NL1004285C2 - Oven met boven elkaar liggende zones. - Google Patents

Description

Oven met boven elkaar liggende zones

De uitvinding betreft een oven, omvattende een huis met tenminste twee zones die elk zijn voorzien van middelen voor het instellen van 5 een kooktoestand in de betreffende zone, zoals de temperatuur, relatieve vochtigheid en/of luchtsnelheid, alsmede een door elk der zones lopende transportband waarop te verhitten voedselproducten opneembaar zijn, welke transportband tenminste een traject met meerdere wikkelingen heeft.

10 Een dergelijke oven is bekend uit NL-A-9200351· Deze bekende oven bezit een huis waarin zich een transportband bevindt die twee schroeflijnvormige trajecten bezit die zijn opgenomen in twee naast elkaar liggende zones waarin verschillende kooktoestanden ingesteld kunnen worden.

15 Een dergelijke oven is zeer flexibel in gebruik; zo kan bijvoorbeeld, in een en dezelfde productiegang door de oven, in de eerste zone een voorbakproces worden uitgevoerd, waarna in de tweede zone het nagaren kan plaatsvinden. Natuurlijk zijn ook diverse andere combinaties van kooktoestanden mogelijk, terwijl ook identieke 20 kooktoestanden kunnen worden ingesteld.

Omdat het huis twee naast elkaar liggende zones heeft, elk groot genoeg voor een schroeflijnvormig traject van de transportband, heeft deze bekende oven een vrij groot opstelvlak nodig. In bepaalde gevallen kan dat een nadeel zijn. Doel van de uitvinding is daarom een 25 oven van het soort met meerdere kookzones te verschaffen, die niettemin weinig opstelruimte nodig heeft. Dat doel wordt bereikt doordat twee zones zich boven elkaar bevinden.

In beginsel kan de oven volgens de uitvinding half zo groot zijn in vergelijking met de bekende oven. Zelfs is het mogelijk om meer dan 30 twee, bijvoorbeeld drie of vier, zones boven elkaar in de oven op te nemen. Vanzelfsprekend is de oven volgens de uitvinding hoger dan de bekende oven, maar dat hoeft lang niet altijd problemen op te leveren.

Voor het realiseren van de verschillende kooktoestemden heeft elke zone tenminste een ventilatie-inrichting alsmede een 35 verhittingsinrichting voor het doen circuleren van hete lucht door die zone en evenwijdig aan het grensgebied tussen twee zones. Bij voorkeur bevindt zich tussen twee aangrenzende zones een scheiding, welke scheiding een doorgang voor de transportband heeft. Met behulp van een 1004285 2 dergelijke scheiding kan het verschil in kooktoestand uitstekend worden gehandhaafd.

De scheiding kan zijn uitgevoerd als een tussenbodem die een volgens een wikkeling verlopende, uitgesneden kruivormige 5 scheidingsstrook heeft die zich bevindt tussen twee opeenvolgende wikkelingen. De krulvormige scheidingsstrook bevindt zich dicht onder een der wikkelingen, zodanig dat de producten die op de zich onder die scheidingsstrook bevindende wikkeling liggen, ongehinderd kunnen worden getransporteerd.

10 De wikkelingen van de transportband kunnen op bekende wijze zijn ondersteund op een trommel; de scheidingsstrook strekt zich dein uit tot aan de trommel onder vrijlating van een spleet. De geringe spleet vormt nauwelijks een verbinding tussen beide zones, zodat slechts minimale uitwisseling zal optreden en de verschillende kooktoestanden 15 uitstekend kunnen worden gehandhaafd.

In dit verband wordt gewezen op de uit US-A-507Ö120 bekende oven, die een tussenvloer heeft waarin zich een ringvormige, brede opening bevindt met een schroeflijnvormig gewikkelde transportband. Deze transportband heeft direct op elkaar rustende wikkelingen met 20 opstaande langswanden die een volledige afsluiting van de wikkelingen waarborgen. De in de ruimte boven de tussenvloer ingeblazen verhitte lucht stroomt via de openingen in de doorlatende roosterband en via de ringvormige opening naar de; ruimte onder de tussenvloer. Daarmee nemen de druk en de temperatuur van de verhitte lucht geleidelijk af, maar 25 van twee apart geregelde zones elk met een eigen, instelbare kooktoestand is geen sprake.

Bij de oven volgens de uitvinding kan verder de scheidingsstrook over tenminste een gedeelte van zijn omtrek zijn aangesloten op een zich verticaal uitstrekkende mantel die het traject met wikkelingen 30 van de transportband tenminste gedeeltelijk nauwsluitend omgeeft.

De scheidingsstrook kan zijn voorzien van opvangmiddelen voor vloeistoffen die uit de hoger gelegen wikkelingen omlaagdruipen, alsmede van afvoermiddelen voor de opgevangen vloeistoffen.

Een aanvullend voordeel van de oven volgens de uitvinding is dat 35 de scheiding op verschillende niveaus kan worden aangebracht. De ene zone kan daardoor meer wikkelingen bevatten dan de ander, hetgeen als resultaat heeft dat de kookduur van de ene zone anders is dein de kookduur van de andere zone.

1004285 3

Bij voorkeur heeft elke zone twee tegenover elkaar liggende manteldelen waartussen het traject met wikkelingen van de transportband nauwsluitend is opgenomen. Tussen elk manteldeel en de naburige inwendige wand van het huis kunnen zich twee of meer boven 5 elkaar liggende stromingskanalen bevinden, welke stromingskanalen elk in verbinding zijn met een bijbehorende zone, in welke stromingskanalen telkens verhittingsmiddelen alsmede een ventilator voor het opwekken van een heteluchtstroming zijn opgenomen.

In elke zone zijn aldus twee ventilatoren met een 10 verhittingsinrichting werkzaam, die elk ongeveer de helft van elke wikkeling bestrijken.

Ter completering van de scheiding tussen de boven elkaar liggende zones kunnen ook de boven elkaar liggende stromingskanalen tussen elke mantel en de naburige inwendige wand zijn gescheiden door de 15 tussenbodem.

Zoals reeds genoemd kan, indien voldoende opstelvlak aanwezig is, een oven met naast elkaar liggende zones worden toegepast. In dit verband verschaft de uitvinding tevens een verbetering van deze bekende oven, waarvan de transportband twee onderling verbonden 20 trajecten met wikkelingen heeft, waarvan de één een opwaartse transportbeweging levert en de ander een neerwaartse, tussen welke trajecten een scheiding is voorzien, en waarvan het tweede traject een tenminste eerste verdere zone voorzien van middelen voor het instellen van een kooktoestand doorloopt. Het eerste traject daarvan kan zijn 25 uitgevoerd met boven elkaar liggende zones, zoals hiervoor beschreven, terwijl het tweede traject tenminste een eerste verdere zone voorzien van middelen voor het instellen van een kooktoestand kan bezitten. Ook het tweede traject kan een tweede verdere zone bezitten die zich bevindt onder de eerste verdere zone. Een aldus uitgevoerde oven kan 30 minimaal drie verschillende zones bezitten, met elk een eigen, instelbare kooktoestand.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont de oven in zijaanzicht en gedeeltelijk in 35 doorsnede.

Figuur 2 toont de oven in de doorsnede volgens II-II van figuur 1.

1004285 4

Figuur 3 toont een gedeelte van het inwendige van de trommel, in perspectief.

De in de figuren weergegeven oven omvat een geïsoleerd huis 1, dat een kap 2 heeft die rust op een basis 3 welke door middel van 5 poten 4 is ondersteund op een ondergrond. Door middel van bekende hef inrichtingen 5 kan de kap 2 van de basis 3 af getild worden, zodat toegang verkregen wordt tot het inwendige van de oven.

Op de basis 3 is draaibaar een trommel 6 opgenomen die door middel van de met 7 aangeduide aandrijfinrichting linksom, gezien in 10 het bovenaanzicht van figuur 2, aandrijfbaar is.

Via afzuiginrichting 8 en opening 9 is de met 10 aangeduide transportband in het huis geleid. De transportband doorloopt vervolgens een schroeflijnvormig tracé met meerdere wikkelingen 11, ondersteund door een op zich bekende bandondersteuning. Deze 15 ondersteuning omvat dwarsstaven 12 die door middel van poten 32 zijn ondersteund op de basis 3· De dwarsstaven, die op enige afstand van de trommel 6 eindigen, zijn regelmatig verdeeld rond de trommel aangebracht volgens een schroeflijnvormige baan. Zij zijn onderling verbonden door kunststof strippen 31 · waar overheen de transportband 20 10 glijdt. De transportband 10 klemt zich rond de trommel 6, zodra deze wordt aangedreven. De transportband verlaat het huis 1 via opening 13 en afzuiginrichting 14. Op bekende wijze wordt de transportband teruggeleid via de kast 15 naar de ingangsopening 9·

Aan weerszijden van het schroeflijnvormige traject met 25 wikkelingen 11 is een verticaal schot 16 geplaatst, waarin de aanzuigopening van de ventilatoren 17 uitmondt. Zoals weergegeven in figuur 2 wordt de aldus door de ventilatoren 17 aangezogen lucht vervolgens langs de verhittingsinrichtingen 18 gestuurd, waarna de verhitte lucht via kanaal 19, dat begrensd wordt door de inwendige 30 wand van het huis en het schotdeel 20, terechtkomt tussen de wikkelingen 11 van de band. Zoals te zien is in figuur 2, stroomt de lucht daarbij over ongeveer de helft van elke wikkeling, en wordt vervolgens weer aangezogen door de betreffende ventilator.

Teneinde de lucht te dwingen tussen de wikkelingen 11 door te 35 stromen, zijn manteldelen 21 aangebracht, die enerzijds aansluiten op het schotdeel 20, en die anderzijds eindigen bij de vrije rand 22. Langs de vrije rand 22 stroomt de lucht vervolgens weer terug naar de ventilatoren 17.

1004285 5

Zoals in figuur 2 te zien is, worden twee aparte luchtstromingen verkregen, elk ongeveer de helft van een wikkeling beslaan.

Zoals te zien is in figuur 1, is de inwendige ruimte van het huis 1 door een tussenvloer 23 gedeeld in twee kookzones, te weten een 5 bovenste kookzone 24 als wel een onderste kookzone 25· Elk van deze kookzones bezit een tweetal tegenover elkaar liggende ventilatoren 17 en bijbehorende verhittingsinrichtingen l8. De tussenvloer 23 strekt zich derhalve ook uit tussen telkens een schot 16 en de daar tegenover liggende inwendige wand van de kap 2.

10 Zoals te zien is in het bovenaanzicht van figuur 2, loopt de tussenvloer vrijwel door tot aan het uitwendig oppervlak van de trommel, waardoor nauwelijks uitwisseling zal optreden tussen de kookzones 24 en 25.

Teneinde de wikkelingen van de transportband 10 door de 15 tussenvloer te kunnen leiden, is daarin een kruivormige ring 26 uitgesneden. Deze kruivormige ring 26 (zie figuur 3) begint op het niveau van de tussenvloer 23 bij de met 27 aangeduide rand 28 die is ontstaan door het uitsnijden van de krul 26. De krul loopt vervolgens over 360° om de trommel heen, en eindigt bij de bovenste rand 28. 20 Tussen de bovenste rand 28 en de onderste rand 27 is een opening 29 bepaald, waar doorheen de transportband 10 en de daarop liggende producten kunnen bewegen.

De uitwendige rand van de krul 26 is door middel van een strip 30 afgesloten ten opzichte van de rest van de tussenvloer 23.

25 Overigens is de opening waar doorheen de band 10 met de producten kan treden, relatief klein, zodat ook daar vrijwel geen uitwisseling tussen de twee kookzones 24, 25 zal optreden.

In gebruik worden de te bakken producten op het transportbandgedeelte nabij de opening 8 gelegd, waarna zij door de 30 eerste kookzone 25 worden geleid. In deze kookzone kan een bepaalde kooktoestand heersen, zoals temperatuur, vochtigheid, luchtsnelheid en dergelijke. Vervolgens treedt de band met producten door de opening 29 in de tussenvloer 23, waarna zij in de tweede kookzone 24 terechtkomen. In die zone kan een andere kooktoestand heersen, 35 bijvoorbeeld geschikt voor nagaren. De band beweegt over het gehele traject met een constante snelheid, zodanig dat door het plaatsen van de tussenvloer 23 op verschillende niveaus, ook verschillende verblijfstijden in de kookzones 24 en 25 kunnen worden verkregen.

1004285

Claims (13)

1. Oven, omvattende een huis (1) met tenminste twee zones (24, 5 25) die elk zijn voorzien van middelen (17, 18) voor het instellen van een kooktoestand in de betreffende zone, zoals de temperatuur en relatieve vochtigheid, alsmede een door elk der zones lopende transportband (10) waarop te verhitten voedselproducten opneembaar zijn, welke transportband tenminste een traject met meerdere 10 wikkelingen (11) heeft, met het kenmerk dat twee zones (24, 25) zich boven elkaar bevinden.

2. Oven volgens conclusie 1, waarbij elke zone (24, 25) tenminste een ventilatie-inrichting (17) heeft alsmede een verhittingsinrichting 15 (l8) voor het doen circuleren van hete lucht door die zone en evenwijdig aan het grensgebied tussen twee zones.

3· Oven volgens conclusie 2, waarbij zich tussen twee aangrenzende zones (24, 25) een scheiding (23, 26, 30) bevindt, welke 20 scheiding een doorgang (29) voor de transportband (10) heeft.

4. Oven volgens conclusie 3. waarbij de scheiding een tussenbodem (23) is met volgens een wikkeling verlopende, uitgesneden kruivormige scheidingsstrook (26) die zich bevindt tussen twee opeenvolgende 25 wikkelingen (11).

5. Oven volgens conclusie 4, waarbij de wikkelingen (11) van de transportband (10) zijn ondersteund op een trommel (6), en de scheidingsstrook (26) zich uitstrekt tot aan de trommel (6) onder 30 vrijlating van een spleet.

6. Oven volgens conclusie 5i waarbij de scheidingsstrook (26) over tenminste een gedeelte van zijn omtrek is aangesloten op een zich verticaal uitstrekkende mantel (21, 30) die het traject met 35 wikkelingen (11) van de transportband tenminste gedeeltelijk nauwsluitend omgeeft. 1004285

7. Oven volgens conclusie 4, 5 of 6, waarbij de scheidingsstrook (26) is voorzien van opvangmiddelen voor vloeistoffen die uit de hoger gelegen wikkelingen (11) omlaagdruipen, alsmede van afvoermiddelen voor de opgevangen vloeistoffen. 5

8. Oven volgens conclusie 6 of 7. waarbij elke zone (24, 25) twee tegenover elkaar liggende manteldelen (21) heeft waartussen het traject met wikkelingen (11) van de transportband (10) nauwsluitend is opgenomen. 10

9- Oven volgens conclusie 6, 7 of 8, waarbij tussen elk manteldeel (21) en de naburige inwendige wand van het huis (1) zich twee boven elkaar liggende stromingskanalen (31) bevinden, welke stromingskanalen (31) elk in verbinding zijn met een bijbehorende zone 15 (24, 25). in welke stromingskanalen (31) telkens verhittingsmiddelen (19) alsmede een ventilator (18) voor het opwekken van een heteluchtstroming zijn opgenomen.

10. Oven volgens conclusie 9. waarbij de boven elkaar liggende 20 stromingskanalen (31) tussen elk manteldeel (21) en de naburige inwendige wand zijn gescheiden door de tussenbodem (23).

11. Oven volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het traject met meerdere wikkelingen (11) van de transportband (10) 25 schroeflijnvormig is.

12. Oven volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de transportband twee onderling verbonden trajecten met wikkelingen heeft, waarvan de één een opwaartse transportbeweging levert en de 30 ander een neerwaartse, tussen welke trajecten een scheiding is voorzien waarvan het tweede traject een tenminste eerste verdere zone voorzien van middelen voor het instellen van een kooktoestand doorloopt. 35

13· Oven volgens conclusie 12, waarbij het tweede traject een tweede verdere zone doorloopt die zich bevindt onder de eerste verdere zone. 1004285