de transportband (2) waar de dozen uit de dozen-vormmachine vallen, is voorzien van een glijplaat-voorziening (1) of stabiliseringsglijplaat met in de nabijheid daarvan, de positie van die dozen justerende zijplaten (3).