NL8903184A - Geleidingsplaat voor plaatjes. - Google Patents

Description

Geleidingsplaat voor plaatjes

De uitvinding heeft betrekking op een geleidingsplaat voor plaatjes, waarvan het duidelijke doel is gebruikt te worden om te dienen als geleiding voor plaatjes of printplaatjes die deel uitmaken van electronische inrichtingen, ter vergemakkelijking van de invoering daarvan in contactorganen waar ze ingevoerd moeten worden om hun eigenlijke functies uit te voeren.

Deze uitvinding is in het bijzonder bestemd om toegepast te worden in het gebied van de nijverheid dat betrekking heeft op telefonie en electronica.

Er bestaan tegenwoordig verschillende bekende elementen waarvan de functie is om geleiding te bereiken van plaatjes of platen met electronische schakelingen, teneinde de invoering daarvan in betreffende contactorganen te vergemakkelijken.

In al hun verscheidenheid bezitten ze echter niet de eigenschappen die bepalend zijn met betrekking tot het gemak van het beginnen van de invoering van het van de electronische schakeling voorziene plaatje in de eigenlijke geleider, alsook met betrekking tot het kunnen verschaffen van een gemakkelijke en economische montage.

Men moet ook rekening houden met het feit dat er in de tegenwoordig bekende inrichtingen of elementen er geen mogelijkheid bestaat om een goede ventilatie van de printplaatjes te bewerkstelligen, welk feit de dissipatie van de door de schakelingen zelf veroorzaakte warmte niet bevordert.

Een oplossing voor een dergelijk probleem zou gevormd kunnen worden door een geleidingsplaat voor plaatjes, die de eigenschappen bezit die nodig zijn voor het vergemakkelijken van het begin van de invoering van het van een electronische schakeling voorziene plaatje in de geleider, onder het bieden van een gemakkelijke en economische montage, waarbij de symmetrie van de geleidingsplaat voor plaatjes ten opzichte van een langsas het deze mo- gelijk maakt om zowel gebruikt te worden als geleider voor het benedendeel van het plaatje als het bovendeel daarvan.

Natuurlijk moeten hierbij gevoegd worden de voorwaarden, die vereist zijn voor het verzekeren van een goede ventilatie.

De door de uitvinding voorgestelde geleiderplaat voor plaatjes biedt een doelmatige oplossing voor het geleiden van printplaatjes voor de invoering daarvan in betreffende contactorganen.

De voor de vervaardiging van de geleiderplaat voor plaatjes gebruikte materialen zijn gewoonlijk in de handel verkrijgbaar en kunnen veranderd worden door ze te onderwerpen aan thermische en mechanische behandelingen om, in verschillende maten van vormverandering, de eigenlijke geleiderplaat voor plaatjes te vormen.

De geleiderplaat voor plaatjes wordt in wezen gevormd door een rechthoekig blad materiaal met een geringe dikte, waarop men, door een stamp- en dieptrekbewerking, ofwel door elke willekeurige andere behandeling, een dubbele rij perforaties bewerkstelligt, die symmetrisch ten opzichte van elkaar zijn ten opzichte van de langsas van de plaat, onder het verlenen van een bepaalde vorm aan de randen van de perforaties teneinde de geleiders van de eigenlijke plaatjes te vormen, waarbij versterkingsribben aangebracht worden en de twee langste zijden van de rechthoek gevouwen worden tot de vorm van een "Z”.

Buiten het feit dat de gemaakte perforaties het gewicht van de geleiderplaat aanzienlijk verminderen, vormen ze, verenigd met de printplaatjes wanneer deze geïnstalleerd zijn, venti-latiedoorgangen, in het inwendige waarvan door convectie luchtstromen optreden, die langs de oppervlakken van de printplaatjes strijken onder het bevorderen van de dissipatie van de warmte die daar voortgebracht is.

De eigenlijke geleiders van de plaatjes bezitten aan hun uitmonding een zodanige vorm dat het glijden van het voorste gedeelte van het printplaatje bevorderd wordt onder het gelei- den daarvan naar de ingang van de geleider en onder het daarin laten glijden van het printplaatje bij het uitoefenen van een lichte druk.

Teneinde stijfheid te verlenen aan de geleiders die de plaat vormen heeft men hierop een centrale ribbe aangebracht, die dezelfde vorm heeft als de geleiders en die de openingen van de geleiderplaat in twee rechthoekige-trapezia verdeelt en de symmetrische iangsas van de plaat vormt.

De twee randen van de plaat, die symmetrisch gelegen zijn ten opzichte van de voornoemde as, hebben een vorm van een "Z" met het oog op hun invoering in profielen die voor dit doel aangebracht zijn op de plaats waar hun montage in de inrichting frames gerealiseerd wordt.

Ook bevinden zich op de voornoemde randen een bepaald aantal uitstulpingen, waarvan het doel is de plaat af te stemmen op het profiel waarin het geplaatst is, teneinde alle bewegingen en alle trillingen daarvan te voorkomen wanneer de inrichting in werking is.

De symmetrie ten opzichte van de Iangsas van de in de plaat aangebrachte openingen maakt het mogelijk deze laatste evengoed te gebruiken voor het geleiden van het benedendeel als voor geleiding van het bovendeel van de printplaatjes.

Teneinde de voorgaande beschrijving te complementeren alsook een beter begrip van deze uitvinding te bevorderen omvat de onderhavige aanvrage twee bladzijden tekeningen, waarin op niet-limitatieve gronden het volgende getoond wordt:

Pig. 1 geeft een bovenaanzicht weer van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij om redenen van beperkte teke-ningruimte een tussendeel weggelaten is;

Fig. 2 geeft een zijaanzicht weer van de inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 3 geeft een detail weer van de doorsnede volgens III—III van fig. 1.

Fig. 4 geeft een detail weer van de doorsnede volgens IV-IV van fig. 1; en

Fig. 5 geeft tenslotte een detail weer van het voorgedeelte van de inrichting volgens de uitvinding, welk voorge-deelte gelijk is aan het achtergedeelte daarvan.

Bij beschouwing van de tekeningen zal opgemerkt worden dat de voorkeursuitvoering van de plaat voor geleiding van plaatjes gevormd is van een blad materiaal, dat een rechthoekige vorm heeft en een geringe dikte bezit/ welk blad onderworpen is geweest aan een stamp- en dieptrekbewerking, of aan welke willekeurige andere behandeling dan ook, met het oog op het daaraan verlenen van de uiteindelijke vorm zoals weergegeven in fig. 1.

Het resultaat van de voornoemde behandelingen is dat een reeks rechthoekig-trapeziumvormige openingen 6 aangebracht zijn, welke openingen het grootste deel van het oppervlak van de plaat bezetten en volgens twee rijen gelegen zijn, die symmetrisch zijn ten opzichte van de langsas van de plaat voor geleiding van plaatjes.

Buiten het feit dat deze perforaties het gewicht van de geleidingsplaat aanzienlijk verminderen vormen ze, in combinatie met de printplaatjes wanneer deze op hun plaats geïnstalleerd zijn, ventilatiedoortochten, waarbinnen door convectie luchtstromen teweeggebracht worden, die over de oppervlakken van de printplaatjes strijken onder het bevorderen van de dissipatie van de daar opgewekte warmte.

De plaatjes-geleiders 1 zijn gevormd door kanalen of groeven met gelijkbenig-trapeziumvormige doorsnede, zoals weergegeven in fig. 3, teneinde het glijden van de printplaatjes te vergemakkelijken.

Ook de plaatjes-geleiders 1 zijn voorzien van een door de zijden 2 van de gelijkbenige trapezia gevormde verbreding of verwijding, die een zodanige vorm heeft dat het glijden van het voorste deel van het printplaatje erdoor vergemakkelijkt wordt, onder het meevoeren daarvan tot aan de ingang van de geleider waardoorheen het plaatje al glijdend ingevoerd wordt tot contact- of aansluitpositie.

De centrale ribbe 3 valt samen met de symmetrische langsas van de plaat voor geleiding van plaatjes en heeft dezelfde doorsnede als de plaatjesgeleiders, hetgeen stijfheid verleent aan het geheel.

De randen van de plaat 4, die symmetrisch zijn ten opzichte van de symmetrie-langsas, vertonen een "Z"-vorm met het oog op de invoering daarvan in de hiertoe in het profiel 7 aangebrachte groef, teneinde in de inrichtingsframes gemonteerd te kunnen worden.

Ook bevinden zich op de randen van de plaat 4, welke randen, zoals eerder hierboven vermeld is, symmetrisch zijn ten opzichte van de symmetrie-langsas, een bepaald aantal uitstulpingen 5, die op uniforme wijze verdeeld zijn en waarvan het doel is om de randen 4 van de plaat voor geleiding van plaatjes aan te passen aan de groef van het profiel 7, teneinde de verplaatsing daarvan en trillingen te vermijden wanneer de inrichting in werking is. De symmetrie ten opzichte van de langsas van de in de geleidingsplaat aangebrachte openingen maakt het mogelijk deze laatste zowel te gebruiken voor het geleiden van het benedengedeelte van de printplaatjes als voor geleiding van het bovengedeelte daarvan.

De materialen, de vorm, de afmetingen en de plaatsing van de onderdelen zijn onderhevig aan variatie, voor zover dit niet een wijziging van het wezen van de uitvinding met zich mee brengt.

Claims (6)

1. Plaat voor geleiding van plaatjes, van het soort dat gevormd is uit een rechthoekig blad materiaal met een geringe dikte, gekenmerkt doordat deze voorzien is in een aantal recht-hoekig-trapeziumvormige openingen, die in twee rijen geplaatst zijn die symmetrisch zijn ten opzichte van de langsas, waarbij een reeks kanalen of groeven (1 >, die de geleiders voor de plaatjes vormen, en een groef (3), die dient als versterking van de geleiders, voorzien zijn.

2. Plaat voor geleiding van plaatjes volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de groeven van de plaatjes-gelei-ders (1) een trapeziumvormige doorsnede bezitten, door welke de printplaatjes glijden, waarbij de monding of ingang daarvan een zodanige vorm heeft, dat het glijden van het voorste deel van het printplaatje vergemakkelijkt wordt onder het drijven daarvan naar de passende stand voor invoering in de plaatjes-geleiders.

3. Plaat voor geleiding van plaatjes volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat de plaat voorzien is van een reeks perforaties die het grootste deel van het oppervlak van de plaat bezetten, waarbij de perforaties een ventilatiesysteem vormen voor de geïnstalleerde printplaatjes.

4. Plaat voor geleiding van plaatjes volgens conclusie 1, 2 of 3, gekenmerkt doordat de plaatje-geleiders symmetrisch gelegen zijn ten opzichte van de langsas, waardoor deze zowel gebruikt kan worden als geleider voor zowel het bovengedeelte van de printplaatjes als het benedengedeelte daarvan.

5. Plaat voor geleiding van plaatjes volgens een der conclusies 1-4, gekenmerkt doordat de randen van de plaat, die symmetrisch zijn ten opzichte van de langsas, de vorm hebben van een "Z", waardoor de installatie van de plaat in profielen mogelijk is.

6. Plaat voor geleiding van plaatjes volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de twee randen, die de vorm van een "Z" bezitten, voorzien zijn van een geschikt aantal verdikkingen of uitstulpingen, die de invoering van de ge-leidingsplaat in de groef van het profiel vergemakkelijken, waarin hij met een lichte druk geïnstalleerd wordt.