NL9100244A

NL9100244A - Tijdelijk wegdek.

Info

Publication number: NL9100244A
Application number: NL9100244A
Authority: NL
Original assignee: Tno
Priority date: 1991-02-12
Filing date: 1991-02-12
Publication date: 1992-09-01
Also published as: US5288165A; JPH0579009A; EP0499336A1; AU1089392A; CA2061051A1

Description

Tijdelijk wegdek.

De uitvinding heeft betrekking op een meerdere malen te gebruiken tijdelijk wegdek, bestaande uit op de grond te plaatsen lichamen en uit flexibele verbindingsorganen tussen de op afstand van elkaar gelegen lichamen.

Een dergelijk tijdelijk wegdek is bijvoorbeeld bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0 286 395. waarbij ieder buigstijf lichaam in bovenaanzicht een langwerpige rechthoekige vorm heeft en de buigstijve lichamen in één rij zijn opgesteld, waarbij de verbindingsorganen zijn opgesteld in twee evenwijdige langsrijen tussen de buigstijve lichamen. Een dergelijk tijdelijk wegdek wordt als het ware als een rijbaan gelegd in twee naast elkaar liggende banen, om daarover voertuigen of dergelijke te laten rijden. Dit tijdelijke wegdek heeft dus een zeer beperkte breedte.

De uitvinding beoogt een tijdelijk wegdek te verschaffen dat voor allerlei toepassingen kan worden gebruikt. Gedacht kan daarbij worden aan: tijdelijke of blijvende wegen in moeilijk begaanbaar terrein; tijdelijke of blijvende wegen op huisvuiletortplaatsen; tijdelijke of blijvende wegen in bosbouwgebieden; tijdelijke of blijvende wegen in de sneeuw; tijdelijke start- en landingsbanen voor vliegtuigen; tijdelijke start- en landingsbanen voor helicopters; tijdelijke of blijvende opslagplaatsen in het terrein (bijvoorbeeld containeropslagplaatsen) en tijdelijke of blijvende parkeerterreinen.

Vanzelfsprekend zijn andere toepassingen mogelijk.

De uitvinding wordt gekenmerkt, doordat ieder lichaam de vorm heeft van een in hoofdzaak vlak plaatvormig deel met cirkelvormige of veelzijdige omtrek en daaronder een vormvast verdringingsdeel, waarbij het plaatvormige deel voorzien is van middelen voor het aanbrengen van de flexibele verbindingsorganen, waarbij de lichamen zijn opgesteld in ten opzichte van elkaar versprongen rijen en ieder lichaam door verbindingsorganen verbonden is met aangrenzende lichamen in andere langs-en/of dwarsrijen.

De voordelen van dit tijdelijk wegdek volgens de uitvinding zijn dat het licht van gewicht is, gemakkelijk (in gevouwen toestand) vervoerd kan worden, weinig materiaal gebruikt, daardoor relatief goedkoop is, kleine eenheden van het tijdelijke wegdek gemakkelijk met handge- reedschap tot een complete mat ter plaatse kunnen worden samengesteld, het tijdelijke wegdek gemakkelijk (eventueel gedemonteerd in kleine eenheden) kan worden opgenomen, het tijdelijke wegdek een goede camouflage in het terrein geeft (een volledige camouflage kan worden bereikt door na het aanbrengen van het tijdelijke wegdek een laagje grond over het wegdek te strooien), het tijdelijke wegdek zich aanpast aan de oneffenheden in het terrein, zoals bijvoorbeeld uitstekende rotspunten of boomstronken, het tijdelijke wegdek gemakkelijk om hindernissen in het terrein (zoals bijvoorbeeld bomen) kan worden heengelegd, het tijdelijke wegdek gemakkelijk in bochten kan worden gelegd, en het tijdelijke wegdek kan, mits afgedekt door een laagje grond, bereden kan worden door schrankende (rups)voertuigen.

Door het tijdelijke wegdek op te rollen kan het gebruikt worden als fascine voor het opvullen van doorsnijdingen of waterlopen in het terrein.

De uitvinding zal aan de hand van de tekeningen voor een aantal uitvoerings- en toepassingsvoorbeelden nader worden toegelicht, waarin:

Fig. 1 is een bovenaanzicht en

Fig. 2 een zijaanzicht van een vormvast lichaam voor het tijdelijke wegdek volgens de uitvinding;

Fig. 3 en 4 zijn zijaanzichten van twee typen flexibele verbin-dingsorganen volgens de uitvinding;

Fig. 5 is een zijaanzicht en

Fig. 6 een bovenaanzicht van weer een ander type flexibel verbin-dingsorgaan;

Fig. 7 en 8 zijn een zij- respektievelijk bovenaanzicht van weer een ander type vormvast lichaam en flexibel verbindingsorgaan;

Fig. 9 is een schematisch bovenaanzicht van een tijdelijk wegdek volgens de uitvinding;

Fig. 10 is een doorsnede over de lijn X-X van fig. 9;

Fig. 11 toont het tijdelijke wegdek met verbindingsorganen, die zijn opgesteld in de vorm van zeshoeken;

Fig. 12 , 13 en l4 tonen het voorspannen van het tijdelijke wegdek in een richting loodrecht op de rijrichting.

Het vormvaste lichaam of basiselement van de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 en 2 heeft bij voorkeur de vorm van een halve bol 1, die met de platte zijde aansluit op een flensvormige knoopplaat 2. Deze knoopplaat 2 is over de omtrek verdeeld voorzien van aanhechtingspunten, bijvoorbeeld openingen 3. terwijl de knoopplaat 2 en de halve bol 1 centraal voorzien zijn van een doorlopend gat 4, waarvan het doel ver- derop beschreven zal worden,

De knoopplaat 2 kan één geheel vormen met de halve bol 1, maar zij kunnen ook uit verschillende onderdelen bestaan, zoals verderop beschreven zal worden.

De halve bol 1 kan massief of hol zijn, maar moet wel vormvast zijn. Bij voorkeur bestaan de halve bol 1 en de knoopplaat 2, uit al dan niet met metaal of andere materialen gewapende kunststof. Ook andere materialen kunnen echter gebruikt worden.

Het vormvaste lichaam 1 kan in plaats van een halve bol ook de vorm hebben van een afgeknotte kegel of pyramide (niet-getoond).

De lichamen 1 hebben bij voorkeur een grootste diameter van ongeveer 0,1 - 0,2 meter en een hoogte van ongeveer 0,05 - 0,15 meter. Zij worden in een regelmatig patroon op de te berijden grond gelegd op een onderlinge afstand van ongeveer 0,25 " 0.35 meter, waarbij de lichamen 1 onderling zijn verbonden door flexibele verbindingsorganen 5, die verderop nader besproken zullen worden. Deze flexibele verbindingsorganen 5 grijpen aan op de aanhechtingspunten 3 van de knoopplaten 2.

De lichamen 1 worden in de grond gedrukt door over het tijdelijke wegdek rijdende voertuigen. Hierdoor wordt de grond onder en tussen de lichamen 1 verdicht, waardoor de korrelspanning in de grond toeneemt en dus de inwendige wrijving van de grond toeneemt en daardoor de draagkracht van de bodem wordt vergroot.

In fig. 3 wordt een flexibel verbindingsorgaan 5 toegepast bestaande uit een kabel. In fig. 4 wordt een flexibel verbindingsorgaan 5 toegepast bestaande uit een ketting. In fig. 5 en 6 wordt een flexibel verbindingsorgaan 5 toegepast bestaand uit een staaf die scharnierend aan de knoopplaten 2 is bevestigd.

Alle toegepaste soorten verbindingsorganen zijn wel trek- en schuifvast, maar niet buigvast, d.w.z. de knoopplaten zijn scharnierbaar en flexibel met elkaar verbonden.

De lichamen 1 zijn als het ware door een membraan met elkaar verbonden. Dit membraan kan bestaan uit een geweven doek, waarbij de schering en/of de inslag bestaan uit geslagen of getrokken kunststof-strengen of staalkabelsstrengen of een kombinatie daarvan.

Het membraan kan ook gevormd worden door een grofmazig netwerk, bestaande uit strengen die in de knooppunten rechtstreeks of door middel van een knoopplaat trekvast en schuifvast maar niet buigvast met elkaar zijn verbonden.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 en 6 is de knoopplaat 2 voorzien van een ringvormige flens 2a, die grijpt om de omtrek van het vormvaste lichaam 1 en daarmede bijvoorbeeld door schroefdraad is verbonden.

In fig. 6 zijn voor de duidelijkheid de vormvaste lichamen niet getoond.

In fig. 7 en 8 is een andere uitvoeringsvorm getoond waarbij de flexibele verbindingsorganen 5 gevormd worden door kabels die ter plaatse van de vormvaste lichamen doorlopen naar andere aangrenzende vormvaste lichamen.

De kabels 5 zijn met klemmen 6 of dergelijke bevestigd tegen de onderzijde van de knoopplaat 2. De knoopplaat 2 bevat een naafvormig deel 2b, waarom de kabel 5 wordt geleid naar een volgende klem 6 en van daar naar een volgend vormvast lichaam 1.

In fig. 9 is een bovenaanzicht getoond van een tijdelijk wegdek volgens de uitvinding, terwijl fig. 10 een doorsnede is over de lijn X-X van fig. 9.

De vormvaste lichamen 1 zijn via de flexibele verbindingsorganen 5 tot een soort netwerk verbonden waarbij diverse patronen toegepast kunnen worden, bijvoorbeeld driehoekige patronen volgens fig. 9» ruitvormige patronen (niet-getoond) of zeshoekige patronen volgens fig. 11.

De richting waarin de voertuigen of dergelijke over het tijdelijke wegdek bewegen is aangegeven met de pijl A. Bij voorkeur wordt het tijdelijke wegdek in de richting loodrecht daarop, aangegeven met pijlen B onder voorspanning gehouden. Op deze wijze blijft het tijdelijke wegdek strak op de grond 7» zie fig. 10.

Dit strakspannen kan met allerlei middelen plaatshebben, bijvoorbeeld door de zijdelingse weerstand in de grond van de omliggende ver-dringingslichamen 1 van het tijdelijke wegdek zelf te benutten, bijvoorbeeld met in de grond 7 aangebrachte grondankers langs de zijranden van het wegdek (niet-getoond) of door bevestiging aan bomen of dergelijke.

Het is ook mogelijk de zijranden van het wegdek te bedekken met een rug 8 van aarde, of de zijranden over een deel in te graven in de grond 7» zie fig. 12 en 13.

Bij de uitvoering volgens fig. lk zijn de randen van het tijdelijke wegdek bevestigd aan voorgespannen kabels 9 of dergelijke. Deze kabels 9 kunnen aan de grond zijn bevestigd met grote metalen, houten of kunststof pennen, (bekende) grondankers of aan natuurlijke bevestigingspunten in het terrein, zoals bomen.

Ter voorkoming van overbelasting van de terreinmat of delen daarvan, met het gevaar van breuk van één of meerdere strengen (hetgeen menselijk letsel of schade aan voertuigen of ander materiaal zou kunnen veroorzaken), kunnen de bevestigingspunten in de grond zodanig worden uitgevoerd dat bij overbelasting deze bevestigingspunten in de grond verschuiven of uit de grond worden getrokken.

Ook kan de beveiliging tegen overbelasting worden gerealiseerd met bekende methoden in de strengen zelf of in de knoopplaten.

Ook kunnen de randen van de terreinmat worden vastgemaakt aan bevestigingspunten naast de terreinmat via bijvoorbeeld veren, energie-dissipatoren zonder blijvende vervorming (bijvoorbeeld hydraulische of pneumatische schokdempers), energie-dissipatoren op basis van blijvende vervorming (bijvoorbeeld plastisch vervormende metalen schokabsorberende inrichtingen) of kombinaties van deze elementen. Deze bekende inrichtingen zijn niet getoond.

Door de gaten 4 in de vormvaste lichamen 1 kunnen zo nodig pennen in de grond worden geslagen om de lichamen 1 goed te verankeren. Het tijdelijke wegdek kan ook gebruikt worden in een terrein waar bomen staan. Het wegdek kan dan om de bomen heen worden gelegd.

Het tijdelijke wegdek kan ook worden opgerold en dan dienen om doorsnijdingen of waterlopen in het terrein op te vullen als fascine. Door de vormvaste verdringingslichamen zal een volumineus en tevens waterdoorlatend geheel ontstaan. Door de volumineusheid kan met een betrekkelijk klein stuk mat een grote doorsnijding worden overwonnen. De waterdoorlatendheid is van belang bij het overbruggen van stromende waterlopen in het terrein. Indien de waterloop wordt geblokkeerd kan dat leiden tot verhoogde grondwaterstanden, waardoor de begaanbaarheid van het terrein zou verslechteren, of in het ergste geval tot inundatie van het omliggende terrein zou leiden.

Claims

1. Meerdere malen te gebruiken tijdelijk wegdek, bestaande uit op de grond te plaatsen lichamen en uit flexibele verbindingsorganen tussen de op afstand van elkaar gelegen lichamen, met het kenmerk, dat ieder lichaam de vorm heeft van een in hoofdzaak vlak plaatvormig deel met cirkelvormige of veelzijdige omtrek en daaronder een vormvast verdringingsdeel, waarbij het plaatvormige deel voorzien is van middelen voor het aanbrengen van flexibele verbindingsorganen, waarbij de lichamen zijn opgesteld in ten opzichte van elkaar versprongen rijen en ieder lichaam door verbindingsorganen verbonden is met aangrenzende lichamen in andere langs- en/of dwarsrijen.

2. Tijdelijk wegdek volgens conclusie l,met het kenmerk, dat het verdringingsdeel de vorm heeft van een halve bol, met de vlakke zijde gericht naar het plaatvormige deel.

3- Tijdelijk wegdek volgens conclusie l,met het kenmerk, dat het verdringingsdeel de vorm heeft van een afgeknotte kegel met cirkelvormige of veelhoekige dwarsdoorsnede met het dikkere deel gericht naar het plaatvormige deel.

4. Tijdelijk wegdek volgens conclusie 1, 2 of 3» met het kenmerk, dat het plaatvormige deel voorzien is van over de omtrek verdeeld opgestelde aanhechtingspunten voor het bevestigen van verbindingsorganen.

5. Tijdelijk wegdek volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbindingsorganen zich uitstrekken over een aantal vormvaste lichamen.

6. Tijdelijk wegdek volgens één of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tijdelijke wegdek in strak gespannen toestand op de grond is bevestigd.

7. Tijdelijk wegdek volgens één of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tijdelijk wegdek is ingericht om doorsnijdingen of waterlopen in het terrein op te vullen als fascine.