NL8602794A - Verpakking voor een optisch uitleesbare plaat. - Google Patents

Verpakking voor een optisch uitleesbare plaat. Download PDF

Info

Publication number
NL8602794A
NL8602794A NL8602794A NL8602794A NL8602794A NL 8602794 A NL8602794 A NL 8602794A NL 8602794 A NL8602794 A NL 8602794A NL 8602794 A NL8602794 A NL 8602794A NL 8602794 A NL8602794 A NL 8602794A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
lid
cover
plate
packaging
Prior art date
Application number
NL8602794A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8602794A priority Critical patent/NL8602794A/nl
Priority to SU874203649A priority patent/SU1575932A3/ru
Priority to EP87202120A priority patent/EP0269159A1/en
Priority to KR870012348A priority patent/KR880006693A/ko
Priority to JP62278408A priority patent/JPS63138988A/ja
Publication of NL8602794A publication Critical patent/NL8602794A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/03Containers for flat record carriers
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B33/00Constructional parts, details or accessories not provided for in the other groups of this subclass
    • G11B33/02Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon
    • G11B33/04Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon modified to store record carriers
    • G11B33/0405Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon modified to store record carriers for storing discs
    • G11B33/0411Single disc boxes
    • G11B33/0422Single disc boxes for discs without cartridge
    • G11B33/0427Single disc boxes for discs without cartridge comprising centre hole locking means

Description

•i PHN 11.932 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken^te Eindhoven "Verpakking voor een optisch uitleesbare plaat."
De uitvinding betreft een verpakking voor een optisch uitleesbare plaat en omvat een, althans ruwweg, vlakke drager die aan één van zijn zijden is voorzien van vasthoudmiddelen voor het makkelijk losneembaar aanbrengen van de plaat op en evenwijdig aan de drager, alsmede een deksel aan één zijde van de drager, welk deksel in een ge- 5 sloten stand de van de drager afgekeerde vlakke zijde van de plaat afdekt.
Een verpakking van deze soort is bijvoorbeeld bekend uit de .
Europese octrooiaanvrage 0.086.484 (PHD 82/475) en wordt, in enigszins gemodificeerde vorm, op zeer grote schaal toegepast voor de verpakking van optische audioplaten, de zogenaamde Compact-Disc of CD-platen. De verpakking bestaat uit een vlakke kunststof doos, omvattende een bodem en een scharnierbaar aan één zijde daaraan bevestigd deksel. In de bodem van de doos is een vlakke drager voor de CD-plaat als een apart kunststof onderdeel ondergebracht dat is voorzien van vasthoudmiddelen lh voor de CD-plaat in de vorm van een aantal in een kring opgestelde verende organen die de CD-plaat ter plaatse van de centrale opening vastklemmen. De bodem en de deksel van de doos zijn van transparante kunststof vervaardigd. De doos en de drager zijn voor alle CD-platen gelijk, 20 de doos wordt evenwel afhankelijk van de op de CD-plaat aangebrachte muziek voorzien van een bedrukte inleg die door de plastic delen van de doos heen van buiten af zichtbaar is. De uiterlijke indruk van de verpakking is aldus, niettegenstaande de toepassing van standaardonderdelen voor alle CD-platen, sterk verschillend, zoals ook reeds gebruike-25 lijk was bij de bedrukte hoezen van de bekende grammofoonplaten.
De CD-plaat heeft een diameter van ongeveer 12 cm. Het is gebleken dat voor platen met een grotere diameter de bekende verpakking niet geschikt is. Optische videoplaten, zogenaamde Laser-Vision platen of LV-platen bezitten een diameter van 20 of 30 cm. Het vergroten van 30 de bekende verpakking voor CD-platen tot zodanige afmetingen dat deze geschikt zou zijn voor het onderbrengen van een LV-plaat leidt tot grote problemen bij de scharnierconstructie waar de deksel verbonden is 8602794 ΡΗΝ 11.932 2 'η met de bodem. De wanddiktes van de deksel en de bodem dienen, met het oog op de gewenste stijfheid van de verpakking, zodanig te worden vergroot dat de verpakking een ongewenst grote massa verkrijgt. Een ander punt is dat, waar het bij de verpakking van CD-platen nog mogelijk is 5 de bodem met de ene hand vast te houden en de deksel met de andere hand te openen en vervolgens de verpakking in de ene hand houdend de CD-plaat met de andere hand uit de verpakking te nemen, deze manier van het openen van de verpakking en het uitnemen van de plaat in het geval van LV-platen niet langer mogelijk is. De verpakking is zo groot dat 10 het welhaast noodzakelijk is om deze op een ondergrond te plaatsen alvorens het deksel te openen. De LV-plaat kan dan worden verwijderd uit de op de ondergrond rustende verpakking.
De uitvinding beoogt een verpakking voor een optisch uit-leesbare plaat te verschaffen die met de verpakking van de CD-plaat ge-15 meen heeft dat een standaardverpakking voor verschillende platen gebruikt kan worden maar die geschikt is voor grotere platen dan de CD-plaat, zonder dat daardoor de massa van de verpakking onevenredig groot wordt en welke verpakking bovendien zonder ondersteuning door een ondergrond gemakkelijk door een gebruiker is te openen en te sluiten.
20 De uitvinding heeft daartoe tot kenmerk, dat de deksel ten behoeve van het uit de verpakking nemen van de plaat in zijn geheel van de drager makkelijk afneembaar is en dat de deksel en de drager met elkaar verenigbaar zijn door een schuifbeweging en voorzien zijn van middelen ten behoeve van de vereniging die, met ondersnijding, met elkaar samenwer-25 ken over een schuifslag die kleiner is dan de helft van de afmeting van de deksel gemeten in de schuifrichting.
De maatregelen van de uitvinding doen de nieuwe verpakking aanmerkelijk verschillen van de bekende verpakking van CD-platen. In de eerste plaats bestaat de verpakking volgens de uitvinding uit twee los-30 se delen. In plaats dat de gebruiker een bodem en een daaraan scharnierend bevestigd deksel van ongeveer dezelfde grootte als één samenhangend geheel moet hanteren, behoeft de verbruiker bij de verpakking volgens de uitvinding slechts de deksel met de ene hand en de drager mét de plaat met de andere hand te hanteren. Na het wegleggen van de 35 deksel kan met de dan vrije hand de plaat van de drager worden genomen. Het verwijderen van het deksel van de verpakking volgens de uitvinding gebeurt bovendien op een geheel andere en bovendien prettiger wijze als het openen van een groot scharnierend deksel. Aangezien de 8602794 0 PHN 11.932 3 deksel en de drager bij de verpakking volgens de uitvinding slechts over een schuifslag die - indien gewenst aanmerkelijk - kleiner is dan de helft van de afmeting van de deksel gemeten in de schuifrichting, behoeft slechts een kleine schuifbeweging te worden gemaakt om de dek-5 sel van de drager te kunnen verwijderen. Bij een LV-plaat met een diameter van 20 cm behoeft bijvoorbeeld de schuifslag slechts 10 mm. te bedragen. Het verwijderen van de deksel komt dus neer op het maken van een kleine schuifbeweging van 10 mm., waarna de deksel op elke gewenste wijze, dat wil zeggen kantelend of translerend of door een beweging die een combinatie is van beide, van de drager kan worden afgenomen om te worden neergelegd. Een belangrijk voordeel van de uitvinding is voorts, dat de deksel bij de verpakking volgens de uitvinding veel dunner kan worden uitgevoerd dan de deksel van een op schaal vergrote CD-platen verpakking. Dit komt omdat de deksel een los onderdeel is en dus niet 15 de constructieve eigenschappen behoeft te bezitten van een scharnierend aan één zijde met de bodem verbonden onderdeel. Vooral problematisch bij een dergelijk onderdeel is de stijfheid die het scharnierende deksel dient te bezitten tegen torderende vervormingen om een as loodrecht op de scharnieras en gelegen in het vlak van de deksel. De deksel van de verpakking volgens de uitvinding is niet aan torsievervorming onderworpen en behoeft dus niet ontworpen te worden om deze te kunnen weerstaan .
Ter vergemakkeling van het hanteren van de verpakking vol-gens de uitvinding is een uitvoeringsvorm van interesse die tot kenmerk heeft, dat de drager is voorzien van een niet door de deksel afgedekte greep aan één der zijranden voor het met de ene hand vasthouden van de drager terwijl met de andere hand de deksel of de plaat wordt aangebracht of verwijderd. Hierdoor wordt de hantering van de verpakking 20 zeer vereenvoudigd, terwijl de aanwezigheid van de greep ook nog het grote voordeel heeft stevig tussen de duim en de vingers van een hand te kunnen worden vastgegrepen, zodat op optimale wijze gewaarborgd is dat niet tijdens de manipulatie van de verpakking de drager met de plaat uit de hand van de gebruiker kan vallen.
35 De toepassing van een volgende uitvoeringsvorm van de uit vinding heeft tot voordeel dat ook de deksel nabij een zijrand stevig tussen duim en vingers kan worden gevat. Deze uitvoeringsvorm heeft tot kenmerk dat de deksel omvat: een in hoofdzaak vlak afdekgedeelte dat in 8602794 * * PHN 11.932 1| de aangebrachte toestand de drager grotendeels afdekt en een op de drager aangebrachte plaat in zijn geheel afdekt, een achterwand loodrecht op het afdekgedeelte, alsmede een met de achterwand verbonden onderwand die zich evenwijdig aan het afdekgedeelte uitstrekt en met een afme- 5 ting, gemeten loodrecht op de achterwand, die kleiner is dan die van het afdekgedeelte. De aanwezigheid van de achterwand en de onderwand hebben ook het voordeel dat deze bijdragen tot de stijfheid van de deksel. Bij voorkeur wordt deze uitvoeringsvorm nog zo uitgevoerd, dat de onderwand is verbonden met het afdekgedeelte door middel van zijwanden, 10 zodat onderwand, zijwanden, achterwand en het zich ter plaatse bevindende deel van het afdekgedeelte tezamen een hulsvormig gedeelte van de. deksel vormen dat stevig met een hand kan worden vastgepakt. Hierdoor heeft de deksel aan de zijkant waar deze kan worden vastgepakt een stevige doosvormige constructie zonder dat grote materiaaldiktes nodig 15 zijn.
Een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft tot kenmerk, dat de greep van de drager zich bevindt aan een eerste zich dwars op de schuifrichting van de deksel uitstrekkende zijde van de drager, dat zich tegenover de eerste zijde van de drager een tweede 20 zijde bevindt die, bij aangebracht deksel, m het hulsvormige gedeelte van de deksel steekt, dat de breedteafmeting van de deksel, gemeten dwars op de schuifrichting, geringer is dan die van de drager, dat de drager een bodem alsmede, aan weerszijden van de bodem, loodrecht daarop staande en zich evenwijdig aan de schuifrichting uitstrekkende zij-25 wanden bezit, dat de zijwanden van de drager de zijranden van het afdekgedeelte van een aangebracht deksel alsmede de zijwanden van het hulsvormige gedeelte afdekken, dat de bodem van de drager naar de tweede zijde open gleuven bezit waarin de zijwanden van het hulsvormige deel van een aangebracht deksel passen en dat drager en aangebracht 30 deksel tezamen een geheel vormen dat althans bij benadering de vorm heeft van een geheel gesloten, vlakke rechthoekige doos. Deze uitvoeringsvorm bezit een aantal belangrijke voordelen. Uiterlijk kan de verpakking een strakke, gesloten, fraaie vorm bezitten. De deksel kan dun uitgevoerd worden aangezien deze aan de zijwanden wordt beschermd 35 door delen van de drager. Aan de zijde van het hulsvormige gedeelte van de deksel wordt deze op de drager geborgd door het erin stekende deel van de drager, zodat slechts nabij de tegenoverliggende zijde van de 8602794 PHN 11.932 5 * deksel verdere middelen nodig zijn voor het in schuifriehting verbinden van de deksel met de drager.
Met voordeel wordt een uitvoeringsvorm gebruikt met het kenmerk, dat de delen van de zijwanden van de drager die direct aan de ge-5 noemde open gleuven grenzen in hoofdzaak de vorm van een verende strip bezitten met een vrij uiteinde aan de tweede zijde van de drager en een vast met de drager verbonden tweede uiteinde en dat de verende strippen en de bij gesloten deksel daarnaast gelegen zijwanden van het hulsvor-jq mige gedeelte van de deksel zijn voorzien van onder veerkracht van de verende strippen met elkaar samenwerkende grijpmiddelen voor het vastgrijpen van de gesloten deksel door de drager. Hiermee wordt op eenvoudige wijze, gebruik makend van de verende eigenschappen van het toegepaste materiaal, een goede vergrendeling van de deksel op de drager 15 verkregen.
Door de aanwezigheid van de onderwand van de deksel wordt bovendien de mogelijkheid geboden tot een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding die tot kenmerk heeft, dat de bodem nabij de tweede zijde van de drager een opening bezit die zich onder een deel van een aange-2p brachte plaat uitstrekt en dat de opening door de onderwand van een aangebracht deksel wordt afgedekt. De aanwezigheid van een opening in de drager onder de plaat kan van groot belang zijn voor het verwijderen van de plaat van de drager na het afnemen van de deksel. Indien de plaat, op de wijze zoals ook bekend bij de verpakking voor CD-platen, 2j ter plaatse van het middengat klemmend op de drager wordt vastgehouden kan het voordeel hebben indien door een opening in de drager nabij de rand van de plaat deze naar boven gedrukt kan worden voor het losmaken van de plaat van de centrale bevestiging. CD-platen hebben een afmeting zodanig dat de meeste mensen in staat zijn om met één hand de dia-30 metraal tegenover elkaar liggende zijden van de plaat met de duim resp. de vingers te grijpen om de plaat aldus van de centrale bevestiging af te nemen. Bij platen van 20 cm., laat staan bij platen van 30 cm., is dit niet langer mogelijk. Bij de verpakking volgens de uitvinding is het bij een soortgelijke wijze van vasthouden van de plaat 35 niettemin mogelijk om, na wegleggen van de deksel, de plaat van de drager te verwijderen zonder dat het daarvoor noodzakelijk is de drager op een ondergrond te plaatsen.
Bij voorkeur heeft de uitvinding het kenmerk dat de verpak- 8602794 4.
V
PHN 11.932 6 king een, eventueel bedrukte, inleg omvat met een afdekdeel dat althans een deel van het afdekgedeelte van de deksel aan de naar de plaat toe te keren zijde bedekt, alsmede een achterdeel en een ondergedeelte die zich in het hulsvormige deel van de deksel bevinden en respectievelijk 5 althans een deel van de achterwand en van de onderwand van de deksel bedekken en dat de deksel aan weerszijden is voorzien van, zich op enige afstand van het afdekgedeelte en evenwijdig daaraan zich uitstrekkende, de inleg omgrijpende, inleghouders. Deze uitvoeringsvorm biedt de mogelijkheid tot individualisering van de verpakking, dat wil 10 zeggen tot de aanpassing van de uiterlijke verschijning van de verpakking aan de inhoud van het videoprogramma aanwezig op de verpakte plaat.
Voor een goede verbinding van de deksel met de drager is een volgende uitvoeringsvorm van belang die tot kenmerk heeft dat de middelen voor de vereniging van de drager en de deksel nabij de tweede zijde van de drager worden gevormd door het hulsvormige deel van de deksel en het daarin gestoken deel van de bodem van de drager en meer nabij de eerste zijde van de drager worden gevormd door sluitdelen aan 2Q de deksel die passen in gleuven die zich bevinden in de drager. Hierbij kan met voordeel een uitvoeringsvorm worden toegepast die tot kenmerk heeft dat de genoemde sluitdelen van de deksel bestaan uit de inleghouders. Bij deze laatste uitvoeringsvorm functioneren de inleghouders dus zowel voor het vasthouden van de inleg als voor het vergrendelen van de 2g deksel op de drager en hebben de inleghouders dus een dubbele functie.
De volgende uitvoeringsvorm heeft tot kenmerk, dat de drager is voorzien van in de middenopening passende vasthoudmiddelen en dat de drager afhouddelen bezit die, tijdens een schuifbeweging van de deksel over de drager naar de eerste zijde toe, de deksel, zolang de inleg 20 zich nog niet boven de vasthoudmiddelen bevindt, op enige afstand houden door samenwerking met de sluitdelen van de deksel. Door deze uitvoeringsvorm wordt voorkomen dat, indien de plaat op de wijze zoals bekend bij CD-platen wordt vastgehouden door vasthoudmiddelen in de mid-denopening, de inleg bij het schuivend aanbrengen van het deksel tegen 35 de door de middenopening stekende vasthoudmiddelen zou stoten hetgeen zou kunnen leiden tot de beschadiging van de inleg en tot het niet goed functioneren van de sluitmiddelen van de verpakking.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht, bij wijze van 8602794 λ ΡΗΝ 11.932 7 voorbeeld, aan de hand van één van de vele mogelijke uitvoeringsvormen die binnen het kader van de uitvinding vallen en wel aan de hand van de tekening, waarin:
Figuur 1 perspectivisch een verpakking met een daarin ver-5 pakte plaat toont in de hand van een gebruiker,
Figuur 2 de verpakking van Fig. 1 in geopende situatie toont met een op de drager aangebrachte plaat in de ene hand van een gebruiker en een daarvan verwijderd deksel in de andere hand,
Figuur 3 een perspectivisch aanzicht toont van de verpakking 10 van Fig. 1 waarvan de deksel is neergelegd op een ondergrond om met de ene hand de plaat te kunnen aanbrengen op de drager, die met de andere hand wordt vastgehouden,
Figuur 4 een perspectivisch aanzicht is van de drager en de deksel in een onderlinge positie die geschikt is om de deksel op de 15 drager aan te brengen,
Figuur 5 een exploded view is van de verpakking volgens de voorgaande figuren en bestaande uit de drie delen: drager, deksel en inleg,
Figuur 6 een bovenaanzicht is op de drager van de verpakking 20 van de voorgaande figuren,
Figuur 7 een dwarsdoorsnede is volgens de pijlen VII-VII van figuur 6,
Figuur 8 een dwarsdoorsnede is volgens de pijlen VIII-VIII
van figuur 6, 25
Figuur 9 een dwarsdoorsnede is volgens de pijlen IX-XX van figuur 6,
Figuur 10 een onderaanzicht is van de drager volgens figuur 6,
Figuur 11 een onderaanzicht is van de deksel, 30
Figuur 12 een dwarsnede in volgens de pijlen XII-XII in
Fig. 11,
Figuur 13 een hoekdetail toont van een van Fig. 5 afgeleide modificatie en
Figuur 14 een doorsnede is volgens de pijlen XIV-XIV van 35
Fig. 13.
De getekende verpakking is bestemd voor een optisch uitlees-bare plaat 4, bijvoorbeeld een LV-plaat met een diameter van bijvoor 8602794 PHN 11.932 8 beeld 20 of 30 cm. De verpakking omvat een althans ruwweg vlakke drager 1 die aan één van zijn zijden is voorzien van vasthoudmiddelen 2 voor het makkelijk losneembaar aanbrengen van de plaat op en evenwijdig aan de drager. In de getekende uitvoeringsvorm bestaan deze vasthoudmidde- 6 len uit verende organen, soortgelijk aan die welke ook toegepast worden in de bekende verpakking voor CD-platen. De verende organen passen in de middenopening 5 van de plaat en werken klemmend samen met de rand daarvan. Met behulp van deze vasthoudmiddelen is de plaat makkelijk losneembaar aan te brengen op de drager _1_ in een stand evenwijdig aan de drager. De verpakking omvat voorts een deksel 3^ aan één zijde van de drager, welk deksel in de gesloten stand, zie figuur 1, de van de drager 1 afgekeerde vlakke zijde van de plaat 4 afdekt.
Ten behoeve van het uit de verpakking nemen van de plaat is de deksel in zijn geheel van de drager makkelijk afneembaar, zie fi-guur 2. De deksel en de drager zijn met elkaar verenigbaar door een schuifbeweging en zijn voorzien van middelen ten behoeve van de vereniging. In de getekende uitvoeringsvorm bestaan deze middelen uit schuifnokjes 6 ter weerszijde van de deksel J3 aan de voor- of eerste 20 zijde van de deksel en uit delen 7 van de drager die een schuifgroef 8 aan het uiteinde afdekken en waar de nokjes 6 onder kunnen worden geschoven. Aan de tweede zijde of achterzijde van de deksel 3^ bestaan de genoemde middelen ten behoeve van de vereniging van de deksel met de drager uit een nog nader te bespreken hulsvormig deel 9 waarin een eveneens nog nader te bespreken tweede zijde 10 van de drager past. De 25 middelen 6-10 ten behoeve van de vereniging van de deksel en de drager werken met elkaar samen over een schuifslag die gelijk is aan ongeveer de lengte van de sehuifnokken 6 en die dus maar een fractie is van de afmeting van de deksel _3 gemeten in de richting van de schuifbeweging.
„„ De deksel 3 hoeft dus slechts over kleine afstand verschoven te kunnen worden om deze gemakkelijk van de drager af te kunnen nemen, zie figuur 2, en vervolgens ter zijde te leggen voor het uitnemen of het aanbrengen van de plaat, zie figuur 3.
De drager is voorzien van een niet door de deksel afgedekte 35 greep 11 aan een zijrand voor het met de ene hand vasthouden van de drager (zie figuren 2 en 3) terwijl met de andere hand de deksel of de plaat wordt aangebracht of verwijderd.
De deksel 3. bezit een in hoofdzaak vlak afdekgedeelte 12 dat 8602794 % PHN 11.932 9 in de aangebrachte toestand (figuur 1) de drager grotendeels afdekt en een daarop aangebrachte plaat in zijn geheel afdekt. De deksel bezit verder een achterwand 13 loodrecht op het afdekgedeelte. Met deze achterwand is een onderwand 14 verbonden die zich evenwijdig aan het af-5 dekgedeelte 12 uitstrekt en die een afmeting heeft, gemeten loodrecht op de achterwand, die aanmerkelijk kleiner is dan het afdekgedeelte. De onderwand 14 is verbonden met het afdekgedeelte 12 door middel van zijwanden 15 zodat de onderwand 14, de zijwanden 15, de achterwand 13 en het zich ter plaatse bevindende deel van het afdekgedeelte 12 tezamen 10 het reeds eerder genoemde hulsvormige gedeelte 9 van de deksel vormen.
De greep 11 van de drager bevindt zich aan een eerste, zich dwars op de schuifrichting van de deksel uitstrekkende zijde van de drager. Tegenover deze eerste zijde bevindt zich de reeds eerder genoemde tweede zijde 10 van de drager die, bij aangebrachte deksel 3., in 15 het hulsvormige gedeelte 9 van de deksel steekt. De breedteafmeting van de deksel 3.» gemeten dwars op de schuifrichting, is geringer dan die van de drager J_. De drager bezit een bodem 16 alsmede, aan weerszijde daarvan, loodrecht daarop staande en zich evenwijdig aan de schuifrichting uitstrekkende zijwanden 17. De zijwanden 17 bedekken bij aange- 20 bracht deksel 3i de zijranden van het afdekgedeelte 12 van de deksel alsmede de zijwanden 15 van het hulsvormige deel 9 daarvan. De bodem 16 van de drager bezit naar de tweede zijde open gleuven 18 waarin de zijwanden 15 van het hulsvormige deel 9 van een aangebracht deksel pas-sen. De drager en een aangebracht deksel _3 vormen tezamen althans bij benadering een geheel dat de vorm heeft van een geheel gesloten vlakke rechthoekige doos, zie vooral figuur 1.
De bodem 16 van de drager _1_ heeft nabij de tweede zijde 10 een opening 19 die zich onder een deel van een aangebrachte plaat uitstrekt. Deze opening wordt bij een aangebracht deksel afgedekt door de 30 onderwand 14 van de deksel, zie figuur 2.
De verpakking kan worden voorzien van een eventueel bedrukte inleg 20, bijvoorbeeld van papier of karton. De inleg omvat een afdek- deel 21 dat althans een deel van het afdekgedeelte 12 aan de naar de plaat 4 toe te keren zijde van de deksel 3 bedekt. Voorts heeft het een 35 achterdeel 22 en een ondergedeelte 23 die zich in het hulsvormige deel 9 van de deksel bevinden en respectievelijk althans een deel van de achterwand 13 en van de onderwand 14 vn de deksel bedekken. Het afdek- 8602794 PHN 11.932 10 gedeelte 21 kan bijvoorbeeld, zoals in figuur 4 getoond uit een dubbel geslagen deel bestaan zodat zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant van de deksel een gedrukte tekst en/of afbeelding te zien kan zijn. De deksel is aan weerszijden voorzien van, zich op enige afstand 5 van het afdekgedeelte 12 en evenwijdig daaraan zich uitstrekkende, de inleg 20 omgrijpende, inleghouders 24, zie in het bijzonder figuur 4.
De deksel 3_ kan door spuitgieten uit een transparente kunststof zijn vervaardigd, waarbij in het afdekgedeelte 12 uitsparingen 25 noodzakelijk kunnen zijn voor het laten passeren van pennen van de spuitgiet-matrijs ten behoeve van het vormen van de inleghouders 24. De inleghouders dienen de zijkanten van de inleg 20 te omgrijpen. Met behulp van het hulsvormige gedeelte 9 en de inleghouders 24 is de inleg 20 op afdoende wijze in de deksel te bevestigen.
De middelen voor de vereniging van de drager en de deksel ^ 3 nabij de tweede zijde van de drager worden gevormd door het hulsvormige deel 9 van de deksel en het daarin gestoken deel 10 van de bodem 16 van de drager. Meer nabij de eerste zijde van de drager worden deze middelen gevormd door sluitdelen in de vorm van de eerder genoemde schuifnokjes 6 van de deksel die passen in de gleuven 26 die zich in de 20 drager onder de eerder genoemde delen 7 bevinden. De delen van de zijwanden (17) die direct aan de open gleuven (26) grenzen hebben de vorm van verende strippen (29) met een vrij uiteinde (30) aan de tweede zijde (10) van de drager. Aan het andere uiteinde zijn ze vast met de drager verbonden. De strippen bezitten holtes 32 waar nokken 31, op de 25 zijwanden 15 van het hulsvormige deel 9 van de deksel, in opgenomen kunnen worden. De nokken 31 en de holtes 32 vormen zodoende grijpmiddelen die de deksel in gesloten toestand vastgrijpen. Hierdoor is effectief voorkomen dat een aangebracht deksel weer van de drager kan afvallen.
on
In plaats van de schuifnokken 6 kunnen ook de inleghouders 24 gebruikt worden als sluitdelen van de deksel, men zie hiervoor de figuren 13 en 14. Deze tonen slechts de modificatie die in de drager nodig is ten behoeve van deze uitvoeringsvorm. De drager 101 is nu voorzien van een deel 107 dat in het verlengde van een schuifgroef 108 35 en een gleuf 126 overdraagt. De inleghouders 24 schuiven in de schuifgroef 108 onder het deel 107 en worden dus in de groeven 126 opgenomen.
8602794 w- PHN 11.932 11
Bij een plaat die, zoals getoond in de tekening, is voorzien van een middenopening 5 en op de drager J_ wordt aangebraoht met behulp van in de middenopening passende vasthoudmiddelen 2 is het voor het gemakkelijk aanbrengen van de deksel op de drager van belang dat de dra-5 ger afhouddelen 27 bezit die tijdens de schuifbeweging van de deksel over de drager in de richting van de eerste zijde waar zich de greep 11 bevindt de deksel, zolang de inleg 20 zich nog niet boven de vasthoudmiddelen 2 bevindt, op enige afstand houden door samenwerking met de sluitdelen 6. In de getekende uitvoeringsvorm bestaan deze afhouddelen 10 uit de verhoogde gedeelten die zich aan de intredezijde van de schuifgroef 8 bevinden. De overgang van de verhoogde delen 27 naar de bodem van de schuifgroef wordt gevormd door hellende vlakken 28 die de deksel tijdens de schuifbeweging laten zakken van het niveau van de afhoudmiddelen 27 naar de bodem van de schuifgroeven 8. Hiermee wordt 15 bereikt dat de voorste rand van de inleg 20 niet bij het aanbrengen van de deksel tegen de door de middenopening van de plaat stekende vasthoudmiddelen 2 stoot.
In de getekende uitvoeringsvorm is, ten behoeve van het verder vergemakkelijken van het verwijderen van de plaat, de drager voor- 20 zien van enkele holtes 29 en 30 die het mogelijk maken ter plaatse de rand van de plaat te vatten.
Hoewel de tekening slechts betrekking heeft op een enkele uitvoeringsvorm heeft de uitvinding niettemin betrekking op iedere mogelijke uitvoeringsvorm die binnen het kader van de conclusies valt.
25
Zo is het bijvoorbeeld mogelijk de drager uit meerdere delen, bijvoorbeeld uit twee delen, op te bouwen in navolging van de opbouw van de bekende verpakking voor CD-platen. Wordt de drager namelijk via een spuitgietprocédé op goedkope wijze vervaardigd, dan zal niet altijd de achterzijde een zo strakke vorm hebben als in figuur 9 is getoond.Ech-30 ter zal er doorgaans naar gestreefd worden het materiaal van de drager overal dezelfde wanddikte te geven, zodat aan de onderzijde van de drager een profilering ontstaat als gevolg van de profilering aan de bovenzijde. Wanneer deze profilering aan de buitenzijde van de verpakking waarneembaar is wordt dit over het algemeen door gebruikers uit esthe-35 tische overwegingen minder gewenst beschouwd zodat het in een dergelijk geval voordeel kan hebben de achterzijde van de drager door een tweede deel te bedekken.
8602794 PHN 11.932 12
Bij de in de tekening getoonde uitvoeringsvorm van de drager zijn, om spuittechnische redenen, de verende vasthoudmiddelen 2 gegroepeerd rondom een doorgaande opening in de bodem. Deze opening is dus van de buitenkant van de verpakking zichtbaar en zou door een plaatse- 5 lijk op de achterzijde van de bodem aangebracht middel kunnen worden bedekt, bijvoorbeeld door een met behulp van ultrasoon lassen aangebracht kunststof onderdeel, door een bedrukte sticker, etc..
10 15 20 25 30 35 8602794

Claims (11)

1. Verpakking voor een optisch uitleesbare plaat en omvattende - een, althans ruwweg, vlakke drager (1) die aan één van zijn zijden is voorzien van vasthoudmiddelen (2) voor het makkelijk losneembaar 5 aanbrengen van de plaat (4) op en evenwijdig aan de drager, alsmede - een deksel (3) aan een zijde van de drager, welk deksel in een gesloten stand de van de drager afgekeerde vlakke zijde van de plaat afdekt, met het kenmerk, ^ - dat de deksel (3) ten behoeve van het uit de verpakking nemen van de plaat (4) in zijn geheel van de drager makkelijk afneembaar is en - dat de deksel en de drager met elkaar verenigbaar zijn door een sehuifbeweging en voorzien zijn van middelen (6-10) ten behoeve van de vereniging die, met ondersnijding, met elkaar samenwerken over een 15 schuifslag die kleiner is dan de helft van de afmeting van de deksel gemeten in de schuifrichting.
2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drager is voorzien van een niet door de deksel afgedekte greep (11) aan één der zijranden voor het met de ene hand vasthouden van de drager (1) 20 terwijl met de andere hand de deksel (3) of de plaat (4) wordt aangebracht of verwijderd.
3. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de deksel (3) omvat - een in hoofdzaak vlak afdekgedeelte (12) dat in de aangebrachte 25 , . toestand de drager (J_) grotendeels afdekt en een op de drager aangebrachte plaat in zijn geheel afdekt, - een achterwand (13) loodrecht op het afdekgedeelte (12), alsmede - een met de achterwand (13) verbonden onderwand (14) die zich evenwijdig aan het afdekgedeelte (12) uitstrekt en met een afmeting, 30 gemeten loodrecht op de achterwand, die kleiner is dan die van het afdekgedeelte.
4. Verpakking volgens conclusie 3» met het kenmerk, dat de onderwand (14) is verbonden met het afdekgedeelte (12) d.m.v. zijwanden' (15), zodat onderwand (14), zijwanden (15), achterwand (13) en het zich 35 ter plaatse bevindende deel van het afdekgedeelte (12) tezamen een hulsvormig gedeelte (9) van de deksel vormen.
5. Verpakking volgens conclusie 2-4 , met het kenmerk, 8602794 t PHN 11.932 14 - dat de greep (11) van de drager zich bevindt aan een eerste zich dwars op de schuifrichting van de deksel uitstrekkende zijde van de drager (_1_), - dat zich tegenover de eerste zijde van de drager een tweede zijde 0 (10) bevindt die, bij aangebracht deksel (3), in het hulsvormige gedeelte (9) van de deksel steekt, - dat de breedteafmeting van de deksel (3), gemeten dwars op de schuifrichting, geringer is dan die van de drager (1), ^ - dat de drager een bodem (16) alsmede, aan weerszijden van de bodem, loodrecht daarop staande en zich evenwijdig aan de schuifrichting uitstrekkende zijwanden (17) bezit, - dat de zijwanden (17) van de drager de zijranden van het afdekgedeelte (12) van een aangebracht deksel (_3) alsmede de zijwanden (15) van het hulsvormige gedeelte (9) afdekken, - dat de bodem (16) van de drager naar de tweede zijde open gleuven (18) bezit waarin de zijwanden (15) van het hulsvormige deel (9) van een aangebracht deksel (_3) passen en - dat drager O) en aangebracht deksel (3) tezamen een geheel vormen 20 dat althans bij benadering de vorm heeft van een geheel gesloten, vlakke rechthoekige doos.
6. Verpakking volgens conclusie 5, met het kenmerk, - dat de delen van de zijwanden (17) van de drager (_1_) die direct aan de genoemde open gleuven (26) grenzen in hoofdzaak de vorm van een 2g verende strip (29) bezitten met een vrij uiteinde (30) aan de tweede zijde (10) van de drager en een vast met de drager verbonden tweede uiteinde en - dat de verende strippen en de bij gesloten deksel (_3) daarnaast gelegen zijwanden (15) van het hulsvormige gedeelte (9) van de deksel 3Q zijn voorzien van onder veerkracht van de verende strippen met elkaar samenwerkende grijpmiddelen (31, 32) voor het vastgrijpen van de gesloten deksel door de drager.
7. Verpakking volgens conclusie 5, met het kenmerk, - dat de bodem (16) nabij de tweede zijde (10) van de drager (1) een 3g opening bezit die zich onder een deel van een aangebrachte plaat uitstrekt en - dat de opening (19) door de onderwand (14) van een aangebracht deksel (3) wordt afgedekt. 8602794 A PHN 11.932 15
8. Verpakking volgens conclusie 5, met het kenmerk, - dat de verpakking een, eventueel bedrukte, inleg (20) omvat met een afdekdeel (21) dat althans een deel van het afdekgedeelte van de 5 deksel (12) aan de naar de plaat (4) toe te keren zijde (3) bedekt, alsmede een achterdeel (22) en een ondergedeelte (23) die zich in het hulsvormige deel van de deksel (3.) bevinden en respectievelijk althans een deel van de achterwand (13) en van de onderwand (14) van de deksel bedekken en 10. dat de deksel aan weerszijden is voorzien van, zich op enige afstand van het afdekgedeelte (12) en evenwijdig daaraan zich uitstrekkende, de inleg (20) omgrijpende, inleghouders (24).
9. Verpakking volgens conclusies 5, met het kenmerk, dat de middelen voor de vereniging van de drager O) en de deksel (3) nabij de •jg tweede zijde van de drager worden gevormd door het hulsvormige deel (9) van de deksel en het daarin gestoken deel (10) van de bodem (16) van de drager en meer nabij de eerste zijde van de drager worden gevormd door sluitdelen (6) aan de deksel die passen in gleuven (26) die zich bevinden in de drager. 2q
10. Verpakking volgens conclusie 8 en 9, niet het kenmerk, dat de genoemde sluitdelen van de deksel bestaan uit de inleghouders (24).
11. Verpakking volgens conclusie 8, ten behoeve van een plaat voorzien van een middenopening (5), met het kenmerk, - dat de drager (^) is voorzien van in de middenopening passende 25 vasthoudmiddelen (2) en - dat de drager afhouddelen (27) bezit die, tijdens een schuifbeweging van de deksel over de drager naar de eerste zijde toe, de deksel, zolang de inleg (20) zich nog niet boven de vasthoudmiddelen (2) bevindt, op enige afstand houden door samenwerking met de 3Q sluitdelen (6) van de deksel. 35 8602794
NL8602794A 1986-11-05 1986-11-05 Verpakking voor een optisch uitleesbare plaat. NL8602794A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8602794A NL8602794A (nl) 1986-11-05 1986-11-05 Verpakking voor een optisch uitleesbare plaat.
SU874203649A SU1575932A3 (ru) 1986-11-05 1987-11-02 Упаковка дл оптически считываемого диска
EP87202120A EP0269159A1 (en) 1986-11-05 1987-11-03 Package for an optically readable disc
KR870012348A KR880006693A (ko) 1986-11-05 1987-11-04 광학적으로 판독이 가능한 디스크용 패키지
JP62278408A JPS63138988A (ja) 1986-11-05 1987-11-05 光学的に読取り得るディスクのパッケージ

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8602794A NL8602794A (nl) 1986-11-05 1986-11-05 Verpakking voor een optisch uitleesbare plaat.
NL8602794 1986-11-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8602794A true NL8602794A (nl) 1988-06-01

Family

ID=19848784

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8602794A NL8602794A (nl) 1986-11-05 1986-11-05 Verpakking voor een optisch uitleesbare plaat.

Country Status (5)

Country Link
EP (1) EP0269159A1 (nl)
JP (1) JPS63138988A (nl)
KR (1) KR880006693A (nl)
NL (1) NL8602794A (nl)
SU (1) SU1575932A3 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0712313Y2 (ja) * 1987-04-02 1995-03-22 信越ポリマ−株式会社 コンパクトデイスクトレ−のデイスク係止構造
DE8906570U1 (nl) * 1989-05-29 1989-11-02 Dunker, Petra Christa Gretel, Geb. Rosema, 4030 Ratingen, De
US5031772A (en) * 1990-01-08 1991-07-16 Woodriff Edward W Computer disk housing device
JP2791715B2 (ja) * 1990-02-13 1998-08-27 富士写真フイルム株式会社 カセット収納方法及びインデックスカード
US5147036A (en) * 1991-05-03 1992-09-15 Jacobs Raphael G Compact disc packaging system
US5520279A (en) * 1994-12-30 1996-05-28 Lin Shih Hsien Compact disk carrying container
GB2360030A (en) * 2000-03-10 2001-09-12 Yousaf Zahir Azhar Qureshi CD or DVD package

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2848106A (en) * 1956-12-21 1958-08-19 Frederick H Rice Container for phonograph record
US3004659A (en) * 1958-07-07 1961-10-17 Usher Dave Record holder
DE2312400A1 (de) * 1973-03-13 1974-09-26 Ted Bildplatten Transportschutz fuer bildplatten
US3942630A (en) * 1974-11-22 1976-03-09 International Tools (1973) Limited Sliding cover safety package
FR2474461A1 (fr) * 1979-12-21 1981-07-31 Koehl Jean Marie Boitier de prehension et de stockage d'un disque d'enregistrement
DE3027804A1 (de) * 1980-07-23 1982-02-18 Hoechst Ag, 6000 Frankfurt Verpackung, insbes. fuer plattenfoermige gegenstaende
DE3205478A1 (de) * 1982-02-16 1983-08-25 Polygram Gmbh, 2000 Hamburg Aufbewahrungskassette fuer plattenfoermige informationstraeger hoher speicherdichte
KR910004048Y1 (ko) * 1984-04-13 1991-06-13 씨 비 에스 쏘니레코오드 가부시기가이샤 디스크 케이스(disc package)
DE3425579A1 (de) * 1984-07-11 1986-01-16 Polygram Gmbh, 2000 Hamburg Aufbewahrungskassette fuer plattenfoermige informationstraeger hoher speicherdichte

Also Published As

Publication number Publication date
JPS63138988A (ja) 1988-06-10
KR880006693A (ko) 1988-07-23
SU1575932A3 (ru) 1990-06-30
EP0269159A1 (en) 1988-06-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0515342B1 (fr) Coffret pour au moins un disque à haute densité d'information
NL9201966A (nl) Doos voor compactdiscs en dergelijke.
US5253751A (en) Packaging for compact discs
JP2005529807A (ja) カードホルダを一体に備えた容器
HU216933B (hu) Tok lemezkazettához
CH461025A (fr) Emballage pour tablettes à consommer, notamment pour tablettes de chewing-gum
FR2677480A1 (fr) Boitier pour disques compacts (disques audionumeriques) et supports d'informations similaires en forme de plaque.
NL8602794A (nl) Verpakking voor een optisch uitleesbare plaat.
RU2148005C1 (ru) Выбрасываемая портативная ручная кассета для хранения компакт-диска
US6056117A (en) CD carrying case having a built-in pop cover
US5050324A (en) Artistic displays of temporarily stored audio recordings, and methods
US6332656B1 (en) Dispensing and storage unit for discs and the like
CA2358950A1 (en) A case for storing a compact disc
US6530474B1 (en) Insertable tray for a multiple disc storage container
JPH04279484A (ja) 角形カセット用ホルダ
JPH04507053A (ja) カード等の平板状物のための容器
EP0238350A2 (en) Compact disc holder
CA2091979C (en) Storage container for mini-disk cartridges
EP1025563B1 (en) STORAGE BOX AND SET-UP DEVICE FOR STORAGE BOXES FOR MASS INFORMATION CARRIERS SUCH AS CDs, COMPUTER DISKS AND THE LIKE
EP0245367B1 (en) Compact disk container storage device
JPH049928Y2 (nl)
NL1019410C2 (nl) Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
JPH11130025A (ja) 錠剤パック用オープナー
JP2877732B2 (ja) 容 器
NL8702124A (nl) Verpakking voor een optisch uitleesbare plaat.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed