NL9001280A - Inrichting voor het buigen van pijpen of dergelijke. - Google Patents
Inrichting voor het buigen van pijpen of dergelijke. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9001280A NL9001280A NL9001280A NL9001280A NL9001280A NL 9001280 A NL9001280 A NL 9001280A NL 9001280 A NL9001280 A NL 9001280A NL 9001280 A NL9001280 A NL 9001280A NL 9001280 A NL9001280 A NL 9001280A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- inductor
- pipe
- cooling
- bending
- forming zone
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B21—MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D—WORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
- B21D7/00—Bending rods, profiles, or tubes
- B21D7/02—Bending rods, profiles, or tubes over a stationary forming member; by use of a swinging forming member or abutment
- B21D7/024—Bending rods, profiles, or tubes over a stationary forming member; by use of a swinging forming member or abutment by a swinging forming member
- B21D7/025—Bending rods, profiles, or tubes over a stationary forming member; by use of a swinging forming member or abutment by a swinging forming member and pulling or pushing the ends of the work
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Bending Of Plates, Rods, And Pipes (AREA)
Description
Inrichting voor het buigen van pijpen of dergelijke.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het buigen van pijpen of dergelijke, met een uit ten minste een ringvormige inductor bestaande buitenste inductorvoorzlening, door welke de pijp in axiale richting met behulp van een voor de buitenste inductorvoorziening toegepaste geleidings-en aandrijfinrichting continu beweegbaar is en in een omvorm-zone met beperkte lengte tot aan de buigtemperatuur verwarm-baar is, en met een buigarm die met zijn ene, op een afstand van de pijp geplaatste uiteinde om een in het vlak van de omvormzone gelegen, ten opzichte van het buigvlak loodrechte as verzwenkbaar is gelagerd en aan zijn andere uiteinde een kleminrichting bezit voor het door de buitenste inductorvoor-ziening gevoerde voorste uiteinde van de pijp.
In het algemeen bezit een dergelijke inrichting ook nog een onmiddellijk na de buitenste inductorvoorziening geschakelde koelring voor het afkoelen van het in de omvormzone gebogen buisgedeelte. Deze koelring kan echter bij bepaalde materialen niet worden toegepast, aangezien het betreffende materiaal niet direct met water of een ander koelmiddel in contact gebracht mag worden, doch veeleer een afkoeling in rustige lucht vereist.
Bij een bekende inrichting van de genoemde soort (DE-A-33 33 912) bestaat de buitenste inductorvoorz iening uit twee achter elkaar geplaatste inductoren, van welke de in de voort-bewegingsrichting van de pijp eerste een aanzienlijke grotere lengte bezit dan de aan de omvormzone grenzende inductor. Desalniettemin is de gelijkmatige verwarming van de pijp in radiale richting tot bepaalde diktes beperkt. Bovendien is het storend, dat de temperatuurverdeling in de omtreksrichting in afhankelijkheid van de buisparameters niet kan worden ingesteld. Weliswaar is het bij andere inrichtingen voor het buigen van pijpen (DE-A-23 29 113, Oost-Duits octrooi 92 889) tevens bekend, om een inductorring te voorzien van afschermende resp. versterkende jukdiafragma's of om direct voor de inductorring een slechts de boogrug koelende koelinrichting te schakelen, teneinde in de omvormzone in de boogrug een lagere temperatuur in te stellen dan ter plaatse van de boogbuik van de pijp. Een variatie van de temperatuurverdeling in de om-treksrichting is hierbij echter althans nagenoeg evenmin mogelijk.
De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef genoemde soort zodanig verder te ontwikkelen, dat ook dikwan-dige pijpen met een grotere wanddikte foutloos gebogen kunnen worden. Verder moet in het bijzonder een zeer precieze instelling van de temperatuurverdeling in de omtreksrichting in de omvormzone mogelijk gemaakt worden. Ter bereiking van dit doel is de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door een extra binnenste inductor, over en langs welke de pijp tijdens zijn voortbeweging naar de omvormzone wordt geleid.
Bij de inrichting volgens de uitvinding wordt aan de pijp derhalve de voor het tot de buigtemperatuur verwarmen vereiste warmte niet slechts van buitenaf doch ook van binnen-af toegevoerd. Hierbij is het zondermeer mogelijk om ook bij pijpen met een grotere wanddikte een in radiale richting min of meer constante temperatuur te verkrijgen.
Voor een verdere vormgeving bestaan in het kader der uitvinding een aantal mogelijkheden. Zo is het mogelijk, dat de inductor resp. de inductoren van de buitenste inductorvoor-ziening onafhankelijk van elkaar axiaal en in alle richtingen radiaal verstelbaar is resp. zijn; dit staat reeds een aanzienlijke variatie van de temperatuurverdeling in de omtreksrichting toe. De binnenste inductor is op voordelige wijze schroeflijnvormig uitgevoerd. Hij wordt op doelmatige wijze gedragen door een zich naar de geleidings- en aandrijfinrichting uitstrekkende vasthouddoorn. Ter beïnvloeding van het temperatuurprofiel kan ook de binnenste inductor axiaal verstelbaar zijn. In ieder geval geniet het de voorkeur, dat de binnenste inductor voor de aan de omvormzone grenzende inductor van de buitenste inductorvoorziening is geplaatst, zodat de aan de omvormzone grenzende inductor althans nagenoeg de laatste inductor is, die voor de omvormzone inwerkt op de pijp.
Een andere voorkeursuitvoeringsvorm, die in het kader van de uitvinding ook een zelfstandige betekenis bezit, is gekenmerkt door het feit, dat de aan de omvormzone grenzende inductor van de buitenste inductorvoorziening onmiddellijk voor een axiaal verstelbare buitenste koelinrichting is geschakeld, waarmee de pijp over een de boogrug omvattend, be- grensd omtreksgedeelte koelbaar is; door de axiale verstel-baarheid van een dergelijke buitenste koelinrichting is in combinatie met de verstelbare buitenste inductorvoorziening een aanzienlijke vergroting van de instelbaarheid van het in de omvormzone te bereiken tempratuurprofiel verschaft. Dit geldt in het bijzonder dan, wanneer de buitenste koelinrich-ting tot in de aan de omvormzone aangrenzende inductor van de buitenste inductorvoorziening axiaal verstelbaar is. Bij de genoemde buitenste koelinrichting kan het een de pijp direkt, bijvoorbeeld met water, aangrijpende koelinrichting betreffen, doch de voorkeur geniet een uitvoeringsvorm, waarbij de buitenste koel inrichting is uitgevoerd als een door een koelmid-del doorstroomde, indirect koelende koelring, waarvan de axiale uitstrekking aan de naar de omvormzone toegekeerde zijde van de boogbuik naar de boogrug van de pijp continu toeneemt. Door een axiale verstelling van een dergelijke koelring kan al naar gelang de mate van binnendringen in de aan de omvormzone grenzende inductor een zeer fijne verlaging van de temperatuur in het gebied van de boogrug van de pijp worden bereikt; in de praktijk is deze uitvoeringsvorm bijzonder geschikt gebleken. Desalniettemin is het mogelijk, dat tevens de buitenste koelinrichting in alle richtingen radiaal verstelbaar is. Tenslotte geniet het de voorkeur, om de inrichting tevens te voorzien van een onmiddellijk achter de buitenste inductorvoorziening geschakelde koelring voor het afkoelen van het in de omvormzone gebogen pijpgedeelte; in die gevallen, in welke een aangrijping van de pijp met water niet mogelijk is, wordt dan deze nageschakelde koelring eenvoudig gedemonteerd.
Hierna wordt de uitvinding aan de hand van een een uitvoeringsvoorbeeld weergevende tekening nader toegelicht. In schematische weergave tonen
Fig. 1 een langsdoorsnede door een inrichting voor het buigen van pijpen en fig. 2 een doorsnede A-A door het onderwerp van fig. 1.
De in de figuren weergegeven inrichting dient voor het buigen van pijpen of dergelijke. Wat betreft zijn principiële opbouw bezit de inrichting op de eerste plaats een buitenste inductorvoorziening 1, 2, die uit twee op een afstand van elkaar geplaatste ringvormige inductoren 1 en 2 bestaat. De inductoren 1 en 2 van de buitenste inductorvoorziening 1, 2 zijn, zoals de pijlen 3, 4 schematisch aanduiden, onafhankelijk van elkaar axiaal en in alle richtingen radiaal verstelbaar. Door deze inductorvoorziening 1, 2 wordt de pijp in axiale richting met behulp van een voor de buitenste inductorvoorziening 1, 2 toegepaste geleidings- en aandrijfinrichting 5 continu heen gevoerd en in een omvormzone 6 met beperkte lengte tot aan de buigtemperatuur verwarmd. De eerste inductor 1 dient hierbij voor de voorverwarming, terwijl de tweede inductor 2 de temperatuur tot op de buigtemperatuur brengt. Bovendien bezit de inrichting een buigarm 7, die met zijn ene, op een afstand van de pijp geplaatste uiteinde om een in het vlak van de omvormzone 6 gelegen, ten opzichte van het buigvlak, d.w.z. het vlak van tekening, loodrechte as 8 verzwenkbaar is gelagerd en die aan zijn andere uiteinde een kleminrichting 9 bezit voor het door de buitenste inductorvoorziening 1, 2 gevoerde voorste uiteinde van de buis.
In fig. 1 is zondermeer zichtbaar, dat bovendien een binnenste inductor 10 is toegepast, over en voorbij welke de pijp tijdens zijn voortbeweging naar de omvormzone wordt geleid. De binnenste inductor 10 is schroeflijnvormig uitgevoerd en wordt gedragen door een zich in de richting van de geleidings- en aandrijfinrichting 5 uitstrekkende vasthoud-doorn 11. Via deze vasthouddoorn 11 is deze binnenste inductor 10 tevens axiaal verstelbaar (vergelijk pijl 12); de geleidings- en aandrijfinrichting 5 is overeenkomstig uitgevoerd. Hierbij is de binnenste inductor 10 telkens voor de aan de omvormzone 6 grenzende inductor 2 van de buitenste inductorvoorziening 1, 2 geplaatst.
Door een vergelijkende beschouwing van de fig. 1 en 2 ziet men zondermeer, dat direkt voor de aan de omvormzone 6 grenzende inductor 2 van de buitenste inductorvoorziening 1, 2 een axiaal verstelbare buitenste koelinrichting 13 is geschakeld, met behulp waarvan de pijp over een de boogrug omvattend, beperkt omvangsgedeelte koelbaar is. Deze buitenste koel inrichting 13 is tot in de aan de omvormzone 6 grenzende inductor 2 van de buitenste inductorvoorziening 1, 2 axiaal verstelbaar; de eindstand is in fig. 1 weergegeven. Deze buitenste koelinrichting 13 is uitgevoerd als een door een koelmiddel doorstroomde, indirect koelende koelring, waarvan de axiale uitstrekking aan de naar de omvormzone 6 toegekeerde zijde van de boogbuik naar de boogrug van de pijp continu toeneemt; op deze wijze is ook bij een axiale verstelling van deze koelring een zeer fijne verandering van de temperatuur-verdeling in omtreksrichting mogelijk. In ieder geval is de buitenste koelinrichting 13, zoals de pijlen 14 en 15 opnieuw verduidelijken, niet slechts axiaal, doch ook in alle richtingen radiaal verstelbaar.
In fig. 1 ziet men verder, dat onmiddellijk na de buitenste inductorvoorziening 1, 2 een koelring 16 is geschakeld, waarmee het in de omvormzone 6 gebogen pijpgedeelte door directe aangrijping met water afkoelbaar is.
Claims (11)
1. Inrichting voor het buigen van pijpen of dergelijke, met een uit ten minste een ringvormige inductor bestaande buitenste inductorvoorziening, door welke de pijp in axiale richting met behulp van een voor de buitenste inductorvoorziening toegepaste geleidings- en aandrijfinrichting continu beweegbaar is en in een omvormzone met beperkte lengte tot aan de buigtemperatuur verwarmbaar is, en met een buigarm die met zijn ene, op een afstand van de pijp geplaatste uiteinde om een in het vlak van de omvormzone gelegen, ten opzichte van het buigvlak loodrechte as verzwenkbaar is gelagerd en aan zijn andere uiteinde een kleminrichting bezit voor het door de buitenste inductorvoorziening gevoerde voorste uiteinde van de pijp, gekenmerkt door een extra binnenste inductor (10), over en langs welke de pijp tijdens zijn voortbeweging naar de omvormzone (6) wordt geleid.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inductor (2) resp. de inductoren (1 en 2) van de buitenste inductorvoorziening (1, 2) onafhankelijk van elkaar axiaal en in alle richtingen radiaal verstelbaar is resp. zijn.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de binnenste inductor (10) schroeflijnvormig is uitgevoerd.
4. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de binnenste inductor (10) door een zich naar de geleidings- en aandrijfinrichting (5) uitstrekkende vast-houddoorn (11) wordt gedragen.
5. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de binnenste inductor (10) axiaal verstelbaar is.
6. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de binnenste inductor (10) voor de aan de omvormzone (6) grenzende inductor (2) van de buitenste inductorvoorziening (1, 2) is geplaatst.
7. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de aan de omvormzone (6) grenzende inductor (2) van de buitenste inductorvoorziening (1, 2) onmiddellijk voor een axiaal verstelbare buitenste koelinrichting (13) is geschakeld, waarmee de pijp over een de boogrug omvattend, begrensd omtreksgedeelte koelbaar is.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de buitenste koel inrichting (13) tot in de aan de omvormzone (6) aangrenzende inductor (2) van de buitenste inductorvoor-zlening (1, 2) axiaal verstelbaar is.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de buitenste koel inrichting (13) is uitgevoerd als een door een koelmiddel doorstroomde, indirect koelende koelring, waarvan de axiale uitstrekking aan de naar de omvormzone toegekeerde zijde van de boogbuik naar de boogrug van de pijp continu toeneemt.
10. Inrichting volgens één der conclusies 7 tot 9, met het kenmerk, dat de buitenste koel inrichting (13) in alle richtingen radiaal verstelbaar is.
11. Inrichting volgens één der conclusies 1 tot 10, gekenmerkt door een onmiddellijk achter de buitenste inductor-voorz iening (1, 2) geschakelde koelring (16) voor het afkoelen van het in de omvormzone (6) gebogen pijpgedeelte.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE4003797 | 1990-02-08 | ||
DE19904003797 DE4003797A1 (de) | 1990-02-08 | 1990-02-08 | Vorrichtung zum biegen von rohren oder dergleichen |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9001280A true NL9001280A (nl) | 1991-09-02 |
Family
ID=6399706
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9001280A NL9001280A (nl) | 1990-02-08 | 1990-06-07 | Inrichting voor het buigen van pijpen of dergelijke. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE4039567C2 (nl) |
NL (1) | NL9001280A (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6038902A (en) * | 1998-01-23 | 2000-03-21 | The Babcock & Wilcox Company | Intrados induction heating for tight radius rotary draw bend |
DE102005025337A1 (de) * | 2005-01-21 | 2006-07-27 | Alutec-Belte Ag | Verfahren zum Herstellen eines rotationssymmetrischen Körpers sowie Erwärmungsvorrichtung hierfür |
FR3048628B1 (fr) * | 2016-03-11 | 2018-07-13 | Stelia Aerospace | Machine et procede de cintrage d'une canalisation cylindrique longitudinale |
Family Cites Families (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DD92889A (nl) * | ||||
DE2329113A1 (de) * | 1973-06-07 | 1975-01-02 | Babcock & Wilcox Ag | Vorrichtung zur herstellung von boegen aus rohren oder hohlkoerpern im warmbiegeverfahren |
DE3333911A1 (de) * | 1983-09-20 | 1985-03-28 | August Wilhelm 5901 Wilnsdorf Schäfer | Vorrichtung zum biegen von rohren oder dgl. |
DE3634672A1 (de) * | 1986-10-09 | 1988-04-14 | Mannesmann Ag | Vorrichtung zum warmbiegen von metallrohren und verfahren zur erzeugung eines rohrbogens |
-
1990
- 1990-02-08 DE DE4039567A patent/DE4039567C2/de not_active Expired - Fee Related
- 1990-06-07 NL NL9001280A patent/NL9001280A/nl not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE4039567C2 (de) | 1994-02-24 |
DE4039567A1 (de) | 1991-08-14 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4596128A (en) | Method and apparatus for bending elongate workpieces, particularly pipes | |
US3902344A (en) | Tube bending method | |
US6939424B1 (en) | Method of making a spirally-wound tube | |
US4177661A (en) | Method and apparatus for bending large pipes | |
AP1626A (en) | A liquid heating module, a system comprising said module and a process for heating liquid. | |
EP0928678A3 (en) | Seam stress release in flexible electrostatographic image belting | |
NL9001280A (nl) | Inrichting voor het buigen van pijpen of dergelijke. | |
JP5822285B2 (ja) | 熱間三次元曲げ加工装置 | |
JP2664625B2 (ja) | レーザ切断方法および装置 | |
US4247319A (en) | Process and apparatus for calibrating of glass tube sections | |
PT100250A (pt) | Dispositivo para dobrar tubos | |
JP2001293521A (ja) | 管の曲げ加工装置 | |
NL8402468A (nl) | Inrichting voor het buigen van pijpen of dergelijke. | |
US3614366A (en) | Cam feed scanner-type induction heating apparatus | |
CA1039036A (en) | Heat-resistant mandrel for boss extruding | |
US4030711A (en) | Method and apparatus for the surface hardening of the inner surface of tube bends | |
NL8402469A (nl) | Inrichting voor het buigen van pijpen of dergelijke. | |
US3241221A (en) | Apparatus for intimately sheathing foundation bodies with sheet metal jackets | |
GB1603010A (en) | Metal pipe bending machine | |
SU647035A1 (ru) | Станок дл гибки труб | |
CA1069418A (en) | Method and apparatus for flame hardening the inner wall surface of tube bends | |
DE4042473A1 (en) | Tube-bending appts. with additional internal heating coil | |
SU741987A1 (ru) | Способ гибки труб и устройство дл его осуществлени | |
SU965550A1 (ru) | Устройство дл изготовлени крутоизогнутых отводов | |
JPH0671348A (ja) | 金属管の加熱曲げ装置における高周波加熱コイル |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |