BE1029626B1 - Inrichting voor het rooien van koolgroenten, in het bijzonder bloemkolen - Google Patents

Inrichting voor het rooien van koolgroenten, in het bijzonder bloemkolen Download PDF

Info

Publication number
BE1029626B1
BE1029626B1 BE20215574A BE202105574A BE1029626B1 BE 1029626 B1 BE1029626 B1 BE 1029626B1 BE 20215574 A BE20215574 A BE 20215574A BE 202105574 A BE202105574 A BE 202105574A BE 1029626 B1 BE1029626 B1 BE 1029626B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
cabbage
rollers
vegetables
lifted
cabbage vegetables
Prior art date
Application number
BE20215574A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1029626A1 (nl
Inventor
Marc Verhoest
Original Assignee
Verhoest Marc Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Verhoest Marc Bvba filed Critical Verhoest Marc Bvba
Priority to BE20215574A priority Critical patent/BE1029626B1/nl
Publication of BE1029626A1 publication Critical patent/BE1029626A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1029626B1 publication Critical patent/BE1029626B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D45/00Harvesting of standing crops
    • A01D45/26Harvesting of standing crops of cabbage or lettuce
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23NMACHINES OR APPARATUS FOR TREATING HARVESTED FRUIT, VEGETABLES OR FLOWER BULBS IN BULK, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; PEELING VEGETABLES OR FRUIT IN BULK; APPARATUS FOR PREPARING ANIMAL FEEDING- STUFFS
    • A23N15/00Machines or apparatus for other treatment of fruits or vegetables for human purposes; Machines or apparatus for topping or skinning flower bulbs
    • A23N15/003Machines or apparatus for other treatment of fruits or vegetables for human purposes; Machines or apparatus for topping or skinning flower bulbs for trimming cauliflowers, broccoli or cabbages

Abstract

Deze uitvinding betreft een Inrichting (1) voor het rooien en van het loof ontdoen van koolgroenten, omvattende een verrijdbaar gestel (2) voorzien van een snijdinrichting (3) om de wortel van de koolgroente te scheiden en een rooi-inrichting voorzien om de koolgroenten één voor één uit de grond te lichten en te transporteren in de richting van de snijdinrichting (3), waarbij de inrichting (1) verder een ontbladersysteem (14) omvat voorzien om het loof van de afgesneden koolgroenten te verwijderen, waarbij het genoemd ontbladersysteem (14) een paar naast elkaar en op een afstand van elkaar geplaatste en tegengesteld aan elkaar draaibare steunrollen (15) waartussen de gerooide koolgroenten beweegbaar zijn en een paar naast elkaar en op een afstand van elkaar geplaatste en tegengesteld aan elkaar draaibare draagrollen (16) omvat die onder de steunrollen (15) staan opgesteld en waarover de gerooide koolgroenten beweegbaar zijn, waarbij de afstand tussen de draagrollen (16) kleiner is dan de afstand tussen de steunrollen (15) en waarbij in gebruik minstens een deel van het loof van de gerooide koolgroenten in de ruimte tussen de steunrollen (15) en draagrollen (16) wordt getrokken en verwijderd.

Description

INRICHTING VOOR HET ROOIEN VAN KOOLGROENTEN, IN HET
BIJZONDER BLOEMKOLEN
Deze uitvinding betreft een inrichting voor het rooien en van het loof ontdoen van koolgroenten, omvattende een verrijdbaar gestel voorzien van een snijdinrichting om de wortel van de koolgroente te scheiden en een rooi-eenheid voorzien om de koolgroenten één voor één uit de grond te lichten en te transporteren in de richting van de snijdinrichting. Deze inrichting betreft in het bijzonder een inrichting voor het rooien van fragiele koolgroenten, zoals bijv. bloemkool, broccoli, rode kool, savooikool, witte kool, andijvie, en dergelijke die industrieel verder verwerkt zullen worden.
Om beschadiging van de eetbare delen (koolroosjes) van koolgroenten te vermijden, zal het oogsten veelal manueel gebeuren en dit door ze op het veld met behulp van een geschikt snijmiddel af te snijden en vervolgens op een verzamelband te plaatsen.
Bij het rooien van bloemkolen wordt hiervoor gebruik gemaakt van een bloemkooloogstmachine die voorzien is van een transportband met schalen (“pottenband”). Bij dergelijke machine staat de transportband gepositioneerd ter hoogte van de te rooien bloemkolen en bevindt het personeel zich achter de transportband. De uitgesneden bloemkolen worden met de roos naar boven op de pottenband gelegd. De bloemkoolmachine is verder nog uitgerust met een boorkop die het hart van de bloemkolen zal verwijderen.
Het manueel rooien heeft het nadeel dat dit erg arbeidsintensief en ergonomisch belastend is doordat de arbeiders vaak 8 uur of langer voorovergebogen staan.
Meestal blijft er na het rooien, aan de buitenkant onderaan, een deel van de bladeren aanwezig. Deze bladresten zijn niet geschikt voor menselijke consumptie en kunnen aanwezig blijven, dit is gebruikelijk voor verkoop via de versmarkt. Indien de geoogste koolgroenten industrieel verwerkt worden, zal men de eetbare delen en de bladeren gaan scheiden en dit door de koolgroenten te ontdoen van hun harde kern (ontharten). Op deze manier valt de koolgroente uiteen in koolroosjes en bladresten.
Er zijn reeds machines op de markt die gewassen automatisch gaan rooien en die hiertoe voorzien zijn van snijmiddelen geschikt om de gewassen direct boven de grond af te snijden en de afgesneden delen tussen twee transportbanden (klembanden) af te voeren. Wanneer een dergelijke machine gebruikt wordt bij het rooien van koolgroenten, heeft dit het nadeel dat de eetbare delen, met name de koolroosjes beschadigd worden tijdens het afvoeren, daar de afgesneden groenten geklemd zitten tussen de twee transportbanden.
Omdat koolgroenten, in het bijzonder bloemkool, broccoli, witte kool, e.d. veelal veel loof hebben, is het van belang dat er na het rooien van kolen die later industrieel verwerkt zullen worden, zo min mogelijk loof aanwezig is. Het doel van deze uitvinding is daarom een inrichting te verschaffen, waarmee op een doeltreffende en automatische manier koolgroenten geoogst kunnen worden, waarbij er zoveel mogelijk loof verwijderd wordt tijdens het rooien ervan en dit zonder dat de eetbare delen beschadigd raken.
Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een inrichting voor het rooien en van het loof ontdoen van koolgroenten, omvattende een verrijdbaar gestel voorzien van een snijdinrichting om de wortel van de koolgroente te scheiden en een rooi-eenheid voorzien om de koolgroenten één voor één uit de grond te lichten en te transporteren in de richting van de snijdinrichting waarbij de inrichting verder een ontbladersysteem omvat voorzien om het loof van de afgesneden koolgroenten te verwijderen, waarbij het genoemd ontbladersysteem een paar naast elkaar en op een afstand van elkaar geplaatste en tegengesteld aan elkaar draaibare steunrollen waartussen de gerooide koolgroenten beweegbaar zijn en een paar naast elkaar en op een afstand van elkaar geplaatste en tegengesteld aan elkaar draaibare draagrollen omvat die onder de steunrollen staan opgesteld en waarover de gerooide koolgroenten beweegbaar zijn, waarbij de afstand tussen de draagrollen kleiner is dan de afstand tussen de steunrollen en waarbij in gebruik minstens een deel van het loof van de gerooide koolgroenten in de ruimte tussen de steunrollen en draagrollen wordt getrokken en verwijderd.
Met een dergelijke inrichting volgens de uitvinding is het mogelijk om koolgroenten automatisch te gaan rooien, waardoor er ten opzichte van de stand van de techniek, minder personeel nodig zal zijn. Door de aanwezigheid van het ontbladersysteem bestaande uit 4 rollen, kunnen de fragiele koolgroenten, in het bijzonder bloemkolen van hun loof ontdaan worden zonder dat ze beschadigd raken. Bij voorkeur heeft het ontbladersysteem een neerwaarts gericht verloop. Door de neerwaartse opstelling van het ontbladersysteem en de keuze van het materiaal waaruit de rollen vervaardigd zijn zullen de gerooide koolgroenten als het ware doorheen het ontbladersysteem glijden waardoor ze niet beschadigd zullen raken. Verder zullen de gerooide koolgroenten in het toegepaste ontbladersysteem geen rondtollende bewegingen maken, wat bij vroegere systemen vaak wel het geval was. Bij koolgroenten, met name bij bloemkolen is het van belang dat de bladeren (het loof) weg zijn, zodat deze in een latere fase makkelijker gepositioneerd kunnen worden voor verdere verwerking. De draairichting van de rollen is zo gekozen dat de koolgroenten in het ontbladersysteem verplaatst worden, terwijl ze verplaatst worden zullen de rollen door hun draaibeweging het loof verwijderen. Om de rollen te doen draaien omvat de inrichting in een voorkeursuitvoeringsvorm een aandrijfmiddel. Bij voorkeur is er één aandrijfmiddel in de vorm van een motor die alle rollen zal aandrijven op een constante snelheid.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm strekken de steun- en draagrollen zich evenwijdig aan elkaar uit volgens de bewegingsrichting van de inrichting. De steun- en draagrollen hebben bij voorkeur een lengte gelegen tussen 1,5 meter en 2 meter.
De draagrollen en steunrollen zijn in het bijzonder vervaardigd uit inox of ijzer. Inox biedt het voordeel dat er nagenoeg geen vuil blijft aanhechten. Bovendien zorgt inox voor een vlotte verplaatsing over en/of tussen de rollen. Om een betere verwijdering van het loof in het ontbladersysteem te bekomen kunnen de steunrollen in lengterichting op hun manteloppervlak voorzien worden van een schroefvormige uitstulping.
Bij een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de onderlinge afstand tussen de draagrollen en de onderlinge afstand tussen de steunrollen instelbaar, en 1s de afstand tussen de draagrollen en steunrollen instelbaar. Bij het instellen van de afstand is het van belang dat de koolgroenten niet tussen de rollen kan vallen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de hellingshoek van de steun- en draagrollen instelbaar. De hoek 1s bij voorkeur instelbaar tussen - 10° en 10° ten opzichte van het horizontaal vlak. Een positieve of negatieve instelling zal bepaald worden door de hellingshoek van het terrein waarover de inrichting rijdt. Van belang is dat de steun- en draagrollen neerwaarts verlopen vanaf de ingang waar de gerooide koolgroenten toegevoerd worden naar de uitgang waar ze het ontbladersysteem zullen verlaten. Door de hoek aan te passen kan de voortbewegingssnelheid van de gerooide koolgroenten aangepast worden. Bij voorkeur hebben de gerooide koolgroenten tijdens hun traject doorheen het ontbladersysteem een snelheid van 2 à 3 km./per uur.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de rooi-eenheid een rooi-element voorzien om koolgroenten één voor één uit de grond te lichten en twee, naar achter toe hellend oplopende klemriemen voorzien om de uit de grond gelicht koolgroenten te transporteren in de richting van de snijdinrichting, en omvat het gestel verder een aandrukrichting die voorzien is om het loof van de bloemkolen naar beneden te drukken tijdens het transport ervan in de richting van snijdinrichting waardoor de snijdinrichting zowel de wortel als minstens een deel van het loof zal scheiden van de gerooide koolgroente.
Door bij het oogsten gebruik te maken van een dergelijke inrichting die tijdens het oplichten van de koolgroenten, het loof van de koolgroente naar beneden drukt, is het mogelijk om reeds een deel van het loof samen met de wortel los te snijden d.m.v. de snijdinrichting. Zodoende kunnen de koolgroenten op een efficiënte manier gerooid worden. De snijdinrichting omvat bij voorkeur een roteerbare snijschijf en een getand schijfvormig tegenmes. Het tegenmes 1s bij voorkeur niet roteerbaar, maar 1s gefixeerd op een vast positie, bij voorkeur juist onder de roteerbare snijschijf.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding 1s 5 de genoemde klemriem een V-riem (V-snaar) voorzien van uitstekende meeneemelementen. Deze meeneemelementen komen in gebruik in contact met het deel van de gerooide koolgroente dat gelegen is tussen wortel en kool, met name de steel. Voor de aandrijving van beide klemriemen wordt gebruik gemaakt van aandrijfbare snaarschijven (V poelies).
Bij een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de aandrukinrichting een snaarsysteem. Door gebruik te maken van een dergelijk snaarsysteem zal er geen schade toegebracht worden aan de koolroosjes. Het snaarsysteem omvat twee snaren die aangedreven worden door V - poelies. De snaren bewegen heen en weer tussen twee zijwanden van de inrichting en dit over een zekere afstand (traject). Tijdens het eerste deel van het traject, dit is tot aan de snijdinrichting, wordt het loof van de koolgroente naar beneden gedrukt, in het tweede deel van het traject, dit is het deel na de snijdinrichting, zullen de snaren de van hun wortel (en loof) ontdane koolgroenten, verder begeleiden in de inrichting.
Gezien het traject een oplopend verloop kent, zal het snaarsysteem er ook voor zorgen dat de koolgroenten niet terugrollen.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de inrichting een eerste afvoerband voor het afvoeren van de koolgroenten, die gelegen is na het ontbladersysteem. Bij voorkeur ligt de eerste afvoerband in het verlengde van het ontbladersysteem. In een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de inrichting een zich dwars op de eerste afvoerband uitstrekkende tweede afvoerband, voorzien voor het afvoeren van de koolgroenten.
De eerste en tweede afvoerband zijn bij voorkeur vervaardigd uit PVC.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de inrichting verder een boorinrichting en aantal houders voor gerooide koolgroenten, waarbij de boorinrichting een ten opzichte van een houder beweegbare boor omvat voor het uit een in de houder opgenomen koolgroente uitboren van de kern. De genoemde houders zijn bij voorkeur komvormig uitgevoerd.
Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de inrichting grijpmiddelen geschikt voor het grijpen van koolgroenten van de eerste of tweede afvoerband en verplaatsen ervan in een genoemde houder. Een inrichting voorzien van dergelijke grijpmiddelen biedt het voordeel dat deze volledig geautomatiseerd kunnen worden.
De inrichting volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor het rooien en van het loof ontdoen van bloemkolen.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hiernavolgende gedetailleerde beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een rooi- inrichting volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij: - figuur 1: een perspectiefvoorstelling is van een inrichting voor het rooien en van het loof ontdoen van koolgroenten; - figuur 2: een detailvoorstelling is van de klemriemen en de snijdinrichting; - figuur 3: een schematische voorstelling is van een halfautomatische inrichting voor het rooien en van het loof ontdoen van bloemkolen volgens de uitvinding; - figuur 4: een zijaanzicht toont van het ontbladersysteem;
- figuur 5: een vooraanzicht toont van het op figuur 4 afgebeeld ontbladersysteem.
De inrichting (1) voor het rooien en van het loof ontdoen van koolgroenten, in het bijzonder bloemkolen (10), omvat een verrijdbaar gestel (2) dat gemonteerd kan worden op een gekende landbouwtrekker. In bedrijf rijdt de inrichting (1) volgens een rijrichting (A) over een veld met koolgroenten. Om de te rooien koolgroenten met wortel en al uit de grond te lichten 1s het gestel (2) vooraan voorzien van twee rooi-elementen (18) in de vorm van bij voorkeur rooihoorns (13). Nadat de koolgroenten uit de grond zijn gelicht komen ze in contact met een transportinrichting (19) om gerooide koolgroenten, met de kern van de koolgroente naar beneden gericht, in de richting van een snijdinrichting (3) te transporteren. De snijdinrichting (3) is voorzien om de wortel van de koolgroente te scheiden.
De transportinrichting (19) is uitgevoerd als twee, naar achter toe hellend oplopende klemriemen (4) die de koolgroenten één voor één verder uit de grond lichten en transporteren in de richting van de snijdinrichting (3). Elke klemriem (4) is een gesloten, rondlopende riem.
De toegepaste klemriemen (4) hebben bij voorkeur een V-vormige doorsnede en worden daarom ook een V-riem of V-snaar genoemd. Om de koolgroenten efficiënt te verplaatsen in de richting van de snijdinrichting (3) zijn de klemriemen (4) voorzien van een aantal op een afstand van elkaar geplaatste uitstekende meeneemelementen (6). Voor de aandrijving van de klemriemen (4) wordt gebruikt gemaakt van zogenaamde snaarwielen (7). Dit zijn riem- of snaarschijven met een V- vormige doorsnede waarover de klemriemen lopen. Door de beweging van de klemriemen (4) worden de gerooide koolgroenten naar achteren geleid, waar ze vervolgens in contact komen met de snijdinrichting (3) waar de wortel van de aangevoerde koolgroente zal worden afgesneden. De snijdinrichting (3) bestaat uit een roteerbare snijschijf (8) en een vast opgesteld getand schijfvormig tegenmes (9).
Met de inrichting (1) volgens de uitvinding is het tevens mogelijk om tijdens het afsnijden van de wortel, ook een deel van het loof los te snijden. Hiertoe is te inrichting (1) voorzien van een aandrukinrichting (5) die tijdens het oplichten van de koolgroenten — wanneer de koolgroenten m.b.v. de klemriemen (4) getransporteerd worden - het loof van de koolgroente naar beneden drukt.
Nadat de wortel, en een deel van het loof is losgesneden, komt de koolgroente, bij voorkeur een bloemkool (10), terecht op een ontbladersysteem (14) dat specifiek ontwikkeld werd om het nog aanwezig loof snel en efficiënt te verwijderen (ontbladeren). Het overeenkomstig de uitvinding toegepaste ontbladersysteem (14) wordt gevormd door vier draaibare rollen (15; 16) waartussen de koolgroente zich verder in de inrichting (1) zal voortbewegen, en dit volgens een bewegingsrichting (B) die tegengesteld is aan de rijrichting (A).
Het ontbladersysteem (14) wordt voorgesteld op figuren 4 en 5 en bestaat uit een paar naast elkaar en op een afstand van elkaar geplaatste steunrollen (15). Deze steunrollen zullen tijdens het ontbladeren tegengesteld aan elkaar draaien. Tussen deze steunrollen (15) zullen de gerooide koolgroenten bewegen. Verder zijn er nog een paar naast elkaar en op een afstand van elkaar geplaatste draagrollen (16). Ook de draagrollen (16) zullen tijdens het ontbladeren tegengesteld aan elkaar draaien. De 4 rollen staan neerwaarts hellend opgesteld en hebben bij voorkeur een lengte van ongeveer 1, 5 meter. Ze strekken zich evenwijdig aan elkaar uit en dit volgens de bewegingsrichting van de inrichting (1). De verschillende rollen zijn vervaardigd uit ijzer of inox.
De draagrollen (16) staan opgesteld onder de steunrollen (15), waarbij de afstand tussen de draagrollen (16) kleiner is dan de afstand tussen de steunrollen (15). Op deze manier wordt er als het ware een ruimte gecreëerd waarin de gerooide koolgroenten, in voorkomend geval bloemkolen (10), kunnen voortbewegen. De gerooide koolgroenten zullen door de rotatie van de rollen, door de naar beneden gerichte opstelling en de gladheid van het materiaal waaruit de rollen zijn vervaardigd, makkelijk doorheen het ontbladersysteem (14) bewegen en dit zonder dat ze beschadigd raken. Tijdens hun verplaatsing zal het loof van de gerooide koolgroenten in de ruimte tussen de steunrollen (15) en draagrollen (16) wordt getrokken en verwijderd. Een deel van het loof zal ook onder invloed van de zwaartekracht tussen de ruimte gevormd tussen de draagrollen (16) vallen en op de grond terechtkomen.
De draairichting van de rollen (15; 16) is zo gekozen dat het loof makkelijk verwijderd kan worden. Dit wordt geïllustreerd op figuur 5 waaruit kan afgeleid worden dat de linker steunrol in wijzerzin draait, terwijl de linker draagrol in tegenwijzerzin draait. De andere rol in het paar draait in tegengestelde richting, zo draait de rechter steunrol in tegenwijzerzin, terwijl de rechter draagrol in wijzerzin draait. De aandrijving van de verschillende rollen (15; 16) gebeurt met behulp van één motor. Dit biedt het voordeel dat de rollen kunnen draaien met een constante snelheid. Ook de onderlinge afstand tussen de verschillende rollen kan aangepast worden.
Nadat de koolgroente het ontbladersysteem (14) is gepasseerd, blijft een koolgroente, bijv. een bloemkool (10), over die nagenoeg geen loof meer bevat. Hierdoor is er ook geen inzet van specifiek personeel meer vereist om de koolgroenten te ontdoen van loof.
In het verlengde van de rollen van het ontbladersysteem (14) ligt een eerste afvoerband (11) die geschikt is voor het afvoeren van de koolgroenten. Zoals getoond op figuur 1 staat er dwars op de eerste afvoerband (11), een tweede afvoerband (12) die eveneens voorzien is voor het afvoeren van de koolgroenten. De eerste en tweede afvoerband zijn bij voorkeur vervaardigd uit PVC. De tweede afvoerband (12) kan echter ook zoals voorgesteld op figuur 3, gepositioneerd worden naast en evenwijdig aan de eerste afvoerband (11). In voorkomend geval is de tweede afvoerband (12) voorzien van houders (20) (een pottenband) voor de gerooide koolgroenten (1n dit geval bloemkolen) die de bloemkolen (10) verder in de inrichting (1) zullen transporteren. De op figuur 3 getoonde inrichting omvat verschillende onderdelen:
Figuur 3 toont schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting (1) volgens de uitvinding die geschikt is voor het rooien van bloemkolen (10) en halfautomatisch werkt. De inrichting (1) omvat de volgende onderdelen: - een rooi-eenheid (17) met een rooi-elementen (18) voorzien om bloemkolen (10) één voor één uit de grond te lichten en een transportinrichting (19) voorzien om de uit de grond gelichte bloemkolen (10) te transporteren in de richting van een snijdinrichting; - ontbladersysteem (14) bestaande uit vier evenwijdig naast elkaar geplaatste rollen (15; 16) waar de nog aan de bloemkool (10) hangende bladeren verwijderd worden; - eerste afvoerband (11) waar zitplaatsen voorzien zijn voor arbeiders die de bloemkolen (10) van de eerste afvoerband (11) nemen en in de houders (20) van de tweede transportband (12) leggen.
De inrichting (1) volgens de uitvinding kan verder uitgerust worden met een boorinrichting (niet afgebeeld) en een aantal houders voor gerooide koolgroenten (dit kunnen ook de houders zijn voorzien op de tweede afvoerband), waarbij de boorinrichting een ten opzichte van een houder beweegbare boor omvat voor het uit een in de houder opgenomen koolgroente uitboren van de kern. Dergelijke houders zijn bij voorkeur komvormig uitgevoerd.
De inrichting volgens de uitvinding kan als een volautomatische machine uitgevoerd worden. Hiertoe wordt de inrichting (1) uitgerust met grijpmiddelen (niet afgebeeld) geschikt voor het grijpen van koolgroenten van de eerste (11) of tweede afvoerband (12) en verplaatsen ervan in daartoe voorziene houders waar de kern kan uitgeboord worden. De inrichting (1) kan verder nog uitgerust worden met een opvangbak voor de bloemkoolharten die vervolgens verder verwerkt kunnen worden, tot bijvoorbeeld bloemkoolrijst.
Met de inrichting (1) volgens de uitvinding kan een rooicapaciteit van 60.000 kg bloemkolen per dag bereikt worden. hierbij is de snelheid van de inrichting (1) op het veld gelegen tussen de 3 en 4 km/uur.

Claims (15)

CONCLUSIES
1. Inrichting (1) voor het rooien en van het loof ontdoen van koolgroenten, omvattende een verrijdbaar gestel (2) voorzien van een snijdinrichting (3) om de wortel van de koolgroente te scheiden en een rooi-eenheid (17) voorzien om de koolgroenten één voor één uit de grond te lichten en te transporteren in de richting van de snijdinrichting (3), met het kenmerk dat de inrichting (1) verder een ontbladersysteem (14) omvat voorzien om het loof van de afgesneden koolgroenten te verwijderen, waarbij het genoemd ontbladersysteem (14) een paar naast elkaar en op een afstand van elkaar geplaatste en tegengesteld aan elkaar draaibare steunrollen (15) waartussen de gerooide koolgroenten beweegbaar zijn en een paar naast elkaar en op een afstand van elkaar geplaatste en tegengesteld aan elkaar draaibare draagrollen (16) omvat die onder de steunrollen (15) staan opgesteld en waarover de gerooide koolgroenten beweegbaar zijn, waarbij de afstand tussen de draagrollen (16) kleiner is dan de afstand tussen de steunrollen (15) en waarbij in gebruik minstens een deel van het loof van de gerooide koolgroenten in de ruimte tussen de steunrollen (15) en draagrollen (16) wordt getrokken en verwijderd.
2. Inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de steun (15)- en draagrollen (16) zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken volgens de bewegingsrichting (B) van de inrichting.
3. Inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de hellingshoek van de steun (15)- en draagrollen (16) instelbaar is.
4. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de onderlinge afstand tussen de draagrollen (16) en de onderlinge afstand tussen de steunrollen (15) instelbaar is, en dat de afstand tussen de draagrollen (16) en steunrollen (15) instelbaar is.
5. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de draagrollen (16) en steunrollen (15) vervaardigd zijn uit inox.
6. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting (1) een aandrijfmiddel omvat voorzien om de verschillende rollen (15, 16) aan te drijven.
7. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de rooi-eenheid (17) een rooi-element (18) voorzien om koolgroenten één voor één uit de grond te lichten en twee, naar achter toe hellend oplopende klemriemen (4) omvat voorzien om de uit de grond gelicht koolgroenten te transporteren in de richting van de snijdinrichting (3), en dat het gestel (2) verder een aandrukrichting (5) omvat die voorzien is om het loof van de bloemkolen naar beneden te drukken tijdens het transport ervan in de richting van snijdinrichting (3) waardoor de snijdinrichting (3) zowel de wortel als minstens een deel van het loof zal scheiden van de gerooide koolgroente.
8. Inrichting (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de genoemde klemriem (4) een V-riem is voorzien van uitstekende meeneemelementen (6).
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk dat de aandrukinrichting (5) een snaarsysteem omvat.
10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de snijdinrichting een roteerbare snijschijf (8) en een getand schijfvormig tegenmes (9) omvat.
11. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusie, met het kenmerk dat de inrichting (1) een eerste afvoerband (11) voor het afvoeren van de koolgroenten omvat, en die gelegen is na het ontbladersysteem (14).
12. Inrichting (1) volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de inrichting (1) een zich dwars op de eerste afvoerband (11) uitstrekkende tweede afvoerband (12) omvat, voorzien voor het afvoeren van de koolgroenten.
13. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting verder een boorinrichting en aantal houders voor gerooide koolgroenten omvat, waarbij de boorinrichting een ten opzichte van een houder beweegbare boor omvat voor het uit een in de houder opgenomen koolgroente uitboren van de kern.
14. Inrichting volgens één van de conclusies 11 t/m 13, met het kenmerk dat de inrichting grijpmiddelen omvat geschikt voor het grijpen van koolgroenten van de eerste (11) of tweede afvoerband (12) en verplaatsen ervan in een genoemde houder.
15. Inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde inrichting (1) een inrichting is voor het rooien en van het loof ontdoen van bloemkolen.
BE20215574A 2021-07-26 2021-07-26 Inrichting voor het rooien van koolgroenten, in het bijzonder bloemkolen BE1029626B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215574A BE1029626B1 (nl) 2021-07-26 2021-07-26 Inrichting voor het rooien van koolgroenten, in het bijzonder bloemkolen

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20215574A BE1029626B1 (nl) 2021-07-26 2021-07-26 Inrichting voor het rooien van koolgroenten, in het bijzonder bloemkolen

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1029626A1 BE1029626A1 (nl) 2023-02-17
BE1029626B1 true BE1029626B1 (nl) 2023-02-20

Family

ID=77167902

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20215574A BE1029626B1 (nl) 2021-07-26 2021-07-26 Inrichting voor het rooien van koolgroenten, in het bijzonder bloemkolen

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1029626B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SU933033A1 (ru) * 1980-10-17 1982-06-07 Чувашский сельскохозяйственный институт Устройство дл очистки кочанов от покрывающих листьев
DE4240805A1 (de) * 1992-12-01 1994-06-09 Gatema Gmbh Gartenbautechnik U Kohlerntemaschine
EP0606652A1 (de) * 1993-01-13 1994-07-20 Hellmut Horsch Kohlerntemaschine
JPH06319352A (ja) * 1993-05-14 1994-11-22 Kubota Corp 収穫野菜処理装置
KR200352144Y1 (ko) * 2004-03-03 2004-06-04 라병렬 채소 잎자루의 껍질 제거장치

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SU933033A1 (ru) * 1980-10-17 1982-06-07 Чувашский сельскохозяйственный институт Устройство дл очистки кочанов от покрывающих листьев
DE4240805A1 (de) * 1992-12-01 1994-06-09 Gatema Gmbh Gartenbautechnik U Kohlerntemaschine
EP0606652A1 (de) * 1993-01-13 1994-07-20 Hellmut Horsch Kohlerntemaschine
JPH06319352A (ja) * 1993-05-14 1994-11-22 Kubota Corp 収穫野菜処理装置
KR200352144Y1 (ko) * 2004-03-03 2004-06-04 라병렬 채소 잎자루의 껍질 제거장치

Also Published As

Publication number Publication date
BE1029626A1 (nl) 2023-02-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1023184B1 (nl) Structuur van een maaier voor het oogsten van gewas op stengels
BE1023189B1 (nl) Aandrijving voor een maaier voor het oogsten van gewas op stengels
US5431231A (en) Harvester for root vegetables
BE1025212B1 (nl) Inrichting voor het transporteren van paddenstoelen
US8753180B2 (en) Methods and apparatus for stripping leaves from a stalk cured tobacco plant
BE1023139A1 (nl) Maaier van een oogstmachine
BE1029626B1 (nl) Inrichting voor het rooien van koolgroenten, in het bijzonder bloemkolen
BE1023145B1 (nl) Maïsoogsttoestel en maaidorser die maïsoogsttoestellen bevat
US6708474B2 (en) Single pass tobacco harvester and method
JP6208960B2 (ja) トマト収穫機
FR2601228A1 (fr) Procede et appareil pour installer mecaniquement et recolter de la chicoree.
JP2010273621A (ja) 根菜類収穫機
US3452525A (en) Picker for asparagus and like products and process of picking such products
NL1036829C2 (nl) Inrichting voor het verzamelen van vruchten tijdens het oogsten ervan.
BE1030283B1 (nl) Rooi-inrichting voor het rooien van koolgroenten met verbeterde rooimiddelen
JP6229680B2 (ja) 根菜類収穫機
JP2002017132A (ja) 収穫機
US3753736A (en) Method of packing asparagus for the growing field
FR2503982A1 (fr) Perfectionnements aux machines pour recolter les legumes
NL2016879B1 (nl) Inrichting voor het vormen van bossen van gewassen en binden ervan, in het bijzonder een bos of boeket van snijbloemen
US3594995A (en) Hop-picking machine
US3548577A (en) Asparagus harvester
NL1024960C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van plantdelen.
KR102144962B1 (ko) 컨베이어벨트에 의해 이송시켜 선별하는 구형농산물 선별기
JP2019208370A (ja) 根菜類収穫機

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20230220