NL8702073A - Geluidwerende wand. - Google Patents

Description

♦ *» -1- 26539/CV/tl

Korte Aanduiding: Geluidwerende wand.

De uitvinding heeft betrekking op een geluidwerende wand voorzien van verticale kolommen,van de kolommen verbindende horizontale liggers 5 en van door de kolommen en de liggers ondersteunde platen.

Gebruikelijke wanden van bovengenoemde soort zijn in het algemeen voorzien van vlakke platen,die een in hoofdzaak gladde wand vormen.

Afgezien van het feit,dat dergelijke wanden een weinig aantrekkelijk uiterlijk hebben zijn bij een dergelijke constructie de mogelijkheden 10 tot het op onopvallende wijze camoufleren van de bevestigingsmiddelen van de platen zeer gering.

Volgens de uitvinding bezitten nu de platen een gekromd oppervlak en zijn de platen bij op elkaar aansluitende uiteinden voorzien van elkaar overlappende randen.

15 Bij toepassing van een dergelijke constructie kan een een aantrekke lijk uiterlijk bezittende geluidwerende wand worden verkregen,waarbij de bevestigingsmiddelen in de elkaar overlappende randen kunnen worden weggewerkt. Tevens is gebleken,dat een uit dergelijke gekromde platen opgebouwde wand betere akoestische eigenschappen bezit dan een geheel 20 vlakke wand.

Daarnaast kan de wand met minder verticale kolommen dan gebruikelijk worden uitgevoerd,daar de afstand tussen de kolommen hier onafhankelijk van de plaatlengte kan worden gekozen. De kolomafstand kan veelmeer afhankelijk van bodemgesteldheid en/of constructiehoogte zo 25 optimaal mogelijke gekozen worden.

Voor het verkrijgen van een aantrekkelijk uiterlijk kunnen platen met verschillende kleuren worden gebruikt.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld 30 van de constructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont in perspectief een aanzicht op een deel van een geluidwerende wand volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een eindaanzicht op de in fig.1 afgebeelde wand.

Fig. 3 toont op grotere schaal in perspectief de wijze vnn het aan-35 brengen van een gekromde plaat in de wand.

8702 075 -2- 26539/CV/tl f

Fig. 4 toont op grotere schaal een doorsnede over een deel van Fig.3,gezien volgens de lijn IV- IV.

Zoals weergegeven in fig.1 en 2 is de geluidwerende wand opgebouwd op een in het algemeen althans in hoofdzaak horizontaal verlopende grond-5 balk 1,welke wordt ondersteund door palen 2. Op de grondbalk 1 zijn verticaal verlopende kolommen 3 geplaatst,die onderling zijn verbonden door horizontaal verlopende liggers 4 .Aan deze liggers 4 zijn platen 5 bevestigd. Zoals in het bijzonder uit fig.2 blijkt zijn voor de ondersteuning van de onderste platen 5 aan de kolommen 2 zich evenwijdig aan de liggers IQ 4 uitstrekkende hoekprofielen 6 bevestigd.

Zoals uit de figuren blijkt is iedere plaat 5 voorzien van een middengedeelte 7,dat in doorsnede gezien een gekromd verloop heeft, ; zodanig,dat in gemonteerde toestand gezien,het gedeelte 7 als het ware gebogen is om een horizontaal verlopende lijn. Op de zich evenwijdig 15 aan elkaar uitstrekkende onderste en boven begrenzingsranden van dit gekromde gedeelte 7 sluiten flensvormige gedeelten 8 en 9 aan,welke zich in de gemonteerde stand van de platen althans in hoofdzaak verticaal i uitstrekken,zoals duidelijk zal zijn uit fig.2.

Het gekromde gedeelte 7 van de plaat is versterkt door een viertal 20 groepen versterkingsribben,waarbij iedere groep in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is opgebouwd uit een drietal ribben 10,die zich tussen de flenzen 8 en 9 uitstrekken,zoals afgebeeld in fig.3.

Ter plaatse van de bovenste flens 8 zijn ter hoogte van de groepen ribben 10 potvormige delen 11 gevormd,die gezien in fig.4 geheel aan 25;. .dezelfde zijde van de flens S zijn gelegen als de ribben 10 en die een kamer 12 begrenzen. In de bodem van ieder potvormig deel 11 is verder een op de kamer aansluitend gat 13 aangebracht. Het gat 13 is bestemd voor de doorvoer van een bevestigingsbout,waarvan de kop kan worden opgenomen in de kamer 12,zodanig dat deze kop gezien in fig.4 niet buiten 30 het rechter begrenzingsvlak van een desbetreffende plaat uitsteekt.

Ter plaatse van de overgang van het gebogen deel 7 in de flens 9 zijn aan de platen een drietal lippen 14 aangebracht.Deze lippen zijn gezien in fig.3 slechts bij hun bovenranden met het overige deel van de plaat 5 verbonden en strekken zich verder vanaf deze bevestigings-35 randen naar beneden en op enige afstand nagenoeg evenwijdig aan de flens 8702073 -3- 26539/CV/tl 9 uit. Zoals verder uit fig.3 blijkt zijn deze lippen versprongen ten opzichte van de ribben 10 opgesteld.

) Op soortgelijke wijze is nabij het midden van een gebogen gedeelte een verdere lip 15 aangebracht,die met een begrenzingsrand is bevestigd 5 aan een rib 10 en zich vanaf deze rib 10 op afstand van en althans nagenoeg evenwijdig aan het gebogen gedeelte 7 in de richting van de nabij gelegen vrije rand van de desbetreffende plaat 5 uitstrekt.

Voor demontering van de onderste rij platen 5 in een op te bouwen geluidwerende wand kunnen de lippen 14 van deze plaat,zoals weergegeven 10 in fig.2, met klemming worden gehaakt aan de opstaande flenzen van de profielbalken 6,waarbij deze profielbalken 6 zullen worden afgedekt door de zich voor en evenwijdig aan deze opstaande ribben van de profielbalken uitstrekkende flenzen 9 van de desbetreffende platen.

De bovenste flens 8 van een desbetreffende plaat wordt aan een 15 hoger liggende ligger 4 vastgezet met behulp van bouten,die door de in de potvormige delen 11 aangestoken gaten 13 en door overeenkomstige gaten in de liggers 4 kunnen worden gestoken. Daarbij komen de koppen van de desbetreffende bouten zoals hierboven reeds vermeld in de kamers 12 te liggen.

20 Een plaat van een hoger liggende rij zal vervolgens zodanig worden aangebracht,dat de onderste lippen van de plaat klemmend zullen haken achter de bovenste flens 8 van een daaronder gelegen plaat. De aan de zijkant van een plaat gelegen lip 5 zal grijpen achter de zijrand van een naast gelegen plaat. Hiertoe is de zijrand 16 van de plaat gelegen aan de van 25 de lip 15 afgekeerde zijkant van de plaat enigszins uit het overige deel van het vlak van de plaat teruggesprongen,zoals in het bijzonder uit fig.1 blijkt,zodat het uiteinde van een plaat gelegen nabij de lip 15 dit teruggesprongen gedeelte 16 van een naburige plaat kan overlappen en daarmede in een vlak komt te liggen met het overige gedeelte van deze 30 naburige plaat.

De wijze waarop een plaat bij het aanbrengen in een wand ten opzichte van naburige platen moet worden verplaatst is in fig.3 aangegeven met de pijlen.

Uit bovenstaande beschrijving in de figuren zal het duidelijk zijn,.

35 dat de geluidswand volgens de uitvinding een lichte constructie kan 8702073 -4- 26539/CV/tl * hebben en eenvoudig en snel kan worden opgebouwd,terwijl daarbij alle bevestigingsmiddelen,zoals de liggers' kolommen de bevestigingsbouten geheel afgedekt kunnen zijn.

De platen zullen bij voorkeur uit kunststof zijn vervaardigd. In 5 het algemeen zullen daarbij de platen niet doorzichtig zijn,maar indien gewenst kunnen in de wand ook doorzichtige platen worden opgenomen.

De wand kan zowel enkelwandig worden uitgevoerd als dubbelwandig, terwijl ook combinaties van enkelwandige en dubbelwandige delen mogelijk zijn.

10 8702073

Claims (9)

1. Geluidwerende wand voorzien van verticale kolommen,van de kolommen verbindende horizontale liggers en van door de kolommen en liggers ondersteunde platen,met het kenmerk,dat de platen een gekromd oppervlak bezitten en bij op elkaar aansluitende uiteinden zijn voorzien van elkaar 5 overlappende randen.

2 Wand volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat de platen gekromd zijn om althans een horizontaal verlopende lijn.

3. Wand volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de elkaar overlappende randen van de platen ten opzichte van het gekromde gedeelte zijn 10 af gebogen voor het vormen van althans nagenoeg evenwijdig aan elkaar verlopende flenzen.

4. Wand volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat nabij een van de elkaar overlappende randen over de rand van een naburige plaat grijpende lippen zijn aangebracht.

5. Wand volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat nabij een van de elkaar overlappende randen potvormige delen zijn aangebracht, die een kamer begrenzen voor het in een verzonken stand opnemen van een boutkop.

6. Wand volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,dat de 20 plaat nabij een uiteinde teruggesprongen is uitgevoerd en met dit teruggesprongen uiteinde ligt achter het uiteinde van een naburige plaat.

7. Wand volgens conclusie 6,met het kenmerk,dat bij het van het teruggesprongen uiteinde afgekeerde uiteinde een lip is aangebracht,welke grijpt achter het teruggesprongen uiteinde van een naburige plaat.

8. Wand volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk,dat de plaat aan een zijde is voorzien van op afstand van elkaar gelegen groepen versterkingsribben.

9. PLaat kennelijk bestemd voor toepassing in een wand volgens een der voorgaande conclusies. 30 870 2073