NL9002882A - Gevelbekledingssysteem. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Gevelbekledingssysteem.

De uitvinding heeft betrekking op een gevelbekledingssysteemvoorzien van aan een wand van een gebouw of dergelijke te bevestigendragers en van met behulp van aankoppelorganen aan de dragers te koppelenplaatvormige elementen.

Een dergelijk gevelbekledingssysteem is bekend uit hetDuitse Offenlegungsschrift 3.703.350. Bij dit bekende systeem is een in 1het zicht komende klinkerplaat met behulp van een mortellaag bevestigd aaneen door een hoekprofiel omgeven draagplaat. Aan het hoekprofiel zijnhaken bevestigd, met behulp waarvan de plaatvormige elementen kunnenworden opgehangen aan bouten, die zijn gestoken in zich evenwijdig aanelkaar uitstrekkende benen van aan een wand van een gebouw of dergelijkebevestigde hoekprofielen, die met behulp van U-vormige profielen opafstand van elkaar worden gehouden. Deze bekende uitvoering leidt tot eenzware, een groot aantal verschillende onderdelen omvattende constructie,terwijl door de gekozen ophanging van de plaat een zijdelingse bewegingvan de platen na ophangen niet uitgesloten is.

Met de uitvinding wordt beoogd een gevelbekledingssysteemvolgens bovengenoemde soort te verkrijgen, waarbij de aan de bekendeconstructie klevende nadelen kunnen worden voorkomen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de dragers zijn voorzien van sleutelgatvormige uitsparingen en. aan deachterzijde van de plaatvormige elementen, in het bijzonder keramischetegels, paddestoel vormige aankoppelorganen zijn gelijmd, die passen in desleutelgatvormige uitsparingen.

Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kaneen eenvoudige opbouw van het gevelbekledingssysteem worden verkregen,waarbij ook bij dunne en kwetsbare plaatvormige elementen zoals in het bijzonder keramische tegels zowel een goede verbinding tussen de aankoppelorganen en de tegels als tussen de aankoppelorganen en de dragerste bewerkstelligen is.

Opgemerkt wordt, dat in het Duitse Offenlegungsschrift 3.621.010 het voorgesteld is om bij voor gevelbekledingen te gebruikenkeramische platen in de achterzijde van de keramische platen ondersnedenuitsparingen aan te brengen voor het opnemen van de uiteinden van aan dragers bevestigde ophangelementen. Hierbij wordt echter gedacht aankeramische platen met een dikte van 9 tot 12 cm. Bij gebruikelijkekeramische tegels met een dikte van 8 a 10 mm zal een dergelijkeconstructie echter niet toe te passen zijn.

Verder is het uit de Europese octrooiaanvrage 0 221 262bekend om aan de achterzijden van tegels bevestigingselementen aan tebrengen onder gebruik making van glazuur als hechtmiddel. Als bevestigingselementen zijn schroeven weergegeven. Niet aangegeven is, hoedergelijke van schroeven voorziene tegels op eenvoudige wijze met dragerstot een acceptabel bekledingssysteem kunnen worden verenigd.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan dehand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van deconstructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een vooraanzicht op op elkaar aansluitende delen van verticaal staande draagprofielen, die bestemd zijn voor hetondersteunen van plaatvormige elementen.

Figuur 2 toont een zijaanzicht op figuur 1.

Figuur 3 toont een,horizontale doorsnede over figuur 1.

Figuur 4 toont een achteraanzicht op een deel van een draagprofiel.

Figuur 5 toont op kleinere schaal een achteraanzicht op eenkeramische tegel.

Figuur 6 toont een aanzicht op de in figuur 5 afgebeelde tegel, gedeeltelijk in doorsnede, gedeeltelijk in zijaanzicht.

Figuur 7 toont een aanzicht op een paddestoel vormigaankoppelorgaan.

Figuur 8 toont een aanzicht op figuur 7, gezien volgens depijl VIII in figuur 7.

Figuur 9 toont een uit elastomeer materiaal vervaardigd dempingsorgaan.

De gevelbekledingsconstructie omvat draagprofielen 1, diebestemd zijn voor het ondersteunen van de plaatvormige elementen. Hiertoeworden de draagprofielen aan de wand van een gebouw of dergelijkebevestigd. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn de draagprofielenbevestigd aan horizontaal verlopende balken 2, die deel uitmaken van eenniet nader weergegeven skelet van een gebouw of dergelijke.

Afhankelijk van de lengte van de toegepaste profielen en dehoogte van de beklede gevel kunnen meerdere verticaal opgesteldedraagprofielen 1 in eikaars verlengde worden opgesteld, zoals afgebeeld inde figuren 1 en:2. Verder zal het duidelijk zijn, dat de verticaal staandeprofielen in horizontale richting gerekend op regelmatige afstand vanelkaar zullen zijn opgesteld, waarbij de onderlinge hartafstand tussen dedraagprofielen, gemeten in horizontale richting, zal zijn aangepast aan debreedte van de door de draagprofielen te ondersteunen plaatvormigeelementen.

Zoals in het bijzonder duidelijk zal zijn uit figuur 3 isieder draagprofiel voorzien van een ruggedeelte 3, dat met twee op deuiteinden van dit ruggedeelte aansluitende en zich haaks op ditruggedeelte uitstrekkende benen 4 en 5 een U-vormig gedeelte van hetdraagprofiel 1 vormt.

Op de van het ruggedeelte afgekeerde uiteinden van de benen4 en 5 sluiten zich evenwijdig aan het ruggedeelte 3 uitstrekkende flenzen6 resp. 7 aan, welke zich vanaf de uiteinden van de benen 4 en 5 naarbuiten toe uitstrekken en in een vlak zijn gelegen. De uiteinden van deflenzen 6 en 7 zijn haaks omgebogen in een van het ruggedeelte 3afgekeerde richting voor het vormen van verstijvingsranden 8 resp. 9.

Zoals in het bijzonder uit figuur 1 blijkt zijn in deflenzen 6 en 7 van het draagprofiel sleutelgatvormige uitsparingen 10resp. 11 aangebracht, zodanig, dat de bredere gedeelten van dezeuitsparingen zich aan de bovenzijde van de uitsparingen bevinden, zoalsduidelijk zal zijn uit figuur 1.

Zoals verder uit figuur 1 duidelijk zal zijn is deuitsparing 11 over de gehele hoogte breder uitgevoerd dan de uitsparing 10voor een hieronder nog nader te omschrijven doel.

Zoals verder uit de figuren 1-3 blijkt kunnen naar elkaartoegekeerde uiteinden van in eikaars verlengde gelegen draagprofielen aanelkaar worden bevestigd met behulp van koppelstuk 12, dat in doorsnedegezien (figuur 3) een met de doorsnede van het draagprofiel 1overeenkomende vorm heeft en aanligt tegen de achterzijden van de metelkaar te koppelen uiteinden van de draagprofielen. Daarbij is hetkoppelstuk 12 aan de desbetreffende uiteinden van de draagprofielen 1vastgezet met behulp van door de sleutelgatvormige uitsparingen 10 en 11 gevoerde bouten 13. Voor de verbinding van de draagprofielen aan hetgebouw, in het onderhavige geval de balken 2, wordt gebruik gemaakt vansteunen 14, die ieder een tegen de balk 2 aanliggende en aan de balk 2 metbouten 15 bevestigde plaat 16 bezitten. Aan de plaat 16 zijn een tweetalzich evenwijdig aan elkaar en loodrecht op de plaat 16 uitstrekkendevleugels 17 bevestigd waartussen de profielen 1 passen (figuur 3).

In de benen 4 en 5 van de draagprofielen 1 en in de tegendeze benen 4 en 5 aanliggende benen van het koppelstuk 12 zijn zichloodrecht op de lengterichting van de draagprofielen 1 uitstrekkendesleufgaten 18 aangebracht. In de vleugels 17 van de steun 14 zijnsleufgaten 19 aangebracht, welke zich evenwijdig aan de lengterichting vande draagprofielen 1 uitstrekken. De draagprofielen zijn aan de steun 14bevestigd met behulp van door deze sleufgaten 18 en 19 gestoken bouten 20.Het zal duidelijk zijn, dat door toepassing van de genoemde sleufgaten 18en 19 een nauwkeurige gewenste instelling van de draagprofielen, zowel inhoogterichting als in een richting loodrecht op het vooroppervlak van deuiteindelijk te vervaardigen gevel mogelijk is.

Indien eenmaal de draagprofielen 1 zo in de gewensteopstelling aan een gebouw of dergelijke zijn bevestigd kunnen deplaatvormige elementen aan de draagprofielen worden bevestigd.

De plaatvormige elementen worden gevormd door keramischetegels 21 die bijvoorbeeld een dikte hebben van 8 mm en een lengte enbreedte van bijvoorbeeld 444 mm. Zoals uit figuur 5 en 6 duidelijk zalzijn is de tegel aan zijn achterzijde voorzien van een langs de omtrek vande tegel verlopende verdikte rand 22 alsmede van een drietal zich over deachterzijde van de tegel uitstrekkende verhoogde randen 23 en een drietalzich haaks op de verhoogde randen uitstrekkende randen 24 waarbij deranden 23 en 24 elkaar snijden in een negental kruispunten 25, welkekruispunten in een regelmatig verdeeld patroon op de achterzijde van detegel zijn aangebracht, zoals duidelijk zal zijn uit figuur 5.

Op de achterzijde van iedere tegel wordt een gewenst aantalpaddestoelvormige aankoppelorganen 26, zoals weergegeven in figuur 7 en 8,aangebracht. Het paddestoel vormige orgaan is voorzien van een rondevoetplaat 27 waarin een tweetal elkaar loodrecht snijdende groeven 28 en29 zijn aangebracht. Op de van de van groeven voorziene zijde afgekeerdezijde van de voetplaat sluit een verbindingsstuk 30 aan, dat een kleinere diameter heeft dan de voetplaat 27, terwijl nabij de aansluiting van hetverbindingsstuk 30 op de voetplaat 27 in het verbindingsstuk eenrondlopende groef 31 is aangebracht.

Op de van de voetplaat afgekeerde zijde van verbindingsstuk30 sluit een in doorsnede ronde steel 32 aan, die aan zijn van hetverbindingsstuk 30 afgekeerde einde is voorzien van een verdikte kop 33,die een min of meer kegel vormige doorsnede heeft.

Bij het aanbrengen van de in de figuren 7 en 8 weergegevenpaddestoel vormige aankoppel organen 26 op de achterzijde van de keramischetegel 21 wordt een aankoppelorgaan 26 zodanig geplaatst in een van dekruispunten 25, dat de uitstekende ribben 23 en 24 in de groeven 28 en 29vallen. Daarbij wordt het paddestoel vormige aankoppelorgaan met eengeschikt hechtmiddel op de achterzijde van de tegel vastgelijmd. Normaalzullen een viertal aankoppelorganen worden gelijmd aan de tegel op dekruispunten 25, die het dichtst bij de vier hoekpunten van de tegel zijn gelegen. Bij afwerking van gevelbekledingen bij hoeken, bij aansluitingen \ van ramen of deuren of dergelijke kan het noodzakelijk zijn, dat slechtseen deel van de in figuur 5 weergegeven tegel wordt benut. De tegel kandan op de gewenst maat worden bijgesneden en aankoppelorganen kunnenworden aangebracht in andere kruispunten 25 om toch een goede bevestigingvan een dergelijk deel van een keramische tegel mogelijk te maken.

Voor het aanbrengen van de van paddestoel vormigeaankoppelorganen voorziene tegels aan de draagprofielen 1 worden bijvoorkeur op de aankoppelorganen dempingsorganen 34, zoals afgebeeld infiguur 9, aangebracht. Een dergelijk uit elastomeer materiaal zoals rubberof kunststof vervaardigd dempingsorgaan 34 omvat een cylindrische mantel35 op een uiteinde waarvan een naar binnen gerichte kraag 36 aansluit. Ophet van de kraag 36 afgekeerde einde van de cylindrische mantel 35 sluiteen een deel van een kegelmantel vormende bovenwand 36 aan. In zijn middenis dit wandgedeelte 36 voorzien van een centraal gelegen gat 37.

Zoals in het bijzonder weergegeven in figuur 3 kan hetdempingsorgaan 34 op het paddestoelvormige verbindingsorgaan 26 wordenaangebracht door het dempingsorgaan zodanig over het paddestoel vormigeorgaan 26 te schuiven, dat de kraag 36 in de groef 31 komt te liggen,terwijl de kop 33 door de opening 37 is gestoken.

Het zal duidelijk zijn, dat de zo van aankoppelorganen voorziene keramische tegels aan de draagprofielen 1 kunnen wordengekoppeld, waarbij, zoals in het bijzonder uit figuur 3 duidelijk zal zijndoor een draagprofiel de naar elkaar toegekeerde uiteinden van tweekeramische tegels worden ondersteund en wel iedere tegel in twee bovenelkaar gelegen punten. Met andere woorden een tegel wordt ondersteund dooreen tweetal op afstand van elkaar gelegen draagprofielen 1, waarbij tweeboven elkaar gelegen paddestoel vormige verbindingsorganen zullen zijnopgenomen in sleutelgatvormige uitsparingen 11 en de nabij de anderezijkant van de tegel boven elkaar gelegen paddestoel vormigeaankoppelorganen zijn gelegen in sleufgaten 10. Doordat zo het ene stelpaddestoel vormige aankoppelorganen van een tegel is opgenomen in bredesleutelgatvormige uitsparingen en daarin enige speling hebben, terwijl deandere paddestoel vormige aankoppelorganen nauw passend zijn opgenomen inde smallere sleutelgatvormige uitsparingen is de desbetreffende tegeltegen zijdelingse verplaatsing geborgd, terwijl toch fabricagetolerantiesen/of uitzettingen tengevolge van warmte en dergelijke kunnen wordenopgenomen.

Zoals nog in figuur 4 is weergegeven zijn aan deachterzijden van de flenzen 6 en 7 ter hoogte van de breedste delen van desleutelgatvormige uitsparingen kartelingen 38 aangebracht. Dit werkt eeneventuele neiging van de na aanbrengen bij de ondereinden van desleutelgatvormige uitsparingen gelegen koppen 33 van de aankoppelorganenom omhoog te kruipen tegen door de door de kartelingen gegeven vergrotewrijvingsweerstand.

Zoals verder uit figuur 3 duidelijk zal zijn zullen na hetaanbrengen van de tegels de elastomere dempingsorganen 34 opgeslotenliggen tussen de verbindingsstukken 30 van de aankoppelorganen en déflenzen 6 resp. 7. Daardoor wordt voorkomen, dat de tegels ten opzichtevan de draagprofielen kunnen klapperen en daarbij een eventueel eenonaangenaam geluid veroorzaken.

Zoals uit de figuren 2 en 3 blijkt is de uitvoering zodaniggetroffen, dat de begrenzingsranden van naast en boven elkaar opgesteldetegels op enige afstand van elkaar zijn gelegen. Indien een bepaalde tegelgebroken is behoeven slechts twee erboven opgestelde tegels enigzinsomhoog te worden geschoven onder het opheffen van de tussen de tegelsgelegen tussenruimtes, waarna de gebroken tegel kan worden verwijderd en een nieuwe tegel kan worden aangebracht zonder dat andere tegels uit degevelconstructie moeten worden uitgenomen. Na het aanbrengen van de nieuwetegel kunnën de beide daarboven gelegen tegels weer terug worden geschovennaar hun juiste stand.

Zoals verder nog in figuur 3 is weergegeven kan achter de zouit keramische platen vervaardigde gevelbekleding nog op gebruikelijkewijze isolerend materiaal 39 zijn aangebracht.

Voor het vergemakkelijken van de montage van de keramischeplaten kunnen in de flenzen 6 en 7 ook nog niet nader weergegeven zichover de lengterichting van de draagprofielen en in het verlengde van dehartlijnen van de sleufgaten 10 en 11 liggende groeven worden gedrukt dieals geleiding dienst zullen doen voor de uiteinden van de koppen 33 omdeze koppen 33 in de richting van de boveneinden van de sleutelgatvormigegaten te sturen.

Claims (11)

1. Gevelbekledingssysteem voorzien van aan een wand van eengebouw of dergelijke te bevestigen dragers en van met behulp vanaankoppelorganen aan de dragers te koppelen plaatvormige elementen, methet kenmerk, dat de dragers zijn voorzien van sleutelgatvormigeuitsparingen en aan de achterzijde van de plaatvormige elementen, in hetbijzonder keramische tegels, paddestoel vormige aankoppelorganen zijngelijmd, die passen in de sleutelgatvormige uitsparingen.

2. Gevelbekledingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat de dragers worden gevormd door verticaal staande draagprofielenwaarbij een plaatvormig element nabij zijn verticaal staandebegrenzingsranden door twee op afstand van elkaar gelegen draagprofielenwordt ondersteund.

3. Gevelbekledingssysteem volgens conclusie 1 of 2, met hetkenmerk, dat een een drager vormend draagprofiel is voorzien van een indoorsnede U-vormig middengedeelte, waarop een tweetal in een vlak liggendeflenzen aansluitend en in ieder van de flenzen een rij van zich bovenelkaar uitstrekkende sleutelgatvormige uitsparingen is aangebracht.

4. Gevelbekledingssysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk,dat de sleutelgatvormige uitsparingen in de ene flens breder zijnuitgevoerd dan de sleutelgatvormige uitsparingen in de andere flens.

5. Gevelbekledingssysteem volgens conclusie 3 of 4, met hetkenmerk, dat de flens aan de van het plaatvormige element afgekeerde zijdeter hoogte van de breedste bovenste gedeelten van de sleutelgatvormigeuitsparingen is voorzien van een karteling.

6. Gevelbekledingssysteem volgens een der conclusies 3 tot 5,met het kenmerk, dat de in de flenzen zich in de lengterichting van hetdraagprofiel en tussen de sleutelgatvormige uitsparingen uitstrekkendegroeven zijn gedrukt waarvan de lengte-assen samenvallen met delengte-assen van de sleutelgatvormige uitsparingen.

7. Gevelbekledingssysteem volgens een der voorgaandeconclusies, met het kenmerk, dat een keramische tegel aan zijn achterzijdeis voorzien van in een regelmatig patroon aangebrachte elkaar loodrechtsnijdende ruggen en een aankoppelorgaan in zijn aan de tegel te lijmenoppervlak is voorzien van een tweetal elkaar loodrecht kruizende groeven, zodanig, dat in deze groeven delen van een tweetal elkaar snijdende ruggenzijn opgenomen.

8. Gevelbekledingssysteem volgens een der voorgaandeconclusies, met het kenmerk, dat de keramische tegel is voorzien van vieraankoppelorganen, die twee aan twee boven elkaar zijn gelegen.

9. Gevelbekledingssysteem volgens een der voorgaandeconclusies, met het kenmerk, dat op de paddestoel vormige aankoppelorganenuit elastomeer materiaal vervaardigde dempingselementen zijn aangebracht.

10. Keramische tegel voorzien van paddestoel vormigeaankoppelorganen kennelijk bestemd voor toepassing bij eengevelbekledingssysteem volgens een der voorgaande conclusies.

11. Draagprofiel voorzien van sleutelgatvormige uitsparingen,kennelijk bestemd voor toepassing bij een gevelbekleding volgens een dervoorgaande conclusies.