NL9001153A - Inrichting voor het doorsnijden van het schaambeen van het karkas van een slachtdier. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het doorsnijden van het schaambeen van het karkas van een slachtdier.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het doorsnijden van het schaambeen van het karkas van een slachtdier, in het bijzonder een varken, omvattende een via de anus in de endeldarm te brengen, aan het einde van een langwerpige drager aangebracht positioneerorgaan, een concentrisch daaromheen aangebracht cylindrisch, in langsrichting verplaatsbaar en roterend aan te drijven eerste snijorgaan met een een cirkelbeweging uitvoerende eindsnijrand voor het lossnijden der endeldarm en een bladvormig snijorgaan voor het doorsnijden van het schaambeen, welke zijn gecombineerd tot een functionele eenheid die in zijn geheel naar en van het karkas kan worden bewogen, en waarbij de bewegingen van het positioneerorgaan onafhankelijk van die der andere organen kan worden bestuurd.

Een dergelijke inrichting is op zich bekend uit NL-A-8602219 (overeenkomend met EP-A-0 258 939).

Hoewel deze bekende inrichting in de praktijk bevredigend functioneert wordt soms het bezwaar ondervonden dat de stand van de staart van het karkas tijdens het uitvoeren van de bewerking niet exact gedefinieerd is en ook dat de diepte waarover het cvlindermes in het karkas doordringt afhankelijk is van de stand van het karkas ten opzichte van de inrichting en soms te groot is, wat tot beschadiging van de endeldarm met het vrijkomen van mest leidt.

De uitvinding beoogt deze bezwazren te ondervangen en dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met de in de hoofdconclusie beschreven maatregelen in combinatie met de maatregelen der volgconclusies.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin is: figuur 1 een zijaanzicht van de functionele snijeenheid zoals bekend uit NL-A-8602219; figuur 2a een zijaanzicht van de volgens de uitvinding toegepaste draagbeugel met staartwegdrukker en drukplaten; figuur 2b een vooraanzicht van deze elementen; figuur 2c een bovenaanzicht van deze elementen; figuur 3 een schematische doorsnede van een gedeelte der functionele eenheid ter toelichting van de met drager en drukplaten gerealiseerde besturing.

De functionele eenheid 2 welke onderwerp is van een installatie zoals beschreven in NL-A-8602219 omvat een gestel 4 waarin in de richting van de pijlen 6 onder invloed van een werkcylinder 8 beweegbaar is gelegerd een roterend aan te drijven bladvormig snijmes 10 dat is opgenomen in een huis 12. Onder dit snijmes 10 bevindt zich een bolvormig, in de endeldarm van het karkas te brengen positioneer- en afsluitorgaan 14 dat is aangebracht aan het einde van de langwerpige drager 16 en eveneens in de richting van de pijlen 6 kan worden geplaatst, onafhankelijk van de beweging van het snijmes 10. Concentrisch rond de drager 16 bevindt zich een cylindrisch snijmes 18 opgenomen in een beschermhuls 20; snijmes en huls zijn vast verbonden aan het gestel 4 en bewegen dus met dit mee. De beweging van de draagstang 16 wordt overgedragen op de in het verlengde daarvan gelegen stang 22 4zie figuur 3) die aan het achtereinde een dwars op deze stang staande aanslag 24 draagt waarvan de functie in het nu volgende nog nader zal worden toegelicht.

De beweging van de draagstang 16 en daarmee van de stang 22 wordt via een geschikte besturing teweeggebracht door een niet getekende luchtcvlinder.

Tot zover komt de inrichting volgens de uitvinding in grote trekken overeen met die welke bekend is uit NL-A-8602219. Een belangrijk verschil echter met deze bekende inrichting is de aanwezigheid van een verschuifbaar in de richting van de pijlen 6 in het gestel 4 gelegerde, uit twee stangen 26a, 26b bestaande drager 28 die zijn verbonden met een aan de rechterzijde in het gestel geleide stang 30 die aldus de bewegingen der drager 28 volgt. Deze stang 30 draagt twee aanslagen; een eerste, aangegeven met 32 en samenwerkend met de aanslag 24 aan de stang 22 en een tweede, aangegeven met 34 een oploopnok vormend. Deze oploopnok 34 werkt samen met de bedieningsrol 36 van een schakelaar 38 welke met de draagstang 16 van het positioneerorgaan 14 is verbonden en, indien bediend, de beweging daarvan stopt. Doel en werking der beide aanslagen zal in het nu volgende nog nader worden toegelicht.

Zoals de figuren 2a, 2b en 2c tonen dragen de draagstangen 26a, 26b elk aan hun vooreinde een drukplaat 40a respectievelijk 40b welke, zoals nog zal worden toegelicht, bij het naar het karkas toe bewegen van de snijeenheid uiteindelijk aan weerskanten van de anus tegen het karkas tot aanligging komen. Voorts dragen zij via de verbindingsplaten 42a, 42b een U-vormige beugel 44 waarbinnen is opgenomen een tweede U-vormige beugel 46 waarvan de benen 48a, 48b via verbindingsplaten 50a, 50b om assen 52a respectievelijk 52b scharnierend zijn verbonden met de draagplaten 42a respectievelijk 42b. De vooreinde 54a respectievelijk 54b der benen 48a, 48b zijn naar onderen omgebogen en twee trekveren 56a, 56b trekken de beugel 46 in de richting van de pijl 58.

De werking van de inrichting komt in grote trekken overeen met die van de bekende inrichting hoewel er als gevolg van de aanwezigheid van de verplaatsbare staart-drukbeugel 46 en de door de drager daarvan verrichte besturingsfuncties verschillen zijn. De werking wordt toegelicht aan de hand van de figuren 4a en met 4f.

Deze figuren tonen een varkenskarkas 70, opgehangen aan de achterpoten 72 met de vang 74, anus 76, endeldarm 80, wervelkolom 82 en staart 84. Figuur 4a toont de situatie waarin de functionele eenheid 2 in de richting van de pijl 86 naar het karkas toe wordt bewogen. Figuur 4b toont hoe deze beweging wordt gestopt wanneer de eenheid 2 op een bepaalde afstand van het karkas en in de getekende stand is gekomen; de drukplaten 40a, 40b liggen dan aan tegen het karkas en de beugel 46 brengt de staart in een gefixeerde, naar onderen gerichte stand zodat de staart de verdere bewerkingen niet kan hinderen. Door een beweging in de richting van de pijlen 88 en 90, aangegeven in figuur 4c zoekt de positionerings- en afsluitkogel 14 de anus en dringt, wanneer deze is gevonden, aangedreven door een niet getekende luchtcylinder door in de endeldarm tot de in figuur 4d getekende stand. De afstand waarover de kogel 14 in de endeldarm doordringt wordt bepaald door de afstand waarover de drager 28 in de eenheid is teruggeschoven: daarbij beweegt de aanslag 32 (figuur 3) naar rechts terwijl de met de draagstang 16 verbonden aanslag 34 bij de beweging der positioneerkogel naar links beweegt totdat de aanslag 24 oploopt tegen de aanslag 32. Deze slag der positioneerkogel 14 is in figuur 4e aangegeven met b. Tenslotte beweegt - zie figuur 4e - de gehele eenheid met het roterend aangedreven cylindermes 18 en het roterend aangedreven bladmes 10 naar voren over een afstand die in figuur 4e is aangegeven met a en die eveneens wordt bepaald door de afstand waarover de drager 28 in de eenheid is teruggeschoven. Met deze drager beweegt namelijk ook de oploopnok 34 naar rechts; deze oploopnok werkt, zoals reeds is toegelicht, samen met de met de eenheid mee naar links bewegende taster 36 die is verbonden met een (niet getekende) schakelaar welke bij het oplopen van de taster 36 tegen de nok 34 de beweging van de eenheid, die dan de in figuur 4e getekende stand heeft bereikt, doet stoppen. Tenslotte beweegt het snijblad 10 met zijn drager 10a naar voren in de richting van de pijl 90 en klieft daarbij het schaambeen 78.

Daarna worden de verschillende samenstellende delen weer in hun uitgangsstand teruggebracht.

Claims (7)

1. Inrichting voor het doorsnijden van het schaambeen van het karkas van een slachtdier, in het bijzonder een varken, omvattende een via de anus in de endeldarm te brengen, aan het einde van een langwerpige drager aangebracht positioneerorgaan, een concentrisch daaromheen aangebracht cvlindrisch, in langsrichting verplaatsbaar en roterend aan te drijven eerste snijorgaan met een een cirkelbeweging uitvoerende eindsnijrand voor het lossnijden der endeldarm en een bladvormig snijorgaan voor het doorsnijden van het schaambeen, welke zijn gecombineerd tot een functionele eenheid die in zijn geheel naar en van het karkas kan worden bewogen, en waarbij de bewegingen vam het positioneerorgaan onafhankelijk van die der andere organen kan worden bestuurd, gekenmerkt door een naast het cylindermes gelegen, aan het einde van een parallel met de bewegingsrichting daarvan beweegbaar geleide drager aangebracht drukorgaan, met een U-vormige, om de staart grijpende en deze omlaag drukkende drukbeugel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drukbeugel om een dwars op de dragerlangsas gelegen draaias binnen een draagbeugel is opgenomen, is voorzien van naar onderen omgezette eindranden en verend van de drager af gericht is voorgespannen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat aan de drager twee, de drukbeugel tussen zich insluitende en dwars op de bewegingsrichting daarvan staande drukplaten zijn aangebracht.

4. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat aan de langwerpige, in langsrichting binnen de functionele eenheid geleide drager een met het binnen der eenheid gelegen gedeelte daarvan meebewegend, de stand daarvan ten opzichte van de eenheid aangevend eerste element is aangebracht dat een de slag van het positioneerorgaan ten opzichte van de eenheid begrenzende referentie vormt.

5. Inrichting volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat het eerste element een aanslag is die samenwerkt met een daartegen oplopende, met de positioneerorgaandrager gekoppelde tweede aanslag.

6. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat aan de langwerpige, in langsrichting binnen de functionele eenheid geleide drager een met het binnen der eenheid gelegen gedeelte daarvan meebewegend, de stand daarvan ten opzichte van de eenheid aangevend tweede element is aangebracht dat een de slag van de functionele eenheid begrenzende referentie vormt.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het tweede element wordt gevormd door een aan de drager bevestigde oplooprol, samenwerkend met een aan de eenheid bevestigde door een oplooprol bediende schakelaar.