NL1005803C2 - Stoomoven. - Google Patents

Description

Stoomoven

De uitvinding betreft een ovent omvattende een huis voorzien van middelen voor het in het inwendige van dat huis toevoeren van stoom in 5 verband met het instellen van een kooktoestand, zoals de temperatuur en/of relatieve vochtigheid, alsmede een door het huis lopende transportband waarop te verhitten voedselproducten opneembaar zijn, welke transportband tenminste een traject met één of meerdere wikkelingen boven elkaar doorloopt.

10 Een dergelijke stoomoven is bekend. Het kookproces in een dergelijke oven komt voornamelijk tot stand doordat de in het huis toegevoerde stoom op de producten condenseert. Daardoor treedt warmteoverdracht op, zodanig dat de producten worden gegaard. Ter verkrijging van een gewenste garing worden de temperatuur en/of de 15 vochtigheid gemeten, en vervolgens geregeld en gehandhaafd door middel van de stoominjectie.

De band is gewoonlijk gewikkeld rondom de buitenzijde van een draaibare trommel met verticale as. De stoom wordt toegevoerd op een centraal punt, bij voorbeeld in het stromingskanaal dat is geplaatst 20 achter een ventilator voor het rondleiden van de stoomatmosfeer. Dit houdt in dat de stoom aan de buitenkant van de wikkelingen toetreedt, en over het oppervlak van de wikkelingen en de daarop liggende, buitenste producten naar de binnenkant van de wikkelingen stroomt, aangrenzend aan de draaibare trommel.

25 De stoomatmosfeer geeft in zijn baan over de wikkelingen warmte af, met als gevolg dat de producten aan de binnenkant bediend worden met een minder warm mengsel van stoom en lucht dan de producten aan de buitenkant. Het nadeel van een dergelijke ongelijkmatige verwarming is dat de buitenste producten te veel worden doorgegaard. Oorzaak daarvan 30 is dat de kemtemperatuur van de zich in de minst warme zone bevindende producten een bepaald minimum bereikt moeten hebben. Heestal heeft dit gewichtsverlies of kwaliteitsvermindering van de teveel doorgegaarde producten tot gevolg, hetgeen economisch gezien een belangrijke verliespost oplevert.

35 Het doel van de uitvinding is een stoomoven te verschaffen die deze nadelen niet heeft. Dat doel wordt bereikt doordat de middelen voor het toevoeren van stoom tenminste een uitlaat bezitten voor het 1005803 2 ter hoogte van het radiaal binnenste deel van een wikkeling afgeven van stoom.

Aan de buitenste producten op een wikkeling wordt de stoom op de gebruikelijk manier toegevoerd; de meer naar binnen liggende producten 5 krijgen echter direct stoom toegevoerd met de juiste temperatuur. Als resultaat worden alle producten op de band zeer gelijkmatig gekookt, waardoor geen oververhitting van bepaalde producten meer behoeft op te treden.

Bij voorkeur bevindt tenminste een stoomuitlaat zich bij de, in 10 breedterichting van de band gezien, binnenste helft van een wikkeling.

De producten moeten op normale wijze, liggend op de band, getransporteerd kunnen worden, dat wil zeggen dat de aanvullende stoomtoevoer geen obstakels mag opleveren. Dat is verzekerd bij een uitvoering waarbij tenminste een stoomuitlaat alsmede de bijbehorende 15 stoomtoevoerleiding zich bevindt onder een wikkeling, op afstand boven de direct daaronder liggende wikkeling. Bij voorkeur bevindt zich ter plaatse elke wikkeling een stoomuitlaat met bijbehorende stoomtoevoerleiding. Aldus kan over het gehele gewikkelde traject een gelijkmatige behandeling worden gewaarborgd.

20 Elke stoomtoevoerleiding kan in wezen horizontaal tot buiten de omtrek van de wikkelingen lopen, en zijn aangesloten op een verticale hoofdleiding.

Zoals reeds bekend is, kan de oven vanzelfsprekend tenminste een ventilator omvatten voor het opwekken van een stroming over het 25 traject met wikkelingen, welke ventilator is aangesloten op een zich over de bovenste wikkeling uitstrekkend toevoerkanaal, in welk toevoerkanaal zich tenminste een stoomuitlaat bevindt.

Het toevoerkanaal kan zich uitstrekken over een helft van het traject, waarbij de wikkelingen van die helft zijn afgeschermd met een 30 de contour van de wikkelingen volgende schermplaat, zodanig dat de stroming vanaf de buitenzijde over de wikkelingen wordt geleid vanaf de uitlaat van het toevoerkanaal naar de ventilator, en elke stoomuitlaat zich bevindt in het gebied van elke wikkeling nabij de uitlaat van het toevoerkanaal. De uit het toevoerkanaal tredende 35 stroming neemt aldus direct de via de aanvullende stoomuitlaat afgegeven stoom mee naar het binnenste gedeelte van de betreffende wikkeling van de transportband, waardoor een gelijkmatige verwarming wordt verkregen.

1005803 3

Bij voorkeur zijn twee toevoerkanalen voorzien, elk aangesloten op een eigen ventilator, welke toevoerkanalen in wezen symmetrisch zich elk over een helft van het traject uitstrekken, en beide helften zijn afgeschermd met een schermplaat, zodanig dat elke stoomuitlaat 5 zich bevindt boven het tussen beide uitlaten van beide toevoerkanalen liggende gebied van elke wikkeling.

De aanvullende stoomtoevoer volgens de uitvinding kan toegepast worden bij allerlei typen stoomovens. Volgens een eerste mogelijkheid kan het daarbij gaan om een oven voorzien van een huis met tenminste 10 twee zones die elk zijn voorzien van middelen voor het toevoeren van stoom in verband met het instellen van een kooktoestand in de betreffende zone, zoals de temperatuur en/of relatieve vochtigheid, alsmede een door elk der zones lopende transportband waarop te verhitten voedselproducten opneembaar zijn, welke transportband 15 tenminste een traject met meerdere wikkelingen boven elkaar doorloopt.

Elke zone kan, op bekende wijze, tenminste een ventilatie-inrichting hebben voor het doen circuleren van stoom door die zone en evenwijdig aan het grensgebied tussen twee zones. Tussen twee aangrenzende zones kan zich een scheiding bevinden, welke scheiding 20 een doorgang voor de transportband heeft.

Deze twee zones kunnen zich boven elkaar bevinden; als alternatief kunnen de twee zones zich echter ook naast elkaar bevinden.

Vanzelfsprekend kan de uitvinding ook worden toegepast in een 25 oven met slechts een enkele zone.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede en opengewerkt, van de oven volgens de uitvinding.

30 Figuur 2 toont een doorsnede volgens II-II van figuur 1.

De in de figuren 1 en 2 weergegeven oven omvat een huis, dat in dit voorbeeld uit twee zones 2, 3 bestaat, gescheiden door wand 4. Door het huis loopt de in zijn geheel met 5 aangeduide band, die in zowel de ene zone 2 als de andere zone 3 een schroeflijnvormig traject 35 6 respectievelijk 7 doorloopt.

De band treedt het huis binnen via opening 8, die toegang geeft tot zone 2. Vervolgens loopt de band in het schroeflijnvormige traject 6 omhoog rond de buitenzijde van trommel 9. waarna hij via het 1005803 4 bandgedeelte 10, dat door een opening in de wand 4 steekt, overgaat in het schroeflijnvormige traject 7. dat rond trommel 11 omlaag verloopt. Tenslotte verlaat de band bij opening 12 het huis.

In beide zones 2, 3 is een tweetal ventilatoren 13, 14 5 aangebracht, die, zoals duidelijk weergegeven in figuur 2, de lucht aanzuigen uit de betreffende zone, en via toevoerkanaal 13, 16 toevoeren naar uitlaat 17 respectievelijk 18.

In de toevoerkanalen 13, 16 is op bekende wijze een mondstuk 19 aangebracht, dat een uitlaat vormt voor de via de leiding 20 10 toegevoerde stoom. Door het regelen van de stoomtoevoer, afhankelijk van (niet getoonde), op zich bekende sensoren voor het meten van temperatuur en/of vochtigheid, kan een bepaalde gewenste stoomatmosfeer in de betreffende zone 2, 3 worden gehandhaafd. Deze stoomatmosferen kunnen per zone verschillen, zodanig dat een bepaald 15 gewenst verloop van het garingsproces bij het doorlopen van het huis 1 wordt verkregen.

Zoals te zien is in het bovenaanzicht van figuur 1, treedt de stroming uit de uitlaten 17, 18, en verloopt daarbij als eerste over de buitenomtrek van de wikkelingen die de schroeflijnvormige trajecten 20 6, 7 vormen. Gevolg daarvan zou zijn dat de aan de buitenzijde van die wikkelingen liggende producten warmer worden dan de zich nabij de trommels 9* H bevindende producten.

Teneinde de producten, in breedterichting van de band 5 toch gelijkmatig te verwarmen, zijn volgens de uitvinding boven elke 25 wikkeling 21 (zie figuur 2) telkens twee mondstukken 22 voorzien, die een uitlaat vormen voor de stoom. Deze mondstukken 22 bevinden zich aan het eind van de horizontale stoomtoevoerbuizen 23, die in verbinding zijn met de verticale stoomtoevoerbuis 24. Samen met stoomtoevoerbuis 20 is deze verticale stoomtoevoerbuis 24 aangesloten 30 op een centrale stoomleiding 25·

De zich aan de binnenzijde van elke wikkeling bevindende producten, dicht tegen de trommels 9. 11 aan, worden dus aanvullend apart bediend met zich op de juiste temperatuur bevindende stoom via de mondstukken 22, waardoor ook die producten op de gewenste wijze, en 35 op dezelfde manier gegaard worden als de meer aan de buitenkant op de wikkelingen liggende producten.

1005803

Claims (15)

1. Oven, omvattende een huis (1) voorzien van middelen voor het in het inwendige van dat huis toevoeren van stoom in verband met het 5 instellen van een kooktoestand, zoals de temperatuur en/of relatieve vochtigheid, alsmede een door het huis (1) lopende transportband (5) waarop te verhitten voedselproducten opneembaar zijn, welke transportband (5) tenminste een traject (6, 7) met één of meerdere wikkelingen (21) boven elkaar doorloopt, met het kenmerk dat de 10 middelen voor het toevoeren van stoom tenminste een stoomuitlaat (22) bezitten voor het ter hoogte van het radiaal binnenste deel van een wikkeling (21) afgeven van stoom.

2. Oven volgens conclusie 1, waarbij tenminste een stoomuitlaat 15 zich bevindt bij de, in breedterichting van de band gezien, binnenste helft van een wikkeling.

3· Oven volgens conclusie 1 of 2, waarbij tenminste een stoomuitlaat (22) alsmede de bijbehorende stoomtoevoerleiding (23) 20 zich bevindt onder een wikkeling (21), op afstand boven de direct daaronder liggende wikkeling (21).

4. Oven volgens conclusie 3» waarbij zich boven of onder elke wikkeling (21) een stoomuitlaat (22) met bijbehorende 25 stoomtoevoerleiding (23) bevindt.

5. Oven volgens conclusie 3 of 4, waarbij de stoomtoevoerleiding deel uitmaakt van de draagconstructie voor de wikkelingen van de transportband. 30

6. Oven volgens conclusie 3. 4 of 5, waarbij elke stoomtoevoerleiding (23) in wezen horizontaal tot buiten de omtrek van de wikkelingen (21) loopt, en is aangesloten op een verticale hoofdleiding (24). 35

7. Oven volgens een der voorgaande conclusies, omvattende tenminste een ventilator (13· 1*0 voor het opwekken van een stroming over het traject (6, 7) met wikkelingen (21), welke ventilator (13, 1005803 14. is aangesloten op een zich over de bovenste wikkeling uitstrekkend toevoerkanaal (15. 16), in welk toevoerkanaal zich tenminste een stoomuitlaat (19) bevindt.

8. Oven volgens conclusie 7. waarbij het toevoerkanaal (15. 16) zich uitstrekt over een helft van het traject (6, 7). en de wikkelingen (21) van die helft zijn af geschermd met een de contour van de wikkelingen volgende schermplaat (26, 27). zodanig dat de stroming vanaf de buitenzijde over de wikkelingen (21) wordt geleid vanaf de 10 uitlaat (17. 18) van het toevoerkanaal (15. 16) naar de ventilator (6, 7), en elke stoomuitlaat (22) zich bevindt boven of onder het gebied van een wikkeling (21) nabij de uitlaat (17, 18) van het toevoerkanaal (15, 16). 15

9· Oven volgens conclusie 8, waarbij twee toevoerkanalen (15. 16) zijn voorzien, elk aangesloten op een eigen ventilator (13, 14), welke toevoerkanalen (15, 16) in wezen symmetrisch zich elk over een helft van het traject (6, 7) uitstrekken, en beide helften zijn afgeschermd met een schermplaat (26, 27), zodanig dat elke stoomuitlaat (22) zich 20 bevindt boven het tussen beide uitlaten (17, 18) van beide toevoerkanalen (15, 16) liggende gebied van een wikkeling (21).

10. Oven volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een huis (1) met tenminste twee zones (2, 3) die elk zijn voorzien van 25 middelen voor het toevoeren van stoom in verband met het instellen van een kooktoestand in de betreffende zone (2, 3). zoals de temperatuur en/of relatieve vochtigheid, alsmede een door elk der zones (2, 3) lopende transportband (5) waarop te verhitten voedselproducten opneembaar zijn, welke transportband (5) tenminste een traject met een 30 of meerdere wikkelingen boven elkaar doorloopt.

11. Oven volgens conclusie 10, waarbij elke zone (2, 3) tenminste een ventilator (13, 1*0 heeft voor het doen circuleren van stoom door die zone (2, 3)· 35

12. Oven volgens conclusie 11, waarbij zich tussen twee aangrenzende zones (2, 3) een scheiding (4) bevindt, welke scheiding (4) een doorgang voor de transportband (5) heeft. 1005803

13. Oven volgens conclusie 12, waarbij de twee zones zich boven elkaar bevinden.

14. Oven volgens conclusie 12, waarbij de twee zones (2, 3) zich 5 naast elkaar bevinden.

15· Oven volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het traject (6, 7) met meerdere wikkelingen (21) van de transportband (5) schroeflijnvormig is. 10 l6. Oven volgens conclusie 15. waarbij elk traject (6, 7) is opgenomen rond een draaibare trommel (9, 11). 1005803