NL9001767A - Inrichting voor het selectief afzonderen van een fles uit een stroom flessen. - Google Patents
Inrichting voor het selectief afzonderen van een fles uit een stroom flessen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9001767A NL9001767A NL9001767A NL9001767A NL9001767A NL 9001767 A NL9001767 A NL 9001767A NL 9001767 A NL9001767 A NL 9001767A NL 9001767 A NL9001767 A NL 9001767A NL 9001767 A NL9001767 A NL 9001767A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- clamping jaws
- bottle
- guide recess
- bottles
- lever
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G47/00—Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
- B65G47/52—Devices for transferring articles or materials between conveyors i.e. discharging or feeding devices
- B65G47/68—Devices for transferring articles or materials between conveyors i.e. discharging or feeding devices adapted to receive articles arriving in one layer from one conveyor lane and to transfer them in individual layers to more than one conveyor lane or to one broader conveyor lane, or vice versa, e.g. combining the flows of articles conveyed by more than one conveyor
- B65G47/71—Devices for transferring articles or materials between conveyors i.e. discharging or feeding devices adapted to receive articles arriving in one layer from one conveyor lane and to transfer them in individual layers to more than one conveyor lane or to one broader conveyor lane, or vice versa, e.g. combining the flows of articles conveyed by more than one conveyor the articles being discharged or distributed to several distinct separate conveyors or to a broader conveyor lane
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G17/00—Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface
- B65G17/30—Details; Auxiliary devices
- B65G17/32—Individual load-carriers
- B65G17/323—Grippers, e.g. suction or magnetic
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G2201/00—Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
- B65G2201/02—Articles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G2201/00—Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
- B65G2201/02—Articles
- B65G2201/0235—Containers
- B65G2201/0244—Bottles
- B65G2201/0247—Suspended bottles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G51/00—Conveying articles through pipes or tubes by fluid flow or pressure; Conveying articles over a flat surface, e.g. the base of a trough, by jets located in the surface
- B65G51/02—Directly conveying the articles, e.g. slips, sheets, stockings, containers or workpieces, by flowing gases
- B65G51/03—Directly conveying the articles, e.g. slips, sheets, stockings, containers or workpieces, by flowing gases over a flat surface or in troughs
- B65G51/035—Directly conveying the articles, e.g. slips, sheets, stockings, containers or workpieces, by flowing gases over a flat surface or in troughs for suspended articles, e.g. bottles
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Wrapping Of Specific Fragile Articles (AREA)
- Branching, Merging, And Special Transfer Between Conveyors (AREA)
- Filling Of Jars Or Cans And Processes For Cleaning And Sealing Jars (AREA)
Description
Inrichting voor het selectief afzonderen van een fles uit een stroom flessen
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het selectief afzonderen van een fles uit een stroom flessen.
Bij het gebruik van flessen, zoals flessen voor drank, worden de flessen aan diverse bewerkingen onderworpen. Als voorbeeld kunnen worden genoemd het vullen, het aanbrengen of verwijderen van een dop en het reinigen. Alhoewel in het algemeen een aangevoerde stroom flessen in zijn geheel aan één bewerkingsmachine wordt toegevoerd, kan het in bepaalde situaties vereist zijn, dat één of meerdere flessen uit de aangevoerde stroom flessen moet worden afgezonderd, bijvoorbeeld wanneer een fles op een bepaald punt afwijkt van de overige flessen (verschillend flessentype, beschadigde flessen, vervuilde flessen etc.). Tevens is het mogelijk, dat een aangevoerde stroom flessen wordt verdeeld in een aantal deelstromen, welke elk aan een afzonderlijke bewerkingsmachine voor een parallelle bewerking worden toegevoerd.
De uitvinding wordt een inrichting voor het selectief afzonderen van een fles uit een stroom flessen te verschaffen, die een snelle en betrouwbare werking bezit alsmede flexibel is in zijn gebruik.
Hiertoe beoogt de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door ten minste één paar voortbeweegbare samenwerkende klembekken voor het tussen zich in opnemen van een fles die, ten opzichte van elkaar alsmede gezamenlijk, loodrecht op hun voortbewegingsrichting heen en weer beweegbaar zijn, waarbij elk paar klembekken een uitstekende pal draagt voor een selectieve samenwerking met een zich in een vlak evenwijdig aan de voortbewegingsrichting van de klembekken uitstrekkende, de gezamenlijke beweging van de klembekken veroorzakende ge-leidingsuitsparing.
Nadat de klembekken een fles tussen zich in hebben opgenomen wordt deze fles samen met de klembekken voortbewogen. Indien de uitstekende pal zal samenwerken met de gelei-dingsuitsparing zal het samenstel uit klembekken en daar tussen in opgenomen fles de door deze geleidingsuitsparing bepaalde baan volgen, waarbij de klembekken in aanvulling op hun voortbeweging tevens loodrecht op hun voortbewegingsrichting worden verplaatst. De klembekken worden vervolgens opnieuw geopend, zodat de fles kan worden afgevoerd. Een fles die wordt gedragen door een klembekkenpaar waarvan de pal niet in aanraken zal komen met de geleidingsuitsparing wordt op een andere plaats afgegeven. Voor elke fles uit de aangevoerde stroom flessen wordt derhalve afhankelijk van het feit, of en hoe de uitstekende pal samenwerkt met de geleidingsuitsparing bepaald, waar deze fles door de inrichting zal worden afgegeven. De stroom flessen kan op deze wijze in deelstromen worden verdeeld.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding geldt, dat de pal bestaat uit twee vast op de klembekken aangebrachte en in de, de fles opnemende positie daarvan althans nagenoeg op elkaar aansluitende palhelf-ten, terwijl de geleidingsuitsparing ten minste één van een wissel voorziene vertakking bezit.
Bij deze uitvoeringsvorm treden de beide palhelften tijdens de voortbeweging van de klembekken altijd binnen in de geleidingsuitsparing. Doordat de pal bestaat uit twee palhelften wordt bereikt, dat de twee klembekken tegen elkaar worden gehouden en de fles betrouwbaar wordt vastgehouden. Afhankelijk van de stand van de wissel ter plaatse van de vertakking in de geleidingsuitsparing zal de samengestelde pal de ene tak of de andere tak van de geleidingsuitsparing volgen, waarbij de klembekken met fles naar de ene zijde of naar de andere zijde worden verplaatst.
Hierbij is het mogelijk, dat de wissel bestuurbaar is door een signaal dat afkomstig is van een, elke fles bemonsterende, sensor. De sensor, welke het de wissel besturende signaal afgeeft, kan een afmeting van de fles meten, de kleur van de fles bepalen, nagaan of de fles leeg is etc.
Bij de voorgaande uitvoeringsvormen wordt de besturing van de klembekken loodrecht op hun voortbewegingsrichting verkregen door toepassing van een stationaire pal en een van een wissel voorziene geleidingsuitsparing. Evenwel bestaat ook een andere mogelijkheid om een dergelijke besturing van de klembekken te verkrijgen. Hiertoe bezit de inrichting volgens de uitvinding in een alternatieve uitvoeringsvorm het kenmerk, dat de pal ten opzichte van de klembekken beweegbaar is, ter wijl de geleidingsuitsparing geheel stationair is. De manier, waarop de pal zal samenwerken met de geleidingsuitsparing is bij een dergelijke uitvoeringsvorm afhankelijk van de positie van de pal ten opzichte van de klembekken.
In principe bestaan twee mogelijkheden. Bij de eerste mogelijkheid geldt, dat de geleidingsuitsparing een vertakking bezit, waarbij de pal beweegbaar is tussen een positie, waarin deze de ene tak van de geleidingsuitsparing volgt en een positie, waarin deze de andere tak volgt. Of de klembekken de ene tak of de andere tak van de geleidingsuitsparing zullen volgen hangt bij een dergelijke uitvoeringsvorm uitsluitend af van de positie van de beweegbare pal. Ongeacht de positie van de pal zal deze telkens samenwerken met de geleidingsuitsparing.
Bij de tweede mogelijkheid geldt, dat de geleidingsuitsparing enkelvoudig is, waarbij de pal beweegbaar is tussen een positie, waarin deze buiten aangrijping met de geleidingsuitsparing blijft en een positie, waarin deze in aangrijping met de geleidingsuitsparing komt. Wanneer de pal zich in de positie bevindt, waarbij geen aangrijping met de geleidingsuitsparing plaatsvindt, zullen de klembekken worden voortbewogen zonder dat ze loodrecht op hun voortbewegingsrichting worden verplaatst. Pas wanneer de pal zich in de aangrijpingspo-sitie bevindt zal door een samenwerking tussen deze pal en de geleidingsuitsparing een beweging van de klembekken loodrecht op hun voortbewegingsrichting plaatsvinden.
Bij beide in het voorgaande genoemde mogelijkheden geniet het de voorkeur, dat de pal een bedieningsmechanisme bezit, dat activeerbaar is door een variatie van een grootheid van de opgenomen fles. De variërende grootheid kan bijvoorbeeld een afmeting van de fles zijn of het gewicht daarvan.
Het op deze wijze afzonderen van een fles geschied volledig automatisch, zonder de toepassing van extra sensoren of dergelijke.
Een constructief gunstige uitvoeringsvorm is gekenmerkt doordat de pal is bevestigd op het ene uiteinde van een scharnierend op één der klembekken gelagerde hefboom, die onder invloed van de variërende grootheid zodanig verzwenkbaar is dat de pal vanuit de ene positie naar de andere positie beweegbaar is. Wanneer in het bijzonder geldt, dat het andere uiteinde van de hefboom samenwerkt met de andere klembek, zodat een variatie in de afstand tussen beide klembekken leidt tot een verzwenking van de hefboom, wordt een diameter-afmeting van de fles als maat voor het al dan niet verzwenken van de hefboom gebruikt. Wanneer de klembekken aangrijpen op de hals van de fles wordt de betreffende grootheid derhalve gevormd door de diameter van deze hals. Met behulp van een dergelijke uitvoeringsvorm kunnen flessen op basis van de hals-diameter worden gesorteerd.
Een andere uitvoeringsvorm, die gebruik maakt van een hefboom kenmerkt zich door het feit, dat de hefboom dragende klembek tevens een de fles geheel dragende verende ondersteuning bezit, terwijl de andere klembek slechts als opsluitor-gaan voor de fles fungeert, waarbij de verende ondersteuning samenwerkt met het andere uiteinde van de hefboom, zodat een variatie in het gewicht van de opgenomen fles leidt tot een verzwenking van de hefboom. In een dergelijk geval wordt het gewicht van de in de klembekken opgenomen fles als maat voor het al dan niet bewegen van de hefboom gebruikt. Het is volstrekt duidelijk, dat op deze wijze het sorteren van de flessen op gewicht kan plaatsvinden.
Teneinde bij een dergelijke sortering op gewicht te voorkomen, dat de hefboom een middenstand inneemt, hetgeen bij de vertakking van de geleidingsuitsparing tot problemen kan leiden, geniet een speciale uitvoeringsvorm de voorkeur, waarbij een op zichzelf bekende snapveer is toegepast die slechts toestaat, dat de hefboom zich in zijn twee uiterste standen bevindt, waarbij de overgang van de ene naar de andere stand pas bij een bepaalde, op de snapveer uitgeoefende, kracht plaatsvindt. Op deze wijze vindt dan tevens een verdeling van de flessen in twee klassen plaats, waarbij de grens tussen de beide klassen scherp bepaald is.
Vanzelfsprekend is het tevens mogelijk, dat ook bij uitvoeringsvormen, waarbij een dergelijk bedieningsmechanisme aanwezig is, dit bedieningsmechanisme bestuurbaar is door een signaal dat afkomstig is van een, elke fles bemonsterende, sensor.
Teneinde te komen tot een pal, die ten opzichte van de klembekken beweegbaar is, terwijl de geleidingsuitsparing geheel stationair is, bestaat ook nog een andere mogelijkheid.
Hierbij geldt, dat elke klembek is voorzien van een, in een aantal geselecteerde naast elkaar gelegen posities aanbrengba-re pal, welke beide, in corresponderende posities op de klem-bekken aangebrachte, pallen samenwerken met één van een corresponderend aantal geleidingsuitsparingen. Afhankelijk van waar de pal is aangebracht zal het paar klembekken de door een der geleidingsuitsparingen bepaalde baan volgen. Pallen die in een bepaalde positie zijn aangebracht treden de daarmee corresponderende geleidingsuitsparing binnen. Pallen die in een andere positie zijn aangebracht treden een andere, daarmee corresponderende geleidingsuitsparing binnen. Wanneer de inrichting een groot aantal paren klembekken bezit, waarvan de pallen telkens in verschillende posities zijn aangebracht vindt een automatische verdeling van de aangevoerde stroom flessen in een aantal deelstromen plaats. Een dergelijke uitvoeringsvorm is bijzonder geschikt voor het toevoeren van de aangevoerde flessen aan een aantal parallel geschakelde overeenkomstige bewerkingsmachines.
Voor de beweging van de klembekken loodrecht op hun voortbewegingsrichting kan het gunstig zijn, indien elke klembek ten minste één geleidingsnok draagt, die kan samenwerken met zich in een vlak evenwijdig aan de voortbewegingsrichting van de klembekken uitstrekkende geleidingen. Met name in uitvoeringsvormen, waarbij de pal bestaat uit twee palhelften is het uit elkaar bewegen van de klembekken voor het afgeven van de opgenomen fles niet mogelijk door gebruikmaking van deze palhelften. Wanneer echter extra geleidingsnokken worden toegepast kan de beweging van de klembekken ten opzichte van elkaar op gecontroleerde wijze worden verkregen.
Overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding geldt, dat elk paar klembekken verschuifbaar is aangebracht op ten minste één geleidings-stang, die is bevestigd tussen twee in naast elkaar gelegen verticale vlakken rondlopende eindloze kettingen. In het algemeen zullen een groot aantal paren klembekken tussen de twee eindloze kettingen zijn aangebracht, zodat de inrichting op continue wijze kan werken en een grote capaciteit bezit.
Verder is het gunstig, wanneer de eindloze kettingen elk een door twee kettingwielen bepaalde ovale baan beschrijven, waarvan de rechte segmenten zich horizontaal uitstrekken.
De zich horizontaal uitstrekkende rechte segmenten worden bij een dergelijke uitvoeringsvorm gebruikt voor het opnemen van de flessen, het van baan veranderen van de klembekken en het opnieuw afgeven van de flessen.
Zoals in het voorgaande reeds zijdelings is aangeduid, kunnen de klembekken aangrijpen op de hals van de flessen. Evenwel bestaat ook de mogelijkheid, dat de klembekken aangrijpen op de bodem van de flessen. Het principe van de inrichting verandert hierdoor niet.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een aantal uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven.
Figuur 1 toont in zijaanzicht schematisch een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding;
Figuur 2 toont op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn II - II in figuur 1;
Figuur 3 toont als vlakke uitslag het principe van de werking van de in figuur 1 getoonde inrichting;
Figuur 4 toont een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding met automatische diktemeting;
Figuur 5 toont een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding met automatische gewichtmeting, en
Figuur 6 toont een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding voor het automatisch verdelen van een stroom flessen.
Zoals met name blijkt uit de figuren 1 en 2 omvat de getoonde uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding twee, in naast elkaar gelegen verticale vlakken, rondlopende eindloze kettingen 1 en 2. De eindloze kettingen 1 en 2 zijn onderling verbonden door geleidingsstangen 3. Deze gelei-dingsstangen 3 kunnen zijn aangebracht op verlengingen van de schakelpennen van de kettingen l, 2. De kettingen zijn om twee kettingwielen 4 en 5 geleid, zodat de kettingen elk een ovale baan beschrijven, waarvan de rechte segmenten zich nagenoeg horizontaal uitstrekken.
Op elk tweetal naast elkaar gelegen geleidingsstangen 3 zijn twee klembekken 6 en 7 verschuifbaar aangebracht.
De klembekken 6, 7 dragen aan hun bovenzijde pallen 8, 9 die op een later te beschrijven wijze samenwerken met in figuur 1 slechts schematisch aangeduide geleidingsuitsparingen 10. Te vens blijkt uit figuur 2, dat de klembekken 6 en 7 geleidings-nokken 11, 12 bezitten, die, eveneens op later te beschrijven wijze, kunnen samenwerken met zich in een vlak evenwijdig aan de voortbewegingsrichting van de klembekken uitstrekkende geleidingen 13, 14.
De klembekken 6, 7 bezitten aan hun onderkant vast-grijpdelen 15, 16, die in de getoonde uitvoeringsvorm geschikt zijn voor het ter plaatse van de hals vastgrijpen van een fles 17. Hierbij wordt opgemerkt, dat de vastgrijpdelen ook een zodanige vorm kunnen bezitten, dat ze geschikt zijn om een fles ter plaatse van de bodem aan te grijpen.
De flessen 17 worden met behulp van een slechts schematisch aangeduide transportinrichting 18 in de richting van pijl A aangevoerd. De kettingen l, 2 worden zodanig aangedreven, dat de klembekken 6 en 7 een met de transportrichting A van de transportinrichting 18 corresponderende beweging uitvoeren. Op later te beschrijven wijze wordt ervoor gezorgd, dat op het moment, waarop de klembekken 6, 7 ter hoogte van de hals van een fles 17 worden aangebracht deze klembekken 6 en 7 zich op enige afstand van elkaar bevinden. Vervolgens zullen de klembekken 6 en 7, terwijl ze synchroon met de flessen 17 worden voortbewogen, naar elkaar toe worden verplaatst en zal de hals van de fles 17 tussen de vastgrijpdelen 15, 16 worden opgenomen. Tijdens de voortgaande beweging van de klembekken 6, 7 (in figuur 1 naar rechts) worden de flessen 17 vervolgens van de transportinrichting 18 opgenomen.
Ter plaatse van het tegenovergelegen uiteinde van de inrichting worden de flessen 17 op een transportinrichting 19 geplaatst waarvan de transportrichting is aangeduid door pijl D. Nadat de flessen 17 op deze transportinrichting 19 zijn geplaatst worden de klembekken 6 en 7 uit elkaar bewogen en geven de vastgrijpdelen 15, 16 de hals van de fles 17 vrij. Vervolgens zullen de klembekken 6, 7 via het bovenste part van de kettingen 1, 2 terug worden bewogen naar de uitgangspositie voor het opnieuw opnemen van een fles 17.
Voor het op een correcte wijze aangrijpen op de hals van de flessen 17 is het vereist, dat een perfecte synchronisatie tussen de aangevoerde flessen en de aanvoer van de klembekken 6, 7 met behulp van de kettingen 1, 2 plaatsvindt. Deze synchronisatie kan op diverse, hier niet nader te beschrij- ven, manieren plaatsvinden.
Alhoewel in figuur 1 slechts één afvoer-transportinrichting 19 is getoond zullen aangezien het principe van de getoonde inrichting is, dat door de transportinrichting 18 aangevoerde flessen 17 tussen de transportinrichtingen 18 en 19 in worden verdeeld in twee of meer af te voeren stromen flessen, zich in het algemeen meerdere transportinrichtingen 19 voor het afvoeren van de flessen naast elkaar bevinden. Dit is later aan de hand van figuur 3 nader toegelicht.
De principiële werking van de in figuur 1 en 2 getoonde inrichting wordt thans beschreven aan de hand van het schema overeenkomstig figuur 3. Hierbij toont figuur 3 een vlakke uitslag van de beweging van de klembekken 6, 7 overeenkomstig figuur 1. De voor het begrip essentiële onderdelen zijn schematisch weergegeven; andere onderdelen zijn weggelaten. Deze vlakke uitslag moet men zich zodanig voorstellen, dat het rechter gedeelte van figuur 3 aansluit op het linker gedeelte daarvan.
Zoals reeds aan de hand van figuur 1 enz. kort is toegelicht, bevindt zich in de inrichting een geleidingsuit-sparing 10. Tevens zijn geleidingen 13 en 14 toegepast. De geleidingsuitsparing 10 werkt samen met de pallen 8, 9 op de klembekken 6 en 7, terwijl de geleidingen 13 en 14 samenwerken met de geleidingsnokken 11 en 12. Een en ander blijkt duidelijk uit figuur 3, waarbij het meest links een positie van de klembekken 6, 7 is aangeduid, waarbij deze zich in een centrale, tegen elkaar gelegen stand bevinden. Een dergelijke positie kan bijvoorbeeld optreden in het bovenste retourpart van de kettingen 1, 2. Door toedoen van geschikte geleidingen 13’ en 14', die samenwerken met de geleidingsnokken 11 en 12, worden de klembekken 6 en 7 uit elkaar bewogen. Hierbij wordt de positie bereikt van de klembekken 61 en 7'. In deze positie hebben de klembekken het kettingwiel 4 (zie figuur 1) doorlopen en bevinden ze zich aan weerszijden van een op te nemen fles 17'. Deze fles 17' bevindt zich op de transportinrichting 18.
Terwijl de klembekken vervolgens synchroon met de op de transportinrichting 18 aanwezige fles worden voortbewogen, oefenen geschikte geleidingen 13" en 14" een zodanige kracht uit op de geleidingsnokken 11 en 12 dat de klembekken naar elkaar toe worden bewooen en uiteindeliik de nositie van de klembekken 6" en 7" bereiken. Hierbij wordt de hals van de fles 17 vastgegrepen. De pallen 8 en 9 van de klembekken 6" en 7" liggen in deze situatie nagenoeg tegen elkaar aan.
Tijdens een verdere voortbeweging van de klembekken worden de pallen 8 en 9 opgenomen in de geleidingsuitsparing 10. In deze geleidingsuitsparing 10 is in de getoonde uitvoeringsvorm een wisselorgaan 20 toegepast dat op schematisch aangeduide wijze aandrijfbaar is door een aandrijforgaan 21. Ter plaatse van het wisselorgaan 20 vertakt de geleidingsuitsparing 10 zich in twee takken 22 en 23. Wanneer het wisselorgaan 20 zich in de in doorgetrokken lijnen getekende stand bevindt zullen de pallen 8 en 9 gedwongen worden de tak 22 binnen te treden. Hierbij worden de klembekken samen met de opgenomen fles naar een positie overeenkomstig de positie van de klembekken 6 * * * en 7 * *1 bewogen. Uitgaande van deze positie worden de klembekken vervolgens door geschikte geleidingen 13''1 en 141'*, die werkzaam zijn op de geleidingsnokken 11 en 12, uit elkaar bewogen, zodat de fles 17 wordt vrijgegeven. Hierbij bevindt de fles 17 zich reeds op de afvoertransportin-richting 19 die de fles 17 verder afvoert.
Met behulp van een geleiding 24 worden de klembekken vervolgens terug bewogen naar de centrale uitgangspositie, zoals rechts in figuur 3 is aangeduid door de klembekken 6 en 7. In deze positie bereiken de klembekken 6 en 7 opnieuw de positie, zoals aangeduid in het linker gedeelte van figuur 3.
Wanneer het wisselorgaan 20 de gestippeld weergegeven stand inneemt worden de pallen 8 en 9 in de tak 23 van de geleidingsuitsparing 10 gedwongen. Hierop sluiten opnieuw geleidingen aan, die geheel corresponderen met de in het voorgaande beschreven geleidingen. Flessen, die de door de tak 23 bepaalde baan vormen worden uiteindelijk neergezet op de afvoer-transportinrichting 25.
Bij de in figuur 3 getoonde inrichting wordt door het wisselorgaan 20 bepaald of een fles de ene tak 22 of de andere tak 23 van de geleidingsuitsparing 10 zal volgen. Het aandrijf orgaan 21 van het wisselorgaan 20 staat hiertoe met behulp van een leiding 26 in verbinding met een niet nader aangeduide sensor, die elke fles kan bemonsteren. Afhankelijk van de uitkomst van deze bemonstering vindt een schakeling van het wisselorgaan 20 plaats.
Terwijl in de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 de pallen 8 en 9 (die samen als het ware een samengestelde pal vormen) stationair zijn bevestigd op de klembekken 6, 7 en een wisselorgaan 20 is toegepast, tonen de figuren 4, 5 en 6 alternatieve uitvoeringsvormen, waarbij in min of meerdere mate beweegbare pallen zijn toegepast.
Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 4 vindt een beweging van een pal 27 plaats in afhankelijkheid van de diameter van een vast te grijpen flessehals 28, 29. De pal 27 is bevestigd op het uiteinde van een hefboom 30 die scharnierbaar om een scharnieras 31 op klembek 7 is bevestigd. Het van de pal 27 afgekeerde uiteinde van de hefboom 30 wordt belast door een drukveer 32. De andere klembek 6 draagt een pen 33 die in aangrijping kan komen met de hefboom 30 wanneer de afstand tussen de klembekken 6 en 7 klein genoeg is. In de situatie overeenkomstig figuur 4a bevindt zich tussen de klembekken 6 en 7 een flessehals 28 met een grote diameter, zodanig dat de pen 33 nog buiten aangrijping blijft met het betreffende uiteinde van de hefboom 30. De pal 27 bevindt zich hierbij in de getoonde positie. De geleidingsuitsparing 10 vertakt zich opnieuw in twee takken 34 en 35. In de in figuur 4a getoonde stand van de pal 27 zal deze de tak 34 binnentreden.
Wanneer overeenkomstig figuur 4b een flessehals 29 met kleinere diameter tussen de klembekken 6 en 7 is opgenomen is de afstand tussen deze klembekken kleiner. Hierbij drukt de pen 33 tegen de hefboom 30, die zal scharnieren om de scharnieras 31. Hierbij zal de pal 27 een zodanige positie innemen, dat deze de tak 35 van de geleidingsuitsparing 10 zal binnentreden. Hierbij wordt klembek 7 naar links verplaatst waardoor klembek 6 op overeenkomstige wijze wordt meebewogen.
Bij deze uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding vindt derhalve een automatisch sorteren van de flessen op diameter van de flessehals plaats. Aparte sensoren zijn hier niet vereist.
Figuur 5 toont een uitvoeringsvorm, waarbij onder invloed van het gewicht van de opgenomen fles 17 een keuze van de te volgen tak geschied. Bij deze uitvoeringsvorm bezit één der klembekken 6 een de fles 17 geheel dragende verende ondersteuning 36, terwijl de andere klembek 7 een aanslag 37 bezit die ervoor dient om te verhinderen dat de fles 17 van de ondersteuning 36 gl dt. De ondersteuning 36 grijpt aan op een hefboom 38 die kan scharnieren om een scharnieras 39. Door middel van een op zichzelf bekende snapveer 40 wordt bereikt, dat de hefboom 38 slechts in de twee in figuur 5 getoonde uiterste posities een stabiele stand inneemt. Met behulp van een op de snapveer 40 aangrijpende stelschroef 41 kan de kracht worden ingesteld, welke door de ondersteuning 36 op de hefboom 38 moet worden uitgeoefend voordat deze vanuit de in doorgetrokken lijnen getekende stand naar de in gestippelde lijnen getekende stand beweegt. Het zal duidelijk zijn, dat deze kracht rechtstreeks afhangt van het gewicht van de fles 17, die aan de ondersteuning 36 hangt.
De hefboom 38 draagt aan zijn bovenste uiteinde een pal of geleidingswiel 42, die overeenkomstig de pal 27 van de uitvoeringsvorm volgens figuur 4 kan samenwerken met twee takken 43 en 44 van een geleidingsuitsparing. Afhankelijk van het gewicht van de fles 17 zal derhalve de pal 42 in de tak 43 of de tak 44 bewegen, waardoor de klembekken 6 en 7 samen met de fles 17 de corresponderende baan doorlopen.
Bij de uitvoeringsvormen volgens de figuren 4 en 5 zijn de pallen 27 en 42 zodanig verplaatsbaar, dat ze in verschillende takken van de geleidingsuitsparing beweegbaar zijn. Als, niet getoond, alternatief is het tevens mogelijk, dat de pallen in de ene stand van de hefboom in aangrijping met de geleidingsuitsparing zijn, terwijl ze in de andere stand van de hefboom buiten aangrijping met de geleidingsuitsparing blijven. Het bereikte resultaat veranderd hierdoor niet.
Tevens wordt opgemerkt, dat de besturing van de hefbomen 30 en 38 plaatsvindt ten gevolge van een variatie van de diameter van de flessehals (figuur 4) of het gewicht van de fles (figuur 5). Evenwel is het tevens denkbaar, dat de hefbomen worden aangedreven door niet nader getoonde bewegings-mechanismen, die activeerbaar zijn onder invloed van signalen, die worden afgegeven door een de flessen bemonsterende sensor.
Tenslotte is in figuur 6 een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding getoond, waarbij de klembekken 6 en 7 zijn voorzien van een aantal uitsparingen 45 tot 49 respectievelijk 45’ tot 49'. Hierbij bezitten de klembekken 6 en 7 elkaar overlappende gedeelten, zodanig, dat de uitsparingen telkens in paren zijn geplaatst, die zich in de voortbewe-gingsrichting van de klembekken (aangeduid door pijl C) achter elkaar bevinden (bijvoorbeeld uitsparingen 45 en 45'). In één der uitsparingen 45 tot 49 en in een corresponderende van de uitsparingen 45' tot 49' wordt een geleidingspal 50 respectievelijk 50' aangebracht. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn deze geleidingspallen 50 en 50' aangebracht in de uitsparingen 45 en 45'.
De inrichting bezit in deze uitvoeringsvorm thans een meervoudige geleidingsuitsparing met geleidingen 51 tot 55.
Elk van deze geleidingen 51 tot 55 correspondeert met een der posities van de pallen 50 in de uitsparingen 45 tot 49 respectievelijk 45' tot 49'. In de getoonde uitvoeringsvorm betekent dit, dat de pallen 50 en 50' zijn opgenomen in de geleiding 51. De klembekken 6 en 7 zullen derhalve de door de geleiding 51 bepaalde baan volgen. Wanneer thans opeenvolgende klembek-paren zijn voorzien van pallen, die in verschillende uitsparingen zijn geplaatst, zullen deze opeenvolgende klembekparen verschillende banen beschrijven. Op deze wijze is het mogelijk om een aangevoerde stroom flessen te verdelen in een aantal deelstromen. In de getoonde uitvoeringsvorm worden vijf deelstromen gevormd.
Bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding grijpen de klembekken 6, 7 (vastgrijpdelen 15, 16) aan op de hals van de flessen 17. Evenwel is het tevens mogelijk, dat de flessen ter plaatse van een ander gedeelte worden vastgegrepen, bijvoorbeeld ter plaatse van hun bodem. De inrichting verandert hierdoor niet essentieel.
Tevens wordt opgemerkt, dat de uitvinding zich ook uitstrekt tot een inrichting die precies omgekeerd werkt, vergeleken bij hetgeen reeds is beschreven. Bij een dergelijke inrichting vindt dan het vanuit een aantal deelstromen tot één stroom flessen samenvoegen plaats. Hierbij zijn dan bijzondere maatregelen ter synchronisatie vereist teneinde te bereiken dat de flessen uit de deelstromen na elkaar de hoofdstroom bereiken. De inrichting op zichzelf verandert hierdoor niet principieel.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader der uitvinding op velerlei wijzen kunnen worden gevarieerd.
8001767
Claims (19)
1. Inrichting voor het selectief afzonderen van een fles uit een stroom flessen, gekenmerkt door ten minste één paar voortbeweegbare samenwerkende klembekken voor het tussen zich in opnemen van een fles die, ten opzichte van elkaar alsmede gezamenlijk, loodrecht op hun voortbewegingsrichting heen en weer beweegbaar zijn, waarbij elk paar klembekken een uitstekende pal draagt voor een selectieve samenwerking met een zich in een vlak evenwijdig aan de voortbewegingsrichting van de klembekken uitstrekkende, de gezamenlijke beweging van de klembekken veroorzakende geleidingsuitsparing.
2.Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de pal bestaat uit twee vast op de klembekken aangebrachte en in de, de fles opnemende positie daarvan althans nagenoeg op elkaar aansluitende palhelften, terwijl de geleidingsuitspar ing ten minste één van een wissel voorziene vertakking bezit.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de wissel bestuurbaar is door een signaal dat afkomstig is van een, elke fles bemonsterende, sensor.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de pal ten opzichte van de klembekken beweegbaar is, terwijl de geleidingsuitsparing geheel stationair is.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de geleidingsuitsparing een vertakking bezit, waarbij de pal beweegbaar is tussen een positie, waarin deze de ene tak van de geleidingsuitsparing volgt en een positie, waarin deze de andere tak volgt.
6. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de geleidingsuitsparing enkelvoudig is, waarbij de pal beweegbaar is tussen een positie, waarin deze buiten aangrij-ping met de geleidingsuitsparing blijft en een positie, waarin deze in aangrijping met de geleidingsuitsparing komt.
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de pal een bedieningsmechanisme bezit, dat activeer-baar is door een variatie van een grootheid van de opgenomen fles.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de pal is bevestigd op het ene uiteinde van een scharnie- rend op één der klembekken gelagerde hefboom, die onder invloed van de variërende grootheid zodanig verzwenkbaar is dat de pal vanuit de ene positie naar de andere positie beweegbaar is.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het andere uiteinde van de hefboom samenwerkt met de andere klembek, zodat een variatie in de afstand tussen beide klembekken leidt tot een verzwenking van de hefboom.
10. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de de hefboom dragende klembek tevens een de fles geheel dragende verende ondersteuning bezit, terwijl de andere klembek slechts als opsluitorgaan voor de fles fungeert, waarbij de verende ondersteuning samenwerkt met het andere uiteinde van de hefboom, zodat een variatie in het gewicht van de opgenomen fles leidt tot een verzwenking van de hefboom.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat een op zichzelf bekende snapveer is toegepast die slechts toestaat, dat de hefboom zich in zijn twee uiterste standen bevindt, waarbij de overgang van de ene naar de andere stand pas bij een bepaalde, op de snapveer uitgeoefende, kracht plaatsvindt.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de kracht, waarbij de overgang plaatsvindt, instelbaar is.
13. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het bedieningsmechanisme bestuurbaar is door een signaal dat afkomstig is van een, elke fles bemonsterende, sensor.
14. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elke klembek is voorzien van een, in een aantal geselecteerde naast elkaar gelegen posities aanbrengbare pal, welke beide, in corresponderende posities op de klembekken aangebrachte, pallen samenwerken met één van een corresponderend aantal geleidingsuitsparingen.
15. Inrichting volgens een der conclusies 1-14, met het kenmerk, dat elke klembek ten minste één geleidingsnok draagt, die kan samenwerken met zich in een vlak evenwijdig aan de voortbewegingsrichting van de klembekken uitstrekkende geleidingen.
16. Inrichting volgens een der conclusie 1-15, met het kenmerk, dat elk paar klembekken verschuifbaar is aangebracht op ten minste één geleidingsstang, die is bevestigd tussen twee in naast elkaar gelegen verticale vlakken rondlo- pende eindloze kettingen.
17. Inrichting volgens conclusie 16, «et het kenmerk, dat de eindloze kettingen elk een door twee kettingwielen bepaalde ovale baan beschrijven, waarvan de rechte segmenten > zich horizontaal uitstrekken.
18. Inrichting volgens een der conclusies 1-17, met het kenmerk, dat de klembekken aangrijpen op de hals van de flessen.
19. Inrichting volgens een der conclusies 1-17, met ) het kenmerk, dat de klembekken aangrijpen op de bodem van de flessen.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9001767A NL9001767A (nl) | 1990-08-06 | 1990-08-06 | Inrichting voor het selectief afzonderen van een fles uit een stroom flessen. |
EP19910201958 EP0471401A3 (en) | 1990-08-06 | 1991-07-26 | Apparatus for selectively separating a bottle from a stream of bottles |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9001767 | 1990-08-06 | ||
NL9001767A NL9001767A (nl) | 1990-08-06 | 1990-08-06 | Inrichting voor het selectief afzonderen van een fles uit een stroom flessen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9001767A true NL9001767A (nl) | 1992-03-02 |
Family
ID=19857516
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9001767A NL9001767A (nl) | 1990-08-06 | 1990-08-06 | Inrichting voor het selectief afzonderen van een fles uit een stroom flessen. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0471401A3 (nl) |
NL (1) | NL9001767A (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1016186C2 (nl) * | 2000-09-14 | 2002-03-19 | Greefs Wagen Carrosserie | Inrichting en werkwijze voor het transporteren en/of overbrengen van vruchten. |
EP1188692B1 (en) * | 2000-09-14 | 2007-03-28 | De Greef's Wagen-, Carrosserie- en Machinebouw B.V. | Apparatus and method for conveying and/or transferring fruits |
US7185753B2 (en) * | 2004-09-28 | 2007-03-06 | Hartness International, Inc. | Shuttle conveyor |
EP2471728B1 (de) * | 2011-01-03 | 2019-06-12 | Krones AG | Anordnung mehrerer miteinander gekoppelter Behälterhandhabungs- und/oder Behälterbehandlungs- und/oder Behältertransportmodule sowie Verfahren zum Transport, zur Behandlung und/oder Handhabung von Behältern |
US10093490B2 (en) * | 2014-09-17 | 2018-10-09 | Unitec S.P.A. | Conveyor apparatus for the transportation and weighing of agricultural products |
CN109502320B (zh) * | 2018-11-07 | 2024-01-30 | 东富龙科技集团股份有限公司 | 取放及搬运瓶子的机构 |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2092109A (en) * | 1934-06-13 | 1937-09-07 | Continental Can Co | Machine for weighing and sorting filled cans |
DE2936988C2 (de) * | 1979-09-13 | 1982-10-28 | Rexing, Günter, 4300 Essen | Vorrichtung zum Aussortieren von Flaschen |
FR2465665A1 (fr) * | 1979-09-21 | 1981-03-27 | Remy & Cie E P | Dispositif de repartition de recipients en plusieurs files et machine utilisant un tel dispositif |
-
1990
- 1990-08-06 NL NL9001767A patent/NL9001767A/nl not_active Application Discontinuation
-
1991
- 1991-07-26 EP EP19910201958 patent/EP0471401A3/en not_active Withdrawn
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0471401A2 (en) | 1992-02-19 |
EP0471401A3 (en) | 1992-07-08 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA2591525C (en) | Device and method for dividing a flow of objects | |
US1090855A (en) | Machine for placing bottles in transport-cases. | |
US5971041A (en) | Container filling apparatus with walking nozzles bank | |
JP2021526113A (ja) | 集積面への、または集積面からの製品の把持方式による移送 | |
NL9001767A (nl) | Inrichting voor het selectief afzonderen van een fles uit een stroom flessen. | |
DK165588B (da) | Indretning til selektiv overfoering af artikler fra en til flere transportoerer | |
KR20100112083A (ko) | 물품 반송 장치 | |
US5450941A (en) | Apparatus for separating, conveying and grouping flat items | |
JPS5864914A (ja) | 推積状物品を整合させる装置 | |
EP2653239B1 (en) | A gripper for retaining bottles | |
JP2005502559A (ja) | 物品の選別方法および装置 | |
CA2249346C (en) | Apparatus for loading stacked article groups into cartons | |
JP3646294B2 (ja) | 食料品及び嗜好品によって瓶及びその他の容器を満たす装置 | |
US4748791A (en) | Beverage tray packing system | |
JPH09225415A (ja) | 塊状青果物の選別装置 | |
NL1004657C2 (nl) | Inrichting voor het overdragen van in hoofdzaak ronde, kwetsbare voorwerpen, zoals bijvoorbeeld eieren. | |
RU2562047C1 (ru) | Способ и система для раздачи бахил | |
US4681230A (en) | Tube transfer device | |
JPH08133228A (ja) | 商品集積装置 | |
US4009553A (en) | Machine for filling pockets | |
US4632238A (en) | Apparatus for arranging oncoming articles, in particular containers, into plural article rows | |
US2817933A (en) | Wrapping machine article conveying mechanism | |
US3301376A (en) | Casing machine | |
US4662504A (en) | Apparatus for arranging articles into groups | |
NL9300442A (nl) | Stapelinrichting. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |