NL8901696A - Synchroniseerschakeling met een oscillator. - Google Patents

Synchroniseerschakeling met een oscillator. Download PDF

Info

Publication number
NL8901696A
NL8901696A NL8901696A NL8901696A NL8901696A NL 8901696 A NL8901696 A NL 8901696A NL 8901696 A NL8901696 A NL 8901696A NL 8901696 A NL8901696 A NL 8901696A NL 8901696 A NL8901696 A NL 8901696A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
output
input
transistor
circuit
phase discriminator
Prior art date
Application number
NL8901696A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8901696A priority Critical patent/NL8901696A/nl
Priority to US07/535,922 priority patent/US5038116A/en
Priority to EP90201712A priority patent/EP0406947B1/en
Priority to DE69015473T priority patent/DE69015473T2/de
Priority to KR1019900009707A priority patent/KR0146357B1/ko
Priority to JP17282290A priority patent/JP3182417B2/ja
Publication of NL8901696A publication Critical patent/NL8901696A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03DDEMODULATION OR TRANSFERENCE OF MODULATION FROM ONE CARRIER TO ANOTHER
    • H03D13/00Circuits for comparing the phase or frequency of two mutually-independent oscillations
    • HELECTRICITY
    • H03ELECTRONIC CIRCUITRY
    • H03LAUTOMATIC CONTROL, STARTING, SYNCHRONISATION OR STABILISATION OF GENERATORS OF ELECTRONIC OSCILLATIONS OR PULSES
    • H03L7/00Automatic control of frequency or phase; Synchronisation
    • H03L7/06Automatic control of frequency or phase; Synchronisation using a reference signal applied to a frequency- or phase-locked loop
    • H03L7/08Details of the phase-locked loop
    • H03L7/14Details of the phase-locked loop for assuring constant frequency when supply or correction voltages fail or are interrupted

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Stabilization Of Oscillater, Synchronisation, Frequency Synthesizers (AREA)
  • Synchronizing For Television (AREA)

Description

N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
"Synchroniseerschakeling met een oscillator"
De uitvinding heeft betrekking op een synchroniseer¬schakeling bevattende een oscillator, een fazediskriminator met eeneerste ingang die gekoppeld is met een ingangsklem van de schakelingvoor het ontvangen van een inkomend synchroniseersignaal, een tweedeingang voor het ontvangen van een van de oscillator afgeleid signaal eneen uitgang voor het toevoeren van een regelsignaal aan een regelingangvan de oscillator voor het regelen van de frekwentie en/of de faze vanhet oscillatorsignaal, bevattende verder een met de ingangsklem van deschakeling gekoppelde synchroniseersignaaldetektor voor het vaststellendat het inkomende synchroniseersignaal aanwezig is of niet.
Een dergelijke synchroniseerschakeling is bekend uit hetAmerikaanse octrooischrift 3.882.412. In deze bekende schakelingvarieert het aan de regelingang van de oscillator toegevoerderegelsignaal op zodanige wijze dat in de stationaire toestand van degevormde regellus de ingangssignalen van de fazediskriminator nagenoegsynchroon zijn. De schakeling bevat een geheugen in de vorm van eenteller met een telwaarde die afhangt van het fazeverschil tussen degenoemde ingangssignalen. Valt op een bepaald moment het inkomendesynchroniseersignaal weg, dan wordt onder invloed van de synchroniseer¬signaaldetektor de waarde die de teller had op dat moment bewaard enaan de oscillator toegevoerd. Zolang het inkomende signaal afwezig is,blijft dus de regeling werkzaam, waardoor de oscillator niet vrij ismaar op dezelfde wijze blijft oscilleren als op het moment dat hetinkomende signaal verdwenen is.
De bekende schakeling is bedoeld voor het kompenseren vanveranderingen die bij een zeer nauwkeurig werkende oscillator kunnenoptreden en die veroorzaakt worden door temperatuur- en ouderings-effekten. Dit zijn doorgaans geringe en langzame veranderingen, zodatbij afwezigheid van het inkomende synchroniseersignaal de frekwentie vanhet oscillatorsignaal slechts weinig afwijkt van de frekwentie bijaanwezigheid van dit signaal. Bij toepassingen waarbij een dergelijkhoge stabiliteit niet vereist of niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij konsumentenapparaten, kan echter op het moment dat het inkomende signaalwegvalt of althans zwak wordt het regelsignaal een groot verschilvertonen ten opzichte van de gewenste waarde. Bevat het apparaat eendergelijke synchroniseerschakeling met geheugen, dan blijft zolang hetsynchroniseersignaal zwak is, het oscillatorsignaal een frekwentiehebben die afwijkt van de gewenste waarde. Dit kan tot onacceptabelegevolgen leiden. Is bijvoorbeeld het apparaat een beeldweergeef-inrichting, dan is het weergegeven beeld onherkenbaar. Bovendien kan detijd die nodig is voor het invangen van de regeling na de terugkomst vanhet synchroniseersignaal, respektievelijk na het moment dat dit signaalopnieuw een bruikbare sterkte heeft, onacceptabel lang zijn.
Met de uitvinding wordt beoogd een synchroniseer¬schakeling van de bovengenoemde soort te verschaffen die deze nadelenniet heeft, en daartoe wordt een schakeling volgens de uitvindinggekenmerkt door een hulpschakeling voor het reduceren van het verschiltussen het signaal aan de uitgang van de fazediskriminator en eenreferentie, welke hulpschakeling onder invloed van de synchroniseer-signaaldetektor werkzaam is aan de uitgang van de fazediskriminatorbij afwezigheid van het inkomende synchroniseersignaal en onwerkzaam isin het tegenovergestelde geval.
Door de maatregel volgens de uitvinding heeft dus bijafwezigheid van het synchroniseersignaal, of wanneer dit signaal zwakis, de uitgang van de fazediskriminator een gedefinieerde signaalwaardedie niet bepaald wordt door ruis of door lekstromen in de faze¬diskriminator. Is vervolgens een synchroniseersignaal van behoorlijkesterkte aanwezig aan de ingangsklem van de schakeling, dan vangt deschakeling zeer snel in, waardoor het oscillator dezelfde frekwentie ennagenoeg dezelfde faze aanneemt als het inkomende synchroniseersignaal.De maatregel volgens de uitvinding zorgt ervoor dat de gevoeligheid vande regellus verlaagd wordt bij afwezigheid van synchroniseersignaal. Delus kan derhalve worden gedimensioneerd voor een zeer grote versterkingbij aanwezigheid van dit signaal, zodat de fazefout in de stationairetoestand van de lus nagenoeg nul is.
De hulpschakeling kan een schakeling zijn voor hetaanbrengen van een weerstand in serie met een door de synchroniseer-signaaldetektor stuurbare schakelaar tussen de uitgang van defazediskriminator en de referentie.
Bij voorkeur vertoont een schakeling volgens deuitvinding het kenmerk dat de hulpschakeling een regelschakeling is voorhet op nul houden van het verschil tussen het signaal aan de uitgang vande fazediskriminator en de referentie. De genoemde weerstand heeftnamelijk een zeer hoge waarde, zodanig dat een kleine stroomhierdoorheen voldoende is om een spanningsval te veroorzaken voor hetlaten invangen van de oscillator. Een dergelijke weerstand is moeilijkintegreerbaar in een geïntegreerde schakeling. Door de zojuistvoorgestelde maatregel is de hulpschakeling werkzaam als de genoemdeweerstand en is wel gemakkelijk integreerbaar.
Met voordeel kan de referentie zodanig worden gekozen datde referentie een waarde heeft waarvoor het signaal aan de tweede ingangvan de fazediskriminator nagenoeg dezelfde frekwentie heeft als hetinkomende synchroniseersignal, indien aanwezig. Hierdoor wordt deinvangtijd bij terugkomst van het synchroniseersignaal nog verkort.
De synchroniseersignaaldetektor kan worden uitgevoerdzoals in de bekende schakeling het geval is. Met voordeel kan dezedetektor worden uitgevoerd als kolncidentietrap voor het ontvangen vanhet inkomende synchroniseersignaal en een van de oscillator afgeleidsignaal, bijvoorbeeld in het geval dat een dergelijke trap reedsaanwezig is, bijvoorbeeld voor het omschakelen van bepaalde groothedenvan de schakeling. Onder invloed van een dergelijke trap kan, zoalsbekend, de lusversterking omschakelbaar zijn tussen twee waarden.
De uitvinding zal aan de hand van de bijgaande figuur bijwijze van voorbeeld nader worden toegelicht.
De figuur toont het voor de uitvinding relevante gedeeltevan een lijnsynchroniseerschakeling voor een beeldweergeefinrichting,bijvoorbeeld een televisie-ontvanger. Hierbij maken twee veldeffekt-transistoren 1 en 2 van het NMOS-type deel uit van een fazediskriminatorPD. Transistoren 1 en 2 worden symmetrisch gestuurd door signalen dievan een oscillator OS afkomstig zijn, dat wil zeggen de poorten van detransistoren krijgen signalen toegevoerd die in tegenfaze zijn. Beidebronnen zijn verbonden met elkaar en met de afvoerelektroden van drieverdere NMOS-transistoren 3, 4 en 5. De afvoer van transistor 1 isverbonden met de basis en de kollektor van een bipolaire transistor 6van het pnp-type waarvan de emitter verbonden is met de positieve poolvan een voedingsspanningsbron VB via een weerstand 7. Op soortgelijke wijze is de afvoer van transistor 2 verbonden met de basis en dekollektor van een pnp-transistor 8 waarvan de emitter verbonden is metde genoemde positieve pool via een weerstand 9. De negatieve pool vanbron VB ligt aan massa. De bronnen van transistoren 3, 4 en 5 zijnverbonden met elkaar, met de kollektoren van twee bipolaire npn-transistoren 10 en 11 en met de bron van een NMOS-transistor 12 waarvande poort aan een positieve gelijkspanning en de afvoer aan spanning Vgligt. Met de basis van transistor 10 is een weerstand 13 en met deemitter is een weerstand 14 verbonden. Met de emitter van transistor 11is een weerstand 15 verbonden. Weerstanden 13, 14 en 15 liggenanderzijds aan massa. De basis van transistor 11 is verbonden met eeningangsklem 16 en met de bronnen van twee NMOS-transistoren 17 en 18.Klem 16 vormt een ingangsklem voor de onderhavige schakeling, hierop isde uitgang van een synchroniseersignaalafscheidingstrap SP aangesloten.De afvoerelektroden van transistoren 17 en 18 zijn verbonden met elkaaren met de basis van transistor 10. De poort van transistor 3 isverbonden met een uitgang van een poortimpulsgenerator GT. De poortenvan transistoren 4 en 17 zijn verbonden met elkaar en met een uitgangvan een bedieningstrap CT. De poorten van transistoren 5 en 18, tenslotte, zijn verbonden met elkaar en met een uitgang van eenkoincidentietrap CO.
In werking zijn onder normale omstandigheden deingangssignalen van de fazediskriminator PD aanwezig, te weten de vande oscillator OS afkomstige signalen en een van de synchroniseersignaal-afscheidingstrap SP afkomstig lijnsynchroniseersignaal dat van eeninkomend videosignaal afgeleid is. In de gesynchroniseerde toestand vande synchroniseerschakeling, dit is in een toestand waarin hetoscillatorsignaal tussen de poorten van transistoren 1 en 2 dezelfdefrekwentie en nagenoeg dezelfde faze heeft als een inkomendelijnsynchroniseerimpuls, zijn tijdens het optreden van een dergelijkeimpuls transistoren 3 en 11 geleidend, terwijl transistoren 4, 5, 17 en18 gesperd worden gehouden door de aan de poorten van deze transistorenaanwezige signalen, waardoor transistor 10 eveneens gesperd is. In debeschouwde toestand treedt een impulsflank van het oscillatorsignaal opnagenoeg in het midden van de synchroniseerimpuls. Daarvóór geleidtéén van de transistoren 1 en 2, waarna de andere transistor geleidt.
De afvoer van transistor 1 is ook verbonden met de basis van een pnp-transistor 19 waarvan de emitter verbonden is met eenweerstand 20, en de afvoer van transistor 2 is ook verbonden met debasis van een pnp-transistor 21 waarvan de emitter verbonden is met eenweerstand 22. Weerstanden 20 en 21 liggen anderzijds aan spanning Vg.
Van een npn-transistor 23 zijn de basis en de kollektor verbonden metelkaar, met de kollektor van transistor 21 en met de basis van eenverdere npn-transistor 24. De emitter van transistor 23 ligt aan massavia een weerstand 25 en de emitter van transistor 24 ligt aan massa viaeen weerstand 26. De kollektor van transistor 24 is verbonden met dievan transistor 19 en met een aansluiting A van een geïntegreerdeschakeling waarvan de meeste delen van de beschreven schakeling deeluitmaken. Punt A vormt de uitgang van diskriminator PD en hierop is eenlusfilter LF aangesloten. Filter LF bestaat bijvoorbeeld uit een eerstekondensator 27 die tussen punt A en massa is aangebracht en deserieschakeling van een tweede kondensator 28 en een weerstand 29, welkeserieschakeling parallel staat aan kondensator 27.
Transistoren 6 en 19 vormen een stroomspiegelschakelingvoor de kollektorstroom van transistor 1 en transistoren 8 en 21enerzijds en 23 en 24 anderzijds vormen een stroomspiegelschakelingenvoor de kollektorstroom van transistor 2. Tijdens de eerste helft vanhet optreden van de lijnsynchroniseerimpuls vloeit één van degenoemde kollektorstromen, waardoor één van de transistoren 19 en 24geleidt voor het laden respektievelijk ontladen van de kondensatoren vanfilter LF, en tijdens de tweede helft van het optreden van desynchroniseerimpuls vloeit de andere kollektorstroom, waardoor dekondensatoren ontladen respektievelijk geladen worden. Een spanning dievan de aan punt A aanwezige spanning afgeleid is, wordt toegevoerd aaneen regelingang 30 van oscillator OS. In de gesynchroniseerde toestandvan de elementen PD, LF en OS bevattende fazeregellus heeft tijdenshet optreden van de synchroniseerimpuls de genoemde spanning de vorm vaneen driehoek die ten opzichte van het midden van de impuls symmetrischis. In de rest van de periode zijn transistoren 19 en 24 gesperd enbehoudt deze spanning ongeveer de waarde aan het einde van de driehoek:de genoemde spanning is een regelspanning voor het houden van defrekwentie en de faze van het oscillatorsignaal op de juiste waarden.Wordt de symmetrie verstoord, dan zijn de tijdsduren waarin het laden enhet ontladen plaatsvinden niet meer gelijk aan elkaar, met het gevolg dat de regelspanning na het optreden van de synchroniseerimpuls eenandere waarde heeft dan in het gesynchroniseerde toestand het geval is.De regeling zorgt dan ervoor dat na verloop van tijd de symmetrie wordthersteld, waardoor de flank van het oscillatorsignaal wederom met hetmidden van de impuls samenvalt.
De poortimpulsgenerator GT is gekoppeld met oscillator OSen wekt poortimpulsen op die van het oscillatorsignaal zijn afgeleid enwaarvan de duur iets langer is dan die van de lijnsynchroniseer-impulsen. In de gesynchroniseerde toestand van de regellus liggen depoortimpulsen symmetrisch ten opzichte van het midden van desynchroniseerimpulsen. Door middel van de kolncidentietrap COwordt vastgesteld of deze toestand althans ten naaste bij aanwezig is.Hiervoor krijgt trap CO de lijnsynchroniseerimpulsen en impulsen die vanhet oscillatorsignaal afgeleid zijn, bijvoorbeeld de genoemdepoortimpulsen, toegevoerd. Heeft koincidentie, althans gedurende eendeel van de duur van het optreden van de aan trap CO toegevoerdeimpulsen één maal of een vooraf bepaald aantal malen plaatsgevonden,dan wekt trap CO geen signaal op, waardoor transistor 5 en 18 gesperdblijven. Door middel van transistor 3, die tijdens het optreden vaneen poortimpuls geleidend gehouden wordt, wordt ervoor gezorgd datdiskriminator PD slechts gedurende het optreden van de poortimpulsenwerkzaam is. Wordt, daarentegen, niet-koincidentie vastgesteld, danwekt trap CO een positieve gelijkspanning op, waardoor transistoren 5 en18 in geleiding worden gebracht. Tijdens het optreden van eenlijnsynchroniseerimpuls geleiden transistoren 10 en 11. Doordattransistor 5 geleidend is, hebben de poortimpulsen geen invloed en isdiskriminator PD de gehele periode werkzaam, en omdat beide transistoren10 en 11 geleidend zijn, heeft de regellus een hogere versterking.Dezelfde werkingswijze wordt verkregen door het in geleiding brengen vantransistoren 4 en 17 door middel van een van trap CT afkomstig signaal,dit ongeacht of er koincidentie is of niet, bijvoorbeeld bij ontvangstvan een videosignaal uit een videorekorder.
Het voorafgaande is de vakman bekend. De schakeling kannog bekende voorzieningen bevatten, bijvoorbeeld voor het onder bepaaldeomstandigheden omschakelen van de lusversterking, voor het wijzigen vande werking van de schakeling gedurende het rasteronderdrukkingsinterval,en dergelijke.
Tussen de positieve pool van bron VB en massa staat deserieschakeling van een beveiligingsweerstand 31, de kollektor-emitterweg van drie npn-transistoren 32, 33 en 34, en een weerstand 35.De basis van transistor 32 ligt aan een positieve spanning V^. Debasis en de kollektor van transistor 33 zijn verbonden met elkaar, en debasis van transistor 34 ligt aan een positieve gelijkspanning. Punt A isverbonden met de poort van een als bronvolger werkzame NMOS-transistor36 waarvan de bron verbonden is met een stroombron 36' en met een niet-omkerende ingang van een verschilversterker 37. Het verbindingspunt Bvan de emitter van transistor 32 met transistor 33 is verbonden met depoort van een als bronvolger werkzame NMOS-transistor 38 waarvan de bronverbonden is met een stroombron 38' en met een omkerende ingang vanversterker 37. Een uitgang van versterker 37 is verbonden met deregelingang 30 van oscillator OS. Aan punt B heerst een spanning diegelijk is aan V1 - ν^β, waarbij de basisemitterdrempel-spanning van de geleidende transistor 32 aanduidt. Door de werking vande regellus hebben in de gesynchroniseeerde toestand van de lus deingangsspanningen van versterker 37 nagenoeg dezelfde waarde, waardoorde spanning aan punt A ongeveer gelijk is aan de spanning aan punt B. Deuitgangsspanning van versterker 37 is de regelspanning ten behoeve vanoscillator OS en is nagenoeg nul in de gesynchroniseerde toestand,waardoor het aan transistoren 1 en 2 toegevoerde oscillatorsignaaldezelfde frekwentie en nagenoeg dezelfde faze heeft als de lijn-synchroniseerimpulsen, waarbij het oscillatorsignaal de lijnfrekwentieof een veelvoud daarvan heeft. In dat laatste geval wordt tussen deoscillator en de fazediskriminator PD een frekwentiedeler aangebracht.Een door de onderhavige schakeling verkregen lijnsignaal wordt nogtoegevoerd aan een niet getekende lijnafbuigschakeling H voor hetafbuigen in de horizontale richting van één of meer elektronen-bundel(s) in een beeldweergeefbuis.
Valt het inkomende lijnsynchroniseersignaal weg of is ditsignaal zeer zwak, dan is aan de uitgang van trap SP veel ruisaanwezig. Onder deze omstandigheden is zonder verdere maatregelen despanning aan punt A na verloop van tijd niet meer gedefinieerd omdat dekondensatoren 27 en 28 van filter LF zich ontladen en omdat allerleilekstromen vloeien die door filter LF geïntegreerd worden en dieonder andere met de temperatuur variëren. Daardoor kan de spanning aan punt A een onjuiste waarde aannemen, waardoor oscillator OS nietmeer op de juiste frekwentie oscilleert, hetgeen invangproblemen kangeven bij terugkomst van een lijnsynchroniseersignaal van behoorlijkesterkte.
Om te zorgen dat de regelspanning ook in het zojuistgeschetste geval een goed gedefinieerde waarde heeft, bevat volgens deuitvinding de schakeling de hierna beschreven delen. Punt A is verbondenmet de poort van een NMOS-transistor 39 waarvan de bron verbonden is metde bron van een verdere NMOS-transistor 40 en met de kollektor van eennpn-transistor 41. De emitter van transistor 41 is verbonden met eenweerstand 42, en de basis met een weerstand 43 en met de bron van eenNMOS-transistor 44. De poort van transistor 44 is verbonden met deuitgang van trap CO en de afvoer met de spanning waarmee de basis vantransistor 34 ook verbonden is. Weerstanden 42 en 43 liggen anderzijdsaan massa. De afvoer van transistor 39 is verbonden met de emitter vaneen npn-transistor 45 waarvan de basis verbonden is met de kollektor vantransistor 8 en waarvan de kollektor aan spanning Vg ligt. Opsoortgelijke wijze is de afvoer van transistor 40 verbonden met deemitter van een npn-transistor 46 waarvan de basis verbonden is met dekollektor van transistor 6 en waarvan de kollektor aan spanning Vgligt. De poort van transistor 40 is verbonden met punt B.
Bij door trap CO vastgestelde koincidentie is despanning aan de poort van transistor 44 nul en is deze transistorgesperd. Transistoren 39, 40, 41, 45 en 46 zijn eveneens gesperd en deregeling van oscillator OS vindt plaats op de bovenbeschreven wijze.Wordt, daarentegen, geen koincidentie vastgesteld, bijvoorbeeld omdatgeen lijnsynchroniseersignaal aanwezig is aan de ingang 16 van deschakeling, dan ligt de poort van transistor 44 aan een positievegelijkspanning. Transistoren 44 en 41 zijn geleidend, waardoor de doortransistoren 39 en 40 gevormde verschilversterker werkzaam is. Doortransistoren 39 en 45 vloeit een stroom Ij en door transistoren 40 en46 vloeit een stroom Bijgevolg vloeit naar de basis van transistor45 een stroom I^/B die van transistor 8 afkomstig is, waarbij fl destroomversterkingsfaktor is van de transistor, en naar de basis vantransistor 46 vloeit een stroom l^/B die van transistor 6 afkomstigis. Hierbij zijn de stroomversterkingsfaktoren van beide transistoren,die deel uitmaken van dezelfde geïntegreerde schakeling, gelijk verondersteld. Stijgt de spanning aan punt A boven de streefwaardeVi - Vjje, dan nemen stroom 1^ toe en stroom I2 af. Dekollektorstroom van transistor 8 neemt derhalve toe terwijl die vantransistor 6 afneemt. Dit houdt in dat de kollektorstroom van transistor19, die naar punt A vloeit voor het laden van kondensatoren 27 en 28,afneemt terwijl de kollektorstroom van transistor 24, die vanuit punt Avloeit voor het ontladen van de kondensatoren, toeneemt, hetgeen destijging van de spanning aan punt A tegenwerkt. Op soortgelijke wijzewordt een eventuele daling tegengewerkt. Hieruit blijkt dat elementen 39tot en met 46 een schakeling AC vormen voor een hulpregeling, zodanigdat bij niet-koincidentie in trap CO een spanningsverschil tussenpunten A en B een additionele (offset)stroom veroorzaakt in defazediskriminator voor het reduceren van dit verschil, waardoor deingansspanningen van versterker 37 nagenoeg gelijk worden en hetoscillatorsignaal nagenoeg de juiste frekwentie heeft. Hiervoor kan ookeen aparte bron worden gekozen die met punt A gekoppeld is. Omdat eenspanningsverschil tussen de spanningen aan punten A en B een van ditverschil afhankelijk stroomverschil veroorzaakt, is schakeling ACwerkzaam als een op de uitgang van de fazediskriminator tussen punten Aen B aangesloten weerstand. Deze kunstmatige weerstand heeft een zeerhoge waarde, in de orde van enkele honderden kilo-ohms. Een kleine, doorde weerstand vloeiende stroom is voldoende om hierover een zodanigespanningsval te veroorzaken dat de oscillator snel invangt. De weerstandis slechts bij niet-koincidentie aanwezig, waarbij de koincidentie-detektor dient voor het aangeven dat een synchroniseersignaal aanwezigis of niet. Het zal duidelijk zijn dat schakeling AC vervangen kanworden door een ohmse weerstand in serie met een, door de genoemdedetektor bediende stuurbare schakelaar, waarbij de gevormdeserieschakeling tussen punten A en B is aangebracht. Vanwege de hogewaarde van de weerstand is deze echter niet integreerbaar, hetgeen eenadditionele aansluiting vergt voor de geïntegreerde schakeling. Doorhet aanbrengen van de weerstand tussen punten A en B wordt degelijkstroomversterking van de regellus, dus de gevoeligheid, verlaagdbij afwezigheid van synchroniseersignaal. Dank zij deze maatregel kan delus gedimensioneerd worden voor een zeer hoge versterking bijaanwezigheid van dit signaal, zodat de fazefout in de stationairetoestand van de lus zeer klein is.
De schakeling van de figuur bevat nog een pnp-transistor47 waarvan de basis aan spanning ligt, de emitter verbonden is metpunt A en de kollektor met een weerstand 48 die anderzijds aan massaligt, alsmede een npn-transistor 49 waarvan de basis en de emitterverbonden zijn met elkaar en waarvan de kollektor verbonden is met puntA. Deze transistoren zijn aangebracht voor het beperken van de mogelijkevariaties van de spanning aan punt A. Overschrijdt tijdens hetregelproces de spanning aan punt A de waarde V-j + ν^β, dan komttransistor 47 in geleiding, waardoor de genoemde spanning niet verderkan stijgen. Komt, daarentegen, de genoemde spanning onder de waarde- 3ν^6, dan komt transistor 49, waarvan de basis en de emittervanwege transistor 33 de spanning - 2ν^β dragen, in geleiding,waardoor de spanning niet verder kan dalen. Hierbij is verondersteld datde v^g's in de geïntegreerde schakeling gelijk zijn. Het blijkt dusdat de spanning aan punt A met hoogstens 2ν^β om de streefwaarde heenkan variëren.

Claims (10)

1. Synchroniseerschakeling bevattende een oscillator, eenfazediskriminator met een eerste ingang die gekoppeld is met eeningangsklem van de schakeling voor het ontvangen van een inkomendsynchroniseersignaal, een tweede ingang voor het ontvangen van een vande oscillator afgeleid signaal en een uitgang voor het toevoeren van eenregelsignaal aan een regelingang van de oscillator voor het regelen vande frekwentie en/of de faze van het oscillatorsignaal, bevattende verdereen met de ingangsklem van de schakeling gekoppelde synchroniseer-signaaldetektor voor het vaststellen dat het inkomende synchroniseer¬signaal aanwezig is of niet, gekenmerkt door een hulpschakeling voor hetreduceren van het verschil tussen het signaal aan de uitgang van defazediskriminator en een referentie, welke hulpschakeling onder invloedvan de synchroniseersignaaldetektor werkzaam is aan de uitgang van defazediskriminator bij afwezigheid van het inkomende synchroniseersignaalen onwerkzaam is in het tegenovergestelde geval.
2. Schakeling volgens konklusie 1, met het kenmerk dat dehulpschakeling een schakeling is voor het aanbrengen van een weerstandin serie met een door de synchroniseersignaaldetektor stuurbareschakelaar tussen de uitgang van de fazediskriminator en de referentie.
3. Schakeling volgens konklusie 1, met het kenmerk dat dehulpschakeling een regelschakeling is voor het op nul houden van hetverschil tussen het signaal aan de uitgang van de fazediskriminator ende referentie.
4. Schakeling volgens konklusie 3, net het kenmerk dat dehulpschakeling een verschilversterker bevat met een eerste ingang diemet de uitgang van de fazediskriminator en een tweede ingang die met dereferentie gekoppeld is, en met een uitgang die gekoppeld is met eenbron voor het bepalen van de spanning aan de uitgang van de faze¬diskriminator, welke verschilversterker onder invloed van desynchroniseersignaaldetektor werkzaam is bij afwezigheid van hetinkomende synchroniseersignaal en onwerkzaam is in het tegenovergesteldegeval.
5. Schakeling volgens konklusie 4, gekenmerkt door een eerste transistor waarvan een eerste ingangselektrode de eerste ingangvan de verschilversterker vormt, een tweede transistor waarvan eeneerste ingangselektrode de tweede ingang van de verschilversterkervormt, een derde transistor waarvan een eerste ingangselektrode verbonden is met een uitgangselektrode van de eerste transistor en eenvierde transistor waarvan een eerste ingangselektrode verbonden is meteen uitgangselektrode van de tweede transistor, waarbij een tweedeingangselektrode van de derde transistor en een tweede ingangselektrodevan de vierde transistor gekoppeld zijn met de bron voor het bepalen vande spanning aan de uitgang van de fazediskriminator en waarbij eentweede ingangselektrode van de eerste transistor verbonden is met eentweede ingangselektrode van de tweede transistor en met eenuitgangselektrode van een vijfde transistor waarvan een ingangselektrodegekoppeld is met de synchroniseersignaaldetektor.
6. Schakeling volgens konklusie 4, waarbij een lusfilteraangesloten is op de uitgang van de fazediskriminator voor hetintegreren van de stroom van een stroombron die deel uitmaakt van defazediskriminator, met het kenmerk dat de uitgang van de verschil-versterker gekoppeld is met de stroombron voor het bepalen van despanning aan de uitgang van de fazediskriminator.
7. Schakeling volgens konklusie 1, met het kenmerk dat dereferentie een waarde heeft waarvoor het signaal aan de tweede ingangvan de fazediskriminator nagenoeg dezelfde frekwentie heeft als hetinkomende synchroniseersignaal, indien aanwezig.
8. Schakeling volgens konklusie 7, gekenmerkt door eenverschilversterker waarvan een eerste ingang met de uitgang van defazediskriminator, een tweede ingang met de referentie en een uitgangmet de regelingang van de oscillator gekoppeld is.
9. Schakeling volgens konklusie 8, met het kenmerk dat deuitgang van de fazediskriminator verbonden is met een dubbelzijdigebegrenzer voor het beperken van variaties van de spanning aan degenoemde uitgang.
10. Schakeling volgens konklusie 1, met het kenmerk dat desynchroniseersignaaldetektor uitgevoerd is als koincidentietrap voorhet ontvangen van het inkomende synchroniseersignaal en een van deoscillator afgeleid signaal.
NL8901696A 1989-07-04 1989-07-04 Synchroniseerschakeling met een oscillator. NL8901696A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8901696A NL8901696A (nl) 1989-07-04 1989-07-04 Synchroniseerschakeling met een oscillator.
US07/535,922 US5038116A (en) 1989-07-04 1990-06-11 Oscillator synchronizing circuit stabilized against loss of sync signals
EP90201712A EP0406947B1 (en) 1989-07-04 1990-06-28 Synchronizing circuit including an oscillator
DE69015473T DE69015473T2 (de) 1989-07-04 1990-06-28 Synchronisierschaltung mit einem Oszillator.
KR1019900009707A KR0146357B1 (ko) 1989-07-04 1990-06-29 발진기를 포함한 동기 회로
JP17282290A JP3182417B2 (ja) 1989-07-04 1990-07-02 発振器を含む同期化回路

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8901696A NL8901696A (nl) 1989-07-04 1989-07-04 Synchroniseerschakeling met een oscillator.
NL8901696 1989-07-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8901696A true NL8901696A (nl) 1991-02-01

Family

ID=19854959

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8901696A NL8901696A (nl) 1989-07-04 1989-07-04 Synchroniseerschakeling met een oscillator.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US5038116A (nl)
EP (1) EP0406947B1 (nl)
JP (1) JP3182417B2 (nl)
KR (1) KR0146357B1 (nl)
DE (1) DE69015473T2 (nl)
NL (1) NL8901696A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3924686A1 (de) * 1989-07-26 1991-01-31 Philips Patentverwaltung Synchronisieranordnung fuer ein bildwiedergabegeraet
DE3940860A1 (de) * 1989-12-11 1991-06-13 Thomson Brandt Gmbh Schaltungsanordnung zum erkennen eines fernsehsignals
GB9113922D0 (en) * 1991-06-27 1991-08-14 Thomson Consumer Electronics Television sync disable circuit
US5281926A (en) * 1992-10-06 1994-01-25 Zenith Electronics Corp. Phase locked loop made operative when stable input sync signal is detected
JPH10261957A (ja) * 1997-03-19 1998-09-29 Advantest Corp Pll回路

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3882412A (en) * 1974-03-29 1975-05-06 North Electric Co Drift compensated phase lock loop
US4061979A (en) * 1975-10-20 1977-12-06 Digital Communications Corporation Phase locked loop with pre-set and squelch
DE2951022A1 (de) * 1979-12-19 1981-07-23 Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart Schaltungsanordnung zur erzeugung von taktimpulsen bei der regenerierung von rechteckimpulsen
DE3027706A1 (de) * 1980-07-22 1982-02-11 Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart Verfahren zur frequenzsynchronisation eines freilaufenden, spannungsgesteuerten oszillators einer phaseloocked-loop(pll)-schaltung in einem funkempfaenger

Also Published As

Publication number Publication date
JPH0344171A (ja) 1991-02-26
EP0406947A1 (en) 1991-01-09
DE69015473T2 (de) 1995-07-13
EP0406947B1 (en) 1994-12-28
DE69015473D1 (de) 1995-02-09
JP3182417B2 (ja) 2001-07-03
US5038116A (en) 1991-08-06
KR910003913A (ko) 1991-02-28
KR0146357B1 (ko) 1998-12-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4296277A (en) Electronic voice detector
NL8901696A (nl) Synchroniseerschakeling met een oscillator.
JPS63991B2 (nl)
CA1056931A (en) Smoke detector
US4636860A (en) Picture display device comprising a noise detector
US3769546A (en) Electronic flash device
JPH0411139B2 (nl)
US4408229A (en) Noise sensitivity reduction apparatus for a TV receiver AGC system
US4940967A (en) Balanced digital infrared detector circuit
US2906818A (en) Transistor phase detector circuit
US3968431A (en) Measuring repetition rate
US4481462A (en) Amplitude control system
JPH0255989B2 (nl)
US3987371A (en) Circuit arrangement including a synchronized oscillator that is stable with respect to temperature and voltage variations
US4414569A (en) Transistor circuit
US3867648A (en) Pulse width shortening circuit
US4999707A (en) Synchronizing signal separating circuit separating synchronizing signal from a composite video signal
NL8901837A (nl) Filterschakeling met een versterker en een kondensator.
JPS647544B2 (nl)
US3532811A (en) Circuit for separating sync signals from a composite video signal
US4937538A (en) Circuit arrangement for synchronizing an oscillator
KR840005640A (ko) 필드 편향 제어용 신호 발생방법 및 회로
NL8600945A (nl) Koincidentieschakeling in een lijnsynchroniseerschakeling.
KR940002985Y1 (ko) Tv의 수직동기 신호분리 회로
NL8901698A (nl) Oscillatorschakeling.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed