NL9200370A - Raamuitzetter. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Raamui tzet. t.et .

De uitvinding heeft betrekking op een raamuitzetter, omvattende een eerste arm en een tweede, via een dwars op de langsrichting daarvan staande eerste as, scharnierend daarmee verbonden arm, waarvan de eerste in de samengeklapte toestand ligt binnen de tweede, en waarbij de eerste arm via een met de eerste as evenwijdige tweede as is verbonden met een eerste koppeldeel, dat via een dwars op de eerste en tweede as gelegen eerste dwarsas wordt gedragen door een eerste bevestigingsdeel, terwijl de tweede arm via een tweede dwarsas is verbonden met een tweede koppel-deel dat via een derde, met de eerste en tweede as evenwijdige scharnieras is verbonden met het tweede bevestigings-deel, en waarbij het eer.-j’e koppeldeel is voorzien van een uit een zijvlak daarvan naar binnen uitstekende grendel-haak, die samenwerkt: met een opneemopening in de, in de samengeklapte toestand der raamuitzetter daartegenover gelegen wand van het tweede koppeldeel, een en ander zodanig, dat in de t.egen het raam gedraaide toestand der samen-geklapte raamuitzetter de haak door de rand der opneemope-ning wordt ontsloten.

Eeri dergelijke raamultzett er is op zich bekend uit het Europees octrooi 0 277 37 L ten name van aanvraagster. Deze raamuitzetter is reeds <->·.? n aanzienlijke verbetering ten opzichte van de klassiek1' t aamui tzetter die in s-amengeklapte toestand in een stand evenwijdig aan het raam kan worden gebracht EN' WEL door de aanwezigheid van de grendel haak die in de wegdraai st and, waarin de raamui tzetter evenwijdig is met het raamkozijn het forceren van de raamuitzetter bemoei lijkt.

Dit neemt niet weg dm bi j lier. uitoefenen van extreem grote krachten op het raamkoz i jn, bi jvoorbeeld met behulp van een koevoet, de uitzetter kan worden geforceerd doordat de grendelhaak wordt omgebogen. Dan kan alsnog de situatie ontstaan dat het raam kan worden geopend.

De uitvinding beoogt, dit bezwaar te ondervangen en maakt dit mogelijk met een wel bijzonder eenvoudige, de constructie niet gecompliceerder of duurder makende maatregel. Volgens de uitvinding is in de grendelhaak een vanuit de onderrand daarvan uitgaande en naar de bovenrand ervan gerichte insnijding gevormd die in de samengeklapte en tegen het raam gedraaide toestand der raamuitzetter ligt tegenover het been van het tweede koppeldeel waardoor de derde scharnieras gaat.

Wordt bij het forceren van het raam dit tweede, met het raam verbonden, koppeldeel omhoog gedrukt dan komt het vanzelf in de insnijding te liggen, waardoor de raamuit-zetter vergrendeld blijft.

Wanneer op het raam een grote, naar buiten gerichte kracht wordt uitgeoefend dan zal de bovenzijde van de buitenliggende arm uitbuigen en komt ook dan het daarmee verbonden koppeldeel in de insnijding te liggen met. als resultaat een blijvende vergrendeling. Verbuigen van de haak zal daaraan niets veranderen.

De uitvinding wordt toegeJicht aan de hand van de tekening.

Figuur 1 is een eerste zi. jaanzicht van de raamuitzetter volgens de uitvinding in de half uitgezette toestand; figuur ?, is een tweede zijaanzicht, gezien vanaf de andere zijde, van de raainuitzetter in deze toestand; figuur 3 is een zijaanzicht van de einden der armen in de samengeklapte toestand van de raamuitzetter; figuur 4a is een eindaanzi chi: van de raamui V zet ter in de samengeklapte en weggedraaide toestand; figuur 4b en 4c zijn overeenkomstige eindaanz.iohten met de delen in de stand welke deze innemen wanneer wordt getracht het raam te forceren; figuur 5 is een perspectivisch bovenaanzicht van het eerste koppeldeel met. de grendelhaak volgens de uitvinding.

De raamuitzetter volgens de uitvinding, in zijn geheel in de figuren aangegeven met het verwijzinysei jfer 2, bestaat op de gebruikelijke wijze uit een eerste arm 4 en een tweede arm 6, die via «*en dwars op de langsrdchting de armen staande eerste as 8 scharnierend met elkaar zijn verbonden. De eerste arm 4 is via een met. de eerste as 8 evenwijdige tweede as 10 scharnierend verbonden met een eerste koppeldeel 12; dit koppeldeel wordt, om een dwars op de eerste en tweede as staande eerste dwarsas 14 (die dn de praktijk dus verticaal zal staan), gedragen door een eerste bevestigingsdeel 16, dat met schroeven 18 is vastgezet op het vaste kozijn 20.

De tweede arm 6 is via een tweede, dwars op de assen 8 en 10 staande scharnieras 22 gekoppeld met een tweede koppeldeel 24, dat via een met de assen 8 en 10 evenwijdige, in de praktijk dus horizontale scharnieras 26 is gekoppeld met een tweede bevestigingsdeel 28, dat met schroeven 30 is vastgezet op het raamkozijn 32.

De tweede arm draagt de bedieningshandgreep 34, waarmee de raamuitzetter in de gesloten, halfopen en open stand kan worden gebracht.

De raamuitzetter kan in de samengeklapte toestand worden gebracht, waarin de arm 4 ligt binnen de arm 6 en vervolgens door verdraaien om de, dan bedde verticale en in een lijn gelegen assen 14 on 22 dn de in figuur 4 getekende stand worclen gebracht, waarin de raamuitzetter evenwijdig is met het raam en aldus geen hinderlijk, in de ruimte uitstekend, obstakel vormt.

Het in hoofdzaak U-vormig eerste koppeldeel 12 bestaat (zie in het bijzonder figuur p>) uit de bodem 40 en de beide daaruit uitstekende opstaande wanden 42 en 44. De wand 44 bötaat udt de beide, in elka.tr overgaande delen 44a en 44b, waarvan het deel 44b een over circa 60'- naar binnen omgezette grendellip 46 draagt. De wand 42 is gedeeltelijk weggesneden. Het tweede koppelde*?] 24 (zie figuur 3 en 4a-4b) is eveneens in hoofdzaak V-vormig met oen bodem 50 waaruit een eerste einduund 52, en een tweede (.-vormige eindwand, die bestaat uit do delen 54a, 64b, uitsteekt. Aldus valt, wanneer de raamui *-zet ter in de, in de figuren 4a-4c getekends stand wordt gedraaid de haak 46 achter het been 54a waardoor de raamui tzettier in de gesloten stand is vergrendeld.

Tot zover komt de raamuitzetter volgens de uitvinding overeen met die, welke op zich bekend is uit het Europees octrooi 0 277 375 ten name van aanvraagster.

Volgens de uitvinding is, teneinde deze raamuitzetter nog beter bestand te maken tegen forceren, in de grendellip 46 een uitsparing 46a gevormd. Deze uitsparing ligt in de samengeklapte en weggedraai.de stand van de raamuitzetter, zoals in eindaanzicht in de figuren 4a-4c is weergegeven, tegenover de bovenrand 58 van het. been 54b van het koppel-deel 24. Een inbreker die tracht de raamuitzetter te forceren door het plaatsen van een koevoet tussen de onderrand van het raam 32 en het vaste kozijn 20 en daarbij een kracht in de richting van de pijl 60a uitoefent zal het raam 32 met het bevestiging s >1 o o 1 28, en daarmee de schar-nieras 26 en het tweede koppeldeel 24, omhoog drukken zodat; de in figuur 4b getekende stand ontstaat waarin het been 54b ligt in de uitsparing 46a. In vrijwel alle gevallen gaat dit forceren gepaard mer het op het raam 32 uitoefenen van een horizontaal gericht·* kracht (in de richting van de pij? 60b) en daardoor ontstaat de situatie volgens figuur 4c waarin de grendelhaak wordt weggebogen; juist dan kan de raamuitzetter nog steeds niet. in de vrijgeef stand worden gebracht daar het eerste koppel deel 12 en het tweede kop-peldeel 24 altijd via het in de uitsparing 46a vallend been 54b met elkaar blijven gekoppeld.

Claims (1)

1. Raamuitzetterr omvattende een eerste arm (4) en een tweede, via een dwars op de langsrichting daarvan staande eerste as (8), scharnierend daarmee verbonden arm (6), waarvan de eerste in de samengeklapte toestand ligt binnen de tweede, en waarbij de eerste arm (4) via een met de eerste as (8) evenwijdige tweede as (10) is verbonden met een eerste koppeldeel (12) , dat via een dwars op de eerste en tweede as gelegen eerste dwarsas (14) wordt gedragen door een eerste bevestiginqsdeel (16), terwijl de tweede arm (16) via een tweede dwarsas (22) is verbonden met een tweede koppeldeel (24) dat via een derde, met de eerste en tweede as evenwijdige scharnieras (26) is verbonden met het tweede bevestigingsdeel (28), en waarbij het eerste koppeldeel (12) is voorzien van een uit een zijvlak (44) daarvan naar binnen uitstekende yrendelhuak (46), die samenwerkt met een opneemopening (56) in de, in de samengeklapte toestand der raamuitzetter daartegenover gelegen wand (54) van het tweede koppeldeel (24), een en ander zodanig, dat in de tegen het raam gedraaide toestand der saméngeklapte raamuitzetter de haak (46) door de rand (58) der opneemopening wordt ontsloten, met het kenmerk, dat in de grendel~ haak (46) een vanuit de onderrand daarvan uitgaande en naar de bovenrand ervan gerichte insnijding (46a) is gevormd die in de samengeklapte en tegen het raam gedraaide stand der raamuitzetter ligt tegenover het heen (54b) van het tweede koppeldeel (54) waardoor de derde scharnieras (26) cjaat.