NL9201922A - Inrichting voor het verzamelen van afval; alsmede ophaal- en transportmiddel daarvoor. - Google Patents

Inrichting voor het verzamelen van afval; alsmede ophaal- en transportmiddel daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
NL9201922A
NL9201922A NL9201922A NL9201922A NL9201922A NL 9201922 A NL9201922 A NL 9201922A NL 9201922 A NL9201922 A NL 9201922A NL 9201922 A NL9201922 A NL 9201922A NL 9201922 A NL9201922 A NL 9201922A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
waste
container
waste container
collection
discharge
Prior art date
Application number
NL9201922A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rutte Recycling Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=26647013&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL9201922(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Priority claimed from NL9201615A external-priority patent/NL9201615A/nl
Application filed by Rutte Recycling Bv filed Critical Rutte Recycling Bv
Priority to NL9201922A priority Critical patent/NL9201922A/nl
Priority to EP19950203135 priority patent/EP0708036B1/en
Priority to DE1993616035 priority patent/DE69316035T2/de
Priority to EP93922668A priority patent/EP0659159B2/en
Priority to CA 2144851 priority patent/CA2144851A1/en
Priority to DE69322525T priority patent/DE69322525D1/de
Priority to EP19950203136 priority patent/EP0708039B1/en
Priority to DE69303719T priority patent/DE69303719T2/de
Priority to AT93922668T priority patent/ATE140434T1/de
Priority to PCT/NL1993/000189 priority patent/WO1994006707A2/en
Priority to AU50986/93A priority patent/AU5098693A/en
Publication of NL9201922A publication Critical patent/NL9201922A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F3/00Vehicles particularly adapted for collecting refuse
    • B65F3/001Vehicles particularly adapted for collecting refuse for segregated refuse collecting, e.g. vehicles with several compartments
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/04Refuse receptacles; Accessories therefor with removable inserts
    • B65F1/06Refuse receptacles; Accessories therefor with removable inserts with flexible inserts, e.g. bags or sacks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/10Refuse receptacles; Accessories therefor with refuse filling means, e.g. air-locks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/12Refuse receptacles; Accessories therefor with devices facilitating emptying
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/12Refuse receptacles; Accessories therefor with devices facilitating emptying
    • B65F1/122Features allowing the receptacle to be lifted and subsequently tipped by associated means on a vehicle
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/12Refuse receptacles; Accessories therefor with devices facilitating emptying
    • B65F1/127Refuse receptacles; Accessories therefor with devices facilitating emptying by suction
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/14Other constructional features; Accessories
    • B65F1/1426Housings, cabinets or enclosures for refuse receptacles
    • B65F1/1447Housings, cabinets or enclosures for refuse receptacles located underground
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F3/00Vehicles particularly adapted for collecting refuse
    • B65F3/14Vehicles particularly adapted for collecting refuse with devices for charging, distributing or compressing refuse in the interior of the tank of a refuse vehicle
    • B65F3/22Vehicles particularly adapted for collecting refuse with devices for charging, distributing or compressing refuse in the interior of the tank of a refuse vehicle with screw conveyors, rotary tanks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F1/00Refuse receptacles; Accessories therefor
    • B65F1/14Other constructional features; Accessories
    • B65F2001/1489Refuse receptacles adapted or modified for gathering compostable domestic refuse
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F2210/00Equipment of refuse receptacles
    • B65F2210/108Authorization means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F2210/00Equipment of refuse receptacles
    • B65F2210/128Data transmitting means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F2210/00Equipment of refuse receptacles
    • B65F2210/144Level detecting means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65FGATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
    • B65F2210/00Equipment of refuse receptacles
    • B65F2210/172Solar cells
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02WCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO WASTEWATER TREATMENT OR WASTE MANAGEMENT
    • Y02W30/00Technologies for solid waste management
    • Y02W30/50Reuse, recycling or recovery technologies
    • Y02W30/60Glass recycling

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Refuse Collection And Transfer (AREA)
  • Refuse Receptacles (AREA)
  • Electrical Discharge Machining, Electrochemical Machining, And Combined Machining (AREA)
  • Filters For Electric Vacuum Cleaners (AREA)
  • Sink And Installation For Waste Water (AREA)
  • Processing Of Solid Wastes (AREA)

Description

Inrichting voor het verzamelen van afval; alsmede ophaal- en transportmiddel daarvoor
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verzamelen van afval, zoals GFT, glas, papier, grofvuil e.d. voorzien van een afvalcontainer met een inwerpopening in of nabij de bovenwand en een afdichtbare af-voeropening voor het legen van de afvalcontainer; alsmede op een ophaal- en transportmiddel voor het hierin verzamelde afval.
Bij huidige inrichtingen voor het verzamelen van afval, staan een of meer containers voor verschillende gescheiden soorten afval op het trottoir of bijvoorbeeld op parkeerplaatsen opgesteld, hetgeen een visuele "vervuiling" van het straatbeeld oplevert en veel ruimte in beslag neemt. Tevens is het vullen van de containers vaak moeilijk doordat de inwerpopening vrij hoog is aangebracht.
De uitvinding beoogt thans een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij deze bezwaren op doeltreffende wijze zijn verminderd dan wel geëlimineerd.
Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat de afvalcontainer in bedrijf gedeeltelijk in de grond is geplaatst.
Door de gedeeltelijk ondergrondse aanbrenging van de afvalcontainer, kan het bovengrondse deel klein worden gehouden zodat het minder storend op de omgeving werkt. Desondanks kan een grote inhoud van de afvalcontainer worden verkregen. Ook kan de vulhoogte zonder nadelige invloed op de bruikbare inhoud van de container worden verlaagd, waardoor ook zwaarder vuil zonder problemen in de container kan worden geworpen. Bij aan bederf onderhevig afval heeft de ondergrondse container verder het voordeel dat de temperatuur daarin niet zo veel varieert, waardoor in de zomer minder snel stankoverlast ontstaat en in de winter minder kans op bevriezing bestaat. Bij gebruik van de container voor glas is minder geluidsoverlast aanwezig.
Een mogelijke uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding is die welke is gekenmerkt door een althans gedeeltelijk in de grond in te bouwen buitenmantel waarin de afval- container plaatsbaar is en hieruit kan worden verwijderd ten behoeve van het legen.
Voor het legen van een dergelijke afvalcontainer kan deze bijvoorbeeld met behulp van een laadkraan aan een hijsoog uit de buitenmantel worden getrokken en boven een laadbak worden geleegd. Ten behoeve van dit legen kan de afvalcontainer aan de onderzijde zijn voorzien van een scharnierbaar deksel, zoals op zichzelf bekend is van de bovengrondse containers.
In het geval van GFT (groente-, fruit- en tuinafval) heeft een deksel aan de onderzijde van de afvalcontainer het gevaar dat in het afval aanwezig vocht bij het deksel gaat lekken, hetgeen te allen tijde moet worden vermeden. Ter ondervanging van dit bezwaar kan het deksel komvormig worden uitgevoerd, waardoor het vocht in de kom wordt opgevangen en de afdichting tussen het deksel en de rest van de afvalcontainer boven de vloeistoflijn blijft.
Anderzijds is het mogelijk de afvalcontainer nabij de bovenzijde te voorzien van een dwarsdeling met een scharnier voor het scharnierend verbinden van een boven en onder de dwarsdeling gelegen deel van de container voor het vormen van de afvoeropening. Op deze wijze kan het onderste deel van de container geheel dicht zijn, zodat elk risico op vochtlekkage wordt tegengegaan. Uiteraard zal bij een dergelijke oplossing de afvalcontainer ten behoeve van het legen hiervan geheel of gedeeltelijk moeten worden gekanteld teneinde de afvoeropening naar beneden te keren. Hiertoe kan het ophaal- en transportmiddel, zoals een speciaal uitgevoerde vuilniswagen zijn voorzien van een kantelinrichting.
Een alternatieve uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding is die, waarbij de afvalcontainer vast in de grond is ingebouwd en de inwerpopening in een bovenste deksel is ingebouwd, dat verwijderbaar is voor het vrijgeven van een bovenwaarts gekeerde afvoeropening voor aansluiting van een laadbuis.
Een dergelijke inrichting is bijzonder geschikt voor toepassing met een ophaal- en transportmiddel voor het verwijderen van afval uit de afvalcontainer hiervan, welk ophaal- en transportmiddel is voorzien van een afgesloten laadruimte met de daarmede verbonden laadbuis voor aansluiting op de afvoeropening van de afvalcontainer, en afvoermiddelen voor het uit de afvalcontainer halen van afval.
Deze combinatie van vaste afvalcontainer met ophaaien transportmiddel, dat kan zijn uitgevoerd als een speciale vuilniswagen, levert een stank- en stofvrij ophalen van afval op, dat vooral gunstig is in het geval van aan bederf onderhevig afval. In het bijzonder wanneer de afvalcontainer en het ophaal- en transportmiddel zijn ingericht voor het door persen van onderen af verwijderen van het afval uit de afvalcontainer, kan een zeer grote inhoud van de container worden gekozen, waardoor de ophaalfrequentie kan worden verlaagd, hetgeen een aanzienlijke kostenbesparing met zich meebrengt. Het ophaal- en transportmiddel kan daarbij nog zijn voorzien van een reinigingseenheid voor het reinigen van het inwendige van de afvalcontainer na het legen hiervan.
Voor het tegengaan van stankoverlast bij inrichtingen die zijn bedoeld voor het verzamelen van aan bederf onderhevig afval is het gunstig indien onder de inwerpopening een stank-sluis is aangebracht. Een dergelijke stanksluis kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een om een horizontale of verticale as draaibare draaideurinrichting die automatisch of door de af-valinwerper kan worden bediend.
De afvalcontainers kunnen qua vorm zowel rond, vierkant of rechthoekig zijn of een andere doorsnede bezitten. Een ronde dwarsdoorsnede van de afvalcontainer resp. buitenmantel heeft het voordeel dat het vast in de grond in te bouwen deel aan de buitenzijde kan zijn uitgevoerd als een grondboor met boorspiralen, waardoor dit deel zo in de grond kan worden gedraaid, en eventueel voor verwijdering weer uit de grond kan worden gedraaid, terwijl de spiralen tijdens gebruik van de inrichting het opduwen van de inrichting, bijvoorbeeld door de grondwaterdruk, tegengaan. De vorm en het oppervlak van de doorsnede kunnen tevens bepaald worden door de situatie ter plaatse, zoals de breedte van het trottoir, de aanwezigheid van kabels en leidingen e.d. Afhankelijk van de behoefte kunnen de afmetingen en inhoud van de afvalcontainers en buitenmantels worden gekozen. Daarbij kan de buitenmantel zich bovenwaarts slechts tot op het grondniveau uitstrekken, doch het is ook mogelijk dat de buitenmantel bijna even hoog is als de afvalcontainer, zodat deze laatste voor het grootste gedeelte in de buitenmantel verzinkt. Dit heeft het voordeel dat bij het verwijderen van de afvalcontainer teneinde te worden geleegd, geen onbeschermd gat in de grond ontstaat dat gevaar voor passanten kan opleveren.
Voor het verhogen van de veiligheid bij containers met een grotere inwerpopening, bijvoorbeeld voor huisvuilzak-ken of grof vuil, stelt de uitvinding voor de inwerpopening af te sluiten met een deksel dat is uitgevoerd met een slot waarvan de gecodeerde sleutel of codekaart alleen kan worden verwijderd indien het deksel op slot is. Deze maatregel is uiteraard alleen toepasbaar bij afvalcontainers met een vast aantal gebruikers die elk een eigen sleutel bezitten. Door de gebruiker te dwingen het deksel af te sluiten, wordt de veiligheid verhoogd doordat wordt voorkomen dat kinderen door de onafgesloten inwerpopening in de afvalcontainer klimmen. Indien iemand vergeet het deksel af te sluiten, kan aan de hand van de gecodeerde sleutel de verantwoordelijke worden achterhaald. Indien dergelijke afvalcontainers ook bruikbaar moeten zijn voor anderen dan sleutelhouders, kunnen naast de grote inwerpopening een of meer kleinere inwerpopeningen worden aangebracht die te klein zijn om door te kunnen kruipen.
De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zeer schematisch weergeven.
Fig. 1 is een verticale langsdoorsnede van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het verzamelen van afval volgens de uitvinding.
Fig. 2 is een uitvoeringsvariant van de inrichting van fig. 1, die in het bijzonder is bedoeld voor vochtbevat-tend afval.
Fig. 3 is een verdere uitvoeringsvariant van de inrichting van fig. 2 welke in het bijzonder geschikt is voor GFT-afval.
Fig. 4 is een bovenaanzicht van de inrichting van fig. 3.
Fig. 5 is een zeer schematisch zijaanzicht van een verdere uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding waarbij de afvalcontainer door een kantelinrichting uit de buitenmantel is gehesen.
Fig. 6 is een vooraanzicht van de aan de kantelinrichting hangende afvalcontainer van fig. 5.
Fig. 7 is een met fig. 5 overeenkomend zijaanzicht, waarbij evenwel de afvalcontainer door de kantelinrichting is omgekeerd.
Fig. 8 is een schematisch achteraanzicht van een verdere uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding met ophaal- en transportmiddel tijdens het legen van de afvalcontainer.
Fig. 9 is een op grotere schaal weergegeven verticale doorsnede van een mondstuk voor toepassing bij het ophaal- en transportmiddel van fig. 8.
Fig. 10 is een bovenaanzicht van het mondstuk van fig. 9.
Fig. 11 is een verticale doorsnede van een uitvoe-ringsvariant van de inrichting van fig. 8.
Fig. 12 en 13 zijn verticale doorsneden van een gedeelte van een verdere uitvoering van een afvalcontainer met een stanksluis, welke in twee standen is weergegeven.
Fig. 14 en 15 zijn met fig. 12 en 13 overeenkomende doorsneden van een afvalcontainer met nog een andere stanksluis, welke in twee standen is weergegeven.
Fig. 16, 17 en 18 tonen in verticale doorsnede drie verdere uitvoeringsvarianten van een vast in de grond ingebouwde afvalcontainer van de inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 19 is een met fig. 8 overeenkomend aanzicht van een verdere uitvoering van de inrichting en het ophaal- en transportmiddel volgens de uitvinding.
Fig. 20 toont een variant van het ophaal- en transportmiddel van fig. 19.
Fig. 21 is een zijaanzicht van het ophaal- en transportmiddel van fig. 20.
Fig. 22 en 23 zijn met fig. 16 en 17 overeenkomende doorsneden van verdere uitvoeringsvarianten van de uitvinding.
De tekeningen tonen inrichtingen voor het verzamelen van afval, in het bijzonder gescheiden huis- en bedrijfsafval, zoals glas, papier, chemisch afval, GFT, textiel en overig gescheiden op te halen afval, welke inrichtingen voornamelijk langs openbare wegen, in het bijzonder in woon- en leefomgevingen worden geplaatst.
Volgens de uitvinding is de afvalverzamelinrichting voorzien van een in dit geval gedeeltelijk ondergronds ge- plaatste buitenmantel 1 voor het daarin grotendeels opnemen van een afvalcontainer 2. De buitenmantel 1 is van staal vervaardigd en is met een vergrote voetplaat 3 in de bodem verankerd. De buitenmantel 1 is in dit geval voorzien van een cirkelvormige dwarsdoorsnede en een langgerekte vorm, doch kan afhankelijk van de toepassing ook andere vormen aannemen. De eveneens cilindrische afvalcontainer 2 verzinkt voor het grootste gedeelte in de buitenmantel 1 en bezit een cilindrische zijwand 4, een als deksel 5 voor het openen en sluiten van een afvoeropening dienende onderwand en een bovenwand 6.
Op de bovenwand 6 is een oog 7 gelast voor het met een laad-kraan uit de buitenmantel 1 trekken van de afvalcontainer 2 ten behoeve van het legen daarvan. Het deksel 5 is scharnierend aan de onderzijde van de zijwand 4 bevestigd door een scharnier 8, terwijl diametraal tegenover het scharnier 8 een gemakkelijk te openen grendel 9 is aangebracht. Door middel van dit deksel 5 kan een uit de buitenmantel 1 gehesen afvalcontainer 2 door het openen van het deksel 5 boven de laadbak van een vrachtauto worden geleegd.
Voor het concentrisch in de buitenmantel 1 brengen van de afvalcontainer 2 zijn aan de binnenzijde van de zijwand 4 van de afvalcontainer 2 tenminste drie over de omtrek verdeelde centreernokken 10 aangebracht, waarvan de schuine bovenzijden de afvalcontainer 2 naar een gecentreerde stand kunnen geleiden. Daarbij rust een nabij de bovenwand 6 over de omtrek verlopende horizontale flens 11 van de afvalcontainer 2 onder tussenplaatsing van een afdichting 12 op de bovenrand van de buitenmantel 1. Een verticale omtreksrand 13 aan de flens 11 zorgt voor een verdere bescherming van de afdichting 12, zodat geen vocht en vuil tussen de buitenmantel 1 en de afvalcontainer 2 kan binnendringen.
In of in dit geval nabij de bovenwand 6 en in de zijwand 4 zijn een of meer inwerpopeningen 14 aangebracht, waarvan de vorm en grootte afhangt van het soort vuil waarvoor de afvalcontainer bedoeld is. Bij glas zal de inwerpopening 14 meer rond zijn, terwijl bij papier de inwerpopening meer de vorm van een gleuf zal aannemen.
Fig. 2 toont een verdere uitvoering van de inrichting voor het verzamelen van afval, die bijvoorbeeld voor huisvuil-zakken of grof vuil geschikt is. Hiertoe is in de bovenwand 6 van de afvalcontainer 2 een grote inwerpopening 14 aangebracht, die door een deksel 15 afsluitbaar is. Het deksel 5 aan de onderzijde van de afvalcontainer 2 ten behoeve van het legen daarvan is in dit geval komvormig uitgevoerd, zodat de scheiding tussen deksel 5 en het overige deel van de afvalcontainer 2 op een afstand boven de onderzijde van de container is gelegen en geen gevaar bestaat dat zich op de bodem van de afvalcontainer 2 verzamelend vocht langs de afdichting van het deksel 5 weglekt.
In deze uitvoering is de buitenmantel 1 overigens gedeeltelijk uit beton en gedeeltelijk van staal vervaardigd, waarbij het ondergrondse gedeelte 1' uit beton bestaat, waarop een bovengronds gedeelte 1* * is bevestigd. Opgemerkt wordt dat een dergelijke buitenmantel 1 ook in het eerste uitvoerings-voorbeeld zou kunnen worden gebruikt. Ditzelfde geldt voor de geheel betonnen uitvoering van de buitenmantel 1 volgens fig.
3. Verder kan de buitenmantel 1 en eventueel ook de afvalcontainer 2 van kunststof worden gemaakt.
Fig. 3 toont een in het bijzonder voor GFT bedoelde verzamelinrichting, waarbij de onderzijde van de afvalcontainer geheel gesloten is uitgevoerd en een afvoeropening kan worden gecreëerd op een aanzienlijke afstand boven de onderzijde van de afvalcontainer 2, waar deze is voorzien van een deling 16, waarbij door het scharnier 8 en de grendel 9 het boven- en ondergelegen deel van de afvalcontainer kunnen scharnieren voor het vormen van de afvoeropening. Voor het legen van de afvalcontainer 2 dient daarbij de afvalcontainer 2 te worden gekanteld, waartoe aan de onderzijde van de afvalcontainer een verder hijsoog 17 is aangebracht.
Daar GFT na verloop van tijd kan gaan stinken, is de uitvoering van de afvalcontainer 2 volgens fig. 3 uitgevoerd met een stanksluis 18 voor de inwerpopening 14, waardoor steeds een afdichting tussen de inwerpopening 14 en de inhoud van de afvalcontainer 2 gewaarborgd is. De stanksluis 18 bestaat uit een van vier vleugels 19 voorziene draaideur, die om een verticale as 20 draait. De vleugels 19 draaien boven een afdichtplaat 21 waarin diametraal tegenover de inwerpopening 14 een doorvoergat 22 is uitgespaard voor het doorlaten van het tussen de vleugels 19 getransporteerde afval. De vleugels 19 dichten, bijvoorbeeld met rubber flappen, tegen de afdicht- plaat 21 en de zijwand 4 en bovenwand 6 van de afvalcontainer 2 af, zodat geen directe verbinding tussen inwerpopening 14 en doorvoergat 22 aanwezig is. De verticale as is tot buiten de bovenwand 6 van de afvalcontainer 2 verlengd en van het hijsoog 7 voorzien. Met de as 20 is voorts een draaideksel 23 verbonden dat over de kegelvormige bovenwand 6 is geplaatst en is voorzien van een opening 24, zodat het draaideksel 23 enerzijds de inwerpopening 14 kan afdekken en anderzijds de inwerpopening 14 kan vrijgeven voor het inbrengen van afval. Aan het draaideksel zijn een of meer handvatten 25 gevormd, waarmede een gebruiker de stanksluis 18 kan bedienen voor het vrijmaken van de inwerpopening 14 en voor het van onder de inwerpopening 14 naar het doorvoergat 22 transporteren van het ingeworpen afval.
De fig. 5-7 tonen een verdere inrichting volgens de uitvinding, waarbij de afvalcontainer geschikt is gemaakt om te worden geleegd met een speciale kantelinrichting van een ophaal- en transportmiddel. Hiertoe zijn aan de zijwand 4 van de afvalcontainer 2 twee in lijn liggende horizontale tappen 26 gevormd die tot buiten de buitendiameter van de bijbehorende buitenmantel 1 uitsteken en in daarin gevormde uitsparingen 27 aan de bovenzijde komen te liggen. Op deze tappen 26 kunnen haken 28 van een kantelinrichting 29 van een niet nader weergegeven ophaal-en transportmiddel aangrijpen voor het uit de buitenmantel 1 trekken van de afvalcontainer 2. De kantelinrichting 29 is voorts voorzien van een door motoren 30, zoals hydro- of elektromotoren, aandrijfbare kantelarm 31 die om een horizontale as 32 kan draaien voor het verdraaien van de afvalcontainer 2 tussen de in de fig. 5 en 6 weergegeven recht-ophangende stand naar de in fig. 7 weergegeven omkeerstand, waarbij de afvalcontainer 2 over bijna 180° om de aan de haken 28 hangende tappen 26 is verdraaid. Indien het slot van het deksel 15 van tevoren is ontgrendeld, wordt bij het kantelen van de afvalcontainer het deksel automatisch geopend en kan de inhoud van de container worden uitgestort, bijvoorbeeld in de laadbak van een vuilnisauto.
Als verder alternatief is denkbaar dat de afvalcontainer verticaal is gedeeld en de beide helften aan de bovenzijde scharnierend zijn verbonden, zodat na het ontgrendelen van de opgehesen container de inhoud hiervan door het uit el- kaar bewegen van de helften kan uitvallen.
Fig. 8 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij de afvalcontainer 2 niet in een in de grond ingebouwde mantel plaatsbaar is, doch zelf in de grond is ingebouwd. Voor het inbrengen van de afvalcontainer 2 is in dit geval de container 2 aan de onderzijde voorzien van een punt 33, terwijl de punt en het grootste gedeelte van de zijwand 4 van de afvalcontainer 2 zijn voorzien van een boor- of snijspiraal 34, met behulp waarvan de afvalcontainer 2 in de grond kan worden geboord, zodat niet eerst een groot gat behoeft te worden gegraven waarin de afvalcontainer 2 kan worden neergelaten. Tijdens gebruik van de afvalcontainer 2 werkt de boorspiraal 34 voorts als middel om te verhinderen dat de afvalcontainer 2, bijvoorbeeld door de grondwaterdruk, omhoog wordt geperst. Overigens wordt opgemerkt dat deze boorspiraal 34 ook voor de buitenmantel 1 van de voorgaande uitvoeringsvormen zou kunnen worden gebruikt.
Daar in deze uitvoeringsvorm de afvalcontainer 2 vast in de grond is gebouwd, dient een andere methode te worden gehanteerd voor het legen van de afvalcontainer 2. Hiertoe voorziet de uitvinding een ophaal- en transportmiddel, zoals de speciale vuilnisauto 35 die is voorzien van een afgesloten laadruimte 36 waarmede een laadbuis 37 in verbinding staat, welke laadbuis aan het van de vuilnisauto 35 afgekeerde uiteinde op de afvoeropening van de afvalcontainer 2 kan worden aangesloten, welke afvoeropening kan worden vrijgegeven door het in dit geval om een verticale as zijdelings wegdraaibare deksel 15. De vuilnisauto 35 is voorts voorzien van een niet weergegeven aangeduide luchtpomp, waarvan de zuigzijde is aangesloten op de laadbuis 37, en waarvan de perszijde in dit geval is aangesloten op een persleiding 38 die in dit uitvoe-ringsvoorbeeld is geïntegreerd in de laadbuis 37, doch in andere toepassingsgevallen ook los van de laadbuis 37 kan staan. De persleiding 38 is aansluitbaar op een in de afvalcontainer 2 gevormd perskanaal 39, dat zich uitstrekt vanaf de bovenzijde hiervan nabij de afvoeropening tot nabij de onderzijde van de afvalcontainer 2, waar het perskanaal 39 via een bochtstuk bovenwaarts door de bodemwand 5 uitmondt in het inwendige van de afvalcontainer 2.
Met behulp van de zuigende laadbuis 37 en de persende persleiding 38 kan de vuilnisauto 35 afvalcontainers 2 met zeer grote volumes legen, waarbij het afval van onderen af door perslucht via de persleiding 38 en het perskanaal 39 omhoog wordt gedrukt en door de onderdruk in de laadbuis 37 en de laadruimte 36 tot in de laadruimte 36 wordt gedwongen.
Voor het tegengaan van verstoppingen in de laadbuis 37 en voor het mogelijk maken van een reductie van de diameter van de laadbuis 37, is deze uitgevoerd met een losneembaar mondstuk 40 zoals in de fig. 9 en 10 is weergegeven. Dit mondstuk 40 bevat middelen voor het klein maken van tenminste het buitenste gedeelte van het in de laadbuis 37 stromende afval. Deze middelen bestaan in dit uitvoeringsvoorbeeld uit een aantal in de doorlaat 41 van het mondstuk 40 stekende snijtanden 42 die radiaal binnenwaarts vanaf een ring 43 verlopen, welke ring 43 met behulp van lagers 44 draaibaar in het mondstuk 40 is ondersteund en aan de radiale buitenzijde is voorzien van een vertanding 45 waarmede een tandwiel 46 van een aandrijfmo-tor 47 in ingrijping is voor het roterend aandrijven van de ring 43 met snijtanden 42. Overigens kunnen in plaats van tanden ook kleine beweegbare hamertjes aan de ring 43 zijn aangebracht, die met contragewichten zijn uitgevoerd en onder invloed van de centrifugale kracht naar binnen worden bewogen.
Fig. 11 toont nog een verdere voorziening voor de inrichting volgens fig. 8, welke bestaat uit een in het inwendige van de afvalcontainer 2 aangebrachte zak 48, die met behulp van een klemring 49 aan zijn openingsrand aan de binnenzijde van de zijwand 4 van de afvalcontainer 2 is bevestigd.
De zak 48, die van zeer sterk materiaal is vervaardigd, rust in zijn onderste stand op de bodem 5 van de afvalcontainer 2 en kan bovenwaarts worden uitgezet tot nabij de afvoeropening van de container. De zak heeft als doel het perskanaal 39 van de afvalcontainer 2 vrij te houden van het afval, terwijl anderzijds het luchtverlies bij het uit de afvalcontainer 2 persen van het afval met behulp van door het perskanaal 39 toegevoerde lucht te beperken, doordat nu lucht niet kan ontwijken en het afval uit de afvalcontainer 2 wordt gedrukt, doordat de zak 48 door de perslucht omhoog wordt gestuwd tot aan de afvoeropening.
De afvalcontainer volgens de fig. 8 en 11 kan na het legen eventueel nog worden ontsmet indien de vuilnisauto 35 is voorzien van een stoomreiniger met behulp waarvan stoom via de laadbuis 37 (fig. 8 en 11) of via de persleiding 38 en het perskanaal 39 (fig. 8) in de afvalcontainer 1 wordt geleid. Op deze wijze ontstaat een zeer hygiënisch systeem, waarbij het legen van de afvalcontainer stank- en stofvrij kan plaatsvinden en bij elke leging de afvalcontainer ook nog eens kan worden gedesinfecteerd.
In fig. 11 is overigens nog te zien dat de stanksluis 18 en het deksel 15 daarvan is voorzien van een om een horizontale as draaibare gekromde sluisdeur.
Fig. 12 en 13 tonen een verbeterde uitvoering van de stanksluis 18 van fig. 11, waarbij deze stanksluis 18 van een zodanig draaielement 49 is voorzien dat nooit een directe verbinding aanwezig is tussen het inwendige van de afvalcontainer 2 en de buitenlucht. Hiertoe bezit de stanksluis 18 een gekromd vast wanddeel 50 waaromheen het ene uiteinde van het draaielement 49, dat is voorzien van een handgreep 51, kan bewegen, terwijl het tegenovergestelde uiteinde van het draaielement 49 inwendig langs dit wanddeel 50 kan bewegen. Hiertoe is dit andere uiteinde 52 van een kleinere krommingsstraal voorzien en sluit dit met een knik 53 aan op de rest van het draaielement 49. Het uiteinde 52 van het draaielement 49 komt pas los van het wanddeel 50, wanneer het tegenovergestelde uiteinde van het draaielement 49 afdichtend tegen het wanddeel 50 komt aan te liggen. Dit is bij een vergelijking van de fig. 12 en 13 te herkennen.
Een geheel andere uitvoering van een stanksluis is weergegeven in de fig. 14 en 15. Overigens wordt opgemerkt dat alle uitvoeringen van de stanksluizen zowel in de uitneembare als in de vast ingebouwde container 2 kan worden gebruikt, waarbij in de laatste uitvoering de stanksluis dan in het bovenste deksel 15 daarvan zal zijn aangebracht. De stanksluis omvat in deze uitvoering een vaste kap 54 met aan één zijde daarvan een inwerpopening 55, die in andere uitvoeringen eventueel ook in de bovenzijde kan zijn gevormd. De inwerpopening 55 is afsluitbaar door een jaloezie of buigzaam kunststof plaatelement 56, dat aan zijn zijkanten op bekende wijze in geleidingsrails is geleid. Het plaatelement of deze jaloezie 56 is in een zodanige baan geleid en bezit een zodanige lengte, dat in de stand hiervan waarin de inwerpopening 55 is vrijgegeven, de jaloezie 56 een doorlaatopening 57 aan de onderzijde van de kap 54 afsluit, zodat door de inwerpopening naar binnen geworpen afval op een horizontaal deel van de jaloezie 56 terechtkomt. Bij het sluiten van de jaloezie 56, dat wil zeggen van de stand volgens fig. 14 naar de stand volgens fig. 15, wordt de inwerpopening 55 afgesloten en vervolgens de eerst afgesloten doorlaatopening 57 vrijgegeven, zodat het afval vanuit de kap 54 in de container 2 kan vallen. Een wand-deel 58 in de kap kan nog dienen voor het afschrapen van afval dat op de jaloezie of het plaatvormige element 56 is gelegen.
In plaats van of in aanvulling op de weergegeven en beschreven stanksluizen, kan de bovenzijde van bij voorkeur de vast ingebouwde afvalcontainer 2 zijn voorzien van een ventilator of een andere afzuiginrichting die door middel van een met een luchtklep uitgevoerde luchtafvoerleiding is aangesloten op de straatriolering resp. een huisaansluiting. Op deze wijze wordt stinkende lucht via de riolering afgevoerd. De aandrijving van de ventilator of de afzuiginrichting kan door zonne-energie worden gevoed of zijn aangesloten op het openbare verlichtingsnet, waarbij de ventilator aangaat wanneer de inwerpopening wordt vrijgegeven en weer uitgaat na het sluiten hiervan door een deksel. Dit aan- en uitschakelen van de ventilator kan met een schakelaar automatisch worden bewerkstelligd.
De fig. 16, 17 en 18 tonen verdere uitvoeringsvarian-ten van in het bijzonder de vast ingebouwde afvalcontainer 2 volgens fig. 11, waarbij de afvalcontainer 2 niet is voorzien van een zak, doch van een op en neer beweegbare bodem 59. Deze bodem 59 is met behulp van afdichtingen 60 of op andere wijze tegen de zijwand 4 van de afvalcontainer 2 afgedicht, zodat afval niet langs de beweegbare bodem 59 naar beneden kan passeren. De bodem 59 bezit verder een opstaande rand 61, waardoor ook vloeistof niet benedenwaarts kan ontsnappen. De beweegbare bodem 59 is bedoeld om het in de afvalcontainer 2 verzamelde afval hieruit te drukken, wanneer de laadbuis 37 van een vuilnisauto hierop is aangesloten. Het omhoog bewegen van de bodem 59 kan worden bewerkstelligd met behulp van de perslucht die vanuit de vuilnisauto 35 via het perskanaal 39 tot onder de bodem 59 wordt toegevoerd (zie fig. 16), doch het is ook mogelijk de bodem 59 op andere wijzen te verplaatsen.
Zo toont fig. 17 een uitvoering, waarbij aan de bodem 59 een moer 62 is bevestigd welke op een verticale schroefspil 63 is gemonteerd, zodat door het draaien van de schroefspil 63 de bodem 59 omhoog of omlaag wordt bewogen. Alhoewel de afvalcontainer 2 met een eigen aandrijving zou kunnen zijn uitgevoerd, verdient het de voorkeur de schroefspil 63 vanuit de vuilnisauto 35 aan te drijven, waartoe de schroefspil 63 is voorzien van een koppeling of aansluiting 64, waarop de aandrijving van de vuilnisauto 35 aansluitbaar is. Nog een andere uitvoering toont fig. 18, waarbij de beweegbare bodem 59 aan hijskabels 65 is gehangen, welke door buizen 66 naar buiten zijn gevoerd en aan een bovenste uiteinde zijn voorzien van hijsogen 67, waarin haken 68 van een lieraandrijving 69 van de vuilnisauto kunnen grijpen voor het omhoog trekken en weer neerlaten van de bodem 59. Uiteraard zou de afvalcontainer 2 ook met een eigen lieraandrijving kunnen zijn uitgevoerd, of van een hydraulische cilinder zijn voorzien voor het bewegen van de bodem.
Fig. 20 toont dat het vanuit de afvalcontainer 2 naar de laadruimte 36 van de vuilnisauto 35 afvoeren van vuil uit de container 2 niet alleen door vacuüm kan worden bereikt, doch dat de laadbuis 37 ook kan zijn voorzien van een of meer schroeftransporteurs. In de uitvoering volgens fig. 20 is de laadbuis 37 voorzien van een eerste verticaal gedeelte 37· met een eerste schroeftransporteur 70 en een tweede horizontaal of schuin verlopend gedeelte 37'1 met een tweede schroeftranspor-teur 71, waarbij de beide schroeftransporteurs 70 en 71 zodanig op elkaar aansluiten dat het afval van de eerste schroef-transporteur 70 naar de tweede schroeftransporteur 71 kan worden overgegeven. De beide schroeftransporteurs kunnen van een afzonderlijke aandrijfmotor zijn voorzien, of met elkaar zijn gekoppeld en door een enkele motor 72 aandrijfbaar zijn. De eerste schroeftransporteur 70 is bij uitsluiting van de laadbuis 37 op de container 2 tot in het inwendige van de container 2 brengbaar, zodat nagenoeg al het afval uit de container kan worden afgevoerd.
Fig. 20 toont nog dat in plaats van twee buisgedeel-ten 37' en 37" met twee schroeftransporteurs 70 en 71 ook gebruik kan worden gemaakt van een enkele gebogen laadbuis 37, waarin een enkele gelede schroeftransporteur 73 is onderge- bracht die door de gehele laadbuis 37 verloopt. Deze schroef-transporteur kan ook, bijvoorbeeld met een hydraulische cilinder welke aan het afvoereinde van de transporteur is aangebracht, uit de laadbuis worden geschoven, teneinde in de afvalcontainer te worden neergelaten, waardoor de container met deze schroef kan worden leeggehaald.
Fig. 21 toont nog dat de laadruimte 36 van de vuilnisauto 35 kan zijn voorzien van een aantal afzonderlijke compartimenten 74 die achter elkaar zijn opgesteld en door deksels 75 afsluitbaar zijn. Boven de compartimenten 74 strekt zich een distributieschroef 76 uit, die het op dat moment door de laadbuis 37 aangevoerde afval naar het bijbehorende, geopende compartiment 74 kan transporteren. Op deze manier is de vuilnisauto 35 voor verschillende soorten afval geschikt, zodat containers voor verschillende soorten afval met een en dezelfde auto kunnen worden geleegd, hetgeen tot vermindering van verkeersbewegingen van vuilnisauto's leidt. De compartimenten 74 kunnen bijvoorbeeld worden geleegd door het zijdelings kantelen van de laadruimte, waarbij het afval uit een zijdeur van de betreffende compartimenten 74 kan vallen. Indien meer compartimenten zijn aangebracht dan er afvalstromen zijn, kan in afhankelijkheid van het aanbod het benodigde aantal compartimenten voor een bepaalde soort afval worden ingezet. Hierdoor is het mogelijk de vuilnisauto zo goed mogelijk te benutten met betrekking tot de inhoud.
Voor het verder verminderen van het aantal verkeersbewegingen van vuilnisauto's is het gunstig de afvalcontainers te voorzien van een waarschuwingssysteem, waarmede aan een centrale kan worden gemeld indien een afvalcontainer bijna vol is en derhalve moet worden geleegd. Hiertoe kunnen in de afvalcontainer een of meer sensoren worden ingebouwd. Dit is in het bijzonder nuttig indien de ondergrondse afvalcontainers zeer groot zijn, en waarbij dan ook geen gecompartimenteerde vuilnisauto noodzakelijk is, daar de vuilnisauto bij het ledigen van enkele ondergrondse containers direct vol zit en daardoor ook rechtstreeks het betreffende afval kan afvoeren naar een daarvoor bestemde verwerkingslokatie zonder extra overslag.
De fig. 22 en 23 tonen uitvoeringen van de inrichting volgens de uitvinding, die geschikt zijn gemaakt voor het com- posteren of voorcomposteren van het in de afvalcontainer 2 geworpen afval, zoals GFT of ander composteerbaar afval. Dit composteren of voorcomposteren levert een besparing op bij het inzamelen, vanwege de volumevermindering die het composteren met zich meebrengt, terwijl tevens de verwerkingskosten hierdoor kunnen worden verminderd. De uitvinding is gebaseerd op het direct composteren van het afval in de afvalcontainer 2. Afhankelijk van de wijze waarop het afval wordt aangeboden, bijvoorbeeld los gestort, in composteerbare zakken of in dichte plastic zakken, zal aan de bovenzijde direct onder de vulopening 14 een verkleiner 77, bijvoorbeeld beweegbare scherpe messen, zijn aangebracht. Hiermede kunnen zakken opengesneden worden ten gevolge van het eigen gewicht, of in het geval van een aandrijfbare verkleiner kan deze automatisch in werking worden gesteld, nadat het deksel van de vulopening 14 wordt gesloten.
De beide uitvoeringen van de inrichting volgens de uitvinding volgens de fig. 22 en 23 zijn voorzien van tenminste één ventilator 78 voor het in het afval in de afvalcontainer 2 brengen van zuurstof, in dit geval door middel van lucht. De ventilator 78 kan op verschillende plaatsen worden aangebracht. In de uitvoeringen volgens fig. 22 en 23 is de ventilator 78 nabij de bovenzijde van de afvalcontainer 2 aan de buitenzijde daarvan in een put 79 in de grond ondergebracht, waarbij de ventilator 78 via een kanaal 80 en een slang 81 lucht door de beweegbare bodem 59 in het inwendige van de afvalcontainer 2 kan blazen. De ventilator 78 zuigt daarbij lucht uit het bovenste gedeelte van de afvalcontainer 2 af, zodat de lucht in de afvalcontainer 2 kan circuleren en door het openen van de inwerpopening 14 nieuwe lucht in de container kan komen. De ventilator 78 zou ook onder de bodem 59 kunnen zijn gemonteerd, zoals met stippellijn in fig. 22 is aangeduid, waarbij de lucht dan via het kanaal 80 en de slang 81 door de ventilator wordt aangezogen. Eventueel kunnen ook meerdere ventilatoren of andere zuurstoftoevoerorganen in of aan de afvalcontainer 2 worden gemonteerd.
De afvalcontainer 2 in de uitvoering volgens fig. 22 dient altijd in combinatie met andere afvalcontainers te worden gebruikt, omdat de compostering voornamelijk plaatsvindt indien de gehele afvalcontainer 2 is gevuld. Op dat moment dient een andere container voor inzameling van afval, terwijl de volle container dan wordt gebruikt voor het composteren van de inhoud daarvan.
In de uitvoering volgens fig. 23 vindt een continu composteringsproces plaats, waarbij nieuw afval door de in-werpopening 14 bovenin wordt toegevoerd en reeds gecomposteerd of voorgecomposteerd afval nabij de bodem van de afvalcontainer 2 wordt afgevoerd, doordat een afvoeropening 82 nabij de bodem van de afvalcontainer is gevormd en een buis 83 met een schroeftransporteur 84 zich in het onderste gedeelte van de afvalcontainer 2 bevindend afval bijvoorbeeld naar een vuilnisauto kunnen afvoeren. Ook in dit geval is de ventilator 78 weer in een put 79 nabij de bovenzijde van de afvalcontainer 2 geplaatst of onder de bodem ondergebracht, zoals wederom met streeplijnen is aangegeven. Overtollige proceslucht van de compostering kan tussentijds worden afgevoerd, bijvoorbeeld naar straatrioleringen of huisaansluitingen. Een dergelijke afvoer is bij 86 in fig. 22 aangegeven.
Zoals duidelijk zal zijn, zijn buiten de getoonde uitvoeringsvoorbeelden nog vele variaties mogelijk. Zo kan de bovengrondse dwarsdoorsnede van de afvalcontainer 2 kleiner zijn dan de ondergrondse, waardoor zeer grote afvalcontainers 2 kunnen worden gemaakt zonder dat dit invloed heeft op het bovengrondse deel. In dit geval zal de mantel zich slechts ondergronds uitstrekken. Wel zal er in de regel naar worden gestreefd de inwerpopening 14 op een comfortabele hoogte van bijvoorbeeld 80 a 90 cm te handhaven teneinde het inwerpen op ergonomisch gunstige wijze te laten plaatsvinden. In het geval dat de buitenmantel zich slechts ondergronds uitstrekt, is het voor de veiligheid gunstig indien bij het uit de buitenmantel 1 verwijderen van de afvalcontainer 2 automatisch, bijvoorbeeld door middel van een veerinrichting of met contragewichten, een hek of binnenmantel omhoog komt, waardoor wordt verhinderd dat passanten in de buitenmantel 1 vallen.
De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekeningen weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeelden, die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd. Zo kan een voorziening zijn aangebracht voor het met de voet openen van het deksel van de inwerpopening van de afvalcontainer, zodat als het ware een pedaalemmer ontstaat. Deksels voor inwerpopeningen van de afvalcontainers, die niet door hun gewicht zelf sluiten, kunnen worden voorzien van een terugstelorgaan, zoals een veer, dat bij het openen van het deksel wordt opgewonden en zodoende energie voor het sluiten verkrijgt.

Claims (25)

1. Inrichting voor het verzamelen van afval, zoals GFT, glas, papier, grofvuil e.d. voorzien van een afvalcontainer met een inwerpopening in of nabij de bovenwand en een af-dichtbare afvoeropening voor het legen van de afvalcontainer, met het kenmerk, dat de afvalcontainer in bedrijf gedeeltelijk in de grond is geplaatst.
2. Inrichting volgens conclusie 1, voorzien van een althans gedeeltelijk in de grond in te bouwen buitenmantel waarin de afvalcontainer plaatsbaar is en· hieruit kan worden verwijderd ten behoeve van het legen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de afvalcontainer aan de onderzijde is voorzien van een scharnierbaar deksel.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij het deksel komvormig is.
5. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de afvalcontainer nabij de bovenzijde is voorzien van een dwarsdeling met een scharnier voor het scharnierend verbinden van een bp-ven en onder de dwarsdeling gelegen deel van de container voor het vormen van de afvoeropening.
6. Ophaal- en transportmiddel voor het verwijderen van het afval uit de afvalcontainer volgens conclusie 5, voorzien van een kantelmechanisme voor het hijsen en omkeren van de afvalcontainer.
7. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de afvalcontainer vast in de grond is ingebouwd en de inwerpopening in een bovenste deksel is ingebouwd, dat verwijderbaar is voor het vrijgeven van een bovenwaarts gekeerde afvoeropening voor aansluiting van een laadbuis.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de afvalcontainer is voorzien van een vanaf het niveau van de afvoeropening naar de bodem verlopend perskanaal dat via een bocht-gedeelte in het inwendige van het kanaal uitmondt terwijl aan het bovenste uiteinde van het perskanaal een persleiding aan-sluitbaar is.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij in het inwendige van de afvalcontainer een zak van sterk materiaal is aangebracht, waarvan de openingsrand nabij de bovenzijde van de afvalcontainer met een klemring hieraan is vastgezet en waarvan de vorm althans ongeveer is aangepast aan die van het inwendige van de afvalcontainer.
10. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de container is voorzien van een beweegbare bodem met opstaande randen, welke bodem tegen de zijwand van de container is afgedicht en met een aandrijving op en neer beweegbaar is.
11. Inrichting volgens conclusie 8 en 10, waarbij de aandrijving voor de beweegbare bodem bestaat uit door het perskanaal toegevoerde perslucht.
12. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de aandrijving voor de beweegbare bodem is voorzien van een mechanische overbrenging zoals hijskabels of een spindel, die op de bodem aangrijpt en waarop een uitwendige motor aansluitbaar is, of is voorzien van hydraulische cilinders.
13. Ophaal- en transportmiddel voor het verwijderen van afval uit de afvalcontainer volgens een der conclusies 7-12, voorzien van een afgesloten laadruimte met een daarmede verbonden laadbuis voor aansluiting op de afvoeropening van de afvalcontainer, en afvoermiddelen voor het uit de afvalcontainer halen van afval.
14. Ophaal- en transportmiddel volgens conclusie 13, waarbij de afvoermiddelen zijn voorzien van een luchtpomp voor het met behulp van lucht uit de afvalcontainer halen van afval.
15. Ophaal- en transportmiddel volgens conclusie 14, waarbij de luchtpomp met zijn zuigzijde op de laadbuis en/of met zijn perszijde op een persleiding is aangesloten, welke persleiding op het perskanaal van de afvalcontainer aansluitbaar is.
16. Ophaal- en transportmiddel volgens conclusie 14, waarbij de afvoermiddelen zijn voorzien van een of meer schroeftransporteurs voor het van de container naar het laadruim transporteren van het afval.
17. Ophaal- en transportmiddel volgens een der conclusies 13-16, waarbij de laadruimte bestaat uit meerdere afzonderlijke compartimenten voor verschillende soorten afval.
18. Ophaal- en transportmiddel volgens een der conclusies 13-17, waarbij de mond van de laadbuis is uitgevoerd met een mondstuk met beweegbare verkleiningsorganen, zoals roteerbare snijorganen, die in de doorlaat van het aansluitstuk steken.
19. Ophaal- en transportmiddel volgens een der conclusies 13-18, dat is uitgerust met een reinigingseenheid, zoals een stoomreiniger, voor het via de laadbuis en/of de persleiding desinfecteren van de afvalcontainer na het legen hiervan.
20. Inrichting volgens een der conclusies 1-5 of 7-12, waarbij onder de inwerpopening van de afvalcontainer een stanksluis is aangebracht.
21. Inrichting volgens conclusie 20, waarbij de stanksluis is voorzien van een om een horizontale of verticale as draaibare draaideurinrichting.
22. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, 7-12 of 20, 21, waarbij het vast in de grond te bouwen deel van de inrichting aan de onderzijde is voorzien van een punt, terwijl deze punt en de buitenzijde van het in te bouwen deel zijn uitgevoerd met een boorspiraal.
23. Inrichting volgens een der conclusies 1 of 7-12, welke is ingericht voor het tenminste voorcomposteren van het in de afvalcontainer geworpen composteerbare afval.
24. Inrichting volgens conclusie 23, waarbij de afvalcontainer is voorzien van een luchttoevoerorgaan voor het, bij voorkeur van onderen af, toevoeren van lucht aan het inwendige van de container.
25. Inrichting volgens conclusie 23 of 24, waarbij de afvoeropening van de afvalcontainer aansluit nabij de bodem hiervan en via een afvoerpijp bovenwaarts uitmondt, welke afvoerpijp met een transportorgaan kan zijn uitgevoerd.
NL9201922A 1992-09-17 1992-11-04 Inrichting voor het verzamelen van afval; alsmede ophaal- en transportmiddel daarvoor. NL9201922A (nl)

Priority Applications (11)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201922A NL9201922A (nl) 1992-09-17 1992-11-04 Inrichting voor het verzamelen van afval; alsmede ophaal- en transportmiddel daarvoor.
AU50986/93A AU5098693A (en) 1992-09-17 1993-09-17 Device for collecting refuse, as well as removal and transport means therefor
PCT/NL1993/000189 WO1994006707A2 (en) 1992-09-17 1993-09-17 Device for collecting refuse, as well as removal and transport means therefor
EP93922668A EP0659159B2 (en) 1992-09-17 1993-09-17 Device for collecting refuse
DE1993616035 DE69316035T2 (de) 1992-09-17 1993-09-17 Müllsammelvorrichtung sowie Entleerungs- und Transportvorrichtung dafür
EP19950203135 EP0708036B1 (en) 1992-09-17 1993-09-17 Device for collecting refuse
CA 2144851 CA2144851A1 (en) 1992-09-17 1993-09-17 Device for collecting refuse, as well as removal and transport means therefor
DE69322525T DE69322525D1 (de) 1992-09-17 1993-09-17 Müllsammelvorrichtung
EP19950203136 EP0708039B1 (en) 1992-09-17 1993-09-17 Device for collecting refuse, as well as removal and transport means therefor
DE69303719T DE69303719T2 (de) 1992-09-17 1993-09-17 Vorrichtung zum sammeln von müll
AT93922668T ATE140434T1 (de) 1992-09-17 1993-09-17 Vorrichtung zum sammeln von müll

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9201615A NL9201615A (nl) 1992-09-17 1992-09-17 Inrichting voor het verzamelen van afval; alsmede ophaal- en transportmiddel daarvoor.
NL9201615 1992-09-17
NL9201922A NL9201922A (nl) 1992-09-17 1992-11-04 Inrichting voor het verzamelen van afval; alsmede ophaal- en transportmiddel daarvoor.
NL9201922 1992-11-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9201922A true NL9201922A (nl) 1994-04-18

Family

ID=26647013

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9201922A NL9201922A (nl) 1992-09-17 1992-11-04 Inrichting voor het verzamelen van afval; alsmede ophaal- en transportmiddel daarvoor.

Country Status (7)

Country Link
EP (3) EP0708039B1 (nl)
AT (1) ATE140434T1 (nl)
AU (1) AU5098693A (nl)
CA (1) CA2144851A1 (nl)
DE (3) DE69303719T2 (nl)
NL (1) NL9201922A (nl)
WO (1) WO1994006707A2 (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2036916B1 (es) * 1991-05-02 1994-01-01 Etxaniz Modesto Balerdi Sistema soterrado de deposito de basuras en poblaciones.
DE19527408C1 (de) * 1995-07-27 1996-12-12 Ingbuero Peters Einfüllschleuse für Behälter
NL1002778C2 (nl) * 1996-04-03 1997-10-06 Kliko Milieutechniek Bv Afvalsysteem, alsmede voertuig en houder daarvoor.
EP0803451A1 (de) * 1996-04-22 1997-10-29 Frithjof W. Schepke GmbH Sammelbehälter
NL1004525C2 (nl) * 1996-11-14 1998-05-18 Bekker L J Holding Ondergrondse afvalinzameling.
IT1293196B1 (it) * 1997-02-26 1999-02-16 Ali Spa Dispositivo di alimentazione per macchine per il trattamento di miscele alimentari pastose o liquide quali i pastorizzatori per
NL1006649C2 (nl) * 1997-07-23 1999-01-26 Ronald Barend Van Santbrink Inrichting voor het geïndividualiseerd inbrengen van voorwerpen.
IT1299314B1 (it) * 1998-01-08 2000-03-16 Giulio Cambiuzzi Procedimento e relativi impianti per il trattamento e lo smaltimento di rifiuti.
NL1010325C2 (nl) * 1998-10-15 2000-04-18 Arnold Steven Lindeman Inrichting voor het ondergronds verzamelen van afval.
IT1308935B1 (it) * 1999-04-21 2002-01-15 Carlo Galeazzi Dispositivo per la raccolta di rifiuti
NL1012682C2 (nl) 1999-07-23 2001-01-24 Fountain Tech Bv Inrichting voor opslag en transport van volumineuze houders.
FR2816294B1 (fr) 2000-11-08 2003-06-27 Bernard Boucher Dispositif de fermeture d'un conteneur a ordures et conteneur adapte
NL1022354C2 (nl) 2003-01-10 2004-07-13 Dijkstra Holding B V Inrichting voor de opvang van afval.
NL1028001C2 (nl) * 2005-01-11 2006-07-12 Wastec Bv Afvalverzamelsysteem met verbeterde aankoppeling.
DE202005006468U1 (de) * 2005-04-22 2006-08-24 Pöttinger Entsorgungstechnik GmbH & Co. KG Müllsammelvorrichtung
ITMI20091297A1 (it) * 2009-07-22 2011-01-23 Luca Daniele Besana Contenitore interrato/seminterrato per il contenimento di rifiuti urbani, in particolare la frazione umida
DE202012100425U1 (de) 2011-04-18 2012-03-14 Patrick Bauer Einwurfsäule eines Unterflur-Sammelbehälters
DE202012102398U1 (de) * 2012-06-28 2013-09-30 Paul Wolff Gmbh Einwurfgehäuse eines unterirdisch angeordneten Abfallsammelbehälters
FR2994957B1 (fr) * 2012-09-04 2014-08-29 Biloba Environnement Ensemble de conteneur destine a contenir des dechets a collecter au moyen d’un vehicule de collecte
US20150210470A1 (en) * 2014-01-28 2015-07-30 Deep Green USA, LLC Semi-underground waste system using a quick replacement reinforced liner
FI126494B (en) * 2015-10-30 2017-01-13 Molok Oy quick equipment
NL2023512B1 (en) * 2019-07-16 2021-02-08 Rio Boxx B V Subterranean waste collector and method for emptying such a subterranean waste collector

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE69232C (de) H. MENDE auf Samuelsglück-Grube per Grofs-Dombrowka bei Beuthen O.-Schl Schutzvorrichtung für Förderschächte
US1333051A (en) 1917-03-14 1920-03-09 Young Harvey Closure for garbage-cans
DE1097355B (de) 1956-01-07 1961-01-12 Otto Zweig Einrichtung zum Einsenken bzw. Ausheben von Muelltonnen, Muelleimern u. dgl. in bzw. aus Einsenkgruben
US3485408A (en) * 1968-04-03 1969-12-23 Frederick E Benesch Multi-sectioned container
US3613915A (en) 1969-11-07 1971-10-19 Lawrence Vita Garbage collection system
US3677422A (en) * 1971-03-26 1972-07-18 Meyers Electrocooling Products Refuse handling system
US3858927A (en) * 1972-10-16 1975-01-07 William H Sutton Apparatus for side pick up refuse collection
DE3608730A1 (de) 1986-03-15 1987-09-17 Josef Klems Bodenversenkbare raumzelle mit einem behaelter fuer muell-, schuett- und lagergueter
US4715498A (en) * 1986-11-24 1987-12-29 Sage Products, Inc. Sharps disposal system
GR880100211A (el) * 1987-04-20 1989-01-31 Bemis Manufacturing Ko Δοχειο απορριματων ιδιως για οξεα (κοφτερα) αντικειμενα
DE3727431A1 (de) * 1987-08-17 1989-03-02 Fraunhofer Ges Forschung Behaeltersystem
ATE83460T1 (de) * 1989-05-17 1993-01-15 Govoni Spa Anlage zum sammeln gebrauchter kunststoffbehaelter versehen mit einer saugvorrichtung.
EP0432306B1 (de) * 1989-12-15 1993-02-10 Hugo Harder Plakat-Säulen-Container
DE9004988U1 (de) * 1990-05-02 1991-08-29 Busse Design Ulm GmbH, 7915 Elchingen Versenkt angeordneter Recycling-Sammler
IT1242259B (it) * 1990-10-11 1994-03-03 Giancarlo Galeazzi Dispositivo per la raccolta di rifiuti
NL9002735A (nl) * 1990-12-12 1992-07-01 Pieter Adriaan Van Den Herik Werkwijze en inrichting voor het afvoeren van huisvuil uit een bepaald woongebied.
DE9100695U1 (de) * 1991-01-22 1991-04-11 Ostermayr, Josef, 84106 Volkenschwand Einwurfklappe für Sammelbehälter

Also Published As

Publication number Publication date
WO1994006707A3 (en) 1994-05-11
EP0708039B1 (en) 1997-12-29
WO1994006707A2 (en) 1994-03-31
DE69303719T2 (de) 1997-03-06
DE69322525D1 (de) 1999-01-21
EP0708036A1 (en) 1996-04-24
DE69303719D1 (de) 1996-08-22
EP0659159A1 (en) 1995-06-28
CA2144851A1 (en) 1994-03-31
DE69316035D1 (de) 1998-02-05
AU5098693A (en) 1994-04-12
EP0659159B1 (en) 1996-07-17
DE69316035T2 (de) 1998-08-13
EP0659159B2 (en) 2001-03-21
EP0708039A1 (en) 1996-04-24
ATE140434T1 (de) 1996-08-15
EP0708036B1 (en) 1998-12-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9201922A (nl) Inrichting voor het verzamelen van afval; alsmede ophaal- en transportmiddel daarvoor.
US3613915A (en) Garbage collection system
EP0957048B1 (en) Suction system for urban wastes and for recyclable materials
US20210122567A1 (en) Trash Storage and Disposal System and Method
WO2020087030A1 (en) Trash storage and disposal system and method
US5718017A (en) Waste collector
US5638747A (en) Rubbish container with automatic compressing mechanism
CN212798123U (zh) 一种垃圾分类储放箱
KR101753538B1 (ko) 생활쓰레기 수거용 청소차량의 적재함
WO2006032073A1 (en) Apparatus and method for receiving and storing recyclable product
NL1028337C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het legen van een afvalcontainer.
US20060104782A1 (en) Apparatus for collecting waste
US6328522B1 (en) Method and apparatus for collecting and transferring refuse
NL9201615A (nl) Inrichting voor het verzamelen van afval; alsmede ophaal- en transportmiddel daarvoor.
RU87412U1 (ru) Устройство для сбора бытового мусора
KR100294949B1 (ko) 음식물쓰레기수거차량
NL1010325C2 (nl) Inrichting voor het ondergronds verzamelen van afval.
CN200960730Y (zh) 一种连体式生活垃圾压缩机
KR200451116Y1 (ko) 쓰레기 위생 보관장치
CN201305312Y (zh) 一种新型地下隐藏式垃圾压缩中转设备
CN209097469U (zh) 一种城市隐形垃圾箱
CN211919760U (zh) 一种地埋脚动开启垃圾箱
CN213036625U (zh) 一种云语音智能分类垃圾桶
CA2259822A1 (en) Vehicle, bin and system for collecting, compacting and unloading source-separated recyclables
JPS62290602A (ja) ごみの収集用コンテナ

Legal Events

Date Code Title Description
BX A request for additional search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed
BY An additional search report has been drawn up