NL1003027C2 - Oven met hetelucht-geleiding. - Google Patents

Description

Oven met hetelucht-geleiding

De uitvinding betreft een oven voor het bereiden van voedselprodukten, omvattende een huis, een door het huis beweegbare 5 transportband waarop de voedselprodukten opneembaar zijn, welke transportband een schroeflijnvormig traject doorloopt, verhittingsmiddelen alsmede aanjaagmiddelen voor het opwekken van een hetelucht-stroming door het huis in verband met het verhitten van de op de band opgenomen voedselprodukten.

10 Een dergelijke oven is bekend. De voedselprodukten, zoals vlees, kip, aardappelgerechten, groenten en dergelijke worden daarin gegaard en gebruind door blootstelling aan de hete lucht. De oven is in het bijzonder geschikt voor grote produktiecapaciteiten, en ook voor produkten die relatief lange gaartijden nodig hebben.

15 Voor het verkrijgen van een gelijkmatige produktie is het van groot belang dat alle produkten een gelijke behandeling krijgen. De hete lucht wordt echter niet op alle plaatsen in gelijk mate toegevoerd. Bovendien liggen de produkten aan de binnenzijde van de band dichter bij elkaar dan aan de buitenzijde van de band, hetgeen de 20 toegankelijkheid voor de hete lucht vermindert.

Doel van de uitvinding is daarom de hiervoor beschreven oven verder te verbeteren. Dat doel wordt bereikt doordat zich in het huis geleidingsmiddelen bevinden voor het zodanig over de band geleiden van de hetelucht-stroming dat de produkten in dwarsrichting van de band 25 gelijkmatig verhit worden.

Aangezien de produkten alle even lang in de oven verblijven, is een gelijkmatig resultaat verzekerd indien de condities in de oven constant blijven en naast elkaar liggende produkten een gelijke behandeling krijgen. Gevolg daarvan is dat de produkten bij het 30 verlaten van de oven alle ongeveer dezelfde kerntemperatuur bezitten, hetgeen gunstig is voor de produktkwaliteit en minder energie kost.

Aangezien altijd een bepaalde, minimale kerntemperatuur voor de gewenste garing nodig is, betekent dit dat niet langer zoveel energie moet worden toegevoerd voor het bereiken van die minimale 35 kerntemperatuur dat sommige produkten heter dan nodig zijn geworden.

De geleidingsmiddelen bevinden zich boven de band op een zodanige afstand dat de produkten op de band onder de geleidingsmiddelen door kunnen bewegen. Bij een uitvoering van de transportband waarin zich 100302' 2 meerdere wikkelingen boven elkaar bevinden, betekent dit dat de geleidingsmiddelen zich direct onder de bovenliggende wikkeling bevinden, onder vrijlating van een ruimte waartussen door de hete lucht kan worden toegevoerd.

5 Bij voorkeur omvatten de geleidingsmiddelen tenminste een plaat die evenwijdig op afstand boven de band loopt. Meestal omvat de band meerdere wikkelingen boven elkaar, waarbij dan een zich tussen twee wikkelingen bevindende plaat zich op afstand ligt van de bovenliggende wikkeling onder vrijlating van ruimte voor de doorvoer van hete lucht. 10 Bij de bekende oven bevinden zich de toevoermiddelen voor het vanaf de aanjager toevoeren van de hete lucht aan de buitenzijde van het schroeflijnvormige traject. Volgens de uitvinding is nu voorzien dat elke plaat smaller is dan de band en zich in dwarsrichting van de band uitstrekt vanaf die buitenzijde. Daardoor wordt vermeden dat de 15 lucht die over de aan de buitenzijde van de band liggende produkten stromend de aan de binnenzijde van de band liggende produkten bereikt, al te ver afgekoeld zou zijn voor een goede verwarming van die laatste produkten. De lucht stroomt nu namelijk over de plaat naar die aan de binnenzijde van de band liggende produkten, waardoor ook deze direct 20 met hete, nog niet afgekoelde lucht bediend kunnen worden.

Om te verhinderen dat toch nog afkoeling van de lucht zou optreden doordat hete lucht onder de plaat door zou stromen, draagt elke plaat aan de buitenzijde een naar beneden naar de band wijzend schort. In dat verband kan elke plaat aan zijn voorste en/of achterste 25 eind een naar boven wijzend schot dragen.

Ter verdere verbetering van de hetelucht-geleiding kunnen de toevoermiddelen een evenwijdig aan de as van de schroeflijn lopende koker vormen die open is aan de naar het schroeflijnvormige traject zijde, en kunnen de platen zich uitstrekken langs die open zijde.

30 Bij de bekende oven is de binnenste rand van de band opgenomen op de buitenzijde van een trommel met verticale as. Volgens de uitvinding kan de buitenste rand van de band tenminste gedeeltelijk zijn omgeven door een overeenkomstig gekromde mantelplaat buiten het omtreksgebied van de band waar zich de platen bevinden.

35 Vervolgens zal een uitvoeringsvoorbeeld van de oven volgens de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de figuren.

Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede volgens I - I van figuur 2, volgens de uitvinding.

1003027 3

Figuur 2 toont een bovenaanzicht, in doorsnede, van de oven.

Figuur 3 toont een detail van de band met geleidingsplaat volgens de uitvinding.

De in de figuren weergegeven oven omvat een basisgestel 1 waar 5 overheen een kap 2 is geplaatst. Deze kap 2 kan door middel van bekende, niet weergegeven hefmiddelen worden opgetild ten opzichte van het basisgestel 1. Door middel van waterslot 3 zijn basisgestel 1 en kap 2 ten opzichte van elkaar afgedicht.

In het inwendige van de oven zijn twee trommels 4, 5 opgenomen. 10 Door middel van schroeflijnvormig langs het uitwendige van de trommels aangebrachte dragers 6 is de in zijn geheel met 8 aangeduide transportband schroeflijnvormig langs het uitwendige van elke trommel 4, 5 geleid. De trommels zijn aandrijfbaar door middel van gesynchroniseerde aandrijfmotoren, verbonden aan de assen 7 die zijn 15 ondersteund in het basisgestel 1.

In de kap zijn aanjagers 9 opgenomen, die aandrijfbaar zijn door middel van buiten de kap opgenomen motoren 10. Deze aanjagers zuigen de lucht aan volgens de in figuur 1 weergegeven pijlen, en stuwen deze langs de verhittingsinrichting 11. Daarbij wordt de lucht verwarmd, en 20 via de verhittingsinrichting 11 komt de lucht terecht op de produkten die zich bevinden op de transportband 8, eveneens als weergegeven in figuur 1.

Het kanaal waar doorheen de lucht vanaf de aanjagers 9 naar de bijbehorende verhittingsinrichting 11 stroomt, is aangeduid met 12. 25 Dit kanaal wordt aan de bovenzijde begrensd door de kap 2, aan de onderzijde door plaat 13, terwijl in figuur 2 de zijdelingse begrenzing lk van de betreffende kanalen te zien is. De uitmonding naar beneden toe van de kanalen is aangegeven met 15· vanuit de mond 15 komt de lucht in een verticale koker die begrensd wordt door de 30 wanden van de kap 2 en de wikkelingen.

Langs de buitenzijde van elk schroeflijnvormig gewikkelde gedeelte van de band 8 zijn mantelplaten 16, 17 aangebracht. Nabij de mond van kanaal 12, zijn de boven elkaar liggende wikkelingen van de schroeflijnvormige gedeelten van de band 8 bedekt door een in zijn 35 geheel met 18 aangeduid geleidingsorgaan, zoals ook weergegeven is in figuur 3.

Elk geleidingsorgaan 18 bestaat uit een gekromde, ongeveer evenwijdig aan het bandoppervlak lopende plaat 19, alsmede een schort 1003027 4 20. De uit de mond 15 afkomstige hete lucht stroomt over de plaat 19 heen, en komt vervolgens in aanraking met de aan de binnenzijde van de wikkeling van de band 8 gelegen produkten 21. Deze produkten 21 worden nu bediend met hete lucht, die nog niet is afgekoeld door de meer aan 5 de buitenzijde liggende produkten 22. Daardoor is een gelijkmatige verhitting van alle produkten op de band verzekerd: vermeden wordt nu namelijk dat de aan de binnenzijde liggende produkten 21 bediend worden met lucht die reeds is afgekoeld door de aan de buitenzijde liggende produkten 22. Over het verdere traject van elke wikkeling, 10 dat wil zeggen voorbij de platen 18, worden de produkten 21, 22 op gelijkmatige wijze verhit, zodanig dat over het traject vanaf de toevoer 23, naar de afvoer 24 van de transport band 8 geen temperatuurverschillen optreden tussen naast elkaar op de band liggende produkten.

15 De geleidingsorganen kunnen nog zijn voorzien van zich aan de kopkanten bevindende opstaande schotten 25. die een verdere gunstige geleiding van de hete lucht mogelijk maken.

1003027

Claims (7)

1. Oven voor het bereiden van voedselprodukten, omvattende een huis (1, 2), een door het huis beweegbare transportband (8) waarop de 5 voedselprodukten (21, 22) opneembaar zijn, welke transportband (8) een schroeflijnvormig traject doorloopt, verhittingsmiddelen (11) alsmede aanjaagmiddelen (10) voor het opwekken van een hetelucht-stroming door het huis in verband met het verhitten van de op de band (8) opgenomen voedselprodukten (21, 22), met het kenmerk dat zich in het huis 10 geleidingsmiddelen (16, 17. 18) bevinden voor het zodanig over de band (8) geleiden van de hetelucht-stroming dat de produkten (21, 22) in dwarsrichting van de band (8) gelijkmatig verhit worden.

2. Oven volgens conclusie 1, waarbij de geleidingsmiddelen (18) 15 zich boven de band (8) bevinden op een zodanige afstand dat de produkten (21, 22) op de band onder de geleidingsmiddelen (18) door kunnen bewegen.

3. Oven volgens conclusie 2, waarbij de geleidingsmiddelen (18) 20 tenminste een plaat (19) omvatten die ongeveer evenwijdig op afstand boven de band (8) loopt.

4. Oven volgens conclusie 3. omvattende een band met meerdere wikkelingen boven elkaar, waarbij een zich tussen twee wikkelingen 25 bevindende plaat (19) op afstand ligt van de bovenliggende wikkeling onder vrijlating van ruimte voor de doorvoer van hete lucht.

5. Oven volgens conclusie 3 of 4, waarbij zich in het huis toevoermiddelen bevinden voor het vanaf de aanjager (10) toevoeren van 30 de hete lucht naar de buitenzijde van het schroeflijnvormige traject, en elke plaat (19) smaller is dan de band (18) en zich in dwarsrichting van de band uitstrekt vanaf die buitenzijde. 1 1003027 Oven volgens conclusie 5. waarbij elke plaat (19) aan de 35 buitenzijde een naar beneden naar de band (8) wijzend schort (20) draagt. »

7· Oven volgens conclusie 3. 5 of 6, waarbij elke plaat (19) aan zijn voorste en/of achterste eind een naar boven wijzend schot (25) draagt.

8. Oven volgens conclusie 4, 5. 6 of 7. waarbij de toevoermiddelen een evenwijdig aan de as van de schroeflijn lopende koker vormen die open is aan de naar het schroeflijnvormige traject gekeerde zijde, en de platen zich uitstrekken langs die open zijde. 10 9· Oven volgens conclusie 8, waarbij de binnenste rand van de band (8) is opgenomen op de buitenzijde van een trommel (4, 5) met verticale as, en de buitenste rand van de band (8) tenminste gedeeltelijk is omgeven door een overeenkomstig gekromde mantelplaat (l6, 17) buiten het omtreksgebied van de band (8) waar zich de platen 15 (19) bevinden. 1 003 O'!?