NL8902997A

NL8902997A - Kleurenbeeldbuis.

Info

Publication number: NL8902997A
Application number: NL8902997A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1989-12-06
Filing date: 1989-12-06
Publication date: 1991-07-01
Also published as: DE69020117D1; EP0431693B1; US5103132A; DE69020117T2; JPH04101328A; ATE123904T1; EP0431693A1

Description

De uitvinding heeft betrekking op een kleurenbeeldbuis omvattende een omhulling met een nagenoeg rechthoekig beeldvenster, een nagenoeg rechthoekig schaduwmasker voorzien van een groot aantal openingen en een rok, een nagenoeg rechthoekig draagraam waaraan de rok van het schaduwmasker is bevestigd en bevestigingselementen aan het draagraam.

Een dergelijke kleurenbeeldbuis is bekend uit de Britse octrooiaanvrage GB-A-2097996. Het weergeven van een beeld geschiedt in zulk een kleurenbeeldbuis in het algemeen doordat een in de omhulling opgewekte elektronenbundel over een op de binnenzijde van het beeldvenster aangebracht luminescerend beeldscherm wordt afgebogen, waarbij de elektronenbundel het schaduwmasker passeert.

In de praktijk blijkt dat het schaduwmasker ten gevolge van trillingen en schokken ongewenste bewegingen kan uitvoeren (microfonie-gevoeligheid). Deze bewegingen kunnen de kwaliteit van een weer te geven beeld nadelig beïnvloeden.

Het is onder meer een doel van de uitvinding een kleurenbeeldbuis te verschaffen waarbij het schaduwmasker minder microfonie-gevoelig is en de beeldkwaliteit verbeterd wordt.

Een kleurenbeeldbuis van de in de aanhef genoemde soort heeft daartoe volgens de uitvinding het kenmerk, dat ten minste één zijde van het draagraam in een richting langs de zijde gezien in dwarsdoorsnede een gedeelte heeft dat aan een bevestigingselement bevestigd is en een gedeelte heeft dat vrij van het bevestigingselement ligt tegen welk vrij liggend gedeelte een deel van de rok van het schaduwmasker aanligt.

Doordat nu een gedeelte van het draagraam vrij van het bevestigingselement ligt, kan dit gedeelte tijdens het optreden van trillingen een, van de beweging van het aan het bevestigingselement bevestigde gedeelte, afwijkende beweging uitvoeren. Wanneer het deel van de rok tegen het vrij liggende gedeelte van de zijde van het draagraam aanligt, dat wil zeggen de genoemde gedeeltes zijn niet aan elkaar bevestigd, dan kan de rok over het vrij liggende gedeelte schuiven, waardoor er een wrijving ontstaat. Als gevolg van deze wrijving werkt het draagraam als een trillingsdemper tussen bevestigingselement en schaduwmasker. Het schaduwmasker is hierdoor in voldoende mate ongevoelig voor trillingen.

Een voorkeursvorm van een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding waarbij het schaduwmasker in de hoeken van het beeldvenster is bevestigd, wordt gekenmerkt doordat elk van de uiteinden van twee tegenover elkaar gelegen korte zijden van het draagraam in een richting langs de zijde gezien in de dwarsdoorsnede een gedeelte heeft dat aan het betreffende bevestigingselement bevestigd is en een gedeelte heeft dat vrij van het bevestigingselement ligt tegen welk vrij liggend gedeelte een deel van de rok van het schaduwmasker aanligt. Zelfs wanneer de kleurenbuis in een omgeving gebruikt wordt waarin naar verhouding veel trillingen en schokken optreden, blijkt hierdoor in de praktijk een gewenste trillingsdemping te worden bereikt.

Een verdere voorkeursvorm van een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding waarin op eenvoudige wijze een trillingsdemping wordt verkregen wordt gekenmerkt, doordat ten minste een uiteinde van één van de genoemde zijden van het draagraam trapvormig geprofileerd is. Door de trapvormige profilering kan het vrijliggende gedeelte van het draagraam het bevestigingselement althans gedeeltelijk omgeven waardoor de gehele constructie compact kan worden uitgevoerd.

Een verdere voorkeursvorm van een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat elk van de uiteinden van twee tegenover elkaar gelegen korte zijden van het draagraam in een richting langs de korte zijde gezien in dwarsdoorsnede een gedeelte heeft dat aan het desbetreffende bevestigingselement bevestigd is en een gedeelte heeft dat vrij van het bevestigingselement ligt tegen welk vrij liggend gedeelte een deel van de rok van het schaduwmasker aanligt en dat elk van de uiteinden van de twee tegenover elkaar gelegen lange zijden van het draagraam in een richting langs de lange zijde gezien in dwarsdoorsnede een gedeelte heeft dat aan het desbetreffende bevestigingselement bevestigd is en een gedeelte heeft dat vrij van het bevestigingselement ligt waaraan een deel van de rok van het schaduwmasker bevestigd is. Deze konstruktie in samenhang met de onderlinge bevestiging van draagraam, bevestigingselementen en schaduwmasker blijkt uitermate geschikt voor het dempen van trillingen in het schaduwmasker onder behoud van een mechanisch stabiele verbinding tussen het schaduwmasker en het draagraam.

De uitvinding zal bij wijze van voorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont:

Figuur 1 schematisch in langsdoorsnede een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding;

Figuur 2 schematisch in aanzicht een aan een draagraam bevestigd schaduwmasker;

Figuur 3 schematisch in doorsnede een deel van een uitvoeringsvorm van een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding;

Figuur 4 schematisch in doorsnede een deel van een alternatieve uitvoeringsvorm van een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding; en

Figuur 5 schematisch in perspectief een gedeelte van een schaduwmasker bevestigd aan een draagraam in een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding.

De in Figuur 1 volgens een langsdoorsnede schematisch weergegeven kleurenbeeldbuis bevat een omhulling met een nagenoeg rechthoekig beeldvenster 1, een konusvormig omhullingsdeel 2 en een halsgedeelte 3. In het halsgedeelte 3 bevindt zich een elektrodensysteem 4 voor het opwekken van bijvoorbeeld drie elektronenbundels 5, 6 en 7.

De elektronenbundels worden opgewekt in één vlak (hier het vlak vantekening), en zijn gericht op een inwendig op het beeldvenster 1 aangebracht luminescerend beeldscherm 8, bijvoorbeeld bestaande uit een groot aantal in rood, groen en blauw luminescerende fosforelementen. Op hun weg naar het beeldscherm 8 worden de elektronenbundels 5, 6 en 7 met behulp van een aantal coaxiaal om de lengte-as 34 van de kleurenbeeldbuis geplaatste afbuigspoelen 9 over het beeldscherm 8 afgebogen en passeren daarbij een schaduwmasker 10 omvattende een dun metalen plaat met een groot aantal openingen 11 en een omgebogen rand 20 (de rok van het schaduwmasker). De drie elektronenbundels 5, 6 en 7 passeren de openingen 11 onder een kleine hoek met elkaar en treffen dientengevolge elk slechts fosforelementen van één kleur. Het schaduwmasker 10 is aan een draagraam 13 bevestigd en met behulp van ophangelementen 14 aan pennen 15 in het beeldvenster 1 opgehangen.

Het draagraam 13 bestaat bijvoorbeeld uit vier dunwandige afzonderlijke delen 16, 17, 18 en 19, die door middel van bevestigingselementen, in dit geval hoekelementen 12 aan elkaar bevestigd zijn, zoals in Figuur 2 schematisch wordt weergegeven. Elk deel 16, 17, 18 en 19 is aan zijn uiteinde aan een hoekelement bevestigd, bijvoorbeeld door middel van puntlassen 30. Hierdoor ontstaat een mechanisch stabiel draagraam 13. De rok 20 van het schaduwmasker 10 is aan de afzonderlijke delen bevestigd bijvoorbeeld door middel van puntlassen. Om uitzettingsverschillen tussen het schaduwmasker 10 en het draagraam 13 te voorkomen, zijn deze in dit geval vervaardigd van hetzelfde materiaal en van een gelijke dikte. De delen 16 en 18 zijn in dit geval korter dan de delen 17 en 19. Aan elk hoekelement 12 is een ophangelement 14, in de beschreven uitvoeringsvorm een verend element, bevestigd. De uitvinding is echter niet tot deze ophanging van het schaduwmasker in de hoeken van het beeldvenster beperkt, maar is bijvoorbeeld ook van toepassing op een ophanging in de middens van de zijden van het beeldvenster. Daarnaast is het in een andere uitvoeringsvorm van een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding ook mogelijk dat het draagraam uit een geheel vervaardigd is.

Figuur 3 toont schematisch een doorsnede van een deel van een uitvoeringsvorm van een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding, volgens de lijn III-III van figuur 2.

Eén uiteinde van de in dit geval platte, korte zijde 18 van het draagraam ligt in een richting langs de zijde gezien in dwarsdoorsnede gedeeltelijk tegen het hoekelement 12 aan en is hieraan bevestigd door de puntlas 30. Tegen het uitstekende vrij van het hoekelement 12 liggend gedeelte 22 ligt een deel van de rok 20 van het schaduwmasker 10 aan. Bij het optreden van trillingen kan het vrijliggend gedeelte 22 een beweging uitvoeren die afwijkt van die van het hoekelement 12. Het gedeelte van de rok 20 dat tegen het vrijliggend gedeelte 22 aanligt, kan dan over dit vrijliggend gedeelte heenschuiven.

Door deze wrijving ontstaat een demping van eventuele trillingen in het schaduwmasker 10, doordat het draagraam als trillingsdemper functioneert.

Wanneer tijdens het weergeven van een beeld trillingen en schokken optreden, dan kan het schaduwmasker ongewenste bewegingen uitvoeren die de openingen in het schaduwmasker ongewenst verplaatsen ten opzichte van de fosforelementen van het beeldscherm. Door deze ongewenste verplaatsingen van de openingen kunnen onder meer bij het weergeven van een beeld kleurfouten ontstaan.

Doordat nu volgens de uitvinding de constructie en bevestiging in samenhang met de onderlinge bevestiging van het draagraam aan het hoekelement zodanig is dat het draagraam als trillingsdemper functioneert, wordt het optreden van trillingen en schokken in het schaduwmasker althans grotendeels voorkomen. Zelfs in een omgeving waarin veel trillingen en schokken optreden, blijkt een goede trillingsdemping met name te worden bereikt, wanneer beide uiteinden van de twee tegenover elkaar gelegen korte zijden 16 en 18 van het draagraam op analoge wijze aan de hoekelementen zijn bevestigd en een gedeelte van de rok 20 van het schaduwmasker 10 tegen de vrijliggende gedeeltes van het draagraam aanliggen.

Figuur 4 toont schematisch in doorsnede een deel van een alternatieve uitvoeringsvorm van een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding. De zijde 18 van het draagraam is in dit geval voorzien van een trapvormige profilering. Het uiteinde van de lange zijde 19 is op analoge wijze geprofileerd. In deze uitvoeringsvorm is het mogelijk dat het vrijliggende gedeelte 22 het hoekelement 12 althans gedeeltelijk omgeeft. Het samenstel van draagraam en schaduwmasker kan hierdoor compacter worden uitgevoerd, waardoor onder andere de hanteerbaarheid van het samenstel tijdens de vervaardiging van de kleurenbeeldbuis verbeterd wordt.

Figuur 5 toont schematisch in perspectief een gedeelte van een schaduwmasker 10 bevestigd aan een draagraam 13 in een kleurenbeeldbuis volgens de uitvinding. Zowel de twee korte zijden 16 en 18 als de twee lange zijden (waarvan alleen zijde 19 is weergegeven) van het draagraam 13 hebben een trapvormig profiel. De rok 20 van het schaduwmasker 10 ligt tegen het vrij van de hoekelementen liggend gedeelte van de uiteinden van de korte zijden 16 en 18 aan. De rok 20 van het schaduwmasker 10 is aan het vrij van de hoekelementen 12 liggende gedeelte van de uiteinden van de lange zijden bevestigd, bijvoorbeeld door middel van puntlassen 23. In het midden van zowel de lange als de korte zijden is de rok 20 door middel van puntlassen 24 aan deze zijden bevestigd. Deze konstruktie in samenhang met de onderlinge bevestiging van draagraam, hoekelementen en schaduwmasker blijkt uitermate geschikt voor de demping van trillingen in het schaduwmasker onder behoud van een mechanisch stabiele verbinding tussen de delen onderling.

Claims

1. Kleurenbeeldbuis omvattende een omhulling met een nagenoeg rechthoekig beeldvenster, een nagenoeg rechthoekig schaduwmasker voorzien van een groot aantal openingen en een rok, een nagenoeg rechthoekig draagraam waaraan de rok van het schaduwmasker is bevestigd en bevestigingselementen bevestigd aan het draagraam, met het kenmerk, dat ten minste één zijde van het draagraam in een richting langs de zijde gezien in dwarsdoorsnede een gedeelte heeft dat aan een bevestigingselement bevestigd is en een gedeelte heeft dat vrij van het bevestigingselement ligt tegen welk vrij liggend gedeelte een deel van de rok van het schaduwmasker aanligt.

2. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 1, waarbij het schaduwmasker in de hoeken van het beeldvenster is bevestigd, met het kenmerk, dat elk van de uiteinden van twee tegenover elkaar gelegen korte zijden van het draagraam in een richting langs de zijde gezien in dwarsdoorsnede een gedeelte heeft dat aan het desbetreffende bevestigingselement bevestigd is en een gedeelte heeft dat vrij van het bevestigingselement ligt tegen welk vrij liggend gedeelte een deel van de rok van het schaduwmasker aanligt.

3. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat ten minste een uiteinde van één van de genoemde zijden van het draagraam trapvormig geprofileerd is.

4. Kleurenbeeldbuis volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat elk van de uiteinden van twee tegenover elkaar gelegen korte zijden van het draagraam in een richting langs de korte zijde gezien in dwarsdoorsnede een gedeelte heeft dat aan het desbetreffende bevestigingselement bevestigd is en een gedeelte heeft dat vrij van het bevestigingselement ligt tegen welk vrij liggend gedeelte een deel van de rok van het schaduwmasker aanligt en dat elk van de uiteinden van de twee tegenover elkaar gelegen lange zijden van het draagraam in een richting langs de lange zijde gezien in dwarsdoorsnede een gedeelte heeft dat aan het desbetreffende bevestigingselement bevestigd is en een gedeelte heeft dat vrij van het bevestigingselement ligt waaraan een deel van de rok van het schaduwmasker bevestigd is.