NL9001668A - Kasscherm. - Google Patents

Description

Kasscherm.

De uitvinding heeft betrekking op een kas met openingen die kunnen worden afgesloten door afsluitpanelen zoals beluchtingsramen, die kunnen worden verplaatst tussen een gesloten en een geopende stand, waarbij ten minste één der openingen is voorzien van een flexibel scherm dat de opening bedekt en waarvan de randen langs de rand van de opening afdichtend zijn bevestigd, en waarbij bedieningsorganen voor het in de verschillende standen brengen van de afsluitpanelen door gaten in het scherm steken.

Het is bekend dat in verschillende openingen van een kas, zoals de beluchtingsopeningen, een scherm is aangebracht om allerlei ongedierten zoals vogels, insekten, schimmels en ook vuil buiten de kas te houden. Veelal ligt daarbij het scherm in het vlak van de opening aan de binnenzijde daarvan. Beluchtingsopeningen kunnen worden geopend en gesloten met behulp van gewoonlijk naar buiten toe openslaande beluchtingsramen. Deze worden meestal bediend door een aantal stangen, de zogenaamde opdrukkers, die de beluchtingsramen opendrukken. Indien het scherm aan de binnenzijde van de opening van de kas ligt, en de beluchtingsramen zijn van het naar buiten toe openslaande type, dan steken deze opdrukkers door het scherm. Deze opdrukkers bewegen vrijwel nooit uitsluitend in een richting evenwijdig aan hun langsrichting. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de wijze van aandrijving. En doordat per groep van beluchtingsramen de opdrukkers vanuit een centraal punt op de beluchtingsramen toelopen en daarom vrijwel nooit evenwijdig aan elkaar lopen. Daarom bevinden zich in het scherm ter plaatse waar de opdrukkers hier doorheengaan, sleuven. Deze sleuven zijn zodanig gedimensioneerd, dat het scherm de beweging van de opdrukkers niet hindert. In de sleuf zijn 'geschikte middelen aangebracht om de sleuf buiten het gebied waar de opdrukker hier doorheensteekt, af te dichten. Veelal wordt hiertoe een groot aantal tegenover elkaar aangebrachte flexibele borstelharen gebruikt, die opzijwijken ter plaatse van de opdrukker. Ook is het bekend om in het vlak van de sleuf twee of meer verschuifbare panelen aan te brengen, die tussen hun randen een spleet vormen waartussen de opdrukker steekt. Bij het verplaatsen van de opdrukker door de sleuf bewegen de panelen mee.

Aan dit bekende kleven bezwaren. Zo is het aanbrengen van de speciale afdichtmiddelen in de sleuven kostbaar. En de stand van de sleuf in het scherm kan gecompliceerd zijn, vooral indien de door het scherm stekende opdrukkers niet evenwijdig aan elkaar lopen, doch zoals gebruikelijk naar een punt van samenkomst waar zij zijn gekoppeld met een aandrijfmiddel. Hierdoor wordt de vervaardiging van het scherm bemoeilijkt. Daarnaast is het in de praktijk gebleken, dat de bekende afdichting van de sleuven onvoldoende is. Tevens veroorzaken de speciale afdichtmiddelen in de sleuven relatief veel ongewenste schaduw.

Het is voorts bekend, gebruik te maken van een scherm dat is bevestigd aan de rand van de beluchtingsramen en aan de rand van de opening in de kas. Bij het openen van de beluchtingsramen wordt daardoor het scherm opgespannen tussen de rand van de beluchtingsramen en de opening van de kas. Aldus wordt de openingsspleet tussen kasopening en geopend beluchtingsraam af gedicht, zodat opnieuw geen ongedierte en dergelijke via de opening in de kas kan komen. Bij een dergelijke oplossing steken de opdrukkers niet door het scherm. Onder andere om schaduw-val tot een minimum te beperken, wordt ervoor gezorgd dat bij afgesloten opening het scherm zich in de kas bevindt. En om het scherm niet bloot te stellen aan de weersinvloeden bij gesloten beluchtingsraam.

Ook dit bekende heeft nadelen. Zo hangt het scherm bij afgesloten opening los naar binnen. Bij het opendrukken van het beluchtingsraam schuift dit scherm dan langs de rand van de kasopening, waardoor het kan blijven haken en stukscheuren, hetgeen vooral veelvuldig plaatsvindt ter plaatse waar een roede van boven naar beneden door de opening loopt. Bij een dergelijke roede dient het scherm zich hierboven te bevinden. Dit heeft tot gevolg dat bij gesloten beluchtingsraam het scherm wordt samengeknepen tussen roede en raamlat, hetgeen op den duur tot insnijden van het scherm leidt.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel, voor de openingen van een kas een scherm te verschaffen, waarbij de bovenvermelde nadelen niet voorkomen. Hiertoe wordt uitgegaan van een scherm dat de opening afdekt en langs de randen van de opening is vastgezet, waardoor de opdrkkers door het scherm steken. En deze uitvoering wordt volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt, doordat de wanden van deze gaten de bedieningsorganen nauw omgeven.

Op deze wijze wordt de afdichting van het scherm ter plaatse waar de bedieningsorganen daardoorheensteken gegarandeerd, terwijl hiervoor geen kostbare maatregelen behoeven te worden getroffen. Tevens blijft het door deze maatregelen mogelijk, dat de bedieningsorganen door het scherm kunnen bewegen. Indien het wenselijk is, dat het scherm zich in het vlak van de af te dekken opening bevindt, dan dient het scherm elastisch rekbaar te zijn, zodat de gaten in het scherm als het ware door de opening van de kas kunnen bewegen.

Het verdient echter de voorkeur, dat het scherm een afmeting heeft die groter is dan de afmeting van de door het scherm bedekte opening van de kas. Op deze wijze kan voor elk kas type een geschikt scherm worden vervaardigd. Vooral in deze situatie kan dan de beste afdichting van het scherm ter plaatse waar de bedieningsorganen daar doorheen steken worden gerealiseerd, door het schermmiddel vast te verbinden met de bedieningsorganen.

Om in het geval dat het scherm een afmeting heeft die groter is dan de afmeting van de door het scherm bedekte opening het scherm een mooi strak uiterlijk te geven, verdient het de voorkeur, dat het scherm ter plaatse van de doorgang van de bedieningsmiddelen is voorzien van uitpuilende delen, waarin zich de gaten bevinden. Het scherm kan dan vlak worden opgespannen in de opening van de kas, terwijl de uitpuilende delen voorzien in de noodzakelijke beweeglijkheid van de gaten waardoorheen de bedieningsorganen steken. Daarnaast is het natuurlijk mogelijk om onder invloed van de werking van bijvoorbeeld een veer of een gewicht, het scherm in alle standen van de daardoorheen stekende bedieningsorganen zo strak mogelijk te houden. Dit zal het meeste resultaat opleveren, wanneer de gaten de bedieningsorganen nauw omgeven, zodat de bedieningsorganen ten opzichte van de gaten kunnen bewegen.

Indien voorts het scherm is voorzien van een afsluitbare insnijding, dan kan het zich op de buitenzijde van het scherm bevindende opgehoopte vuil via deze insnijding gemakkelijk van binnenuit de kas worden verwijderd.

In het hiernavolgende wordt de uitvinding nader verduidelijkt aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden die worden getoond in de bijgevoegde tekening, waarin: fig. 1 in perspectivisch aanzicht schematisch een deel van de kas overeenkomstig de onderhavige uitvinding toont in het gebied van de afsluitbare openingen daarvan, met afgesloten openingen: fig. 2 eenzelfde aanzicht toont als fig. 1, doch met geopende openingen; fig. 3 een zijaanzicht in doorsnede toont volgens de lijn III-III van fig. 1; fig. 4 een aanzicht toont in de kijkrichting volgens pijl IV in fig. 1; fig. 5 in eenzelfde aanzicht als fig. 3 een alternatieve uitvoeringsvorm toont van de onderhavige uitvinding, en fig. 6 een gedeelte toont van een andere alternatieve uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, in perspectivisch aanzicht.

Fig. 1, 2 en 3 tonen de sponning 1 van een opening 2 in een kas die in fig. 3 met 3 is aangeduid. Een dergelijke opening 2 bevindt zich, zoals getoond in fig. 3» gewoonlijk boven in het dak van de kas 3» en dient daar als beluchtingsopening. De opening 2 wordt door afsluitpane-len, in dit geval beluchtingsramen 4 afgesloten. In het getoonde uitvoe-ringsvoorbeeld zijn deze afsluitpanelen 4 in de tekening aan hun bovenzijden scharnierend bevestigd aan de sponning 1. Met behulp van bedie-ningsorganen in de vorm van zogenaamde opdrukkers 5 kunnen de beluchtingsramen 4 worden geopend en gesloten. Gewoonlijk komen de opdrukkers van één bedieningsorgaan bij hun aandrijving 6 samen in 15. Dit is te zien in fig. 4, waarin de opdrukkers gedeeltelijk weggebroken zijn weergegeven. In fig. 3 is schematisch weergegeven hoe op de bekende wijze bij het zogenaamde spantrailmechaniek door het heen en weer bewegen volgens de pijl 7 van aandrijf stang 6 die is gelagerd op een span-trail 8 de opdrukker 5 de beluchtingsramen 4 opent en sluit. De beweging van deze opdrukker 5 is vrijwel nooit evenwijdig aan de richting van de langsas daarvan.

De opening 2 nu, wordt bedekt door een scherm 9 van zogenaamd gaas. De functie van dit scherm is, zowel licht als lucht door te laten, doch ongedierte zoals vogels, insekten en schimmels en eventueel vuil tegen te houden indien de opening 2 is geopend. Hiertoe sluit het scherm 9 afdichtend aan op opening 2. De opdrukkers 5 steken door het scherm 9« en op die plaatsen is het scherm 9 voorzien van gaten 11 die de opdrukkers 5 nauw omgeven. Dit kan op verschillende manieren zijn gerealiseerd. Zo kan de wand van een dergelijk gat 11 bestaan uit een veerkrachtig, flexibel materiaal, zoals bijvoorbeeld schuimrubber, of zich loodrecht op de wand uitstrekkende borstelharen. Door de binnendiameter van deze gaten 11 in de ongemonteerde toestand van het scherm 9 kleiner te kiezen dan de buitendiameter van de door de gaten te steken opdrukkers 5i wordt er aldus voor gezorgd dat in de gemonteerde toestand van het scherm 9 de gaten 11 de opdrukkers 5 nauw omgeven, doordat de gat-wanden veerkrachtig hiertegen aangedrukt worden gehouden. Met een dergelijke oplossing zouden opdrukker 5 en scherm 9 zich relatief ten opzichte van elkaar kunnen verplaatsen. Dit is vooral nuttig, wanneer het scherm behoorlijk elastisch kan rekken, zodat het scherm zonder meer vlak kan worden opgespannen in de opening 2. Een andere manier om ervoor te zorgen dat de gaten in het scherm 9 waardoorheen de opdrukkers 5 steken deze nauw omgeven, is door ervoor te zorgen, dat ter plaatse van deze gaten het scherm 9 vast is verbonden met de opdrukkers 5· In de getoonde uitvoeringsvoorbeelden wordt dit gerealiseerd, doordat ter plaatse van de gaten in het scherm 9 moffen 10 zijn aangevormd, waardoorheen de opdrukkers 5 kunnen worden gestoken, terwijl deze moffen 10 kunnen worden verbonden met de opdrukkers 5 door een (niet weergegeven) klemring of iets dergelijks rond de moffen 10 aan te brengen. Er dient dan vrijwel altijd voor te worden gezorgd, dat het scherm 9 een afmeting heeft die groter is dan de opening 2.

Het verdient de voorkeur dat het scherm 9 in geen enkele stand van de opdrukkers 5 buiten het gebied komt dat wordt begrensd door de kas. Het verdient daarom de voorkeur, het scherm 9 zodanig te vormen dat deze met behulp van de sponning 1 en de opdrukkers 5 kan worden opgespannen in een vorm zoals getoond in fig. 1, indien de opening 2 is afgesloten door de beluchtingsramen 4. Bij een scherm 9 bestaande uit een materiaal zonder noemenswaardige elastische rek zal dit scherm 9 in de uiterste openingstand van de beluchtingsramen 4 van de kas een vorm kunnen aannemen zoals getoond in fig. 2. Hieruit valt duidelijk te onderscheiden, dat het scherm 9 binnen de contour van de kas blijft. Aldus heeft het scherm een afmeting die groter is dan de afmeting van de door het scherm 9 bedekte opening 2. Hierbij bepaalt voornamelijk de bewegingsbaan van de opdrukkers 5 hoe groot de afmeting van het schermmiddel 9 dient te zijn.

Bij het spantrailmechaniek zoals getoond in fig. 1, 2 en 3 zal het noodzakelijk zijn, het scherm 9 ergens halverwege de opdrukkers 5 hiermee te verbinden. Dit om ervoor te zorgen, dat het zich in fig. 3 boven de opdrukker 5 bevindende deel van het scherm 9 onder alle omstandigheden min of meer strak gespannen blijft, hetgeen een aantrekkelijk uiterlijk van de constructie oplevert, de kans op haken verkleint en schaduw-val beperkt. Het deel van het scherm 9 dat zich onder de opdrukker 5 bevindt mag bij geopende opening 2 slap hangen, zoals met streepstippel-lijn is weergegeven in fig. 3· Echter, bij het spantrailmechaniek zullen daarom door het scherm 9 op afstand van elkaar verschillende opdrukkers 5 steken, afhankelijk van de afmeting van de afsluitpanelen 4 voor het afsluiten van de opening 2.

Bij het zogenaamde schommelluchtmechaniek, zoals getoond in fig. 5, kan het scherm 9 eventueel op een andere wijze worden bevestigd aan de opdrukkers 5· Het kan natuurlijk ook op de wijze zoals hierboven beschreven. Fig. 5 toont met getrokken lijnen de onderdelen van dit mechaniek in de gesloten stand, en met streepstippellijnen in de geopende stand. Aandrijf middel 6 maakt nu deel uit van de schommel. Door de cirkelbeweging die het punt van samenkomst 15 van de opdrukkers 5 maakt rond de nok 12 van de kas 3 is het nu mogelijk, het scherm 9 zodanig aan te brengen dat de opdrukkers 5 en de stang 16 van de schommel geheel binnen het scherm 9 liggen. Aandrijfmiddel 6 zal dan bijvoorbeeld het deel van het bedieningsmechanisme zijn dat door het scherm 9 steekt. Ook is het eventueel, op niet weergegeven wijze mogelijk, de opdrukkers 5 ter plaatse van hun punt van samenkomst 15 door het scherm 9 te laten steken. Ook nu weer zal het zich onder de opdrukkers 5 bevindende deel van het scherm 9 er slap bijhangen in de geopende stand van de beluch-tingsramen 4 (weergegeven met streepstippellijnen).

Fig. 6 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, waarbij het scherm 9 op niet nader weergegeven wijze min of meer als een opgespannen vel is aangebracht in de opening 2 van de kas. In het scherm 9 zijn ter plaatse waar de opdrukkers 5 hierdoorheen steken, ruime gaten 13 aangebracht, waarbij langs de randen daarvan in opgespannen toestand kegelvormig gevormde stukken scherm 14 zijn bevestigd. De vorm hiervan kan natuurlijk ook anders zijn, zoals cilindrisch, of rechthoekig met een afgesloten uiteinde. Deze stukken scherm 14 vormen de uitpuilende delen 14 in het scherm 9 ter plaatse van de doorgang van de opdrukkers 5· De opdrukkers 5 steken door gaten 11 in de toppen van de schermstukken 14 en opnieuw omgeven deze gaten 11 de opdrukkers 5 nauw. Ook hierdoor wordt de gewenste beweeglijkheid van het scherm verschaft, terwijl er zorg voor wordt gedragen dat het scherm ook effectief is afgedicht ter plaatse waar daardoorheen bedieningsorganen 5 voor de afsluitpanelen 4 steken voor het afsluiten van de openingen 2 in de kas 3·

Natuurlijk beperkt de onderhavige uitvinding zich niet tot hetgeen is beschreven aan de hand van de in de figuren weergegeven uitvoerings-voorbeelden. Zo kan het voordeel bieden, wanneer bij voorkeur in het deel van het scherm 9 dat zich bevindt onder de opdrukkers 5» een bijvoorbeeld met behulp van een ritssluiting of klittenband te openen afsluitbare insnijding is aangebracht die zich uitstrekt over een zekere lengte van het scherm 9* zodat een eventueel in dat gebied aan de buitenzijde van het scherm te verwachten ophoping van vuil van binnenuit de kas op eenvoudige wijze kan worden verwijderd. Ook behoeven de opdrukkers 5 zich niet in een rechte lijn vanaf hun bevestiging met de beluch-tingsramen 4 naar hun punt van samenkomst 15 te begeven, doch kunnen ook geknikt verlopen, zodat zij vanaf een zeker punt evenwijdig aan elkaar in de richting van hun bevestiging met de beluchtingsramen 4 lopen.

Van belang is, dat bij een kas met openingen die kunnen worden afgesloten door tussen een openingsstand en een sluitstand beweegbare afsluitpanelen zoals beluchtingsramen, deze openingen worden bedekt door een flexibel scherm dat langs de rand van de opening is bevestigd, terwijl door gaten in dit scherm bedieningsorganen voor het in de verschillende standen brengen van de beluchtingsramen steken, en wel zodanig dat deze gaten de bedieningsorganen nauw omgeven.

Claims (5)

1. Kas met openingen die kunnen worden afgesloten door afsluit-panelen zoals beluchtingsramen, die kunnen worden verplaatst tussen een gesloten en een geopende stand, waarbij ten minste één der openingen is voorzien van een flexibel scherm dat de opening bedekt en waarvan de randen langs de rand van de opening af dichtend zijn bevestigd, en waarbij bedieningsorganen voor het in de verschillende standen brengen van de afsluitpanelen door gaten in het scherm steken, met het kenmerk, dat de wanden van deze gaten (11) de bedieningsorganen (5) nauw omgeven.

2. Kas volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het scherm (9) vast is verbonden met de bedieningsorganen (5)·

3. Kas volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het scherm (9) een afmeting heeft die groter is dan de afmeting van de door het scherm (9) bedekte opening (2).

4. Kas volgens conclusie 3· met het kenmerk, dat het scherm (9) ter plaatse van de doorgang van de bedieningsmiddelen (5) is voorzien van uitpuilende delen (14), waarin zich de gaten (11) bevinden.

5. Kas volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het scherm (9) is voorzien van een zich over een zekere lengte uitstrekkende , afsluitbare insnijding.