NL8902483A - Inrichting voor het oogsten van champignons. - Google Patents

Description

INRICHTING VOOR HET OOGSTEN VAN CHAMPIGNONS

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het oogsten van op een bed gekweekte champignons, waarbij in een verrijdbaar gestel een zich dwars op de rijrichting uistrekkend, met een aandrijfinrichting gekoppeld mes met een nagenoeg horizontaal gerichte snij rand is gelegen voor het uitvoeren van een heen- en weergaande beweging, welk mes met een oplopend deel aansluit op een achter het mes opgestelde transporteur en waarbij boven het mes een van meene-mers voorziene opvoerinrichting is gelegerd. Een dergelijke inrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7811358.

Bij deze bekende inrichting worden de champignons na het snijden verzameld op het mes en met de meeneeminrich-ting opgevoerd naar de transporteur. De champignons nemen na het verzamelen op het mes en tijdens het transport over het mes willekeurige standen in. Gezien het feit dat het zwaartepunt van de champignon vrij hoog ligt, zullen ze zijn omgevallen en liggend over het mes worden bewogen. Daarbij komen de champignons met elkaar in aanraking en kunnen tijdens het meenemen van de champignons door de meeneeminrichting beschadigingen optreden. Door de verscherpte kwaliteitseisen, die aan champignons worden gesteld, hebben geoogste doch beschadigde champignons een lagere marktwaarde.

De uitvinding beoogt aan dit bezwaar tegemoet te komen.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de meenemers op een onderlinge afstand van ongeveer de breedte van de hoed van een champignon zijn geplaatst.

Dankzij de uitvinding wordt een champignon na het afsnijden door opeenvolgende borstels met de hoed in vertica-

Ie stand meegenomen. De champignon wordt dus individueel over het mes bewogen en beschadiging door onderling contact of doordat de meenemers tegen de champignons slaan, blijft achterwege .

De opvoerinrichting bestaat bij voorkeur uit over op afstand van elkaar geplaatste evenwijdige rollen, een om de rollen geslagen eindloze band, op regelmatige onderlinge afstanden dwars op de band geplaatste ruggen van buigzaam materiaal en op de ruggen ingeplante borstels.

Op deze wijze wordt een goede geleiding van de band over de rollen gewaarborgd, terwijl toch een voldoende aan-grijpingszone voor de ingeplante borstels wordt verkregen.

Bij voorkeur verloopt de meeneeminrichting ongeveer horizontaal, strekt deze zich tot de snij rand van het mes uit en is de lengte van de borstels zodanig gekozen, dat de te oogsten champignons tijdens het snijden door opeenvolgende borstels wordt omvat.

Op deze wijze wordt gewaarborgd dat reeds tijdens het afsnijden de champignon op bedrijfszekere wijze wordt aangegrepen en dat deze zich in staande richting over het mes beweegt.

De uitvinding wordt aan de hand van de tekeningen nader verduidelijkt.

In de tekeningen toont:

Pig. 1 een inrichting volgens de uitvinding in bovenaanzicht, waarbij een gedeelte is weggebroken, en fig. 2 de inrichting volgens fig. 1 in een doorsnede volgens de lijn II-II uit fig. 1.

De inrichting volgens de uitvinding bestaat uit een gestel 1, dat is voorzien van wielen 2, die kunnen rollen over geleidingen 3. In het gestel 1 zijn twee armen 4 en 5 zwaaibaar om een verticale as 6 resp. 7 gelegerd. Aan het ene uiteinde zijn de armen 4 en 5 bij 8 resp. 9 scharnierend verbonden met een mes 10, dat is voorzien van een horizontaal gerichte snij rand 11. Aan het andere uiteinde zijn de armen 4 en 5 scharnierend verbonden met een stang 12. Op de stang 12 grijpt een drijfstang 13 aan, die weer is verbonden met de kruk 14 van een krukmechanisme 15, dat wordt aangedreven door een motor 16. De motor 16 drijft via een snaar 17 en een snaarschijf 18 een as 19 aan met een aandrijfrol 20, waaromheen een transportband 21 zonder eind is geslagen, die aan het andere eind wordt geleid om een vrij draaibaar in het gestel 1 gelegerde rol 22. Het mes 1 sluit met de achterrand aan op het transportvlak van de transportband 21.

in het gestel zijn verder twee rollen 23 en 24 gelegerd, waaromheen een eindloze band 25 is geslagen, die is voorzien van meenemers in de vorm van borstelharen van chinees varkenshaar 26. De rol 23 wordt aangedreven via schijven 27, 28, 29, 30 en 31, waarbij de schijf 31 wordt aangedreven door een motor. Om de schijven is een snaar 32 geslagen. De schijf 30 is uitgevoerd als spanschijf. De rollen 24 en 33 kunnen in dwarsrichting worden versteld, zodat de plaats van eerste ingrijping van de meenemers 26 kan worden ingesteld. Dankzij de spanschijf 30 blijft de snaar 32 dan steeds gespannen .

Op het gestel is verder een door een motor 37 en tandwielen 38 aangedreven liertrommel 39 geplaatst. Om de liertrommel kan een kabel 40 worden gewikkeld, die zoals fig. 2 laat zien, bij 41 aan een vast punt kan zijn bevestigd. Door de liertrommel 39 te laten draaien, trekt de inrichting zich langs de geleidingen 3 voort.

Het gestel 1 kan langs de geleidingen 3 bewegen over een teeltbed 53 waarop champignons groeien. De kabel 40 is aan het eind van het bed bevestigd, zodat bij het opwinden van de kabel 40 met behulp van de liertrommel 39 de inrichting zich langs het bed voortbeweegt. Met behulp van de motor 16 wordt via het krukdrijfstangmechanisme 13, 14, 15 de stang 12 heen en weer bewogen, waardoor de armen 4 en 5 een heen-en weer zwaaiende beweging om de assen 6 en 7 uitvoeren. De einden 8 en 9 van de armen 4 en 5 voeren een heen- en weergaande beweging dwars op de rijrichting uit en een beweging heen en weer in de rijrichting. Het scharnierend met de armen 4 en 5 bij 8 en 9 verbonden mes 10 voert een overeenkomstige beweging uit. De snij rand 11 ontmoet bij het voortbewegen van het gestel 1 langs de geleidingen 3 de op het bed 53 staande champignons. Dankzij de twee heen- en weergaande bewegingen worden de champignons afgesneden waarbij ze de neiging hebben achterover te kantelen op de snij rand 11. In de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 en 2 worden champignons vervolgens gegrepen door de meenemers 26, die zijn bevestigd op de aangedreven band 25 en worden de champignons naar de band 21 getransporteerd, welke ze in zijdelingse richting afvoert.

Langs het bed 53 kan zich een transportband uitstrekken die niet nader is getekend. De van de transportband 21 afvallende champignons worden dan opgevangen door de zich langs het bed 53 uitstrekkende transportband, die ze naar een verzamelpunt kan voeren.

Dankzij het feit dat de opeenvolgende borstels 26 volgens de uitvinding op een onderlinge afstand overeenkomend met ongeveer de breedte van de hoed van een champignon zijn geplaatst, wordt zodra een champignon is afgesneden deze door opeenvolgende borstels 26 bij de hoed omvat en in verticale richting meegenomen naar de transporteur 21. Zoals fig. 2 laat zien, bestaat de meeneeminrichting uit een buigzame eindloze band waarop ruggen van buigzaam materiaal 60 in dwarsrichting zijn aangebracht teneinde de borstelharen daarin te kunnen planten. Doordat tussen de ruggen 60 een ruimte 61 is vrijgehouden, kan de transportband de baan rond de rollen ongehinderd volgen.

Claims (3)

1. Inrichting voor het oogsten van op een bed gekweekte champignons, waarbij in een verrijdbaar gestel een zich dwars op de rijrichting uistrekkend, met een aandrijfin-richting gekoppeld mes met een nagenoeg horizontaal gerichte snij rand is gelegen voor het uitvoeren van een heen- en weergaande beweging, welk mes met een oplopend deel aansluit op een achter het mes opgestelde transporteur en waarbij boven het mes een van meenemers voorziene opvoerinrichting is gelegerd, met het kenmerk, dat de meenemers op een onderlinge afstand van ongeveer de breedte van de hoed van een champignon zijn geplaatst.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opvoerinrichting bestaat uit over op afstand van elkaar geplaatste evenwijdige rollen, een om de rollen geslagen eindloze band, op regelmatige onderlinge afstanden dwars op de band geplaatste ruggen van buigzaam materiaal en op de ruggen ingeplante borstels.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de meeneeminrichting ongeveer horizontaal verloopt, zich tot de snij rand van het mes uitstrekt en dat de lengte van de borstels zodanig is gekozen, dat de te oogsten champignons tijdens het snijden door opeenvolgende borstels wordt omvat.