NL9001154A - Inrichting voor het vormen van een snede in borst en buik van een slachtdierkarkas. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het vormen van een snede in borst en buik van een slachtdierkarkas.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vormen van een snede in het karkas van een slachtdier dat hangend aan de achterpoten tot vóór deze inrichting is gebracht, omvattende een door een gestel gedragen opstaande doorn samenwerkend met een ten opzichte daarvan beweegbaar snijblad, en op de rugzijde van het karkas aangrijpende positioneer- en tegenhoudmiddelen.

Een dergelijke inrichting is op zich bekend uit NL-A-8602219.

Deze bekende inrichting kan worden geplaatst tegenover een daartegenover opgestelde inrichting (bekend uit NL-A-8602220) voor het doorsnijden van het schaambeen; de te behandelen karkassen worden dus tussen de beide inrichtingen doorgevoerd. De positioneer- en tegenhoudmiddelen worden dan gevormd door vanuit laatstgenoemde bewerkingsinrichting uitgaande drukstangen.

Wanneer men echter een uitvoering wenst waarbij de inrichting welke onderwerp is der aanvrage aan de voorzijde vrij toegankelijk is en de tweede inrichting daarnaast is opgesteld is het aanbrengen van dergelijke drukstangen constructief moeilijk uitvoerbaar.

De uitvinding beoogt dit bezwaar te ondervangen en bij een inrichting van de onderhavige soort een eenvoudige en toch goede positionering te realiseren.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door de toepassing van twee aan weerskanten van de doorn gelegen aandrukrollen bestemd nabij de kop op de rugzijde van het karkas aan te grijpen, waarbij elke rol is aangebracht aan het eerste einde van een arm die aan het andere einde is verbonden met een naast de doorn gelegen en in de richting van het karkas uitzetbare drager, welke armen elk om de dragerlangsas kunnen worden verzwaaid terwijl elke rol aan het nabij de arm gelegen einde is voorzien van een loodrecht op de rolas staande schijfvormige flens.

Voorkeursuitvoeringsvormen zijn beschreven in de volg-conclusies.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin is:

Figuur 1 een perspectivische afbeelding van de inrichting volgens de uitvinding met een varkenskarkas; figuur 2 een perspectivische afbeelding op grotere schaal van de verschillende onderdelen van deze inrichting; figuur 3 een schuin vooraanzicht van deze inrichting en figuur 4 een perspectivische afbeelding van de bij de inrichting volgens de uitvinding gebruikte snijinrichting met de op het borstbeen van het karkas aangrijpende positioneringsstangen.

In figuur 1 is met het verwijzingscijfer 2 aangegeven het karkas van een slachtdier, in dit geval een varken, dat met de achterpoten 4 hangt aan een geschikte transportbaan. Het karkas wordt gevoerd langs een inrichting van de soort die onderwerp is van NL-A-8602219 met welke inrichting borst en buik van het karkas worden opengesneden.

_Deze snijinrichting bestaat in hoofdzaak uit een om een as 6 draaibaar snijblad 8 en een daarmee samenwerkend, een tegenleger voor het snijblad vormende doorn 10 - zie in het bijzonder figuur 2 en 4. De werking en het gebruik van deze elementen zijn uitvoerig beschreven in NL-A-8602219 en zullen hier dan ook niet verder worden toegelicht.

Voor het positioneren van het karkas 2 ten opzichte van deze elementen is de inrichting volgens de uitvinding voorzien van een aantal positioneer- en tegenhoudorganen; en wel een tweetal drukrollen 12a, 12b, elk met aan een einde een loodrecht op de draaias ervan staande schijfvormige flens 14a, 14b. De - in de figuren niet zichtbare - as van elke drukrol is bevestigd aan een arm 16a respectievelijk 16b, en elke arm is bevestigd aan het einde van een stang 18a respectievelijk 18b. Via een geschikt, niet getekend, aandrijfmechanisme kunnen de armen 18a, 18b vanuit het frame 20 der inrichting naar voren worden verplaatst terwijl zij tevens om hun hartlijn kunnen worden verdraaid. Dit betekent dat, wanneer een karkas 2 voor de inrichting is gearriveerd, de rollen 12a, 12b vanuit de stand waarin zij naar links en rechts weg zijn gedraaid voorbij het karkas 2 kunnen worden bewogen (in de richting van de pijl 22} , daarna kunnen worden teruggedraaid tot de in figuur 1 getekende stand en vervolgens teruggetrokken zodat zij het karkas niet alleen op de juiste plaats ten opzichte van de snijelementen 8, 10 positioneren doch ook voorkomen dat het karkas van deze elementen af, dus in de richting van de pijl 22 beweegt.

Voor een onbelemmerd vormen van de snede is het van belang dat de voorpoten van het karkas, waarvan er één in figuur 1 zichtbaar is en is aangegeven met 24, worden gespreid. Dit geschiedt met behulp van een tweetal haakse drukstangen 26a, 26b, elk via een verbindingsstuk 28a, 28b aangebracht aan het einde van een drager 30a, 30b die evenals de dragers 18a, 18b naar het frame 20 toe en daarvan af beweegbaar is en bovendien om zijn hartlijn verdraaibaar is. De figuren tonen hoe op gunstige wijze de dragers 18a, 30a enerzijds en 18b, 30b anderzijds met elkaar zijn gecombineerd doordat de dragers 30a, 30b hol zijn en de dragers 18a, 18b in het inwendige daarvan zijn aangebracht. Het mechanisme voor het uitzetten en terugtrekken alsmede het om de langsas verdraaien der dragers 30a, 30b is in de figuren niet afgebeeld; het is duidelijk dat de vakman gemakkelijk een daarvoor geschikt mechaniek zal kunnen ontwerpen.

Tenslotte is de inrichting volgens de uitvinding nog voorzien van twee extra positioneerstangen 32a, 32b die, draaibaar om een gemeenschappelijke as 34, gelegen nabij de onderzijde van het snijblad 8, zijn verbonden met een U-vormige meenemer 36 die onder veerspanning wordt gehouden door middel van een veer 38 welke is aangebracht tussen enerzijds de meenemer 36 en anderzijds een vast aan de bovenzijde van het blad aangebrachte steun 40. Hierdoor worden de stangen 32a, 32b verend tegen de borst van het karkas gedrukt en wel ter weerszijden van het borstbeen zodat het karkas niet alleen beter ten opzichte van de samenwerkende elementen 8 en 10 is gepositioneerd maar ook wordt verzekerd dat de borstsnede recht door het borstbeen en niet terzijde daarvan wordt gevormd.

De gehele snijeenheid, bestaande uit de elementen 8, 10 met de drukstangen 32a, 32b is op de bekende wijze opgenomen in een gestel 42 dat vanuit het frame 20 naar voren en terug, en tevens omhoog en omlaag kan worden bewogen.

Na het positioneren van het karkas 2 en nadat de drukrollen 12a, 12b op de juiste plaats aan de rugzijde van het karkas nabij de kop tot aanligging zijn gekomen wordt het gestel 42 op de wijze zoals beschreven in NL-A-8602219 naar voren bewogen waarbij de doorn 10 via het steeksgat in het karkas wordt gebracht; daarna volbrengen deze elementen de in NL-A-8602219 beschreven bewegingen als gevolg waarvan de borst en buik van het karkas worden opengesneden. Door middel van de in het voorgaande beschreven positioneringsorganen blijft daarbij de juiste stand van het karkas 2 verzekerd zodat ook de snijbewerking op de juiste wijze wordt uitgevoerd.

Aan het boveneinde van het blad 8 is bij voorkeur een hoekig omgezette drukplaat 44 aangebracht, bestemd om bij het vormen van de snede de penis van het karkas van een mannetjesdier opzij te duwen.

Claims (6)

1. Inrichting voor het vormen van een snede in borst en buik van het karkas van een slachtdier dat hangend aan de achterpoten tot vóór deze inrichting is gebracht, omvattende een door een gestel gedragen opstaande doorn samenwerkend met een ten opzichte daarvan beweegbaar snijblad, en op de rugzijde van het karkas aangrijpende postioneer- en tegenhoudmiddelen, gekenmerkt door twee aan weerskanten van de doorn gelegen aandrukrollen bestemd nabij de kop op de rugzijde van het karkas aan te grijpen, waarbij elke rol is aangebracht aan het eerste einde van een arm die aan het andere einde is verbonden met een naast de doorn gelegen en in de richting van het karkas uitzetbare drager, welke armen elk om de dragerlangsas kunnen worden verzwaaid terwijl elke rol aan het nabij de arm gelegen einde is voorzien van een loodrecht op de rolas staande schijfvormige flens.

2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door twee, aan— weerszijden van de doorn gelegen, in hoofdzaak verticale drukstangen, bestemd om op de voorpoten van het karkas aan te grijpen en deze naar buiten te duwen, elk aangebracht aan een in de richting van het karkas uitzetbare drager, en elk om de langsas daarvan verzwaai-baar.

3. Inrichting volgens conclusie 1-2, gekenmerkt door twee aan weerskanten van de doorn gelegen, in de vrije toestand tot voorbij de doorn uitstekende en opstaande positioneer-stangen bestemd om aan weerskanten van het borstbeen tegen de borstzijde van het karkas aan te liggen, elk verdraaibaar om een nabij het ondereinde van het snijblad aangebrachte as en onder veerspanning van dit snijblad af gericht.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de postioneerstangeinden naar de doorn toe zijn omgezet.

5. Inrichting volgens conclusie 2-4, gekenmerkt door twee telescoperend uitzetbare draagstangen, elk bestaande uit een eerste, stationair deel, een daarbinnen gelegen tweede uitzetbaar deel dat de drager voor een pootdrukstang vormt en een binnen dit tweede deel gelegen derde deel dat de drager voor een drukrolarm vormt.

6. Inrichting volgens conclusie 1-5, gekenmerkt door een aan het boveneinde van het snijblad aangebrachte, tot voorbij dit boveneinde uitstekende en hoekig omgezette drukplaat.