NL9200015A - Afdichtinrichting voor roterende assen, in het bijzonder voor scheepspropellerassen. - Google Patents

Description

Betr.: Afdichtinrichting voor roterende assen, in het bijzonder voor scheepspropellerassen.

BESCHRIJVING

De uitvinding betreft een afdichtinrichting voor roterende assen, in het bijzonder scheepspropellerassen, van de soort met de kenmerken volgens de aanhef van conclusie 1.

De bekende afdichtinrichtingen van deze soort mogen dan wel voldoende bescherming tegen het binnendringen van grove delen vuil tot in de ringvormige kamer bieden, doch die bescherming is dubieus, wanneer het om fijne vuildeeltjes gaat, welke op grond van de onderdruk, welke in de ringvormige kamer en daardoor tevens in het bereik van de feitelijke ringafdichting heerst, worden aangezogen.

Aan de uitvinding ligt derhalve het probleem ten grondslag, deze bezwaren te ondervangen en dienovereenkomstig een afdichtinrichting van de in de aanhef vermelde soort zodanig nader te vervolmaken, dat ook zeer kleine vuildeeltjes door de feitelijke ringafdichting worden tegengehouden. Dit overeenkomstig de uitvinding aan de orde gestelde probleem wordt, volgens de uitvinding, opgelost door de in het onderscheiden kenmerkende deel van conclusie 1 aangegeven maatregelen.

Hierbij wordt, door het nastromen van medium door de poreuse laag in de ringkamer bewerkstelligd, dat een voortdurende kringloopstroom van medium in stand gehouden wordt, waarvan de stromingsrichting tegengesteld is aan een eventuele stroming naar de feitelijke afdichting waardoor het doordringen van ongereinigd medium tot aan de feitelijke afdichting wordt verhinderd.

Uit het Duitse octrooischrift 3 205 538 is het weliswaar bij afdichtinrichtingen voor roterende assen bekend, voor de ringafdichting een, met de as meedraaiende plaat aan te brengen, welke plaat is uitgerust met, een kringloopstro-ming van het medium teweeg brengende transportelementen en in de stromingsbaan van die kringloopstroming aan de toe-stroomzijde een poreuse laag in te schakelen. Bij deze bekende uitvoering gaat het echter bij het af te dichten medium niet om verontreinigingen bevattend water, doch om een mengsel van lucht en vloeistof, in het bijzonder een olienevel, zoals deze bij krukasruimtes van verbrandingsmotoren voorkomen. Dienovereenkomstig werkt hier de poreuse laag niet als een vuilkerende inrichting, doch is werkzaam om de vloeibare fase van de gasvormige fase van een gas-vloeistofmengsel van elkaar te scheiden.

In de volgconclusies staan een aantal voordelige uitvoeringsvormen, volgens de uitvinding nader vermeld.

Zo veroorlooft de oplossing volgens conclusie 2 en het opnemen, d.w.z. integreren van de poreuse laag in de buitenste steunring, wat bij nauwe ruimtelijke omstandigheden in axiale richting gewenst kan zijn. De oplossing volgens conclusie 3 is speciaal geschikt voor toepassingsgevallen, waarbij ruimteproblemen geen rol spelen.

Met de maatregelen volgens conclusie 4 wordt bereikt, dat de kringloopstroming door de ringkamer wordt geïntensiveerd, hetgeen speciaal van belang is, wanneer na langdurig bedrijf van de as in vervuild water de doorlaatbaarheid van de poreuse laag doordat deze dicht gaat zitten, afneemt.

Met de maatregel volgens conclusie 5 is het de bedoeling de mogelijkheid te verschaffen, van tijd tot tijd een zekere mate van zelfreiniging van de poreuse laag te realiseren, waardoor het dicht gaan zitten van de poriën na langdurig normaal bedrijf moet worden verhinderd.

In de tekening is een tweetal uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding weergegeven en aan de hand daarvan zal de uitvinding thans nog nader worden toegelicht.

Fig. 1 is een langsdoorsnede van een afdichtinrich-ting met een drietal lipafdichtingen en een poreus bereik volgens conclusie 2; en fig. 2 laat, eveneens in langsdoorsnede, een soortgelijke afdichtinrichting als fig. 1 zien met een poreus bereik volgens conclusie 3.

In beide figuren is met verwijzingscijfer 3 een scheepspropelleras aangeduid, welke met een asbus 2 vast is verbonden, van welke bus de flens 2a door middel van een schroefverbinding is verbonden met de slechts aangeduide propeller 1.

Tegen de asbus 2 ligt een drietal lipafdichtingen 10a-10c aan, welke zodanig op afstand naast elkaar zijn aangebracht, dat twee lipafdichtingen 10b, 10c naar het af te dichten buitenwater W en één naar de smeerolieruimte S van het (niet-weergegeven) asleger toe zijn gekeerd.

Die lipafdichtingen lOa-lOc zijn elk ingespannen tussen telkens twee draagringen 4, 5, 6, 7, welke met elkaar zijn verbonden en als een geheel aan de stevennok N van het schip zijn bevestigd. Beide figuren hebben gemeen, dat tussen de buitenste lipafdichting 10c, welke naar het buitenwater W toe is gekeerd, en het buitenwater W in de buitenste steunring 7 een, naar het buitenwater W toe open ringvormige kamer 9 is uitgespaard en dat vöör de mondingsopening van die ringvormige kamer 9 een in dwarsdoorsnede ongeveeer U-vormige vuilkeerring 8 is aangebracht, welke met zijn ene been 8a met de asbus 2 rotatief vast is verbonden en met zijn andere been 8b losjes aanligt tegen de kopwand van de buitenste steunring 7.

Gemeen hebben de beide uitvoeringsvormen voorts, dat naast genoemd U-been 8b van de vuilkeerring 8 aan zijn, naar de steunring toegekeerde zijde is voorzien van vleugels 12, welke op grond van de centrifugale versnelling van het buitenwater de onderdruk in de ringvormige kamer 9 versterken.

Verder hebben beide uitvoeringsvormen gemeen, dat in de, de ringvormige kamer 9 begrenzende wand een poreus bereik is ingeschakeld, dat het nastromen van van buiten afkomstig water tot in de ringvormige kamer 9 mogelijk maakt, waarbij vuildeeltjes door het poreuse bereik worden opgenomen en daardoor slechts van vuildeeltjes vrij buitenwater bij de lipafdichting 10c terecht kan komen.

Waar de uitvoeringsvormen volgens de beide figuren in verschillen is wijze van uitvoering van het poreuse bereik en-wel wordt volgens fig. 1 de poreuse laag verkregen door een structuurverandering 7a in de zin van waterdoorlaatbaarheid van de steunring 7, terwijl volgens fig. 2 het poreuse bereik wordt verkregen door de aparte steunring 11 uit poreus materiaal, welke is ingespannen tussen de steunring 7 en de steunring 6.

Claims (5)

1. Afdichtinrichting voor roterende assen, in het bijzonder scheepspropellerassen, welke afdichtinrichting grenst aan een, verontreinigingen bevattend medium, in het bijzonder zeewater, en is uitgerust met tenminste ëên ringafdichting, bestaande uit een lip- en/of glijringafdichting en een stationair steunsysteem voor die ringafdichting, bestaande uit tenminste één steunring, waarbij in het steunsysteem een naar het genoemde medium toe open ringkamer is uitgespaard aan welks mondingsopening een vuilkeerring is aangebracht, welke op de wijze van een lipafdichting is uitgevoerd, welke enerzijds tegen de as en anderzijds tegen het kopvlak van de buitente steunring aanligt en met één van deze onderdelen stijf is verbonden, zodanig dat in de ringvormige kamer bij het draaien van de as onderdruk optreedt, met het kenmerk, dat in de, de ringvormige kamer (9) begrenzende wand van de buitenste steunring (7) een daar doorheen reikend poreus bereik (7a, 11), b.v. het sintermateriaal, aanwezig is, waarbij de poreusheid van dit bereik zodanig is gekozen, dat een voortdurend nastromen van het medium door dat poreuse bereik (7a, 11) en de ringvormige kamer (9) in de richting naar de vuilkeerring (8) toe gewaarborgd is.

2. Afdichtinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het poreuse bereik (7a) is verkregen door een verandering van de structuur van de, de ringvormige kamer (9) begrenzende wand van de steunring (7) in de zin van een doorlaatbaarheid voor vloeistoffen.

3. Afdichtinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het poreuse bereik wordt gevormd door een, tussen de buitenste steunring (76) en de aansluitende steunring (6) in ingevoegde, afzonderlijke steunring (11) poreus materiaal.

4. Afdichtinrichting volgens ëên der voorgaande conclu- sies, met het kenmerk, dat de vuilkeerring is uitgerust met dynamisch werkende transportelementen (12), zoals vleugels of spiraalgroeven, welke bij de draaibeweging van de as (2) een pompende werkzaamheid en daardoor een stroming van het medium (W) van de mondingsopening van de ringvormige kamer (9) af in buitenwaartse richting opwekken.

5. Afdichtinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de transportelementen (12) zodanig zijn uitgevoerd, dat bij het omkeren van de rotatiebeweging van de as een omkering van de stromingrichting door het poreuse bereik (7a, 11) plaats vindt.