NL9100922A - Landbouwwerktuig. - Google Patents
Landbouwwerktuig. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9100922A NL9100922A NL9100922A NL9100922A NL9100922A NL 9100922 A NL9100922 A NL 9100922A NL 9100922 A NL9100922 A NL 9100922A NL 9100922 A NL9100922 A NL 9100922A NL 9100922 A NL9100922 A NL 9100922A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- agricultural implement
- frame
- cross beam
- implement according
- point
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B59/00—Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements
- A01B59/04—Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines pulled or pushed by a tractor
- A01B59/042—Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines pulled or pushed by a tractor having pulling means arranged on the rear part of the tractor
- A01B59/043—Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines pulled or pushed by a tractor having pulling means arranged on the rear part of the tractor supported at three points, e.g. by quick-release couplings
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Zoology (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Soil Working Implements (AREA)
- Agricultural Machines (AREA)
Description
UITTREKSEL
Een landbouwwerktuig omvat een gestel met een driepunts-bevestigingsconstructie, die koppelpunten omvat om dit werktuig te koppelen aan de driepuntshefinrichting van een trekker. De driepuntsbevestigingsconstructie is voorzien van een hol balkdeel met een bij voorkeur vierkant profiel en met afsluitmiddelen om hulpmiddelen en/of gereedschap te kunnen opbergen. Op deze wijze is een veelal wenselijke opbergdoos eenvoudig en goedkoop gecombineerd met een robuuste constructie van de driepuntsbevestigingsconstructie.
LANDBOUWWERKTUIG
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een landbouwwerktuig voorzien van een gestel dat aankoppelpunten van een driepuntsbevestiging omvat, waarmede het landbouwwerktuig koppelbaar is aan de driepuntshefinrichting van een trekker. Dergelijke landbouwwerktuigen zijn algemeen bekend.
Het is de bedoeling van de onderhavige uitvinding te voorzien in een landbouwwerktuig dat op een voordelige en eenvoudige manier voorzieningen omvat voor het veilig, doch gemakkelijk en toegankelijk opbergen van eventueel regelmatig bij de machine te benutten hulpmiddelen en/of gereedschappen. Hiertoe is de constructie van de driepuntsbevestiging, conform de uitvinding, voorzien van een hol balkdeel dat afsluitmiddelen omvat ten behoeve van het opbergen van hulpmiddelen en/of gereedschap in dit balkdeel. Op deze manier kan een veelal wenselijke opbergdoos eenvoudig en goedkoop gecombineerd worden met een robuuste constructie van de bok voor de driepuntsbevestiging van het landbouwwerktuig.
Conform overige aspecten van de uitvinding heeft het balkdeel een vierkant profiel en stemt de lengte ervan ongeveer overeen met de afstand tussen twee onderste aankoppelpunten van de driepuntsbevestiging. Op deze wijze wordt een gunstige vorm van de bok gecombineerd met voldoende opbergruimte.
Aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grond-bewerkingsmachine weer, voorzien van een gestel volgens de uitvinding, welk gestel is voorzien van een driepuntsbevestiging;
Figuur 2 is een aanzicht volgens de pijl II in figuur 1;
Figuur 3 is een gedeeltelijke langsdoorsnede van een tot het gestel volgens de uitvinding behorende hoofd-gestelbalk.
De in de figuren weergegeven inrichting betreft een landbouwwerktuig dat als een grondbewerkingsmachine is uitgevoerd, in het bijzonder als een machine voor het bereiden van een zaaibed. De machine omvat een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1 waarin op een onderlinge afstand van bij voorkeur 25 cm, zich in opwaartse, bij voorkeur verticale richting uitstrekkende assen 2 van bewerkingsorganen 3 zijn gelegerd. Elk van de bewerkingsorganen 3 omvat een op het onder uit het gesteldeel 1 stekende einde van een as 2 aangebrachte, althans nagenoeg horizontale drager 4, die aan de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 5 in de vorm van tanden.
Nabij het midden zijn op de bovenzijde van het kokervormig gesteldeel 1 aankoppelmiddelen aangebracht, die een gestel 6 omvatten dat is voorzien van aankoppelpunten 7 en 8 die een driepuntsbevestiging vormen voor aankoppeling van de machine aan de driepuntshefinrichting van een trekker.
Het gestel 6 omvat een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende, althans nagenoeg horizontaal gelegen, torsiestijve gestelbalk 9, die een hoofdgestel-balk vormt en hol is uitgevoerd met een hoekige, bij voorkeur vierkante dwarsdoorsnede van bij voorkeur 100 x 100 mm. De gestelbalk heeft bij voorkeur een wanddikte van 5 mm. De langshartlijn van de gestelbalk 9 strekt zich althans nagenoeg in horizontale richting uit en is evenwijdig gelegen aan een verticaal vlak door de rotatieassen van de bewerkingsorganen 3.
Het midden van de gestelbalk 9 is, althans nagenoeg, in een verticaal vlak dat door het midden van het kokervormig gesteldeel 1 loodrecht op de langshartlijn hiervan kan worden gebracht, gelegen. De lengte van de gestelbalk 9 stemt althans nagenoeg overeen met de afstand tussen de onderste aankoppelpunten 7 van de driepuntsbevestiging. De gestelbalk 9 is door middel van als steunen dienstdoende plaatvormige gesteldelen 10, die op gelijke afstand van het midden en op een nagenoeg even grote afstand van de einden van de balk 9 zijn aangebracht, met de bovenzijde van het kokervormig gestel 1 verbonden. De steunen 10 convergeren in opwaartse richting, waarbij een hoek van ± 70° met de bovenzijde van het gesteldeel 1 wordt ingesloten. Elk van de steunen 10 is vervaardigd uit een plaat van bij voorkeur 6 mm. De breedte van de zijkant 11 van een steun neemt naar boven toe af.
Nabij het midden is de bovenzijde van de gestel-balk 9, die - zoals uit figuur 2 blijkt - zodanig naar voren helt, dat de voorzijde van de gestelbalk althans nagenoeg evenwijdig verloopt aan de voorzijde van het deel 11 van een steun 10, voorzien van boutgaten. Door middel van de betreffende boutgaten en bouten 15 zijn twee op afstand van elkaar gelegen geprofileerde plaatdelen 29 op de bovenzijde van de gestelbalk 9 bevestigd. De plaatdelen 29 reiken aan de voor-en achterzijde tot voorbij de gestelbalk 9 en zijn - zoals uit figuur 2 blijkt - in hoofdzaak langwerpig en zodanig opgesteld, dat de langshartlijn enigszins naar beneden en naar voren is gericht. De bevestiging van de respectieve plaatdelen 29 is verkregen door middel van een haaks omgezet ondereinde dat een voet vormt die door middel van vier bouten 15 en de daarvoor in de gestelbalk 9 aangebrachte bovengenoemde gaten is vastgezet. Het vóór de gestelbalk 9 gelegen deel van elk van de plaatdelen 29, dat een aankoppelpunt 8 vormt, is voorzien van twee achter elkaar gelegen gaten 30, die door stansen zijn gevormd en een naar buiten gerichte stansrand 30a hebben, die een doelmatige ondersteuning kan vormen voor een pen, waarmee de bovenste arm van de hef-inrichting tussen de plaatdelen kan worden aangebracht. Aan de achterzijde is op dezelfde wijze een gat 31 aangebracht, dat een geringere diameter heeft, doch eveneens is voorzien van een stansrand 30B. Het gat 31, tezamen met een gat 31A met stansrand 31B aan de achterzijde van de omhoog gerichte delen 23 van de respectieve geprofileerde delen 22, dient voor aankoppeling van een met de machine te koppelen landbouwwerktuig, zoals bijvoorbeeld een zaaimachine.
Nabij de einden is de gestelbalk 9 voorzien van naar boven en naar achteren gerichte bevestigingsdelen of oren 32, die door middel van een haaks omgezet deel, dat aan de boven- en achterzijde tegen de balk rust, en bouten 15, die door gaten in de gestelbalk zijn gestoken, zijn vastgezet. Elk van de oren 32 is voorzien van een opening 33, die eveneens door stansen is gevormd en waarbij een naar binnen gerichte stansrand 33A aanwezig is.
Elk einde van de gestelbalk 9 is afsluitbaar door middel van een uit kunststof gevormd afsluitdeel 34 dat praktisch geheel binnen de balk is gelegen en aan de buitenzijde een handgreep heeft en door middel van een verbindingsdeel 35 en een bout 15 aan de onderzijde van de gestelbalk 9 is bevestigd. Het afsluitdeel 34 kan door middel van de handgreep 34a gemakkelijk worden afgenomen, zodat de ruimte van het kokervormig gesteldeel vrij komt en kan worden benut voor het opbergen van gereedschap. De afmetingen van de dwarsdoorsnede 100 x 100 mm zijn zodanig dat men met de hand in de ruimte kan komen. De ruimte is in tweeën gedeeld door een opwaarts gericht deel 36, dat zich althans nagenoeg loodrecht op de langshartlijn van de balk uitstrekt.
De in het voorgaande beschreven aankoppelmiddelen die het door de gestelbalk 9 en de steunen 10 gevormde gestel 6 omvatten, kunnen op snelle wijze uit een holle balk en verder uit geprofileerde plaat worden vervaardigd, waarbij de diverse bevestigingen door middel van bouten die dezelfde uitvoering en grootte kunnen hebben, kunnen worden verkregen. Hierdoor wordt voorkomen dat men dure laswerkzaamheden en daarmee samenhangende berekeningen moet gaan uitvoeren. Door het op specifieke wijze aanbrengen van de onderste aankoppel-punten 7 door middel van de uit plaat geperste profieldelen en dubbele armen 25, die nabij de achterzijde van het kokervormig gesteldeel verzwenkbaar zijn aangebracht, kan worden bereikt dat tijdens het bedrijf een effectieve overdracht van reactiekrachten op de trekker kan plaats vinden. Tegen schokkende belasting wordt een effectieve constructie verkregen door toepassing van de randen 21A aan de achterste voeten 21 van de profieldelen 22.
Tevens kan door de onafhankelijke hoogtebeweeg-lijkheid van de aankoppelpunten 7 om de scharnieras 26 in één van de punten 27, een effectieve bodemaanpassing worden verkregen. Elke steun 10 die door profilering langs vouw lijnen door vier keer haaks omzetten om genoemde vouwlijnen is verkregen, vormt een solide bevestiging tussen het aan de gestelbalk 9 aanwezige bovenste aankoppelpunt 8 en de onderste, door de dubbele armen 25 gevormde aankoppelpunten 7 van de driepuntsbevestiging. De gestelbalk 9 heeft een zodanige uitvoering dat gemakkelijk reactiekrachten kunnen worden opgenomen en op de bovenste arm van de driepuntshef-inrichting overgebracht, terwijl verder de mogelijkheden voor de bevestiging van de respectieve steunen door middel van lippen en bouten op simpele wijze kan plaatsvinden, daar hiervoor slechts de benodigde gaten behoeven te worden aangebracht .
De bevestiging door middel van de aan de bovenzijde aanwezige lippen 18, 19 van de respectieve steunen 10, geeft een solide ondersteuning van de gestelbalk 9. De tot het bovenste bevestigingspunt behorende plaatdelen 29 kunnen eveneens op eenvoudige, snelle wijze aan de holle gestelbalk 9 worden bevestigd. Zoals vermeld, kan de ruimte in de gestelbalk 9, die in tweeën is gedeeld, dienst doen als bergruimte, welke bergruimte door middel van het afsluitdeel 34 afsluitbaar is. Het afsluitdeel is door middel van een bout aangebracht.
De aan de einden van de gestelbalk 9 aangebrachte oren 32 kunnen tezamen met de openingen aan de achterzijde van de profieldelen 22 dienst doen voor het aanbrengen van aanbouwdelen, met behulp waarvan een aanbouwwerktuig, zoals een zaaimachine, met de machine kan worden gecombineerd.
Het gestel 6 en het gesteldeel 1 worden tot een star geheel gevormd door de schoren 38. Deze schoren, die vanaf de bovenkant van de steunen 10 in zijwaartse richting naar onder en naar achteren verlopen, zijn voorzien van flenzen 37 en 39 waarmee zij via schroefgaten 15A enerzijds aan een steun 10 en anderzijds aan een kopeindeplaat 40 vastgeschroefd zijn. De kopeindeplaat 40 vormt de afdichting en de versteviging van het gesteldeel 1, waarin de tandwielen 41 voor de aandrijving van de bewerkingsorganen 3 zijn aangebracht. Deze tandwielen 41 waarmee de assen 2 worden aangedreven worden bekrachtigd via de centrale overbrengingskast 42, waarop via asstomp 44 de aftakas van een trekker kan worden aangesloten.
Om de assen 45 zijn scharnierbaar en geleidbaar langs de kopeindeplaat 40 twee armen 46 aangebracht voor het dragen van de rol 47, welke is bedoeld voor verdere verkrui-meling van de bewerkte grond. De armen 46 zijn onderling verbonden via een balk 49, waaraan een zich tussen het gestel 6 en de rol 47 uitstrekkende verstelschroefspindel 48 is aangebracht voor de verstelling van de werkdiepte van de grondbewerkingsmachine.
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.
Claims (8)
1. Landbouwwerktuig voorzien van een gestel dat aan-koppelpunten van een driepuntsbevestiging omvat, waarmede het landbouwwerktuig koppelbaar is aan de driepuntshefinrichting van een trekker, met het kenmerk, dat de constructie van de driepuntsbevestiging is voorzien van een hol balkdeel, dat afsluitmiddelen omvat ten behoeve van het opbergen van hulpmiddelen en/of gereedschap in dit balkdeel.
2. Landbouwwerktuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het balkdeel een vierkant profiel heeft.
3. Landbouwwerktuig volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de lengte van het balkdeel ongeveer overeenstemt met de afstand tussen de twee onderste aankoppelpunten van de driepuntsbevestiging.
4. Landbouwwerktuig volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de afsluitmiddelen een afsluitdeel voor een uiteinde van het balkdeel omvatten.
5. Landbouwwerktuig volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het afsluitdeel één of meer profileringen, dan wel omzettingen ten behoeve van aangrijping omvat.
6. Landbouwwerktuig volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat het afsluitdeel uit kunststof is gevormd.
7. Landbouwwerktuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afsluitmiddelen met behulp van een schroef of bout zijn verbonden.
8. Landbouwwerktuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de holle ruimte in het balkdeel door middel van één of meer scheidingswanden, die dwars op de lengterichting van het balkdeel aangebracht zijn, in compartimenten is opgedeeld.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9100922A NL9100922A (nl) | 1983-08-25 | 1991-05-29 | Landbouwwerktuig. |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8302968A NL8302968A (nl) | 1983-08-25 | 1983-08-25 | Landbouwwerktuig. |
NL8302968 | 1983-08-25 | ||
NL9100922 | 1991-05-29 | ||
NL9100922A NL9100922A (nl) | 1983-08-25 | 1991-05-29 | Landbouwwerktuig. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9100922A true NL9100922A (nl) | 1991-09-02 |
Family
ID=26645887
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9100922A NL9100922A (nl) | 1983-08-25 | 1991-05-29 | Landbouwwerktuig. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL9100922A (nl) |
-
1991
- 1991-05-29 NL NL9100922A patent/NL9100922A/nl active Search and Examination
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA2891703C (en) | Plough comprising a plurality of plough bodies attached to a plough bar | |
NL8100992A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL9001873A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
IT8323011A1 (it) | Trattore a più ruote costituente una unità motrice per macchine agricole, ad elevato rapporto potenza/peso | |
NL9100922A (nl) | Landbouwwerktuig. | |
NL8202359A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8101017A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL193084C (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL7907081A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL9300659A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8302968A (nl) | Landbouwwerktuig. | |
NL8303042A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8302967A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
RU2081533C1 (ru) | Широкозахватный почвообрабатывающий агрегат | |
NL192364C (nl) | Combinatie van een trekker en een samenstel van een rotorkopeg en een zaaimachine. | |
NL8602972A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8302969A (nl) | Gestel voor een landbouwwerktuig. | |
EP0262734A1 (en) | Soil cultivating machines | |
NL8101312A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL9101330A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8202358A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8303528A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8700952A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8501212A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8900338A (nl) | Maaimachine. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BN | A decision not to publish the application has become irrevocable |