NL8402469A - Inrichting voor het buigen van pijpen of dergelijke. - Google Patents

Description

* ' NL 32.242-Jb/ak

Inrichting voor het buigen van pijpen of dergelijke.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het buigen van pijpen of dergelijke, met een verwarmings-ring, door welke de pijp axiaal met behulp van een voor de ver-warmingsring aangebrachte geleidings- en aandrijfinrichting 5 continu voerbaar is en in een vervormzone van begrensde lengte tot buigtemperatuur verwarmbaar is, met een buigarm, die met zijn ene, op een afstand van de pijp aangebrachte uiteinde om een, in het vlak van de verwarmingsring liggende, loodrecht op de pijp staande as verzwenkbaar is gelegerd en aan 10 zijn andere uiteinde een kleminrichting voor het door de verwarmingsring gevoerde voorste uiteinde van de pijp bezit, met een onmiddellijk achter de verwarmingsring geschakelde, de pijp omgevende koelring voor het afkoelen van het in de vervormzone gebogen pijpgedeelte en met een verdere, de pijp om-15 gevende, onmiddellijk voor de verwarmingsring geschakelde koelinrichting voor het koelen van de pijp, voorafgaande aan het invoeren van deze pijp in de verwarmingsring.

Een dergelijke inrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.902.344. Bij deze bekende inrich-20 ting bestaat de verdere, onmiddellijk voor de verwarmingsring geschakelde koelinrichting eveneens uit een koelring. Door middel van de beide koelringen komt de zich voortbewegende pijp aan de buitenzijde met een koelmiddel, bijvoorbeeld water, in onmiddellijke aanraking. Op deze wijze wordt de axiale 25 lengte van de vervormzone bijzonder kort gehouden. Slechts op deze wijze kunnen namelijk gebogen pijpen met geringe afwijkingen van de cirkelboogvorm worden verkregen. De axiale begrenzing van de vervormzone is van bijzondere betekenis, indien dunwandige pijpen moeten worden gebogen en/of met kleine 30 buigstralen gebogen moet worden. Hierbij doen zich minder problemen voor met de onmiddellijk achter de verwarmingsring geschakelde koelring dan met de onmiddellijk voor de verwarmingsring geschakelde koelring. Deze laatste laat namelijk ten gevolge van de langs het binnenste mantelvlak in de omtreks-35 richting verdeeld aangebrachte mondstukken, via welke het koelmiddel onmiddellijk op de pijp wordt gespoten, het instellen van een rechtlijnige grens naar de vervormzone niet toe. Hier 8402469 3 ' ·« - 2 - komt nog bij, dat het, op de pijp gespoten, koelmiddel door de zich voortbewegende pijp gedeeltelijk in het gebied van de verwarmingsring wordt meegenomen, hetgeen tot resultaat heeft dat de vervormzone in de omtreksrichting gezien afwisselend 5 strookvormig tot in de voorste koelring doorloopt, respectievelijk binnen de verwarmingsring is verkort. Een onberispelijk buigen is dan niet meer mogelijk.

De onderhavige uitvinding beoogt, de inrichting van de in de aanhef genoemde soort zodanig verder te ontwik-10 kelen, dat een onberispelijk buigen van ook dunwandige pijpen en/of met betrekkelijk kleine buigstraal mogelijk wordt.

Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de onmiddellijk voor de verwarmingsring· geschakelde koelinrichting uit een door een koelmid-15 del doorstroomde, de pijp middellijk koelende gesloten koelman tel bestaat.

De uitvinding benut hierbij het inzicht, dat de vereiste rechtlijnige grens aan het begin van de vervormzone door een onmiddellijk in aanraking komen van de buis met het 20 koelmiddel niet kan worden verwezenlijkt doch slechts kan worden bereikt door toepassing van een, de pijp middellijk koelende, koelmantel. Onder middellijke koeling van de pijp wordt in het kader van deze beschrijving verstaan, dat het, de koelmantel doorstromende koelmiddel niet meer met de pijp in aan-25 raking komt, doch zijn koelwerking door middel van straling over het dunne, enige millimeters dikke luchtkussen tussen de koelmantel en de pijp uitoefent.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een schematische langsdoorsnede 30 van een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting voor het buigen van pijpen toont.

De inrichting omvat allereerst een verwarmingsring 1, door welke de pijp 2 axiaal (vólgens de pijl 3) met behulp van 'een voor de verwarmingsring 1 aangebrachte gelei-35dings- en aandrijfinrichting 4 - die uit de stand van de techniek voldoende bekend is en derhalve niet in detail is beschreven - continu voerbaar is.en in een vervormzone van begrensde lengte tot de buigtemperatuur kan worden verwarmd. De verwarmingsring 1 is uitgevoerd als een gasbrander, doch zou 8402469 ? ------ - 3 - evenwel bij pijpen 2 uit elektrisch-geleidend materiaal ook als een induetieverhitter kunnen zijn uitgevoerd. Bovendien behoort een buigarm 6 tot de inrichting. Deze buigarm 6 is met zijn ene, op een afstand van de pijp 2 aangebrachte, uit-5 einde, om een in het vlak 7 van de verwarmingsring 1 liggende, loodrecht op de pijp 2 staande as verzwenkbaar gelegerd. Aan zijn andere uiteinde bezit de buigarm 6 een kleminrichting 9 voor het, door de verwarmingsring 1 gevoerde, voorste uiteinde 10 van de pijp 2. Voorts is onmiddellijk na de verwarmings-10 ring leende pijp 2 omgevende koelring 11 geschakeld, waarmede het in de vervormzone 5 gebogen pijpgedeelte door het hierop sproeien van een koelmiddel, bijvoorbeeld water, wordt afgekoeld.

Voorts is onmiddellijk voor de verwarmingsring 1 15 een verdere, de pijp 2 omgevende koelinrichting 12 geschakeld, die voor het koelen van de pijp 2 voor diens invoer in de verwarmingsring 1 dient. Deze verdere koelinrichting 12 bestaat uit een, door een koelmiddel doorstroomde, gesloten, holle cilindrische koelmantel 13, die de pijp 2 op een geringe af-20 stand (van enige millimeters) omgeeft en de pijp 2 middellijk koelt. Zijn lengte komt ongeveer overeen met het zesvoud van de axiale lengte van de verwarmingsring 1-, respectievelijk de (met punten weergegeven) vervormzone 5. Het koelmiddel 13 bezit aan zijn voorste uiteinde, aan de kopzijde, een koelmid-25 delinlaat 14 en aan zijn naar de verwarmingsring 1 toegekeerde, achterste uiteinde aan de mantelzijde eert koelmiddeluitlaat 15. Voorts is de koelmantel 13 door scheidingswanden 16, die op gelijke afstanden van elkaar en loodrecht op de axiale richting 3 zijn aangebracht, in ringvormige kamers 17 onder-30 verdeeld, die door in op elkaar volgende scheidingswanden 16 over 180° versprongen, d_w.z. afwisselend aan de boven- en aan de onderzijde aangebrachte koelmiddeldoorlaten 18, met elkaar zijn verbonden.

Indien de verwarmingsring 1 - zoals in de teke-35 ning is aangegeven - koelbaar is, zoals bijvoorbeeld bij een uitvoering als een inductieverhitter, dan kan de koelmiddel-uitlaat 15 zonder meer met de verwarmingsring 1 en deze laatste met de daarachter geschakelde koelring 11 worden verbonden, \ 8402463 - 4 - zodat het koelmiddel in de voortbewegingsrichting 3 van de pij.p 2 na elkaar de koelman tel 13/ de verwarmingsring 1 en de koelring 11 doorstroomt. Vanzelfsprekend is het ook mogelijk/ de koelmiddeluitlaat 15 direct/ d.w.z. zonder tussenschakeling 5 van de verwarmingsring 1, met de koelring 11 te verbinden. Deze laatste zou eveneens voor- middellijke koeling kunnen zijn ingericht, hoewel dit voor het onberispelijk buigen van dun-wandige pijpen 2, respectievelijk voor het buigen met een kleine buigstraal, niet beslist noodzakelijk is.

10 De uitvinding is niet beperkt tot het in de te kening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kan worden gevarieerd.

* 8402469

Claims (5)

1. Inrichting voor het buigen van pijpen of dergelijke, met een verwarmingsring, door welke de pijp axiaal met behulp van een voor de verwarmingsring aangebrachte ge-leidings- en aandrijf inrichting continu voerbaar is en in een 5 vervormzone van begrensde lengte tot buigtemperatuur verwarm-baar is, met een buigarm, die met zijn ene, op een afstand van de pijp aangebrachte uiteinde om een, in het vlak van de verwarmingsring liggende, loodrecht op de pijp staande as ver-zwenkbaar is gelegerd en aan zijn andere uiteinde een kleminrich-10 ting voor het door de verwarmingsring gevoerde voorste uiteinde van de pijp bezit, met een onmiddellijk achter de verwar-mingsring geschakelde, de pijp omgevende koelring voor het afkoelen van het in de vervormzone gebogen pijpgedeelte en met een verdere, de pijp omgevende, onmiddellijk voor de verwar-15 mingsring geschakelde koelinrichting voor het koelen van de pijp, voorafgaande aan het invoeren van deze pijp in de verwarmingsring, met het kenmerk, dat de onmiddellijk voor de verwarmingsring (I) geschakelde koelinrichting (12) uit een door een koelmiddel doorstroomde, de pijp (2) middel-20 lijk koelende gesloten koelmantel (13) bestaat.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koelmantel (13) een axiale lengte bezit, die een veelvoud is van de axiale lengte van de verwarmingsring (1), respectievelijk de vervormzone (5).

3. Inrichting volgens conclusie 2, geken merkt door een axiale lengte van de koelmantel (13), die het vier- tot tienvoudige bedraagt van de axiale lengte van de verwarmingsring (1), respectievelijk de vervormzone (5).

4. Inrichting volgens éën der conclusies 1-3, 30 met het kenmerk, dat de koelmantel (13) is uitgevoerd als een holle cilinder met een koelmiddeltoevoer en -afvoer (14 respectievelijk 15) aan de uiteinden en met loodrecht op de axiale richting (3) staande op gelijke afstanden aangebrachte scheidingswanden (16), die op elkaar volgend over 35 180° versprongen aangebrachte koelmiddeldoorlaten (18) bezitten. i 8402469 w*· ^ - 6 -

5. Inrichting volgens êën der conclusies 1-3 in de uitvoering met een koelbare verwarmingsring, met het kenmerk, dat de koelmantel (13), de verwarmingsring (1) en de koelring (11) door toepassing van een serie-5 schakeling op elkaar volgend door hetzelfde koelmiddel worden , doorstroomd. \ 8402469