NL8902937A - Opslaginrichting. - Google Patents

Description

Opslaginrichting.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een opslaginrichting voor dunne vlakke voorwerpen, zoals compact discs, omvattende een stationair magazijn met langs de buitenomtrek in hoofdzaak zich loodrecht daarop naar het hart daarvan uitstrekkende opslagruimten, voorzien van middelen voor het vasthouden van die voorwerpen, aan tenminste een zijde begrensd door een tenminste gedeeltelijk draaibare wand.

Een dergelijke opslaginrichting is bekend uit EP-A-0 263 496. Daaruit is een magazijn van een afspeelinrichting bekend waarbij de compact discs op cirkelvormige wijze aangebracht zijn. Tegenoverliggende compact discs hebben een zodanige afstand, dat daartussen een transportinrichting kan bewegen. Deze transportinrichting omvat een cilindervormig lichaam waarin de compact discs ingébracht resp. uitgeschoven kunnen worden. Door het draaien van dit transportlichaam kan dit voor de betreffende compact disc gebracht worden en deze kan daarin opgenomen worden en verder getransporteerd worden naar de afspeelinrichting. Een dergelijk magazijn is zeer gecompliceerd, kostbaar te vervaardigen en is alleen goed te gebruiken in combinatie met een volledig geautomatiseerd afspeelstelsel. Een dergelijke inrichting is praktisch niet toepasbaar voor het uitsluitend opslaan van compact discs.

Het doel van de onderhavige aanvrage is in een opslaginrichting voor voorwerpen te voorzien, die veel eenvoudiger verwezenlijkt, kan worden en daarom eveneens uitsluitend als magazijn op de markt gebracht kan worden.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven opslaginrichting verwezenlijkt doordat de tenminste gedeeltelijk draaibare wand een opening omvat, in lijn te brengen met de opslagruimten voor het inbrengen en verwijderen van die voorwerpen en dat met de draaibare wand verbonden zijn uitneemmiddelen aangrijpend op de zijde van de voorwerpen tegenover de zijde daarvan grenzend aan die opening.

In tegenstelling tot de stand der techniek wordt de compact disc thans niet naar het hart van het magazijn toe uitgenomen, maar wordt loodrecht op dit vlak bewogen. Een dergelijke inrichting is bijzonder eenvoudig te vervaardigen omdat slechts een stationair magazijn nodig is met slechts een buitenwand voorzien van een opening, die in verschillende posities gebracht kan worden om de verschillende voorwerpen vrij te geven. Daarbij kan de opening zo groot zijn, dat het mogelijk is de vingers daarin in te brengen om de voorwerpen aan te kunnen grijpen. Dit heeft echter als nadeel, dat daardoor stof en dergelijke in het magazijn binnen kunnen treden. Daarom wordt volgens een verdere uitvoering erin voorzien, dat uitneemmiddelen aanwezig zijn, die omvatten een met de draaibare wand verbonden stangenstelsel, waarvan het aangrijpeinde tegenover de opening van de draaibare wand te brengen is. Hierdoor kan met een opening volstaan worden, die overeenkomt met de afmeting van het voorwerp, dat opgeslagen moet worden. Indien dit voorwerp naar buiten gebracht moet worden, kan door het bedienen van de uitneemmiddelen dit zover gedeeltelijk naar buiten gebracht worden, dat het verder met de hand aan te grijpen is.

Om de uitneemmiddelen te bedienen voor het naar buiten brengen van de voorwerpen, kunnen deze aangebracht zijn bij de draaibare wand. Daarmee is het mogelijk om zowel de draaibare wand als de uitneemmiddelen met een hand te bedienen.

Om te voorkomen, dat in de ruimte tussen twee voorwerpen de uitneemmiddelen aangrijpen, zijn bij een voorkeursuitvoering van de uitvinding indexeermiddelen aanwezig, die bediening van de uitneemmiddelen slechts in bepaalde discrete posities mogelijk maken.

Voor het vergemakkelijken van de nauwkeurige plaatsing van de opening en om in staat te zijn direkt het juiste voorwerp uit te nemen, zijn bij een voorkeursuitvoering aanwijsmiddelen aanwezig voor het bepalen van de positie van de draaibare wand ten opzichte van het overige van de inrichting.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering omvatten de opslagruimten een zich langs de buitenomtrek van de opslaginrichting uitstrekkend van tanden voorzien deel en een daaraan coaxiaal deel, dat daarbinnen ligt en eenzelfde aantal tanden omvat. Dergelijke tanden kunnen bijzonder eenvoudig van bandmateriaal vervaardigd worden. Een dergelijk bandmateriaal wordt voor allerlei aandrijfriemen in grote hoeveelheden vervaardigd.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 een perspectivisch buitenaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding en

Fig. 2 een zijaanzicht in doorsnede van de in fig. 1 af geheelde inrichting.

De opslaginrichting volgens de uitvinding is in fig. 1 afgebeeld en is in het geheel met 1 aangegeven. Deze omvat een kastvormig lichaam 2 voorzien van een zij-bovenwand 3. een niet-afgeheelde achter- en benedenwend en een voorwand 5· In de voorwand 5 is een draaibaar wand- deel 6 aangebracht, dat voorzien is van een spieetvormige opening 7 alsmede een verdieping 8 waarover zich een brug 9 uitstrekt. Wanddeel 6 is verdraaibaar ten opzichte van voorwand 5 door het aangrijpen van brugdeel 9 met de vingers. Zoals afgeheeld, is eveneens een numerieke aanduiding 10 aanwezig. Via niet-afgeheelde overbrengmiddelen wordt de positie van het draaibare wanddeel 6 weergegeven met de aanwijsmiddelen 10. Het is mogelijk deze overbrenging zowel mechanisch als elektrisch uit te voeren.

In fig. 2 is de inrichting volgens fig. 1 in zijaanzicht afge-beeld. Daarbij is eveneens de achterwand 11 weergegeven. Het blijkt, dat met de achterwand 11 verbonden een concentrische ring 12 aanwezig is. Verbinding vindt plaats door middel van een plaat 13 voorzien van perforaties 14. Wand 12 en 13 begrenzen ruimten voor het opslaan van voorwerpen, zoals compact discs 15· Deze worden op hun plaats gehouden doordat langs de binnenzijde van boven-zijwand 3 een vertanding 16 aangebracht is. Op wand 12 is een vertanding 17 aangebracht. Daarbij is de steek van de verschillende vertandingen zodanig, dat een gelijk aantal sleuven begrensd wordt voor het opnemen van de compact disc 15· Een dergelijke vertanding kan bijvoorbeeld verwezenlijkt worden door het aanbrengen van een bandmateriaal voorzien van tanden.

Uit fig. 2 blijkt eveneens, dat verzonken deel 8, waarin brugdeel 9 aangebracht is, naar buiten te brengen is ten opzichte van het draaibare wanddeel 6. In de niet-gebruiksstand wordt dit verzonken deel 8 echter naar binnen bewogen door een niet-af geheelde veer. Met deel 8 is een bus 18 verbonden voorzien van een stangenstelsel 19, 20. Door het naar buiten bewegen van deel 8 zal deel 20 in fig. 2 naar links bewegen. Indien deel 20 zich voor een opening 14 bevindt, kan dit in de opslagruimte voor compact discs binnentreden waardoor compact disc 15 in fig. 2 naar links bewogen wordt en uit opening 17 bewogen kan worden. Hiermee is het op bijzonder eenvoudige wijze mogelijk compact discs uit de opslaginrichting te verwijderen. Inbrengen kan eenvoudig door het naar binnen duwen plaatsvinden. Om te voorkomen, dat op stang 20 een ongeoorloofd grote kracht uitgeoefend wordt doordat deze zich niet voor een opening bevindt, kan bus 18 van niet nader afgeheelde vertanding voorzien zijn, die aangrijpt in een overeenkomstige vertanding aangebracht in het vaststaande deel van de opslaginrichting, zodat naar het buiten bewegen van verzonken deel 8 slechts in discrete posities mogelijk is.

Hoewel de uitviding hierboven aan de hand van een uitvoeringsvoor-beeld beschreven is, moet begrepen worden, dat daaraan talrijke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder buiten het bereik van de onder- havige aanvrage te geraken.

Claims (7)

1. Opslaginrichting voor dunne vlakke voorwerpen, zoals compact discs, omvattende een stationair magazijn met langs de buitenomtrek in hoofdzaak zich loodrecht daarop naar het hart daarvan uitstrekkende opslagruimten, voorzien van middelen voor het vasthouden van die voorwerpen, aan tenminste een zijde begrensd door een tenminste gedeeltelijk draaibare wand, met het kenmerk, dat de tenminste gedeeltelijk draaibare wand een opening omvat, in lijn te brengen met de opslagruimten voor het inbrengen en verwijderen van die voorwerpen en dat met de draaibare wand verbonden zijn uitneemmiddelen aangrijpend op de zijde van de voorwerpen tegenover de zijde daarvan grenzend aan die opening.

2. Opslaginrichting volgens conclusie 1, waarbij de uitneemmiddelen een met de draaibare wand verbonden stangenstelsel omvatten, waarvan het aangrijpeinde tegenover de opening van de draaibare wand te brengen is.

3. Opslaginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de draaibare wand voorzien is van bedieningsmiddelen voor het in de zin van naar buiten bewegen bedienen van de uitneemmiddelen.

4. Opslaginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, voorzien van indexeermiddelen, die het aangrijpen van de uitneemmiddelen op de voorwerpen slechts in discrete posities mogelijk maken.

5. Opslaginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij aanwijsmiddelen aanwezig zijn voor het bepalen van de positie van de draaibare wand ten opzichte van het overige van de inrichting.

6. Opslaginrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de opslagruimten omvatten een zich langs de buitenomtrek van de opslaginrichting uitstrekkend van tanden voorzien deel en een daaraan coaxiaal deel, dat daarbinnen ligt en eenzelfde aantal tanden omvat.

7* Opslaginrichting volgens conclusie 6, waarbij de tanden door bandmateriaal verwezenlijkt zijn.