NL9100726A - Draagbalk voor toepassing in hekwerk en poorten. - Google Patents

Description

Titel: Draaqbalk voor toepassing in hekwerk en poorten.

De uitvinding heeft betrekking op een draagbalk voor toepassing in hekwerk en poorten, in het bijzonder geschikt voor vrijdragende poorten.

Vrijdragende poorten zijn poorten, die bestemd zijn om een doorgangsopening in een omheining of dergelijke af te sluiten en die slechts aan één zijde van de opening zijn opgehangen of ondersteund. Bij brede openingen wordt meestal gebruik gemaakt van een schuifpoort, die langs de omheining geschoven kan worden om de doorgangsopening af te sluiten dan wel vrij te geven. Ook draaipoorten, die meestal uitsluitend voor smallere doorgangsopeningen worden toegepast, zijn veelal vrijdragen uitgevoerd.

Bij dergelijke vrijdragende poorten is het van belang, dat de poort zo licht mogelijk, maar toch stevig genoeg om als afsluiting te functioneren, wordt uitgevoerd. Bekende poorten zijn hiertoe dikwijls opgebouwd uit een enkele draagbalk, waarop hekelementen zoals tussenspijlen, een achterstijl en een kopstijl zijn gemonteerd, of vastgelast.

Een probleem, dat zich bij de bekende vrijdragende poorten voordoet, is dat de enkele draagbalk de neiging heeft onder invloed van de zwaartekracht door te buigen, waardoor het vrije einde lager komt te hangen dan het ondersteunde einde.

Afgezien van het feit, dat een doorhangende draagbalk uit esthetisch oogpunt ongewenst is, kunnen hierdoor ook problemen ontstaan bij het verschuiven of verdraaien van de poort. Bij aanwezigheid van een slot of slotvanger aan het vrije einde van de poort bestaat de kans, dat een dergelijk element niet meer in lijn ligt met een contra-element, dat in of aan een de doorgangsopening begrenzende post is gemonteerd.

In het verleden is reeds voorgesteld om een vrijdragende schuifpoort uit te voeren met een enkele holle draagbalk, waarbij in de draagbalk één of meer tussen de uiteinden van de draagbalk gespannen voorspanelementen zijn aangebracht. De voorspanelementen dienen om de draagbalk in de horizontale stand te houden. Een dergelijke schuifpoort is bijvoorbeeld beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 8302007.

Een bezwaar van de bekende constructie is, dat deze door temperatuurvariaties toch krom kan trekken in het vertikale vlak. Voorts kan de bekende draagbalk in het horizontale vlak krom trekken als gevolg van vanaf één zijde invallende zonnestraling.

De uitvinding beoogt de geschetste bezwaren te ondervangen en in het algemeen een lichte, stevige en voor temperatuurvariaties en zonnestraling weinig gevoelige ligger voor toepassing in hekwerk en poorten te verschaffen.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding een ligger van de beschreven soort daardoor gekenmerkt, dat de draagbalk is opgebouwd uit een van geschuimd kunststofmateriaal gevormd balkvormig lichaam, dat tenminste aan twee in de gebruiksstand in hoofdzaak vertikale zijden is voorzien van aan het kunststofmateriaal gehecht plaatmateriaal.

In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van enkele uitvoeringsvoorbeelden.

Figuur 1 toont schematisch in dwarsdoorsnede een uitvoeringsvoorbeeld van een draagbalk volgens de uitvinding; figuur 2 toont schematisch bij wijze van voorbeeld een detail van een schuifpoort volgens de uitvinding; figuur 3 toont schematisch in perspectief een deel van een schuifpoort voorzien van een draagbalk volgens een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; figuur 4 toont schematisch met uiteen genomen delen een deel van een draagbalk vólgens de uitvinding voor een schuifpoort; figuur 5 en figuur 6 tonen schematisch in dwarsdoorsnecU voorbeelden van een bovenste en onderste afdekprofiel voor een draagbalk volgens de uitvinding? en figuur 7 toont een omheining opgebouwd met behulp van draagbalken volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont schematisch in dwarsdoorsnede een uitvoeringsvoorbeeld van een draagbalk 1 volgens de uitvinding. De draagbalk omvat een centraal balkvormig lichaam 2 met in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede.

Het lichaam 2 is van een geschikte geschuimde kunststof, zoals bijvoorbeeld polystyreenschuim of polyurethanschuim vervaardigd. De vertikale zijden van het lichaam 2 zijn bekleed met metalen platen 3,4, die aan het kunststof lichaam zijn gehecht. De hechting kan door lijmen tot stand worden gebracht, maar ook door bijvoorbeeld de kunststof in situ in het tevoren gereed gemaakte samenstel van platen op te schuimen. In het bijzonder polyurethan . hecht bij een dergelijke methode zeer goed aan de platen.

Een geschikt plaatmateriaal is bijvoorbeeld staalplaat met een dikte van 0,7 mm. Ook anderssoortige platen, bijvoorbeeld van aluminium of koper zijn in beginsel toepasbaar. De platen kunnen desgewenst van een geschikte coating zijn voorzien.

De platen 3 en 4 hebben elk in het getoonde voorbeeld omgezette langsranden 5,6, die althans deels om het boven-respectievelijk onderoppervlak 7,8 van het kunststof balklichaam 2 grijpen.

In het getoonde voorbeeld is aan de bovenzijde nog een eveneens door lijmen bevestigd omgekeerd ü-profiel van gebogen plaat aangebracht. Aan de onderzijde is in dit voorbeeld een sleuf 10 uitgespaard, waarin een doosprofiel 11 is aangebracht, dat ook door lijmen kan zijn bevestigd.

Het vastlijmen van het omgekeerde ü-profiel 9 en/of van het doosprofiel 11 is niet altijd noodzakelijk. Door deze profielen vast te lijmen wordt de draagbalk echter steviger, zodat in het algemeen lijmen meer wenselijk wordt naarmate de met de balk te vormen overspanning groter is.

In het doosprofiel 11 is weer een railprofiel 12 aangebracht, dat kan samenwerken met in het geval van een schuifpoort nabij een post vast aangebracht loop-wielstel. Aan weerszijden van het railprofiel is ruimte open gelaten, waarin bijvoorbeeld elektrische kabels en een tandheugel voor de aandrijving van de poort kunnen zijn geplaatst. Een elektrische kabel kan bijvoorbeeld dienen voor een op de poort aangebracht elektrisch slot, voor op de poort aangebrachte verlichting, of voor een veiligheidsvoorziening zoals een afslag-liniaal.

De rail 12 kan worden bevestigd door in het doosprofiel 11 eerst met tussenafstanden korte secties van een profiel te monteren, dat juist om het railprofiel past. De korte secties zijn bij 14 getoond in figuur 2 en zijn voorzien van een vastgelast of geschroefd draadeind 15, dat door een vertikale boring 66 in het balklichaam 2 reikt en aan de bovenzijde daarvan middels een moer 67 kan worden vastgezet. Nadat een aantal secties 14 op deze wijze is gemonteerd kan de rail 12 in de in lijn liggende secties 14 worden geschoven.

Een draagbalk als tot nu toe beschreven kan voor korte overspanningen gebruikt worden. Bij langere overspanningen kan echter het probleem ontstaan dat de draagbalk als gevolg van van één zijde invallende zonnestraling krom trekt.

Dit probleem wordt volgens de uitvinding ondervangen, door de zijvlakken van de draagbalk te voorzien van wangen, zoals bij 16 aangegeven in figuur 1. De wangen 16 zijn uit isolerend materiaal 17 vervaardigd dat weer is bekleed met plaatmateriaal 18. Bij voorkeur is het isolerende materiaal hetzelfde materiaal als het materiaal van het lichaam 2 en is het plaatmateriaal hetzelfde materiaal als dat van de platen 3f4.

In het getoonde voorbeeld zijn de wangen 16 in dwarsdoorsnede ongeveer trapeziumvormig, waarbij de lange zijde tegen de zijwand van het balklichaam ligt. Het plaatmateriaal kan weer op het isolerende materiaal zijn vastgelijmd en heeft in dit voorbeeld voorts randstroken, die op de zijwand van het balklichaam zijn bevestigd, bijvoorbeeld eveneens door lijmen.

In het in figuur 1 getoonde voorbeeld is elke zijwand van het balklichaam in feite voorzien van twee lagen plaatmateriaal, waarbij tussen deze lagen ter plaatse van de wangen 16 isolerend materiaal is aangebracht.

Indien de draagbalk voor een relatief korte vrije overspanning bestemd is, kan de functie van de platen 3 en 4 geheel worden overgenomen door de platen 18, die dan wel van soortgelijke flenzen als de flenzen 5,6 voorzien worden.

Het balklichaam inclusief de wangen kan dan eventueel uit een stuk zijn gevormd.

Opgemerkt wordt, dat de wangen 16 ook andere vormen kunnen hebben, bijvoorbeeld driehoekig of rechthoekig, en een kleiner of groter deel of zelfs de gehele hoogte van de zijwanden van het balklichaam kunnen bestrijken.

Figuur 3 toont het voorste gedeelte van een voorbeeld van een vrijdragende schuifpoort volgens de uitvinding met een op de eerder beschreven wijze opgebouwde draagbalk met zijwangen 30, die aan boven- en onderzijde is voorzien van afdekprofielen 31,32, die bijvoorbeeld uit aluminium zijn geëxtrudeerd. Beide profielen vallen in dit voorbeeld over de boven- respectievelijk onderzijde van het balklichaam. Het bovenste afdekprofiel kan ingericht zijn om verdere elementen van het hek, zoals spijlen, op te nemen.

Het onderste afdekprofiel kan tevens een open doosprofiel voor het opnemen van een railprofiel omvatten.

In dat geval lijkt het railprofiel dus niet verzonken in het balklichaam, zoals in het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 wel het geval is.

Figuur 3 toont voorts een tegen de kopse kant i van de draagbalk aangebrachte afdekkap 33 en een kopstijl 34. De afdekkap kan bijvoorbeeld van aluminium, staal of kunststof zijn vervaardigd, en kan desgewenst voorzien zijn van een uitsparing 35 waarachter zich een deel 36 van een slot bevindt, dat kan samenwerken met een corres-I ponderend deel dat op een post is bevestigd.

Het andere uiteinde van de draagbalk kan op soortgelijke wijze zijn afgewerkt. De afdekkap heeft bij voorkeur een geschuinde onderzijde, die een oploopvlak vormt Voorts kan de afdekkap desgewenst zijn voorzien van een i steunwiel. De poort is dan niet vrijdragend.

Figuur 4 toont schematisch met uiteen genomen delen nog eens een voorbeeld van een uiteinde van een draagbalk volgens de uitvinding. De afdekprofielen komen overeen met de in figuur 3 getoonde afdekprofielen 31,32, i doch in plaats van een afdekkap 33 is een vlakke afdekplaat 37 toegepast. De afdekplaat kan eventueel als montageplaat voor een afdekkap en/of eindstijl zijn uitgevoerd. De afdekplaat 37 kan in dit voorbeeld met behulp van schroeven of dergelijke op de uiteinden van de afdekprofielen worden i bevestigd, en is daartoe voorzien van schroefgaten 38.

Het onderste afdekprofiel 32 omvat een centraal open doosprofiel 39, dat een railprofiel kan opnemen, op soortgelijke wijze als getoond in figuur 1. Ofschoon bij geschikte materiaalkeuze het onderste afdekprofiel tevens het railprofiel zou kunnen vormen lijkt in verband met de wenselijkheid om na slijtage het railprofiel te kunnen vervangen een los railprofiel de voorkeur te verdienen.

Het onderste afdekprofiel heeft aan weerszijden van het opendoosprofiel 39 twee aan de onderzijde open kanaalvormige profieldelen, waarvan er in figuur 4 één zichtbaar is bij 40. Deze kanaalvormige profieldelen kunnen dienen om bijvoorbeeld een elektrische leiding of een element voor de aandrijving van de poort op te nemen.

Figuur 5 toont schematisch in dwarsdoorsnede een voorbeeld van een onderste afdekprofiel 32, dat in hoofdzaak overeenkomt met dat van figuur 4. In het ene kanaalvormige profieldeel 40 is een van looprollen 42 voorzien, vast opgesteld invoerorgaan 43 voor een elektrische leiding getoond. De elektrische leiding zelf is niet getoond, doch kan de vorm hebben van een zich in het kanaal 40 uitstrekkend spiraalsnoer.

In het andere kanaalvormige profieldeel 41 is in dit voorbeeld een tandheugel 44 gemonteerd, die kan samenwerken met een bij een vaste post aangebracht aandrijfbaar tandwiel.

Het getoonde afdekprofiel heeft voorts een U-vormig deel met een bodem 45 en zijflenzen 46, die in gemonteerde toestand om de onderzijde van het draagbalklichaam 30 vallen.

Figuur 6 toont volledigheidshalve nog schematisch in dwarsdoorsnede een voorbeeld van een bovenste afdekprofiel 31, dat eveneens een (omgekeerd) ü-vormig deel heeft met een bodem 47 en flenzen 48, welk omgekeerd ü-vormig deel over de bovenzijde van een draagbalklichaam kan vallen. Het bovenste afdekprofiel heeft voorts aan de bovenzijde een C-vormig profieldeel 49 waarin andere delen van de poort of het hek bevestigd kunnen worden.

Figuur 7 toont tenslotte schematisch enkele toepassingsmogelijkheden van een draagbalk volgens de uitvinding. Tussen twee posten 50,51 is een draaipoort 52 gemonteerd, dat dient als looppoortje. Het looppoortje 52 is opgebouwd uit een het onderste gedeelte vormende sectie 53 van een draagbalk volgens de uitvinding en een daarop gemonteerde bovenbouw 54. Op afstand van de post 51 bevindt zich een derde post 55, die als steunpost voor een vrijdragende schuifpoort 56 dient. De schuifpoort is ook weer opgebouwd op basis van een draagbalk 57 volgens de uitvinding en een bovenbouw 58.

De looppoort en de schuifpoort zijn in het getoonde voorbeeld in dezelfde stijl uitgevoerd. Desgewenst kan de aldus verkregen eenheid nog worden bevorderd door de verdere omheining 59 op dezelfde wijze uit te voeren met gebruikmaking van panelen, die zijn opgebouwd op basis van een draagbalk volgens de uitvinding.

Opgemerkt wordt, dat na het voorgaande diverse modificaties voor de deskundige voor de hand liggen.

Zo kan bijvoorbeeld aan de bovenzijde van de draagbalk een verzonken profiel zijn aangebracht. Voorts kunnen de afdekprofielen direkt of onder tussenkomst van de boven- en onderzijde van het balklichaam afsluitende, uit plaatmateriaal gevormde U-vormige profielen, die al dan niet door lijmen zijn bevestigd, op het draagbalk-lichaam zijn aangebracht.

Het draagbalklichaam kan desgewenst verder versterkt worden door in het kunststofmateriaal een wapening aan te brengen, die bijvoorbeeld uit een of meer platen of staven kan bestaan, die in sleuven in het kunststofmateriaal liggen en eventueel zijn vastgelijmd. Dergelijke wapeningselementen bevinden zich bij voorkeur in het bovenste deel van het draagbalklichaam. Hiertoe kan ook gebruik worden gemaakt van niet rekbare koolfstofvezel-koorden.

Reeds werd opgemerkt, dat het kunststofmateriaal ook in situ in een tevoren samengesteld lichaam van het plaatmateriaal opgeschuimd zou kunnen worden.

Als plaatmateriaal voor de zijwanden zou ook een met koolstofvezel versterkte verlijmde kunststofplaat gebruikt kunnen worden.

Deze en soortgelijke modificaties worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

Claims (22)

1. Draagbalk voor toepassing in hekwerk en poorten, in het bijzonder geschikt voor vrijdragende poorten, met het kenmerk, dat de draagbalk is opgebouwd uit een van geschuimd kunststofmateriaal gevormd balkvormig lichaam, dat tenminste aan twee in de gebruiksstand in hoofdzaak vertikale zijden is voorzien van op het kunststofmateriaal gehecht plaatmateriaal.

2. Draagbalk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het balkvormige lichaam is voorzien van wangen van isolerend materiaal, die zijn bekleed met plaatmateriaal.

3. Draagbalk volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de wangen van hetzelfde kunststofmateriaal zijn vervaardigd als het balkvormige lichaam.

4. Draagbalk volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de wangen op het plaatmateriaal, dat op de vertikale zijden van het balkvormige lichaam is aangebracht, zijn gelijmd.

5. Draagbalk volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het isolerende materiaal van de wangen direkt op het kunststofmateriaal van het balkvormige lichaam is gehecht.

6. Draagbalk volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het isolerende materiaal van de wangen één geheel vormt met het kunststofmateriaal van het balkvormige lichaam.

7. Draagbalk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het plaatmateriaal dun staalplaat is.

8. Draagbalk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het plaatmateriaal een vezelversterkt kunststofmateriaal is.

9. Draagbalk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het plaatmateriaal omgebogen randflenzen heeft, die om de boven- en onderzijde van het balkvormige lichaam grijpen.

10. Draagbalk volgens één der voorgaande conclusies gekenmerkt door tenminste een bovenste of onderste U-vormig profiel dat van dun plaatmateriaal is vervaardigd en dat langs de boven- en/of onderrand van het balklichaam is aangebracht.

11. Draagbalk volgens één der voorgaande conclusies gekenmerkt door een langs de boven- en/of onderrand van het balklichaam verzonken aangebracht profiel.

12. Draagbalk volgens één der voorgaande conclusies gekenmerkt door een aan de onderzijde van het balklichaam aangebracht, aan de onderzijde open, opendoosprofiel, waarin een railprofiel is gemonteerd.

13. Draagbalk volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het opendoosprofiel aan weerszijden is voorzien van kanaalvormige, aan de onderzijde open, profieldelen.

14. Draagbalk volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat één der kanaalvormige profieldelen is voorzien van een tandheugel.

15. Draagbalk volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat één der kanaalvormige profieldelen is voorzien van een elektrische leiding.

16. Draagbalk volgens één der voorgaande conclusies gekenmerkt door wapeningselementen die zich in het kunststof-materiaal van het balkvormige lichaam uitstrekken.

17. Draagbalk volgens één der voorgaande conclusies gekenmerkt door tenminste één eindelement, dat tegen een kopse kant van het balkvormigelichaam is bevestigd.

18. Draagbalk volgens één der voorgaande conclusies gekenmerkt door een langs de bovenrand van het balkvormige lichaam aangebracht afdekprofiel, waarop elementen van een hekopbouw kunnen worden gemonteerd.

19. Draagbalk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hechting tussen het kunststof-materiaal en het plaatmateriaal tot stand is gebracht door lijmen.

20. Draagbalk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hechting tussen het kunststof-materiaal en het plaatmateriaal tot stand is gebracht door de kunststof in situ in een uit het plaatmateriaal tevoren gereed gemaakt samenstel op te schuimen.

21. Poort, opgebouwd met behulp van een draagbalk volgens de uitvinding.

22. Vast omheiningselement, opgebouwd met behulp van een draagbalk volgens de uitvinding.