NL9200219A - Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel en volgens deze werkwijze vervaardigd schaduwfluweel. - Google Patents

Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel en volgens deze werkwijze vervaardigd schaduwfluweel. Download PDF

Info

Publication number
NL9200219A
NL9200219A NL9200219A NL9200219A NL9200219A NL 9200219 A NL9200219 A NL 9200219A NL 9200219 A NL9200219 A NL 9200219A NL 9200219 A NL9200219 A NL 9200219A NL 9200219 A NL9200219 A NL 9200219A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pile
fabric
weft thread
weft
threads
Prior art date
Application number
NL9200219A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Haezebrouck Weverij Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Haezebrouck Weverij Bvba filed Critical Haezebrouck Weverij Bvba
Publication of NL9200219A publication Critical patent/NL9200219A/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D27/00Woven pile fabrics
    • D03D27/02Woven pile fabrics wherein the pile is formed by warp or weft
    • D03D27/10Fabrics woven face-to-face, e.g. double velvet

Description

Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel en volgens deze werkwijze vervaardigd schaduwfluweel.
De huidige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel, waarvan de poolkettingdraden met de inslagdraden gebonden zijn volgens een 4/8-W- binding, terwijl men door het sturen van de figuurkettingdraden, per rapport van vier inslagen, één of meerdere inslagdraden langs de poolzijde van het weefsel naar keuze zichtbaar of onzichtbaar kan maken, teneinde, door de kleur van de reeds zichtbare in kombinatie met de gewild zichtbaar of onzichtbaar gemaakte inslagdraden, bepaalde kleuren, of kleurenkoiubinaties in het weefsel te verkrijgen volgens een bepaald patroon, hetgeen naast de bestaande mogelijkheid om tekeningen in het weefsel te krijgen door de stand van de figuurketting ten opzichte van de opeenvolgende inslagdraden aan weerszijden van de plaats waar de pooldraden pool vormen zo te bepalen dat men ofwel een linksgerichte, een rechtsgerichte of een rechtopstaande pool verkrijgt, een mogelijkheid biedt om tekeningen in het weefsel te bepalen, met een grotere kleurenvariatie, dan mogelijk is met de bestaande technieken bij de hogergenoemde poolbindingswij ze in schaduwfluweel.
De huidige uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze die van de hierboven beschreven werkwijze afwijkt doordat per rapport van vier inslagen, een vijfde inslagdraad wordt ingebracht die door de sturing van de figuurkettingdraden zo kan ingebonden worden, dat hij ofwel zichtbaar ofwel onzichtbaar is langs de poolzijde van de weefsels. Deze bijkomende inslag geeft bij elke poolrichting een bijkomende keuzemogelijkheid voor het al dan niet zichtbaar maken van die bepaalde kleur in het weefsel. Al naargelang deze vijfde inslag tussenkomt bij de inbinding van de pooldraden of niet, bekomt men een 5/10-W-binding respectievelijk een 4/10-w-binding.
Het is algemeen gekend dat in schaduwfluweel een tekening kan geweven worden door het wijzigen van de poolrichting. Bij deze gekende werkwijze worden de inslagdraden ingebonden door de bindkettingdraden -bijvoorbeeld volgens een lijnwaadbinding - die met een schachtmachine gestuurd worden. De poolkettingdraden -eveneens door een schachtmachine gestuurd - worden volgens een vaste bindingswijze tussen de inslagdraden ingebonden en gaan telkens na een vast aantal inslagen over van het bovenweefsel naar het onderweefsel of omgekeerd op die manier de pool vormend van bovenweefsel en onderweefsel. Deze werkende pooldraden worden halfweg hun trajekt tussen bovenweefsel en onderweefsel doorgesneden na voltooiing van het weefsel, zodat twee afzonderlijke identieke poolweefsels verkregen worden. De figuurkettingdraden worden door middel van een jacquardmachine gestuurd. De plaats van deze figuurkettingdraden ten opzichte van de inslagdraden bepaalt de richting van de pool, wanneer de werkende pooldraden doorgesneden worden. Meer in het bijzonder is het de plaats van de figuurkettingdraad ten opzichte van de inslagdraad waarboven (waaronder) de pooldraad loopt in het bovenweefsel (onderweefsel) vóór hij overgaat naar het onderweefsel (bovenweefsel) en ten opzichte van de inslagdraad waarboven (waaronder) de pooldraad loopt in het bovenweefsel (onderweefsel) nadat hij overgegaan is naar het bovenweefsel (onderweefsel) die bepalend is voor die poolrichting. Bij een 4/8 W-binding is dit telkens de vierde en de vijfde, de achtste en de negende, enz.... inslag. Wanneer de figuurkettingdraad zodanig ten opzichte van die respectievelijke inslagdraden gelegen is dat deze beide boven (of onder) de figuurkettingdraad liggen krijgen we een rechtopstaande pool. Wanneer de eerste van die inslagdraden eronder ligt en de andere erboven krijgen we een naar rechts gerichte pool in het bovenweefsel en een naar links gerichte pool in het onderweefsel als we de weefsels met hun poolzijde naar elkaar toe gericht beschouwen. In het omgekeerde geval een naar links gerichte pool in het bovenweefsel en een naar rechts gerichte pool in het onderweefsel. Wanneer men in de door de wisselende poolrichtingen gevormde tekening kleurvariaties wenst te bekomen, is het niet mogelijk om meer-korig te weven daar men de jacquardmachine nodig heeft voor het sturen van de figuurketting. Door het kiezen van verschillende gekleurde bindkettingdraden en/of figuurkettingdraden bekomt men ook de gewenste zichtbaarheid van de kleuren in het weefsel niet.
Het doel van de uitvinding is een werkwijze te vinden voor het dubbelstuk weven van schaduwfluweel, waarvan men de pooldraden inbindt volgens een 4/8-, 4/10-, of 5/10—W binding, waarbij, voor elke poolrichting - die volgens gekende werkwijzen bekomen wordt - één of meer inslagdraden, naar keuze - door sturing van de figuurkettingdraden - duidelijk zichtbaar of onzichtbaar langs de poolzijde van de beide weefsels kunnen ingeweven worden, zodat door een wisseling van de zichtbare inslagdraden, in een schaduwfluweel-weefsel tekeningen met een grotere kleurvariatie en kleurzichtbaarheid kunnen geweven worden.
Een voorwerp van de uitvinding is een werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel met de pooldraden ingebonden volgens een 4/8-W-binding, gekenmerkt doordat door de jacquardsturing van de figuurkettingdraden één of meerdere (verschillend gekleurde) inslagdraden naar keuze zichtbaar of niet-zichtbaar langs de poolzijde van boven- en onderweefsel kunnen ingebonden worden. Door het zichtbaar of onzichtbaar maken van één of meerdere eventueel verschillend gekleurde inslagdraden naast de reeds zichtbare inslagdraden kan men bepaalde kleuren of kleurenkombinaties in het weefsel bekomen, die beantwoorden aan een bepaalde tekening.
Wanneer een bepaalde inslagdraad zogenaamd zichtbaar is ingebonden, wordt hij enkel door de bindkettingdraden ingebonden, terwijl de andere inslagdraden naast hun inbinding door de bindketting ook nog langs de poolzijde bedekt worden door de figuurkettingdraden en/of poolkettingdraden, en bijgevolg onzichtbaar zijn.
Door een inslagdraad niet door de bindketting in te binden en hem te laten vlotten langs de poolzijde van het weefsel wordt hij nog zichtbaarder gemaakt. Om zijn binding met het weefsel te verzekeren wordt hij nu en dan door de figuurkettingdraden ingebonden. Deze vlotterlengte kan men vrij bepalen, rekening houdend met praktische beperkingen door de vereiste kwaliteit van het weefsel opgelegd.
De zichtbare inslagdraden langs de poolzijden van boven- en onderweefsel bepalen de kleur van het weefsel. Voor elke poolrichting zijn verschillende mogelijkheden voorhanden.
In een variatie op de hogerbeschreven werkwijze volgens de uitvinding wordt in minstens één rapport van 4 inslagen een bijkomende - vijfde - inslagdraad in het weefsel gebracht die niet door de bindketting ingebonden wordt, maar nu en dan door de figuurketting ingebonden is. De mogelijkheid ook deze inslagdraad hetzij zichtbaar hetzij onzichtbaar in te binden geeft een bijkomende keuzemogelijkheid tot het aldan niet zichtbaar maken van die bepaalde kleur, t.o.v. de werkwijze zonder bijkomende inslagdraad. Als deze bijkomende inslagdraad tussenkomt bij het inbinden van de pooldraden bekomt men een 5/10-W-binding. Indien hij daarin niet tussenkomt, bekomt men een 4/10-W-binding
Een ander voorwerp van de uitvinding is uiteraard het schaduwfluweel dat door de uitvoering van één van de werkwijzen, volgens de uitvinding, wordt bekomen.
Verdere kenmerken van de werkwijzen, volgens de uitvinding, alsook hun verschillende mogelijkheden en varianten, worden verduidelijkt aan de hand van de hiernavolgende meer gedetailleerde maar niet beperkende beschrijving van de voorkeurdragende werkwijzen volgens de uitvinding en van het volgens deze werkwijzen vervaardigde schaduwtluweel. Met niet beperkend wordt bedoelt dat voor het dubbelstuk-weven van schaduwtluweel, waarvan de pooldraden ingebonden zijn volgens een 4/8-, 4/10-, of 5/10—W binding, elke werkwijze, die door het sturen van de figuurkettingdraden één of meerdere inslagdraden, naar keuze zichtbaar of onzichtbaar inbindt, voor het bekomen van kleurvariaties, en elk volgens een dergelijke werkwijze vervaardigd produkt binnen het beschermingsgebied van dit octrooi valt.
Deze beschrijving wordt geïllustreerd aan de hand van de hierbijgevoegde figuren waarbij:
Figuren la en lb elk een dwarsdoorsnede voorstellen van een dubbelstuk schaduwfluweelweefsel bij de verwezenlijking van een linksgerichte pool in boven- en onderweefsel, respectievelijk de twee mogelijkheden aanduidend voor de zichtbaarheid van de inslagdraden.
Figuur lc een voorstelling geeft van een dwarse weefseldoorsnede volgens figuren la en lb, waarbij de richting van de doorgesneden pooldraden wordt aangeduid.
Figuur ld in een dwarsdoorsnede van het weefsel de inbinding van de inslagdraden door de bindkettingdraden aanduidt, bij de in figuren la en lb voorgestelde bindingsmogelijkheden.
Figuren 2a en 2b elk een dwarsdoorsnede voorstellen van een dubbelstuk schaduwfluweelweefsel bij de verwezenlijking van een rechtsgerichte pool in bovenen onderweefsel, respectievelijk de twee mogelijkheden aanduidend voor de zichtbaarheid van de inslagdraden.
Figuur 2c een voorstelling geeft van een dwarse weefseldoorsnede volgens figuren 2a en 2b, waarbij de richting van de doorgesneden pooldraden wordt aangeduid.
Figuur 2d in een dwarsdoorsnede van het weefsel de inbinding van de inslagdraden door de bindkettingdraden aanduidt, bij de in figuren 2 a en 2 b voorgestelde bindingsmogelijkheden.
Figuren 3a en 3b elk een dwarsdoorsnede voorstellen van een dubbelstuk schaduwfluweelweefsel bij de verwezenlijking van een rechtopstaande pool in bovenen onderweefsel, respectievelijk de twee mogelijkheden aanduidend voor de zichtbaarheid van de inslagdraden.
Figuur 3c een voorstelling geeft van een dwarse weefseldoorsnede volgens figuren 3a en 3b, waarbij de richting van de doorgesneden pooldraden wordt aangeduid.
Figuren 3d in een dwarsdoorsnede van het weefsel de inbinding van de inslagdraden door de bindkettingdraden aanduidt, bij de in figuren 3 a en 2b voorgestelde bindingsmogelijkheden.
Figuur 4 een variante is van de figuren la en lb, waarbij een extra inslagdraad voorzien wordt die eveneens zichtbaar of onzichtbaar kan ingeweven zijn, zodat een 4/10-W-poolbinding bekomen wordt.
Figuur 5 een variante is van de figuren 2a en 2b, waarbij een extra inslagdraad voorzien wordt die eveneens zichtbaar of onzichtbaar kan ingeweven zijn, zodat een 4/10-W-poolbinding bekomen wordt.
Figuur 6 een variante is van de figuren 3a en 3b, waarbij een extra inslagdraad voorzien wordt die eveneens zichtbaar of onzichtbaar kan ingeweven zijn, zodat een 4/10-W-poolbinding bekomen wordt.
Figuur 7 in een dwarse weef seldoor snede aanduidt hoe de bindkettingdraden de inslagdraden inbinden bij de in figuren 4, 5, en 6 voorgestelde bindingsmogelijkheden.
Figuur 8 een variante is van de figuren la en lb, waarbij een extra inslag voorzien wordt die eveneens zichtbaar of onzichtbaar kan ingebonden worden, zodat een 5/10-W-binding bekomen wordt.
Figuur 9 een variante is van de figuren 2a en 2b, waarbij een extra inslag voorzien wordt die eveneens zichtbaar of onzichtbaar kan ingebonden worden, zodat een 5/10-W-binding bekomen wordt.
Figuur 10 een variante is van de figuren 3a en 3b, waarbij een extra inslag voorzien wordt die eveneens zichtbaar of onzichtbaar kan ingebonden worden, zodat een 5/10-W-binding bekomen wordt.
Figuur 11 in een dwarse weef seldoorsnede aanduidt hoe de bindingskettingdraden de inslagdraden inbinden bij de in figuren 8, 9, en 10 voorgestelde bindingsmogelijkheden.
De in de figuren la, lb, lc, ld, 2a, 2b, 2c, 2d, 3a, 3b, 3c en 3d voorgestelde dwarsdoorsneden van dubbelstukweefsels hebben allemaal betrekking tot een volgens eenzelfde werkwijze geweven schaduwfluweel, volgens de uitvinding. Ze duiden de verschillende mogelijkheden aan die door sturing van de figuurkettingdraden kunnen bekomen worden, bij een 4/8-W-poolbinding. Zoals gebruikelijk is bij het voorstellen van bindingen in de weeftechniek wordt telkens een dwarsdoorsnede van het weefsel voorgesteld. De inslagdraden worden door cirkeltjes aangeduid, terwijl de volgorde van de inslagdraden door vertikaal boven deze cirkeltjes, boven de figuren, geplaatste cijfers wordt aangeduid. de figuurkettingdraden, poolkettingdraden en bindkettingdraden worden door volle lijnen aangeduid.
Aangezien we te maken hebben met een 4/8-W-poolbinding (zie figuren la t/m 3d) kunnen de inslagen in opeenvolgende groepen van vier ingedeeld worden. Na het inbinden van een bepaalde pooldraad (13) of (14) over vier inslagen in bovenweefsel (11) of onderweefsel (12) gaat deze over van het bovenweefsel (11) naar het onderweefsel (12) of omgekeerd, in een zich steeds herhalend rapport. Na acht inslagen bevindt een bepaalde pooldraad (13) of (14) zich terug in zijn beginpositie. De situatie in alle volgende groepen van acht inslagen is identiek aan deze voorgesteld voor de eerste acht inslagen. De pooldraden (13) of (14) lopen telkens in het bovenweefsel (11), achtereenvolgens Boven, Onder, Boven en Boven de opeenvolgende inslagdraden - bijv. 1 t/m 4 voor pooldraad (13) - en in het onderweef sel, Onder, Boven, Onder en Onder de opeenvolgende inslagdraden - bijv. (4 t/m 8 voor pooldraad (13).
Ook de bindkettingdraden (15), (16) in bovenweefsel en (17), (18) in onderweefsel (zie figuren ld, 2d, 3d) binden volgens een steeds terugkerend patroon de inslagdraden in. Daarbij wordt telkens de derde en de zevende inslagdraad niet ingebonden, en langs de poolzijde ten opzichte van de bindkettingdraden (15), (16), of (17), (18) gelaten, terwijl de overige inslagdraden (1), (2), (4), (5), (6), (8), volgens een lijnwaadbinding ingebonden worden. Dit wordt gedaan om de mogelijkheid te hebben de derde inslagdraad (3) en de zevende inslagdraad (7) volledig zichtbaar te laten vlotten, nu en dan ingebonden door de figuurkettingdraden (19 t/m 22).
Deze steeds terugkerende bindingswijze van poolkettingdraden en bindkettingdraden laat toe deze draden te sturen door middel van schachtmachines. De figuurkettingdraden worden door middel van een jacquardmachine gestuurd.
De inslagdraden komen voor in vier verschillende kleuren, waarbij de vier kleuren zich steeds in dezelfde volgorde herhalen in elkaar opvolgende groepen van vier inslagdraden, waarbij telkens twee groepen van vier kleuren binnen hetzelfde rapport van acht inslagdraden (1) t/m (8) vallen. Volgens de werkwijze, volgens de uitvinding is het aantal verschillende kleuren, noch de manier waarop deze kleuren elkaar opvolgen niet tot dit mogelijke voorbeeld beperkt.. Het volstaat immers dat minstens één inslagdraad door het sturen van de figuurkettingdraden - (19), (20) in Bovenweefsel (11) en (21), (22) in onderweefsel (12) - naar keuze zichtbaar of onzichtbaar kan ingebonden worden, opdat de betrokken werkwijze zou beantwoorden aan de kenmerken van de uitvinding.
In de in de figuren la t/m 3d voorgestelde bindingen worden de vier verschillende kleuren, bij wijze van voorbeeld als volgt gekozen : inslag (1) en (5) : Blauw inslag (2) en (6) : Groen inslag (3) en (7) : Roze inslag (4) en (8) : Wit
In figuur la worden de figuurkettingdraden (19), (20) , (21), (22) volgens deze voorkeurdragende werkwijze zó gestuurd dat de inslagdraden (1) en (5) langs de poolzijde van bovenweefsel (11) en onderweefsel (12) onbedekt zijn door deze figuurkettingdraden (19) t/m (22) . Zoals zichtbaar is op figuur ld worden deze inslagdraden (1) en (5) door de bindketttingdraden (15) en (16) ingebonden. Het resultaat van deze binding is een schaduwfluweelweefsel met een zichtbare blauwe kleur. Deze binding waarbij de eerste en de vijfde inslagdraad (1) en (5) zichtbaar zijn is noodzakelijk om een naar links gerichte pool te krijgen, immers, het is doordat de vierde inslag (4) boven de figuurkettingdraden (19) en (20) ligt in het bovenweefsel (11) - onder de figuurkettingdraden (21) en (22) in onderweefsel (12) - en de vijfde inslag (5) onder de figuurkettingdraden (19) en (20) ligt in het bovenweefsel (11) - boven de figuurkettingdraden (21) en (22) in het onderweefsel (12) - dat we zowel in het bovenweefsel (11) als in het onderweefsel (12) een naar links gerichte pool (zie figuur lc) krijgen.
Analoog aan de binding van figuur la krijgen we in figuur lb een naar links gerichte pool, waarbij we een zichtbare blauwe en roze kleur in het weefsel krijgen doordat de eerste en de derde inslagdraad (1) en (3), en de vijfde en de zevende inslagdraad (5) en (7) door de figuurketting langs de poolzijden van bovenweefsel (11) en onderweefsel (12) onbedekt gelaten zijn. Het zichtbaar en onzichtbaar maken van deze derde en zevende inslagdraad kan vrij gekozen worden in funktie van het gewenste kleur-effekt.
Doordat de derde inslagdraad (3) en de zevende inslagdraad (7) niet door de bindkettingdraden ingebonden zijn (zie fig.ld) moeten deze inslagdraden nu en dan door de figuurkettingdraden (19), (20) en (21), (22) ingebonden worden, zodat we bij toepassing van de binding volgens figuren lb, nu en dan een binding volgens figuur la krijgen.
Bij het sturen van de figuurkettingdraden (19) t/m (22) wordt in de figuren 2a t/m 2d een binding gemaakt die in boven-en onderweefsel een naar rechts gerichte pool veroorzaakt, (zie fig. 2c), doordat de vierde inslagdraad (4) in het bovenweefsel (11) onder de figuurkettingdraden (19) (20) ligt en de vijfde inslagdraad (5) in het bovenweefsel (11) boven de figuurkettingdraden (21), (22) ligt, en deze inslagdraden (4) en (5) in het onderweefsel (12) symmetrisch aan de opstelling in het bovenweefsel (11) gelegen zijn.
Door een bijkomende sturing van de figuurkettingdraden (19) t/m (22) is het mogelijk naast de vierde en de achtste inslagdraad (4) en (8) die altijd zichtbaar zijn, ook de derde inslagdraad (3) en de zevende inslagdraad (7) naar keuze onzichtbaar (fig. 2a) of zichtbaar (fig. 2b) in te binden. De kleuren wit, respectievelijk roze en wit worden zichtbaar in het weefsel. Naar analogie met de binding uit figuur lb moet ook bij een binding volgens figuur 2b nu en dan volgens figuur 2a geweven worden, opdat de derde inslagdraad (3) en de zevende inslagdraad (7) zou ingebonden worden, (inslagdraden (3) en (7) worden niet door de bindkettingdraden (15) t/m (18) ingebonden). De bindkettingdraden (15) t/m (18) binden voor de bindingen uit figuren 2a en 2b de inslagdraden in op identieke wijze als bij de bindingen uit figuren la en lb, zodat figuur 2d identiek is aan figuur ld.
In de werkwijze, geïllustreerd door de bindingen uit de figuren 3a en 3b wordt een rechtopstaande pool bekomen doordat de vierde en de vijfde inslagdraad aan dezelfde kant van de figuurkettingdraden (19), (20), respectievelijk (21), (22) komen te liggen. Nu bevinden de tweede en de zesde inslagdraad (2) en (6) zich langs de poolzijde ten opzichte van de figuurkettingdraden (19) t/m (22) en worden zichtbaarder dan anders in het weefsel maar weliswaar nog afgedekt door de poolkettingdraden (13) of (14). (zie fig. 3a).
Door een bijkomende sturing van de figuurkettingdraden (19) t/m (22) is het mogelijk naast de tweede en de zesde inslagdraad (2) en (6), die altijd zichtbaar zijn als men een rechtopstaande pool wil verkrijgen, ook de derde en de zevende inslagdraad (3) en (7) naar keuze onzichtbaar (fig. 3a) of zichtbaar in te binden. De kleuren groen, respectievelijk groen en roze, worden zichtbaar in het weefsel.
Naar een analogie met de bindingen uit figuren lb en 2b, moet ook bij een binding volgens figuur 3b, nu en dan volgens figuur 3a geweven worden.
In de werkwijze geïllustreerd door de bindingen uit de figuren 4, 5 en 6 worden varianten voorgesteld van respectievelijk de figuren la en lb, 2a en 2b, 3a en 3b. Deze andere voorkeurdragende werkwijze volgens de uitvinding onderscheidt zich van de voorgaande doordat na elke vier inslagen (1) t/m (4) en (5) t/m (8) die de poolkettingdraden (13) en (14) inbinden, een vijfde, bijkomende inslagdraad (9) en (10) in het boven- en onderweefsel wordt gebracht. Deze inslagdraden (9) en (10) worden - net als de inslagdraden (3) en (7) - niet door de bindkettingdraden (15) t/m (18) ingebonden.
Als deze inslagdraden (3), (9), (7) en (10) bijgevolg langs de poolzijde zichtbaar ingeweven zijn, moeten deze hu en dan door de figuurkettingdraden (19) t/m (22) ingebonden worden, (de mogelijke standen van de inslagdraden (3), (9), (7) en (10), waarvoor er een keuzemogelijkheid is worden met pijltjes aangeduid).
De bijgevoegde inslagdraden (9) en (10) binden de poolkettingdraden niet in, zodat we een 4/ 10-W-poolbinding bekomen.
Met deze bijkomende inslagdraden (9) en (10), die naar keuze zichtbaar of onzichtbaar kunnen ingeweven worden, krijgen we een bijkomende keuzemogelijkheid voor het al dan niet zichtbaar maken van dat bepaalde kleur in het weefsel (11) en (12) . In de figuur 7 wordt aangeduidt hoe de inslagdraden door de bindkettingdraden worden ingebonden, bij de bindingswijzen volgens de figuren 4, 5 en 6.
De werkwijze volgens de uitvinding, geïllustreerd door de bindingen uit de figuren 8, 9 en 10, is een andere variante op de werkwijze die respectievelijk door de figuren la, lb en 2a, 2b en 3a, 3b werd voorgesteld. Deze variante werkwijze onderscheidt zich van de in deze figuren voorgestelde werkwijze voor een 4/8-W-poolbinding, doordat tussen de derde en de vierde inslagdraad (3) en (4), respectievelijk (7) en (8), van elke groep van vier inslagdraden (1) t/m (4) , (5) t/m (8),... een bijkomende inslagdraad (9), respectievelijk (10), wordt ingebracht in het boven- en onderweefsel. Ook deze inslagdraden (9) en (10) worden niet door de bindkettingdraden ingebonden (zie fig. 11) en worden bijgevolg, als ze langs de poolzijden zichtbaar ingeweven zijn, nu en dan door de figuurkettingdraden (19) t/m (22) ingebonden. De mogelijke standen van de inslagdraden (3), (9), (7) en (10) worden met pijltjes aangeduid.
Aangezien de pooldraden (13) en (14) telkens boven (onder) de vierde inslagdraad (4), respectievelijk (8), van elke groep van vier inslagdraden (1) t/m (4), respectievelijk (5) t/m (8) ingebonden worden in het bovenweefsel (onderweefsel), komen deze pooldraden (13) en (14) ook boven (onder) de bijkomende inslagdraden (9) en (10) in het bovenweefsel (onderweefsel). Zo ontstaat voor de pooldraden (13) en (14) een 5/10-W-binding.
Voor de verschillende poolrichtingen wordt respectievelijk in de figuren 8 t/m 11 aangeduid (met pijltjes) voor welke inslagdraden een keuzemogelijkheid bestaat om deze inslagdraden hetzij zichtbaar, hetzij onzichtbaar langs de poolzijde van de weefsels (11) en (12) in te weven.

Claims (9)

1. Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwtluweel, waarbij de poolkettingdraden (13) en (14) volgens een 4/8-W-binding met de inslagdraden gebonden zijn, en de figuurkettingdraden (19) t/m (22) door een jacquard-inrichting gestuurd worden waardoor voor de pool van bovenweefsel (11) en onderweefsel (12) een door die sturing varieerbare richting bekomen wordt, die het vormen van tekeningen mogelijk maakt, met het kenmerk dat de tweede inslagdraad (2) en (6) van elke groep van vier inslagdraden (1) t/m (4), (5) t/m (8),...die de poolkettingdraden (13) en (14) inbinden, telkens op dezelfde hoogte naast elkaar in bovenweefsel (11) en onderweefsel (12), waarbij de positie van de figuurkettingdraden (19), (20), respectievelijk (21), (22) ten opzichte van de eerste inslagdraad (1) en (5) van elke groep van vier, en ten opzichte van de vierde inslagdraad (4) en (8) van elke groep van vier in boven-en onderweef sel, de richting van de pool bepalen, waarbij voor een linksgerichte pool de eerste inslagdraad (1) en (5) aan de poolzijde ligt en zichtbaar is, en de vierde (4) en (8) niet, voor een rechtsgerichte pool de vierde inslagdraad (4) en (8) langs de poolzijde zichtbaar is en de eerste (1) en (5) niet, en voor een rechtopstaande pool geen van beide inslagdraden (1), (5) of (4), (8) zichtbaar zijn langs de poolzijde, maar waarbij voor de rechtopstaande pool de tweede inslagdraad (2) en (6) dan langs de poolzijde van de figuurkettingdraden (19), '20), respectievelijk (21), (22) ligt, waarbij door middel van een inrichting voor het wisselen van de inslagdraden, de kleur van de inslagdraad bij elke inslag kan variëren volgens een steeds terugkerende opeenvolging van kleuren, zodat de zichtbaar ingeweven inslagdraden (1), (5) of (4), (8) of (2), (6) voor de verschillende poolrichtingen de kleur van het weefsel kunnen bepalen, en waarbij door een bijkomende sturing van de figuurkettingdraden telkens de derde inslagdraad (3), (7) van elke groep van vier, naar keuze zichtbaar of onzichtbaar kan ingeweven worden teneinde volgens een bepaalde tekening hetzij wel, hetzij niet een keurencombinatie te verkrijgen in het weefsel (11) en (12).
2. Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel, volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de telkens derde inslagdraad (3), (7) van elke groep van vier, niet door de bindkettingdraden (15), (16) in het bovenweefsel (11) en (17), (18) in het onderweefsel (12) wordt ingebonden, zoals de andere inslagdraden, en dat deze derde inslagdraad (3) en (7) van elke groep, wanneer hij langs de poolzijde zichtbaar ingeweven is, nu en dan door de figuurkettingdraden (19), (20), respectievelijk (21), (22) moet ingebonden worden - waarbij deze figuurkettingdraden de inslagdraad (3) en (7) éénmalig langs de poolzijde bedekken - waarbij de frequentie van deze inbinding wordt bepaald door de afstand waarover men de betrokken inslagdraad (3) en (7) mag of wil laten vlotten langs de poolzijde van het weefsel (11) en (12).
3. Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwf luweel, volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat na elke groep van vier inslagen (l) t/m (4), (5) t/m (8), enz... na de vierde inslagdraad (4), (8), een vijfde, bijkomende inslagdraad (9), (10) in het weefsel (11), (12) wordt ingebracht, waarvoor men de keuze heeft hem zichtbaar of onzichtbaar langs de poolzijde van het weefsel (11), (12) in te weven door het overeenkomstig sturen van de figuurkettingdraden (19), (20) respectievelijk (21), (22), waarbij deze inslagdraad (9), (10) de poolkettingdraden (13), (14) niet inbindt, zodat een 4/10-W-poolbinding wordt bekomen.
4. Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwtluweel, volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de bij gevoegde inslagdraad (9), (10), niet door de bindkettingdraden (15), (16) in het bovenweefsel (11) en (17), (18) in het onderweefsel (12) wordt ingebonden, en dat deze inslagdraad (9), (10), wanneer hij langs de poolzijde zichtbaar ingeweven is, nu en dan éénmalig door de figuurkettingdraden (19), (20), respectievelijk (21), (22) moet ingebonden worden en dus langs de poolzijde bedekt moet worden waarbij de frequentie van deze inbinding wordt bepaald door de afstand waarover men deze inslagdraad mag, of wil laten vlotten langs de poolzijde van het weefsel (11) en (12).
5. Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel, volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat in elke groep van vier inslagen (1) t/m (4), (5) t/m (8),... een vijfde inslagdraad (9), (10) in het weefsel wordt ingebracht, tussen de derde inslagdraad (3), (7) en de vierde inslagdraad (4), (8), terwijl men voor deze bijkomende inslagdraad (9), (10) eveneens de keuze heeft hem zichtbaar of onzichtbaar langs de poolzijde van het weefsel (11), (12) in te binden, door het zodanig sturen van de figuurkettingdraden (19), (20), respectievelijk (21), (22) dat deze inslagdraad (9), (10) hetzij langs de poolzijde van de figuurkettingdraden (19), (20), respectievelijk (21), (22) ligt, hetzij langs de andere zijde van de genoemde figuurkettingdraden, waarbij deze inslagdraad (9), (10) telkens langs de poolzijde ten opzichte van de poolkettingdraad (13) of (14) ligt, zodat een 5/10-W-poolbinding wordt bekomen.
6. Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel, volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de bij gevoegde inslagdraad (9), (10) niet door de bindkettingdraden (15), (16) respectievelijk (17), (18) in bovenweefsel (11) en onderweefsel (12) wordt ingebonden, en dat deze bijkomende inslagdraad (9), (10), wanneer hij langs de poolzijde zichtbaar ingeweven is, nu en dan éénmalig door de figuurkettingdraden (19), (20), respectievelijk (21), (22) moet ingebonden worden, en dus langs de poolzijde bedekt moet worden, waarbij de frequentie van deze inbinding wordt bepaald door de afstand waarover men deze inslagdraad mag, of wil laten vlotten langs de poolzijde van het weefsel (11) en (12).
7. Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel volgens de conclusies 1 t/m 6 met het kenmerk dat de door de bindkettingdraden (15), (16), respectievelijk (17), (18), ingebonden inslagdraden, volgens een lijnwaadbinding worden ingebonden, terwijl de niet ingebonden inslagdraden zich langs de poolzijde ten opzichte van deze bindkettingdraden bevinden.
8. Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel, met het kenmerk dat als poolgaren voornamelijk acryl en mohair wordt gebruikt.
9. Schaduwfluweel, waarin minstens één inslagdraad, volgens de werkwijze volgens één of meerdere van de voorgaande conclusies, nu eens zichtbaar, dan weer onzichtbaar langs de poolzijde van het weefsel, ingeweven is voor het bekomen van een tekening en/of kleurvariatie in dat weefsel.
NL9200219A 1991-02-15 1992-02-06 Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel en volgens deze werkwijze vervaardigd schaduwfluweel. NL9200219A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9100154 1991-02-15
BE9100154A BE1004509A4 (nl) 1991-02-15 1991-02-15 Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel en volgens deze werkwijze vervaardigd schaduwfluweel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9200219A true NL9200219A (nl) 1992-09-01

Family

ID=3885343

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9200219A NL9200219A (nl) 1991-02-15 1992-02-06 Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel en volgens deze werkwijze vervaardigd schaduwfluweel.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1004509A4 (nl)
NL (1) NL9200219A (nl)

Cited By (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0721023A1 (de) * 1994-12-28 1996-07-10 SMM Möbelstoff Manufaktur GmbH Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung eines gemusterten Schattenvelours
NL1006160C2 (nl) * 1997-05-29 1998-12-10 Movelta N V Jacquard-schaduwvelours, inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke jacquard-schaduwvelours.
NL1009196C2 (nl) * 1998-05-18 1999-11-25 Devantex N V Jacquardschaduwvelours en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk jacquardschaduwvelours.
NL1012297C2 (nl) * 1999-06-11 2000-12-12 Movelta N V Jacquard-schaduwvelours.
BE1020430A3 (nl) * 2011-12-23 2013-10-01 Wiele Michel Van De Nv Werkwijze voor het weven van een poolweefsel met poolvrije zones.
CN105483910A (zh) * 2016-02-02 2016-04-13 浙江英诺威纺织有限公司 一种双色提花丝绒及其织造方法

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1008839A5 (nl) * 1994-10-07 1996-08-06 Weverij Hazebrouck B V B A Werkwijze voor de vervaardiging van een fluweelweefsel.
BE1015489A3 (fr) * 2001-10-03 2005-05-03 Fibertex Nv Tissu de velours ombre et procede pour son tissage.

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3900500C1 (nl) * 1989-01-10 1990-02-22 Leo Schellens B.V., Eindhoven, Nl

Cited By (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0721023A1 (de) * 1994-12-28 1996-07-10 SMM Möbelstoff Manufaktur GmbH Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung eines gemusterten Schattenvelours
NL1006160C2 (nl) * 1997-05-29 1998-12-10 Movelta N V Jacquard-schaduwvelours, inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke jacquard-schaduwvelours.
EP0887449A1 (en) * 1997-05-29 1998-12-30 Movelta N.V. Jacquard shadow velvet, apparatus and method for manufacturing such jacquard shadow velvet
NL1009196C2 (nl) * 1998-05-18 1999-11-25 Devantex N V Jacquardschaduwvelours en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk jacquardschaduwvelours.
NL1012297C2 (nl) * 1999-06-11 2000-12-12 Movelta N V Jacquard-schaduwvelours.
EP1059374A1 (en) * 1999-06-11 2000-12-13 Movelta N.V. Jacquard shadow velours
BE1020430A3 (nl) * 2011-12-23 2013-10-01 Wiele Michel Van De Nv Werkwijze voor het weven van een poolweefsel met poolvrije zones.
WO2013093611A3 (en) * 2011-12-23 2014-04-10 Nv Michel Van De Wiele Method for weaving a pile fabric with pile free zones
CN104126039A (zh) * 2011-12-23 2014-10-29 米歇尔.范德威尔公司 编织具有无绒头区域的起绒织物的方法
US9297096B2 (en) 2011-12-23 2016-03-29 Nv Michel Van De Wiele Method of weaving of a pile fabric with pile-free zones
CN104126039B (zh) * 2011-12-23 2016-04-13 米歇尔.范德威尔公司 编织具有无绒头区域的起绒织物的方法
US9816209B2 (en) 2011-12-23 2017-11-14 Nv Michel Van De Wiele Method of weaving of a pile fabric with pile-free zones
EP3680375A1 (en) * 2011-12-23 2020-07-15 Vandewiele NV Method of weaving of a pile fabric with pile-free zones
CN105483910A (zh) * 2016-02-02 2016-04-13 浙江英诺威纺织有限公司 一种双色提花丝绒及其织造方法

Also Published As

Publication number Publication date
BE1004509A4 (nl) 1992-12-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1020430A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een poolweefsel met poolvrije zones.
BE1016849A3 (nl) Werkwijze voor het weven van weefsels met zones met een ribstructuur met een grote variatie in kleureffecten.
BE1016008A4 (nl) Werkwijze en inrichting voor het weven van dubbelzijdig bruikbare weefsels.
BE1005761A5 (nl) Tweeschotsbinding voor het vervaardigen van dubbelstukweefsels, en dubbelstukweefmachine met vertikaal beweegbare inslaginbrenginrichtingen, voor de vervaardiging ervan.
BE1016883A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels met hoge dichtheid.
BE1013266A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een hoogkorig poolweefsel.
BE1004509A4 (nl) Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel en volgens deze werkwijze vervaardigd schaduwfluweel.
BE1016658A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een weefsel, weefsel geweven volgens een dergeljke werkwijze en weefmachine voor het weven van een dergelijk weefsel.
EP0974690B1 (en) False and true bouclé fabrics, and a method for the production of such fabrics
BE1012357A3 (nl) Werkwijze voor het dubbelstukweven van poolweefsels.
BE1023598B1 (nl) Werkwijze voor het dubbelstukweven van weefsels met figuurkettingdraden
BE1011348A3 (nl) Werkwijze voor het weven van dubbelstuktapijten en tapijtweefsels met verbeterde eigenschappen.
EP1013805B1 (en) Method for weaving a false bouclé fabric
BE1011362A3 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van weefsels met aan beide zijden een ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels.
BE1014573A5 (nl) Uitrusting van een weefmachine, werkwijze voor het wijzigen van een weefmachine-uitrusting, en weefprocede gebruik makend van een weefmachine met zo'n uitrusting.
BE1012005A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een poolweefsel met hoge pooldichtheid.
BE1013299A3 (nl) Lussenpoolweefsel en werkwijze voor het weven ervan.
NL1012297C2 (nl) Jacquard-schaduwvelours.
NL1006160C2 (nl) Jacquard-schaduwvelours, inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke jacquard-schaduwvelours.
BE1006786A3 (nl) Enkelspoelige binding zonder kleurmengingen.
BE1022043B1 (nl) Weefmethode en volgens deze methode geweven weefsels
NL1009196C2 (nl) Jacquardschaduwvelours en werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk jacquardschaduwvelours.
BE1009343A3 (nl) Weefsel.
BE1010423A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel.
BE1011262A3 (nl) Werkwijze voor het weven van een pooltapijt.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable