NL2001142C2 - Behandelingsinrichting, in het bijzonder oven. - Google Patents

Behandelingsinrichting, in het bijzonder oven. Download PDF

Info

Publication number
NL2001142C2
NL2001142C2 NL2001142A NL2001142A NL2001142C2 NL 2001142 C2 NL2001142 C2 NL 2001142C2 NL 2001142 A NL2001142 A NL 2001142A NL 2001142 A NL2001142 A NL 2001142A NL 2001142 C2 NL2001142 C2 NL 2001142C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
treatment
treatment device
entrance
exit
space
Prior art date
Application number
NL2001142A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendricus Franciscus Jacobus Maria Van Der Eerden
Jeroen Robert Willemsen
Johannes Martinus Meulendijks
Original Assignee
Stork Titan Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stork Titan Bv filed Critical Stork Titan Bv
Priority to NL2001142A priority Critical patent/NL2001142C2/nl
Priority to DK08867733.1T priority patent/DK2234499T3/da
Priority to EP08867733.1A priority patent/EP2234499B1/en
Priority to US12/809,227 priority patent/US9044022B2/en
Priority to PCT/NL2008/000287 priority patent/WO2009084949A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001142C2 publication Critical patent/NL2001142C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A21BAKING; EDIBLE DOUGHS
    • A21BBAKERS' OVENS; MACHINES OR EQUIPMENT FOR BAKING
    • A21B1/00Bakers' ovens
    • A21B1/42Bakers' ovens characterised by the baking surfaces moving during the baking
    • A21B1/48Bakers' ovens characterised by the baking surfaces moving during the baking with surfaces in the form of an endless band
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F25REFRIGERATION OR COOLING; COMBINED HEATING AND REFRIGERATION SYSTEMS; HEAT PUMP SYSTEMS; MANUFACTURE OR STORAGE OF ICE; LIQUEFACTION SOLIDIFICATION OF GASES
    • F25DREFRIGERATORS; COLD ROOMS; ICE-BOXES; COOLING OR FREEZING APPARATUS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F25D13/00Stationary devices, e.g. cold-rooms
    • F25D13/06Stationary devices, e.g. cold-rooms with conveyors carrying articles to be cooled through the cooling space
    • F25D13/067Stationary devices, e.g. cold-rooms with conveyors carrying articles to be cooled through the cooling space with circulation of gaseous cooling fluid

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Food Preservation Except Freezing, Refrigeration, And Drying (AREA)
  • General Preparation And Processing Of Foods (AREA)

Description

P29139NL00/JV
Korte aanduiding: Behandelingsinrichting, in het bijzonder oven
De onderhavige uitvinding betreft volgens een eerste aspect een behandelingsinrichting voor het met geconditioneerd behandelingsfluïdum 5 behandelen van voedselproducten, in het bijzonder voor massaproductie, meer in het bijzonder een oven voor het met geconditioneerd behandelingsfluïdum behandelen van voedselproducten.
Een behandelingsinrichting voor het met geconditioneerd behandelingsfluïdum behandelen van voedselproducten, die als oven kan worden 10 bedreven, is bijvoorbeeld uit de Europese octrooiaanvrage 0 953 286 van aanvraagster bekend. Deze bekende inrichting omvat een behuizing, waarin een transportmiddel voor het door de behuizing heen vanaf een ingang naar een uitgang transporteren van de producten langs een spiraalvormig transporttraject is opgesteld. Het transportmiddel omvat een uit in hoofdzaak horizontale en verticale strippen 15 opgebouwde holle trommel, die draaibaar om een verticale as is opgesteld. Verder omvat het transportmiddel een eindloze transportband die een spiraalvormig traject aflegt tijdens bedrijf. Geconditioneerd behandelingsfluïdum kan tussen de strippen van de trommel door over de windingen van de transportband stromen. Verder zijn luchtconditioneringsmiddelen voor het conditioneren van de luchtstroom, bijvoorbeeld 20 de temperatuur en/of vochtigheidsgraad daarvan, alsmede luchtcirculatiemiddelen voor het door de behuizing heen laten stromen van de geconditioneerd behandelingsfluïdum aanwezig.
In het vak zijn ook zogeheten dubbele spiraalovens bekend waarbij in een en dezelfde behuizing twee of meer behandelruimtes, elk met eigen 25 conditioneringsmiddelen en circulatiemiddelen, zijn voorzien. Een dergelijke opbouw laat toe in de behandelruimtes verschillende behandelingsprocessen uit te voeren, bijvoorbeeld bij verschillende temperaturen. De behandelruimtes kunnen van elkaar zijn gescheiden door middel van bijvoorbeeld een scheidingswand of luchtgordijn.
Ook zijn in het vak installaties bekend, die twee of meer afzonderlijke 30 behandelingsinrichtingen elk met eigen behuizing, conditioneringsmiddelen en circulatiemiddelen, omvatten. Tussen de twee behuizingen kan een -2- verbindingskanaal zijn voorzien teneinde de invloed van de omgeving op de producten te beperken.
Bijvoorbeeld is uit US 2005/0092312 A1 een continu ovensysteem met een lineair transportmiddel bekend, dat een indirect en een directe verwarmde 5 behandelruimte omvat. Bij een uitvoeringsvorm daarvan zijn de ruimtes met elkaar verbonden door een tunnel, waardoorheen zich een transportmiddel uitstrekt. Bij een andere uitvoeringsvorm zijn de ruimtes gescheiden dooreen scheidingswand. Aanvullende maatregelen zoals een mechanische afdichting of stoomgordijn kunnen worden toegepast om de klimaten in de betreffende behandelruimtes van elkaar te 10 scheiden.
Ook zijn maatregelen bekend om uitwisseling van geconditioneerd behandelingsfluïdum uit een behandelruimte met omgevingslucht bij de ingang, respectievelijk uitgang te beperken. Zo beschrijft EP-A2-1797758 in het algemeen dat de ingangs- en uitgangsopeningen het uit deze publicatie bekende continue 15 ovensysteem zo klein mogelijk worden gehouden, evenals doorgangsopeningen tussen zones met verschillende klimaten. Daarnaast zijn bij de ingang en uitgang van schoorstenen voorzien om de in- en uitstroom van lucht te regelen.
Het tegengaan of beperken van uitwisseling van geconditioneerd behandelingsfluïdum tegen omgevingslucht of tegen anders geconditioneerd 20 behandelingsfluïdum uit een andere behandelruimte speelt in het bijzonder een rol in behandelingsinrichtingen - en systemen, waarin het behandelingsfluïdum wordt gecirculeerd door de betreffende behandelruimte of -ruimtes, in het bijzonder wanneer een relatief hoge circulatiesnelheid of hoog snelheidsverschil tussen de snelheden in verschillende behandelruimtes voor de toe te passen behandelingen 25 gewenst is.
Schoorstenen worden ook ingezet om verstoring van de huishouding van het behandelingsfluïdum door bijvoorbeeld vochtuittreding uit of -opname door het product, invoer van stoom, volumeveranderingen op te vangen.
De uitvinding heeft ten doel een behandelingsinrichting met circulerend 30 behandelingsfluïdum te verschaffen, waarbij verstoring van de stabiliteit van de huishouding van het behandelingsfluïdum in de behandelruimte als gevolg van de circulatiemiddelen wordt tegengegaan. Meer in het bijzonder beoogt de uitvinding de uitwisseling van geconditioneerd behandelingsfluïdum met de omgeving, hetzij de omringende ruimte, hetzij uit een eerdere of volgende behandelruimte op relatief -3- eenvoudige wijze te beperken dan wel te vermijden, of een bruikbaar alternatief te verschaffen.
De behandelingsinrichting voor het met geconditioneerd behandelingsfluïdum behandelen van voedselproducten omvat volgens de uitvinding daartoe, zoals 5 gedefinieerd in conclusie 1, een behuizing, die een behandelruimte definieert en is voorzien van een ingang voor het invoeren van te behandelen producten in de behandelruimte, en een uitgang voor het afvoeren van behandelde producten uit de behandelruimte, waarbij de behandelruimte in open verbinding met de omgeving verkeert, een transportmiddel voor het transporteren van de voedselproducten vanaf 10 de ingang door de behandelruimte heen naar de uitgang, waarbij het transportmiddel tussen de ingang en uitgang een spiraalvormige transportbaan met meerdere boven elkaar gelegen windingen volgt, circulatiemiddelen voor het laten circuleren van behandelingsfluïdum door de behandelruimte, conditioneringsmiddelen voor het conditioneren van het behandelingsfluïdum, waarbij ten minste een van de ingang en 15 uitgang een zich door de behuizing heen uitstrekkend kanaal omvat dat zodanig is gepositioneerd, dat tijdens bedrijf er in wezen geen drukverschil is tussen een uiteinde van het kanaal in de behandelruimte en een uiteinde van het kanaal buiten de behuizing.
De behandelingsinrichting volgens de uitvinding omvat een behuizing met een 20 ingang en een uitgang voor het invoeren van te behandelen producten, respectievelijk uitvoeren van behandelde producten. De behuizing begrenst een behandelruimte of-kamer, die in open verbinding staat met de omgeving via de ingang en/of uitgang. In de behandelruimte is een transportmiddel opgesteld, dat een spiraalvormige transportbaan met meerdere op afstand boven elkaar gelegen windingen aflegt tussen de ingang en 25 uitgang. Nabij deze ingang en uitgang omvat de transportbaan gebruikelijk rechte secties, die relatief kort zijn ten opzichte van de totale lengte van de transportbaan. Het transportmiddel is ingericht voor het dragen van de voedselproducten. Verder zijn conditioneringsmiddelen voorzien in de inrichting volgens de uitvinding, die de condities zoals temperatuur en/of vochtigheid van het in de behandelruimte circulerende 30 behandelingsfluïdum regelen. Circulatiemiddelen zorgen voor circulatie van het behandelingsfluïdum door de behandelruimte en bij voorkeur over de windingen van de spiraalvormige transportbaan. Volgens de uitvinding wordt de ingang en/of uitgang, in het bijzonder de uitgang, bij verdere voorkeur beide, gevormd door een zich door de behuizing heen uitstrekkend kanaal, waarvan een uiteinde, hierna ook wel -4- binnenuiteinde genoemd, in de behandelruimte is gepositioneerd en een uiteinde buiten de behuizing, hierna ook wel buitenuiteinde genoemd. De posities van de kanaaluiteinden zijn zodanig gepositioneerd dat de druk in de behandelruimte bij dit binnenuiteinde in wezen gelijk is aan de druk bij het buitenuiteinde. Anders gezegd het 5 drukverschil tussen de kanaaluiteinden is verwaarloosbaar, zodat er geen, althans nauwelijks stroming van behandelfluïdum in het kanaal is. Uitwisseling van het in de behandelruimte aanwezige klimaat van het behandelingsfluïdum met een ander klimaat of omgevingsatmosfeer treedt zodoende niet op zelfs bij hoge circulatiesnelheid. Aldus is het mogelijk een klimaat van een in de behandelruimte circulerend 10 behandelingsfluïdum te handhaven. De uitvinding berust op het inzicht dat voor een gegeven behandelingsinrichting met bijbehorende opstelling van de circulatiemiddelen ten opzichte van de in- en uitgang bij het laten circuleren van behandelingsfluïdum door de behandelruimte er positie(s) in de behandelruimte zijn waar de druk, ongeacht de circulatiesnelheid althans nagenoeg onafhankelijk van de circulatiesnelheid, altijd in 15 hoofdzaak gelijk is. Deze positie(s) bevinden zich op andere plaatsen dan waar tot nu toe gebruikelijk de ingang of uitgang was gepositioneerd. Volgens de uitvinding omvat ten minste een van de ingang of uitgang een kanaal, dat zich door de behuizing uitstrekt. Het binnenuiteinde van het kanaal is gepositioneerd op een positie waar de druk tijdens bedrijf in hoofdzaak gelijk is aan de druk van het buitenuiteinde, ongeacht 20 de circulatiesnelheid.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm is tijdens bedrijf de druk ter plekke van het binnenuiteinde in wezen gelijk aan de omgevingsdruk (en derhalve heerst ter plekke van het buitenuiteinde eveneens omgevingsdruk). Deze voorkeursuitvoeringsvorm is vooral van belang voor een zelfstandige enkelvoudige behandelingsinrichting. Omdat er bij een 25 dergelijke opstelling volgens de uitvinding nagenoeg geen drukverschil is tussen de omgevingsdruk bij het kanaaluiteinde dat zich aan de buitenzijde van de behuizing bevindt en het zich in de behandelruimte bevindende binnenuiteinde is de stroming van behandelingsfluïdum en/of omgevingslucht door het kanaal relatief klein of zelfs nihil. Uitwisseling van geconditioneerd behandelingsfluïdum tegen omgevingslucht met alle 30 negatieve gevolgen daarvan op het handhaven van het gewenste klimaat in de behandelruimte is daardoor minimaal.
Een mogelijke verklaring (zonder gebonden te willen zijn aan enige theorie) is dat aan de drukzijde van de circulatiemiddelen, die gebruikelijk een ventilator of pomp omvatten, de druk hoger is dan atmosferische druk en aan de zuigzijde daarvan lager.
-5-
Het geconditioneerd behandelingsfluïdum circuleert van de drukzijde van de circulatiemiddelen door de behandelruimte naar de zuigzijde, waarbij de druk tijdens het afgelegde traject afneemt. Op bepaalde posities, die kunnen worden berekend dan wel proefondervindelijk vastgesteld, is de druk in hoofdzaak gelijk aan atmosferische druk.
5 Deze posities zijn voor verschillende circulatiesnelheden, hoewel deze gepaard gaan met verschillen in absolute druk zowel aan de drukzijde als zuigzijde, in hoofdzaak gelijk. Door de maatregel volgens de uitvinding is de behandelingsinrichting geschikt om in een breed gebied van circulatiesnelheden te werken zonder storende invloeden van naar binnen toe lekkende (omgevings)lucht of naar buiten tredend behandelingsfluïdum. 10 In het bijzonder is de behandelingsinrichting volgens de uitvinding geschikt om bij hogere (bij voorkeur >4m/s) circulatiesnelheden te werken dat tot nu toe bij in de handel verkrijgbare behandelingsinstallaties gebruikelijk (3,5 m/s) is.
Met voordeel omvatten zowel de ingang als de uitgang een dergelijke kanaalconstructie, zoals hierboven is beschreven.
15 Het kanaal, dat volgens de uitvinding wordt toegepast, heeft afmetingen, waarvan de breedte in hoofdzaak door het toegepaste transportmiddel wordt bepaald en de hoogte zodanig is dat de hoogste te verwerken producten kunnen passeren. Omdat behandelingsinrichtingen volgens de uitvinding voor velerlei soorten voedselproducten worden gebruikt, die per soort een verschillende afmeting in het bijzonder hoogte 20 kunnen bezitten, is de doorsnede van het kanaal met voordeel instelbaar, bij voorkeur is de hoogte instelbaar, zodat de doorsnede zo klein mogelijk kan worden ingesteld per soort van te behandelen producten.
Het transportmiddel omvat met voordeel ten minste een om een verticale draaias draaibaar opgestelde holle trommel, die tijdens bedrijf wordt aangedreven.
25 Gebruikelijk omvat het transportmiddel verder een transportband zonder einde, die om een of meer trommels is geleid volgens de spiraalvormige transportbaan met een aantal boven elkaar gelegen windingen en die door wrijving (slip friction) met de trommel(s) wordt aangedreven. Eveneens zijn bij voorkeur de circulatiemiddelen ingericht voor het via de holle trommel en over de windingen heen door de behandelruimte laten 30 circuleren van behandelingsfluïdum. Geconditioneerd behandelingsfluïdum stroomt zodoende uit de omtrek van de trommel over de windingen van de transportbaan van het transportmiddel en over de daarmee getransporteerde producten. De transportband zonder einde wordt door wrijving tussen de binnenrand daarvan en de buitenomtrek van -6- de trommel of gedeelte daarvan voortbewogen. Het aandrijfmiddel zoals een of meer elektromotoren is bij voorkeur buiten de behandelingsruimte, d.w.z. buiten de behuizing, in het bijzonder onder de bodem daarvan opgesteld. Het transportmiddel is bij voorkeur een (metalen) gaasband, die ten minste gedeeltelijk doorlaatbaar is voor het 5 geconditioneerde behandelfluïdum.
Bij de behandelingsinrichting volgens de uitvinding zijn de circulatiemiddelen, gezien in de stromingsrichting van het geconditioneerd behandelingsfluïdum, met voordeel benedenstrooms van de conditioneringsmiddelen opgesteld. Anders gezegd, de invoerzijde van de circulatiemiddelen zoals de aanzuigzijde van een ventilator, staat -10 al dan niet direct, doch met voordeel direct - in fluïdumverbinding met de conditioneringsmiddelen, en de afvoerzijde van de circulatiemiddelen staat - al dan niet rechtstreeks - in fluïdumverbinding met de trommelomtrek. Op deze wijze kan vanwege de in de circulatiemiddelen opgewekte turbulentie worden bereikt dat het geconditioneerd behandelingsfluïdum dat als gevolg van de configuratie van de 15 conditioneringsmiddelen niet-uniforme condities kan bezitten, stroomafwaarts van de conditioneringsmiddelen wordt opgemengd en aldus gehomogeniseerd, zodat eventuele lokale afwijkingen als gevolg van de conditionering van het behandelfluïidum worden vereffend. Aldus bezitten de circulatiemiddelen een dubbele functie, enerzijds voor het laten circuleren van het geconditioneerd behandelingsfluïdum en anderzijds voor het 20 opmengen en aldus homogeniseren van het in de conditioneringsmiddelen geconditioneerde fluïdum.
De transportbaan in de behandelruimte omvat meerdere windingen, die boven elkaar zijn gelegen. Een winding kan in bovenaanzicht de vorm van in wezen een ellips, een veelhoek zoals een driehoek of rechthoek bezitten, waarbij de betreffende trommels 25 in de eindpunten of hoeken zijn opgesteld. Een spiraalvormige transportbaan waarbij de transportband zonder einde om een trommel wordt geleid, waarbij een winding in wezen een cirkel beschrijft, heeft de voorkeur.
Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de circulatiemiddelen ten minste gedeeltelijk in de holle trommel opgesteld. Een dergelijke opstelling van de 30 circulatiemiddelen laat een compacte opbouw van de totale behandelingsinrichting toe. Verder laat deze opstelling een efficiënte circulatie van het geconditioneerde behandelingsfluïdum vanwege de centrale positie van de circulatiemiddelen binnen de transportbaan, in het bijzonder een spiraalvormige transportbaan en derhalve effectieve -7- behandeling van de producten toe. Het geconditioneerde behandelingsfluïdum, dat uit de circulatiemiddelen stroomt, wordt via de voor behandelingsfluïdum doorlaatbare trommelomtrek tussen de windingen van de transportbaan geleid en op uniforme wijze verdeeld.
5 Bij voorkeur omvatten de circulatiemiddelen een ventilator. De waaier daarvan bevindt zich met voordeel in de holle trommel, terwijl de aandrijving zoals een elektromotor zich gebruikelijk buiten de behuizing bevindt. Met voordeel is de aandrijving beneden de bodem van de behuizing geplaatst. Met voordeel zijn de circulatiemiddelen ten minste gedeeltelijk onderin de holle trommel opgesteld. Volgens 10 een verdere voorkeursuitvoeringsvorm valt de draaias van de waaier samen met de draaias van de trommel, zodat de afstand van de waaier tot de trommelomtrek constant is. Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de waaier excentrisch ten opzichte van de verticale rotatieas van de trommel opgesteld. Dit is met name voordelig wanneer men nastreeft het geconditioneerd behandelingsfluïdum slechts over een 15 omtreksgedeelte van de windingen van de transportbaan te laten uitstromen.
Met voordeel is de behandelingsinrichting zo ingericht, dat geconditioneerd behandelingsfluïdum slechts over een gedeelte van de binnenomtrek van alle windingen van de spiraalvormige transportbaan uitstroomt. Dit omtreksgedeelte kan bijvoorbeeld 30-180° bedragen. Bij voorkeur beslaat dit gedeelte een boogsectie van 90-110°. Bij 20 een verdere uitvoeringsvorm zijn daartoe in de trommel trommelgeleidingsmiddelen benedenstrooms van de circulatiemiddelen opgesteld voor het verdelen van geconditioneerd behandelingsfluïdum over een omtreksgedeelte van de windingen van de transportbaan.
Een uitvoeringsvorm van trommelgeleidingsmiddelen omvat een stationair 25 buisvormig lichaam met een verticale uitstroomopening die zich ten minste over de totale hoogte van de windingen van de transportbaan uitstrekt tussen de luchtcirculatiemiddelen en de trommel geplaatst.
Vanwege de voorkeurspositie van de circulatiemiddelen in de holle trommel zelf moet het geconditioneerd behandelingsfluïdum over een relatief korte afstand over de 30 trommelomtrek, in het bijzonder over de openingshoek van de uitstroomopening van het buisvormig lichaam en over de hoogte daarvan, worden verdeeld om een zo uniform mogelijke uitstroming van de geconditioneerd behandelingsfluïdum uit de trommelomtrek, in het bijzonder genoemde uitstroomopening, te realiseren. Een -8- dergelijke verdeling van de lucht over de trommelomtrek, in het bijzonder genoemde gehele uitstroomopening draagt bij aan een efficiënte stroming van geconditioneerd behandelingsfluïdum over de zich op het transportmiddel bevindende producten. Verder is deze verdeling van belang voor het vermijden van pieken in de snelheid van 5 geconditioneerd behandelingsfluïdum op de posities waar de producten zich bevinden en zodoende lokale niet-uniforme condities en beschadiging van het product bijv. van een coating daarvan te voorkomen en/of het optreden van een niet-uniforme kleuring van het product te verhinderen. Bij voorkeur zijn daarom in de trommel aanvullende trommelgeleidingsmiddelen voorzien op een positie benedenstrooms van de 10 circulatiemiddelen, bij voorkeur in de uitstroomopening van het buisvormig lichaam. Met voordeel zijn deze aanvullende trommelgeleidingsmiddelen zo ingericht, dat het geconditioneerd behandelingsfluïdum tijdens bedrijf in mee- en tegenstroom ten opzichte van de bewegingsrichting van de transportband stroomt.
De trommelgeleidingsmiddelen in de trommel bouwen een weerstand op tussen 15 de circulatiemiddelen en het transportmiddel, waarop de producten zich tijdens behandeling bevinden. Een voorkeursuitvoeringsvorm van dergelijke trommelgeleidingsmiddelen omvat een reeks van parallelle op afstand van elkaar verticaal opgestelde geleidingsprofielen, die aldus verticale kanalen begrenzen. Deze kanalen bezitten met voordeel in (horizontale) dwarsdoorsnede een niet-lineaire vorm, 20 zodat het door de kanalen uitstromende behandelingsfluïdum een gedwongen richtingsverandering ondergaat. De verdeling van het geconditioneerd behandelingsfluïdum vindt van zichzelf in deze kanalen plaats.
Zoals gesteld kunnen de circulatiemiddelen centraal in de trommel zijn opgesteld. De luchtcirculatiemiddelen kunnen ook excentrisch ten opzichte van de 25 draaias van de trommel zijn gelegen, zodat er een betrekkelijk ruime afstand is tussen de circulatiemiddelen en de trommelgeleidingsmiddelen. Meer bij voorkeur zijn de trommelgeleidingsmiddelen diametraal tegenover de circulatiemiddelen opgesteld.
Bij een gunstige uitvoeringsvorm bestaat de behuizing uit een omhoog beweegbare kap en een bak, waarbij een waterslot daartussen is voorzien.
30 De conditioneringsmiddelen zijn afhankelijk van het type behandeling dat in de inrichting volgens de uitvinding dient te worden uitgevoerd. De behandelingsinrichting kan voor vriezen, drogen, verwarmen van voedselproducten worden gebruikt. In het bijzonder is de behandelingsinrichting volgens de uitvinding een oven voor het -9- behandelen zoals (voor)garen, braden, bakken, grillen en/of bruinen, van vleesproducten, zoals al dan niet gepaneerde en/of gemarineerde hamburgers, kipdelen en andere gevormde producten. Andere toepassingen van de behandelingsinrichting volgens de uitvinding omvatten het drogen, stomen, 5 pasteuriseren en steriliseren van voedselproducten van plantaardige en/of dierlijke oorsprong. De voedselproducten kunnen al dan niet verpakt zijn. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de behandelingsrichting volgens de uitvinding als oven, in het bijzonder spiraaloven met spiraalvormige transportbaan, omvatten de conditioneringsmiddelen ten minste luchtverwarmingsmiddelen zoals een 10 warmtewisselaar (met thermische olie of elektrisch). Andere voorbeelden van conditioneringsmiddelen omvatten bevochtigingsmiddelen voor het toevoeren van vocht aan het circulerend behandelfluïdum zoals stoominjectiemiddelen.
De conditioneringsmiddelen zijn met voordeel opgesteld in een kanaal dat een in verbinding met de behandelruimte staande inlaat heeft en een met de 15 circulatiemiddelen in verbinding staande uitlaat. Bij voorkeur is de inlaat aan de buitenomtrek van de transportbaan gelegen en strekt zich over de hoogte van de windingen van de transportbaan uit. Het kanaal loopt met voordeel door tot aan de binnenkant van de bovenzijde van de behuizing, meer bij voorkeur van de eerder genoemde kap.
20 Bij de behandelingsinrichting volgens de uitvinding zijn met voordeel - gezien in bovenaanzicht - de hartlijnen van de ingang en de uitgang tangentiaal tov de behuizing gericht en evenwijdig aan elkaar, met voordeel langs dezelfde lijn. De inlaat voor het behandelingsfluïdum naar de conditioneringsmiddelen is met voordeel aan de buitenomtrek van de spiraalvormige transportbaan op een positie 90° vanaf de 25 ingang (gezien in transportrichting) opgesteld,. Genoemd omtreksgedeelte is 180° vanaf de inlaat naar de conditioneringsmiddelen opgesteld.
Het hierboven besproken principe van een verwaarloosbaar drukverschil tussen de kanaaluiteinden bij een ingang en/of uitgang kan op vergelijkbare wijze worden toegepast voor het koppelen van meerdere behandelingsinstallaties met elkaar via een 30 verbindingskanaal. Volgens een tweede aspect van de uitvinding omvat een samenstel van meerdere behandelingsinrichtingen voor het met geconditioneerd behandelingsfluïda behandelen van voedselproducten een eerste behandelingsinrichting en ten minste een aanvullende behandelingsinrichting, waarbij -10- de eerste behandelingsinrichting een eerste behuizing omvat, die een eerste behandelruimte definieert en is voorzien van een eerste ingang voor het invoeren van te behandelen producten in de eerste behandelruimte, en een eerste uitgang voor het afvoeren van behandelde producten uit de eerste behandelruimte, waarbij de eerste 5 behandelruimte in open verbinding met de omgeving verkeert, een eerste transportmiddel voor het transporteren van de voedselproducten vanaf de eerste ingang door de eerste behandelruimte heen naar de eerste uitgang, waarbij het eerste transportmiddel tussen de eerste ingang en eerste uitgang een eerste spiraalvormige transportbaan met meerdere boven elkaar gelegen windingen volgt, 10 eerste circulatiemiddelen voor het laten circuleren van een eerste behandelingsfluïdum door de eerste behandelruimte, eerste conditioneringsmiddelen voor het conditioneren van het eerste behandelingsfluïdum, en waarbij een tweede behandelingsinrichting een tweede behuizing omvat, die een tweede behandelruimte definieert en is voorzien van een tweede ingang voor het invoeren van te behandelen 15 producten in de tweede behandelruimte, en een tweede uitgang voor het uitvoeren van behandelde producten uit de tweede behandelruimte, waarbij de tweede behandelruimte in open verbinding met de omgeving verkeert, een tweede transportmiddel voor het transporteren van de voedselproducten vanaf de tweede ingang door de tweede behandelruimte heen naar de tweede uitgang, tweede 20 conditioneringsmiddelen voor het conditioneren van het tweede behandelingsfluïdum, waarbij hetzij de eerste uitgang van de eerste behandelingsinrichting en de tweede ingang van de tweede behandelingsinrichting, hetzij de tweede uitgang van de tweede behandelingsinrichting en de eerste ingang van de eerste behandelingsinrichting met elkaar zijn verbonden door een verbindingskanaal dat zich 25 door de eerste en de tweede behuizing uitstrekt zodanig dat tijdens bedrijf er in wezen geen drukverschil is tussen het uiteinde van het verbindingskanaal in de eerste behandelruimte en het uiteinde van het verbindingskanaal in de tweede behandelruimte. Anders gezegd zodanig dat de uiteinden van het verbindingskanaal zijn gepositioneerd in de eerste, respectievelijk tweede behandelruimte op posities 30 waar de druk in de eerste behandelruimte in hoofdzaak gelijk is aan de druk in de tweede behandelruimte.
Bij dit tweede aspect van de uitvinding zijn de eerste en tweede behandelingsinrichtingen met elkaar verbonden door een verbindingskanaal, waar een transportmiddel door heen wordt geleid. Het verbindingskanaal beschermt de in een van -11 - de behandelingsinrichtingen reeds behandelde voedselproducten tegen de omgevingsatmosfeer. Het verbindingskanaal strekt zich uit vanuit de ene behandelruimte tot in de volgende behandelruimte, waarbij de inlaat en uitlaat (de kanaaluiteinden) op posities zijn gelegen, waar tijdens bedrijf in hoofdzaak dezelfde 5 drukken heersen. Omdat bij de verbindingskanaaluiteinden in hoofdzaak dezelfde drukken heersen, ongeacht een eventueel verschil in circulatiesnelheid, is er geen drukverschil en treedt er nauwelijks uitwisseling van de verschillende geconditioneerde klimaten op. Met voordeel zijn de genoemde drukken bij de verbindingskanaaluiteinden in hoofdzaak gelijk aan de omgevingsdruk.
10 Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding zijn de ingang en/of uitgang van de totale combinatie ingericht in overeenstemming met het eerste aspect volgens de uitvinding. Aldus omvatten de ingang en uitgang van de eerste en tweede behandelingsinrichting die in open verbinding staan met de omgeving, bij voorkeur elk een zich door de betreffende 15 behuizing heen uitstrekkend kanaal, waarvan een binnenuiteinde zodanig in de betreffende behandelruimte is gepositioneerd, dat tijdens bedrijf de druk in de betreffende behandelruimte ter plekke van het binnenuiteinde in wezen gelijk is aan de omgevingsdruk.
Met voordeel is ten minste een van de behandelingsinrichtingen zoals in de 20 volgconclusies is gedefinieerd, bij voorkeur alle inrichtingen van het samenstel, ingericht conform de hierboven besproken behandelingsinrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding.
De uitvinding voorziet ook in een werkwijze voor het behandelen van voedselproducten met een geconditioneerd behandelingsfluïdum in een 25 behandelingsinrichting met een behuizing omvattende de stappen van het transporteren van de voedselproducten vanaf een ingang door een behandelruimte heen naar de uitgang over een spiraalvormige transportbaan met meerdere boven elkaar gelegen windingen, het laten circuleren van een geconditioneerd behandelingsfluïdum in de behandelruimte, waarbij ten minste een van de ingang en 30 uitgang een zich door de behuizing uitstrekken kanaal omvat, en waarbij de werkwijze zodanig wordt uitgevoerd dat er in wezen geen stroming van fluïda in het kanaal is. Door deze maatregel kan de werkwijze in een stabiel klimaat van het -12- behandelingsfluïdum worden uitgevoerd, waarbij de storende invloed van de circulatie op de stabiliteit is gereduceerd.
De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarin: 5 Fig. 1 een schematische doorsnede is van een uitvoeringsvorm van een samenstel van behandelingsinrichtingen volgens de uitvinding toont;
Fig. 2 een schematisch bovenaanzicht is van een samenstel volgens fig. 1;
Fig. 3 een grafiek is van de druk als functie van het afgelegde transporttraject in een uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding.
10 Fig. 1 en 2 tonen schematisch een uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding, in dit geval een combinatie van ovens. Bij deze uitvoeringsvorm omvat een eerste behandelingsinrichting een eerste behuizing, die in zijn geheel met verwijzingscijfer 10 is aangeduid. De eerste behuizing 10 is voorzien van een eerste ingang 12 voor het invoeren van te behandelen producten en een eerste uitgang 14 15 voor het afvoeren van behandelde producten. Een eerste transportmiddel omvat in de weergegeven uitvoeringsvorm een transportband 16 zonder einde, die is opgesteld in de door de eerste behuizing 10 begrensde eerste behandelruimte 18. Dit eerste transportmiddel wordt door wrijving (slip friction) voortbewogen door een eerste holle cilindrische trommel 20, die wordt aangedreven door een niet-weergegeven motor.
20 De transportband 16 zonder einde is beweegbaar over een eerste spiraalvormige transportbaan 26 met een aantal boven elkaar gelegen windingen rondom de eerste trommel 20, welke eerste transportbaan 26 aan de onderste en bovenste windingen respectievelijk aangeduid met verwijzingscijfers 28 en 30, rechte secties 32, 34 omvat. Deze rechte baansecties 32, 34 strekken zich door de ingang 12, 25 respectievelijk uitgang 14 uit. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm zijn eerste circulatiemiddelen 40 voor het laten circuleren van behandelingsfluïdum door de eerste behandelruimte 18 heen - hier de waaier van een ventilator - in de door de trommel 20 begrensde inwendige ruimte 42 opgesteld op een positie concentrisch ten opzichte van de verticale draaias 44 van de trommel 20. De motor 46 van de 30 ventilator 40 met draaias 47 is onder de bodem 22 van de eerste behuizing 10 opgesteld. Tussen de circulatiemiddelen 40 en de trommel 20 is een cilindrisch lichaam 48 met een verticale uitstroomopening 50 geplaatst. In deze uitstroomopening zijn trommelgeleidingsmiddelen 52 in de vorm van op afstand van - 13- elkaar gelegen, in hoofdzaak radiaal gerichte lamellen voorzien, die geconditioneerd eerste behandelingsfluïdum over een gedeelte van de omtrek van de trommel 20 laten uitstromen. Eerste behandelingsfluïdum, dat door in een kanaal 54 opgestelde eerste conditioneringsmiddelen 56 zoals een warmtewisselaar op de gewenste 5 behandelcondities qua temperatuur en vochtgehalte is gebracht, wordt door de eerste circulatiemiddelen 40 aangezogen. Daarna stroomt dit fluïdum via de trommelruimte 42 naar de uitstroomopening 50 met de trommelgeleidingsmiddelen 52 over de zich op de transportband 16 bevindende producten (niet-weergegeven). Met verwijzingscijfer 57 is een stoominlaatbuis als verder conditioneringsmiddel 10 aangeduid voor het instellen van het vochtgehalte van het behandelingsfluïdum.
Zoals met pijlen in het bovenaanzicht van fig. 2 is aangeduid, stroomt het behandelingsfluïdum in mee- en tegenstroom over de producten ten opzichte van de bewegingsrichting van de transportband 16 uit. Diametraal tegenover de uitstroomopening 50 wordt het fluïdum aan de buitenomtrek van de transportband 16 15 zonder einde verzameld en via een inlaat 53 in kanaal 54 geleid, dat een zich verticaal naar boven toe over de hoogte van de windingen uitstrekkende sectie en een daarmee verbonden zich horizontaal uitstrekkende sectie omvat. In dit kanaal 54 is ook een inlaat 60 voor het desgewenst gecontroleerd (bijvoorbeeld met een gestuurde klep) invoeren van omgevingslucht voorzien.
20 Het samenstel omvat een tweede behandelingsinrichting, die op dezelfde wijze is ingericht als de eerste behandelingsinrichting. Gelijke functionele onderdelen zijn met dezelfde verwijzingscijfers + 100 aangeduid en worden hier niet opnieuw opgesomd. De tweede behandelingsinrichting 110 is spiegelsymmetrisch aan de eerste behandelingsinrichting 10 ten opzichte van een denkbeeldig scheidingsvlak, 25 loodrecht op de hartlijn van de eerste uitgang 14. Zoals uit de fig. blijkt loopt de transportband zonder einde 16 ook door de tweede behandelruimte 118 om de trommel 120 naar de uitgang 114 daarvan.
Bij de weergegeven uitvoeringsvorm is een verbindingskanaal 62 voorzien tussen de eerste uitgang 14 en de tweede ingang 112, Het kanaal 62 strekt zich door 30 de behuizingen 10, respectievelijk 110 uit. De uiteinden 64, 66 van het verbindingskanaal 62 bevinden zich in de behandelruimtes 18, respectievelijk 118. Zoals hierna nog verder wordt uitgelegd, mondt het kanaal 62 met de uiteinden 64, 66 uit op posities in de behandelruimtes 18, 118, waar de ter plekke heersende druk -14- nagenoeg onafhankelijk is van de circulatiesnelheid van behandelingsfluïda in de behandelruimtes. Op deze wijze is het drukverschil tussen het uiteinde 64 (kanaalingang) en het uiteinde 66 (kanaaluitgang) gering, ondanks dat in de behandelruimtes verschillende circulatiesnelheden kunnen zijn ingesteld. Het kanaal 5 62 vormt vanwege de geringe verplaatsing van de zich daarin bevindende lucht als het ware een buffer tussen de behandelruimtes 18 en 118. Aldus is er sprake van een stabiel klimaat in elke behandelruimte 18,118 en in het samenstel als geheel.
Zoals duidelijk moge zijn uit de voorgaande beschrijving, is een behandelingsinrichting volgens het eerste aspect in feite gelijk aan de eerste 10 behandelingsinrichting waarbij echter het uiteinde (66) van het (verbindings)kanaal 60 niet uitmondt in een andere behandelruimte, maar in de omgeving.
In de fig. 1 en 2 is niet weergegeven dat de ingang 12 van de eerste behandelingsinrichting en/of de uitgang 114 van de tweede behandelingsinrichting een soortgelijke opbouw met een kanaal dat zich van buiten (buitenuiteinde) door de 15 betreffende behuizing 10, 110 heen uitstrekt tot in de bijbehorende behandelruimte 18 respectievelijk 118.
In fig. 1 en 2 zijn verder de volgende posities in het stromingspad van het behandelingsfluïdum aangeduid: A = voor de ventilator 40 20 B = na de ventilator 40 C = eerste positie in transportbaan D = middenpositie in transportbaan E = laatste positie in transportbaan F = na de conditioneringsmiddelen 56 25 Testen zijn uitgevoerd met een uitvoeringsvorm van een behandelingsinrichting volgens de uitvinding met verschillende circulatiesnelheden, waarbij de druk op bovengenoemde posities werd gemeten. De resultaten (afgerond) zijn in Tabel 1 samengevat.
-15-
Tabel 1. Druk (Pa) ten opzichte van atmosferische druk als functie van de positie bij verschillende circulatiesnelheden
Positie v = 3 m/s v = 5 m/s v = 7 m/s ~A ^850 ^Ï2ÖÖ "TëÖÖ Ί 2ÖÖ 25Ö 3ÖÖ ~C ”25 "40 ~6Ö ”d “ö ö “ö 1 -7Ö ^8Ö F( = A) ^850 T2ÖÖ ^Ï6ÖÖ 5 Zoals uit bovenstaande tabel blijkt, is op positie D bij deze uitvoeringsvorm voor de 3 verschillende circulatiesnelheden de druk nul, d.w.z. gelijk aan atmosferische druk. Positie D is derhalve de voorkeurspositie voor het uitmonden van het verbindingskanaal in het samenstel volgens de uitvinding.
Fig. 3 toont het verloop van drukken in de behandelruimtes 18, 118 als 10 functie van de positie in het stromingspad van de betreffende behandelingsfluïda. Duidelijk is dat de absolute waarde van de gradiënt op de posities D klein is, zodat zelfs bij niet optimale positionering van de verbindingskanaaluiteinden er geen groot drukverschil over het kanaal is, en zodoende een gèringe stroming.
Voorbeelden van processen voor het behandelen van voedselproducten in 15 twee behandelingsinrichtingen met gescheiden klimaten wordt hieronder beschreven. Een klimaat wordt primair gekenmerkt door drie factoren, nl. dauwpunt, temperatuur en circulatiesnelheid.
Bij het verwerken van bot- of beenbevattende vleesproducten die met saus zijn bedekt wordt in een eerste behandelingsinrichting een van de twee volgende 20 klimaten ingesteld om het vlees te garen door verhoging van de de kerntemperatuur: a) klimaat met een hoog dauwpunt dat gelijk is aan de procestemperatuur, d.w.z een relatieve vochtigheid van 100%, en een circulatiesnelheid van maximaal 3 m/s; of -16- b) klimaat, waarbij de procestemperatuur hoger is dan het dauwpunt, zodat een relatieve vochtigheid van 40% wordt verkregen; de circulatiesnelheid is eveneens maximaal 3 m/s.
In de tweede behandelingsinrichting worden teneinde oppervlaktekenmerken zoals 5 kleur aan te brengen aanmerkelijk hogere procestemperaturen en hogere luchtsnelheden (gebied 2-7 m/s) aangewend. Het dauwpunt kan variëren.
Voor het verwerken van vleesproducten die met pekel zijn bedekt worden de klimaten uit bovenstaand proces omgekeerd, zodat in de eerste behandelingsinrichting aan de producten eerst oppervlaktekenmerken worden 10 gegeven. Daarna worden de producten in de tweede behandelingsinrichting gegaard.

Claims (25)

1. Behandelingsinrichting voor het met geconditioneerd behandelingsfluïdum behandelen van voedselproducten, omvattende een behuizing (10), die een 5 behandelruimte (18) definieert en is voorzien van een ingang (12) voor het invoeren van te behandelen producten in de behandelruimte, en een uitgang (14) voor het afvoeren van behandelde producten uit de behandelruimte, waarbij de behandelruimte (18) in open verbinding met de omgeving verkeert, een transportmiddel (16, 20) voor het transporteren van de voedselproducten vanaf de 10 ingang door de behandelruimte heen naar de uitgang, waarbij het transportmiddel (16; 20) tussen de ingang en uitgang een spiraalvormige transportbaan (26) met meerdere boven elkaar gelegen windingen volgt, circulatiemiddelen (40) voor het laten circuleren van behandelingsfluïdum door de behandelruimte, conditioneringsmiddelen (56; 57) voor het conditioneren van het behandelingsfluïdum, 15 waarbij ten minste een van de ingang (12) en uitgang (14) een zich door de behuizing (10) heen uitstrekkend kanaal (62) omvat dat zodanig is gepositioneerd, dat tijdens bedrijf er in wezen geen drukverschil is tussen een uiteinde van het kanaal (62) in de behandelruimte (18) en een uiteinde van het kanaal (62) buiten de behuizing (10)..
2. Behandelingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij tijdens bedrijf de druk in de behandelruimte (18) ter plekke (D) van het binnenuiteinde (64) in wezen gelijk is aan de omgevingsdruk.
3. Behandelingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de ingang (12) en 25 uitgang (14) elk een zich door de behuizing (10) heen uitstrekkend kanaal (62) omvatten, die zodanig zijn gepositioneerd, dat tijdens bedrijf het drukverschil tussen een binnenuiteinde (64) in de behandelruimte (18) en een buitenuiteinde (66) buiten de behuizing (10) in wezen nihil is.
4. Behandelingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de doorsnede van het kanaal (62) instelbaar is.
5. Behandelingsinrichting volgens conclusie 4, waarbij de hoogte van het kanaal (62) instelbaar is. -18-
6. Behandelingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het transportmiddel een aangedreven holle trommel (20) omvat, en de circulatiemiddelen (40) zijn ingericht voor het via de holle trommel (20) over de 5 windingen heen door de behandelruimte (18) laten circuleren van het behandelingsfluïdum.
7. Behandelingsinrichting volgens conclusie 6, waarbij de circulatiemiddelen (40) ten minste gedeeltelijk in de holle trommel (20) zijn opgesteld. 10
8. Behandelingsinrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij in de trommel trommelgeleidingsmiddelen (48, 52) benedenstrooms van de circulatiemiddelen (40) zijn opgesteld voor het verdelen van geconditioneerd behandelingsfluïdum over een omtreksgedeelte van de windingen van de transportbaan (26). 15
9. Behandelingsinrichting volgens conclusie 8, waarbij de trommelgeleidingsmiddelen (48, 52) zodanig zijn opgesteld, dat geconditioneerd behandelingsfluïdum tijdens bedrijf vanuit het omtreksgedeelte in mee- en tegenstroom over de transportbaan (26) stroomt. 20
10. Behandelingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies 6-9, waarbij gezien in bovenaanzicht de hartlijnen van de ingang (12) en de uitgang (14) tangentiaal ten opzichte van de behuizing zijn gericht en evenwijdig aan elkaar.
11. Behandelingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusie 6-10, waarbij de inlaat (53) van behandelingsfluïdum naar de conditioneringsmiddelen (56, 57) aan de buitenomtrek van de spiraalvormige transportbaan op een positie 90° vanaf de ingang (12) - gezien in transportrichting- is opgesteld.
12. Behandelingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies 8-11, waarbij het omtreksgedeelte 180° vanaf de inlaat (53) van behandelingsfluïdum naar de conditioneringsmiddelen (56, 57) zijn opgesteld. -19-
13. Samenstel van meerdere behandelingsinrichtingen voor het met geconditioneerd behandelingsfluïda behandelen van voedselproducten omvattende een eerste behandelingsinrichting en ten minste een aanvullende 5 behandelingsinrichting, waarbij de eerste behandelingsinrichting een eerste behuizing (10) omvat, die een eerste behandelruimte (18) definieert en is voorzien van een eerste ingang (12) voor het invoeren van te behandelen producten in de eerste behandelruimte, en een eerste uitgang (14) voor het afvoeren van behandelde producten uit de eerste behandelruimte, waarbij de eerste behandelruimte(18) in 10 open verbinding met de omgeving verkeert, een eerste transportmiddel (16, 20) voor het transporteren van de voedselproducten vanaf de eerste ingang door de eerste behandelruimte heen naar de eerste uitgang, waarbij het eerste transportmiddel (16, 20) tussen de eerste ingang (12) en eerste uitgang (14) een eerste spiraalvormige transportbaan (26) met meerdere boven elkaar gelegen windingen volgt, eerste 15 circulatiemiddelen (40) voor het laten circuleren van een eerste behandelingsfluïdum door de eerste behandelruimte, eerste conditioneringsmiddelen (56, 57) voor het conditioneren van het eerste behandelingsfluïdum, en waarbij een tweede behandelingsinrichting een tweede behuizing (110) omvat, die een tweede behandelruimte (118) definieert en is voorzien van een tweede ingang (112) voor het 20 invoeren van te behandelen producten in de tweede behandelruimte, en een tweede uitgang (114) voor het uitvoeren van behandelde producten uit de tweede behandelruimte, waarbij de tweede behandelruimte (118) in open verbinding met de omgeving verkeert, een tweede transportmiddel (26, 120) voor het transporteren van de voedselproducten vanaf de tweede ingang door de tweede behandelruimte heen 25 naar de tweede uitgang, tweede conditioneringsmiddelen (156, 157) voor het conditioneren van een tweede behandelingsfluïdum, waarbij hetzij de eerste uitgang (14) van de eerste behandelingsinrichting en de tweede ingang (112) van de tweede behandelingsinrichting, hetzij de tweede uitgang (114) van de tweede behandelingsinrichting en de eerste ingang (12) van de eerste behandelingsinrichting 30 met elkaar zijn verbonden door een verbindingskanaal (62) dat zich door de eerste (18) en de tweede behuizing (118) uitstrekt waarbij de uiteinden (64, 66) van het verbindingskanaal (62) zijn gepositioneerd in de eerste, respectievelijk tweede behandelruimte (18, 118) zodanig dat tijdens bedrijf er in wezen geen drukverschil is tussen het uiteinde (64) van het verbindingskanaal (62) in de eerste behandelruimte -20- (18) en het uiteinde (66) van het verbindingskanaal (62) in de tweede behandelruimte (118).
14. Samenstel volgens conclusie 13, waarbij de ingang (12) en uitgang (114) van 5 de eerste en tweede behandelingsinrichting die in open verbinding staan met de omgeving, elk een zich door de betreffende behuizing heen uitstrekkend kanaal omvatten waarvan een binnenuiteinde zodanig in de betreffende behandelruimte is gepositioneerd, dat tijdens bedrijf de druk in de betreffende behandelruimte ter plekke van het binnenuiteinde in wezen gelijk is aan de omgevingsdruk. 10
15. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies 13-14, waarbij de doorsnede van het verbindingskanaal (62) instelbaar is.
16. Samenstel volgens conclusie 15, waarbij de hoogte van het 15 verbindingskanaal instelbaar is.
17. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies 13-16, waarbij het eerste transportmiddel een aangedreven holle trommel (20) omvat, en de eerste circulatiemiddelen (40) zijn ingericht voor het via de holle trommel over de windingen 20 heen door de eerste behandelruimte laten circuleren van het eerste behandelingsfluïdum.
18. Samenstel volgens conclusie 17, waarbij de eerste circulatiemiddelen (40) ten minste gedeeltelijk in de holle trommel (20) zijn opgesteld. 25
19. Samenstel volgens conclusie 17 of 18, waarbij in de trommel (20) eerste trommelgeleidingsmiddelen (48, 52) benedenstrooms van de eerste circulatiemiddelen (40) zijn opgesteld voor het verdelen van geconditioneerd eerste behandelingsfluïdum over een eerste omtreksgedeelte van de windingen van de 30 eerste transportbaan (26).
20. Samenstel volgens conclusie 19, waarbij de eerste trommelgeleidingsmiddelen (48, 52) zodanig zijn opgesteld, dat geconditioneerd -21 - eerste behandelingsfluïdum tijdens bedrijf vanuit het eerste omtreksgedeelte in mee-en tegenstroom over de eerste transportbaan (26) stroomt.
21. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies 17-20, waarbij gezien 5 in bovenaanzicht de hartlijnen van de eerste ingang (12) en de eerste uitgang (14) tangentiaal ten opzichte van de eerste behuizing zijn gericht en evenwijdig aan elkaar.
22. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusie 17-21, waarbij de 10 inlaat (53) van eerste behandelingsfluïdum naar de eerste conditioneringsmiddelen (56, 57) aan de buitenomtrek van de eerste spiraalvormige transportbaan (26) op een positie 90° vanaf de eerste ingang (12) - gezien in transportrichting - is opgesteld.
23. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies 17-22, waarbij het 15 omtreksgedeelte 180° vanaf de inlaat (53) van eerste behandelingsfluïdum naar de eerste conditioneringsmiddelen (56, 57) zijn opgesteld.
24. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies 13-23, waarbij het tweede transportmiddel (26) tussen de tweede ingang (112) en tweede uitgang (114) 20 een tweede spiraalvormige transportbaan (126) met meerdere boven elkaar gelegen windingen volgt.
25. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies 13-24, waarbij tweede circulatiemiddelen (140) voor het laten circuleren van een tweede 25 behandelingsfluïdum door de tweede behandelruimte zijn voorzien.
NL2001142A 2007-12-28 2007-12-28 Behandelingsinrichting, in het bijzonder oven. NL2001142C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001142A NL2001142C2 (nl) 2007-12-28 2007-12-28 Behandelingsinrichting, in het bijzonder oven.
DK08867733.1T DK2234499T3 (da) 2007-12-28 2008-12-23 Behandlingssystem for fødevareprodukter, omfattende to behandlingsindretninger
EP08867733.1A EP2234499B1 (en) 2007-12-28 2008-12-23 Assembly for treating food products comprising two treatment devices
US12/809,227 US9044022B2 (en) 2007-12-28 2008-12-23 Twin sprial oven
PCT/NL2008/000287 WO2009084949A2 (en) 2007-12-28 2008-12-23 Treatment device, in particular oven

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001142 2007-12-28
NL2001142A NL2001142C2 (nl) 2007-12-28 2007-12-28 Behandelingsinrichting, in het bijzonder oven.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001142C2 true NL2001142C2 (nl) 2009-06-30

Family

ID=39707972

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001142A NL2001142C2 (nl) 2007-12-28 2007-12-28 Behandelingsinrichting, in het bijzonder oven.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US9044022B2 (nl)
EP (1) EP2234499B1 (nl)
DK (1) DK2234499T3 (nl)
NL (1) NL2001142C2 (nl)
WO (1) WO2009084949A2 (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1033263C2 (nl) * 2007-01-22 2008-07-23 Stork Titan Bv Behandelingsinrichting voor het met geconditioneerde lucht behandelen van voedselproducten.
CA2860529C (en) * 2012-01-27 2016-11-22 Ts Techniek Bv Dual drum spiral oven
US10143205B2 (en) * 2015-01-26 2018-12-04 Guy E. Buller-Colthurst Air stream manipulation within a thermal processing oven
RU2737163C2 (ru) * 2015-11-17 2020-11-25 Геа Фуд Сольюшнс Бакел Б.В. Печь с улучшенной тягой
WO2017147473A1 (en) 2016-02-26 2017-08-31 Provisur Technologies, Inc. Cooking devices and methods of using the same
NL2016385B1 (en) * 2016-03-08 2017-09-27 Marel Townsend Further Proc Bv Closed processing system and method for treating elongated food products.
ITUA20161696A1 (it) * 2016-03-15 2017-09-15 Essica Srl Macchina per il trattamento di prodotti di pastificio
US10448650B2 (en) 2016-05-05 2019-10-22 Provisur Technologies, Inc. Spiral cooking devices and methods of using the same
KR101957825B1 (ko) * 2017-01-31 2019-07-04 주식회사 협진기계 스파이럴 오븐기용 열기 순환장치
US10912317B2 (en) 2018-10-19 2021-02-09 John Bean Technologies Ab Thermal processing apparatus
IT201800010865A1 (it) * 2018-12-06 2020-06-06 Giampaolo Tortora Sistema di scambio termico a spirale per articoli, impianto di trattamento e trasporto di articoli e metodo
NL2031685B1 (en) * 2021-04-27 2023-01-31 John Bean Technologies Ab Thermal processing apparatus

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB903899A (en) * 1959-04-06 1962-08-22 Unilever Ltd Blast tunnels
GB2055460A (en) * 1979-07-26 1981-03-04 Hester Ind Inc High humidity food chilling system
US4965435A (en) * 1985-10-15 1990-10-23 Donald P. Smith Forced convection tunnel oven
JPH03286983A (ja) * 1990-03-31 1991-12-17 Mayekawa Mfg Co Ltd 垂直型冷却装置
US5205135A (en) * 1991-11-13 1993-04-27 Liquid Carbonic Corporation Helical conveyor freezer
EP0953286A1 (en) * 1998-04-28 1999-11-03 Stork Titan B.V. Treatment device for treating food products with conditioned air
EP1437076A2 (en) * 2003-01-09 2004-07-14 Robert G. Nothum, Jr. Spiral oven, heat delivery, enclosure and drive

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4944162A (en) * 1989-11-07 1990-07-31 Liquid Carbonic Corporation Helical conveyor food freezer
US5078120A (en) * 1990-01-26 1992-01-07 Stein, Inc. Cooking oven for slow cooking of food products
US5078920A (en) * 1990-04-27 1992-01-07 Cpc International Inc. Process for separating mixed fatty acids from deodorizer distillate using urea
NL9200351A (nl) * 1992-02-26 1993-09-16 Koppens Maschf Bv Oven.
FR2697138B1 (fr) * 1992-10-23 1994-12-30 Mat Metallique Elec Const Installation de cuisson et de refroidissement en continu de produits alimentaires préconditionnés.
US6418834B1 (en) * 1999-07-26 2002-07-16 Paul M. Perrine Apparatus for treating an item during travel of the item along a treating trough
NL1017755C2 (nl) * 2001-04-02 2002-10-03 Cfs Bakel Bv Oven met druppelopvang.
US20050092312A1 (en) * 2003-10-31 2005-05-05 Gunawardena Ramesh M. Indirect and direct heated continuous oven system
US20070131215A1 (en) 2005-12-14 2007-06-14 Mcveagh Charles Continuous cooking oven system

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB903899A (en) * 1959-04-06 1962-08-22 Unilever Ltd Blast tunnels
GB2055460A (en) * 1979-07-26 1981-03-04 Hester Ind Inc High humidity food chilling system
US4965435A (en) * 1985-10-15 1990-10-23 Donald P. Smith Forced convection tunnel oven
JPH03286983A (ja) * 1990-03-31 1991-12-17 Mayekawa Mfg Co Ltd 垂直型冷却装置
US5205135A (en) * 1991-11-13 1993-04-27 Liquid Carbonic Corporation Helical conveyor freezer
EP0953286A1 (en) * 1998-04-28 1999-11-03 Stork Titan B.V. Treatment device for treating food products with conditioned air
EP1437076A2 (en) * 2003-01-09 2004-07-14 Robert G. Nothum, Jr. Spiral oven, heat delivery, enclosure and drive

Also Published As

Publication number Publication date
WO2009084949A3 (en) 2009-11-12
EP2234499A2 (en) 2010-10-06
US9044022B2 (en) 2015-06-02
DK2234499T3 (da) 2019-12-16
US20110226137A1 (en) 2011-09-22
EP2234499B1 (en) 2019-09-18
WO2009084949A2 (en) 2009-07-09
WO2009084949A8 (en) 2009-09-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2001142C2 (nl) Behandelingsinrichting, in het bijzonder oven.
US5322007A (en) Compact, high-capacity oven
EP3573477B1 (en) Spiral conveyor thermal processing system
EP1797758B1 (en) Continuous cooking oven system
US5329916A (en) Oven
EP1809112B1 (en) Treatment device for treating food products with conditioned air
EP2713756B1 (en) Systems and methods for adjusting oven cooking zones
EP2135509A1 (en) Oven and process to control the air-flow over the belt width in a spiral oven
NL1033263C2 (nl) Behandelingsinrichting voor het met geconditioneerde lucht behandelen van voedselproducten.
RU2478320C2 (ru) Сушильная тележка и сушильная система с такой тележкой
EP4326072A1 (en) Oven ventilation for convective cooking and drying of food
EP3376872B1 (en) Oven with improved drag

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210101