NL8901539A - Klikverbindingssysteem, in het bijzonder voor elektrische installatiekasten. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Klikverbindingssysteem, in het bijzonder voor elektrische installatiekasten.

De uitvinding heeft betrekking op een klikverbinding voor het losneembaar verbinden van een losneembaar deel van een samenstel met een vast deel daarvan, in het bijzonder voor het losneembaar bevestigen van een deksel op een huis voor elektrische installaties, welk verbindings-systeem ten minste één stel verbindingsorganen bevat, waarvan het een is aangebracht aan het losneembare deel van het samenstel en het andere aan het vaste deel, het ene is voorzien van een nokgedeelte en het andere van een daarmee voor het tot stand brengen van een verbinding samenwerkend palgedeelte, waarbij het van een nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan veerkrachtig beweegbaar is in één richting en in de loodrechte daarop staande richting star is, een en ander zodanig dat het van een nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan bij het aanbrengen van het losneembare deel op het vaste deel van het samenstel door het van een palgedeelte voorziene verbindingsorgaan in zijn verende bewegingsrichting wordt wegbewogen door beweging van het nokgedeelte langs het palgedeelte en vervolgens veerkrachtig in vergrendelpositie wordt terugbewogen nadat het nokgedeelte tot voorbij het palgedeelte is bewogen.

In de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 8701200 (overeenkomend met het Europees octrooi no. 293035) is een klikverbinding van de hierboven aangegeven soort beschreven. Bij dit bekende verbindings-systeem wordt bij het aanbrengen van het deksel op het huis het verende van een nok voorziene lipvormige verbindingsorgaan eerst door een vast in het huis aangebracht, van een pal voorzien stijf verbindingsorgaan naar buiten gedrukt totdat het nokgedeelte terug kan veren en grijpt achter het palgedeelte waardoor het deksel vast wordt vergrendeld aan het huis. Om vervolgens het deksel weer van het huis te kunnen verwijderen, moet het verend verbindingsorgaan van het deksel worden weggebogen waarna het weer langs de pal in het huis kan worden bewogen. Om te voorkomen dat bij het losmaken van een stel verbindingsorganen bij een ander stel verbindingsorganen de nok en de pal,door terugvering van het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan aan het deksel,weer in elkaar gaan grijpen, is bij het bekende verbindingssysteem een tweede haakvormig deel aan het huis aangebracht dat dient om het verend weggebogen, van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan aan het deksel bij het verwijderen van het deksel in de weggebogen stand vast te houden, zolang het deksel nog niet geheel van het huis is verwijderd.

Hoewel op deze wijze snel en zonder gereedschap een deugdelijke verbinding tot stand kan worden gebracht door het deksel eenvoudig op het huis te drukken, bezit deze bekende klikverbinding toch een aantal nadelen.

Een nadeel is dat een apart blokkeerorgaan moet worden aangebracht voor het in ontgrendelde positie blokkeren van het verende verbindings-orgaan bij wegnemen van het deksel. Verder is een nadeel dat het verend verbindingsorgaan moet worden weggebogen op een plaats die, gezien vanuit de bedienende persoon, met betrekking tot het "scharnierpunt" van het verende orgaan is afgericht. Omdat het laatstgenoemde punt star is, belemmert deze situatie de beweging om de verbinding goed te ontgrendelen. Daarbij moet voor de ontgrendelbeweging een wrikkende beweging worden uitgevoerd, hetgeen de kans op beschadiging van het deksel en de klikverbinding in het bijzonder vergroot. Verder wordt deze ontgrendelbeweging, wanneer meerdere kasten naast elkaar zijn geplaatst, door de aangrenzende kast belemmerd. De uitvinding heeft tot doel de hierboven genoemde nadelen op te heffen en een losneembare verbinding te verschaffen, die eenvoudiger is en tevens een zo groot mogelijke constructie-vrijheid toelaat.

De bovengenoemde doeleinden worden volgens de uitvinding bereikt doordat het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan eveneens veerkrachtig beweegbaar is en wel in een richting dwars op de richting waarin het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan beweegbaar is en in de loodrecht daarop staande richtingen star is, en wel zodanig dat het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan veerkrachtig beweegbaar is vanuit een stand waarin het palgedeelte zich in vergrendel-positie bevindt met het nokgedeelte van het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan naar een ontgrendelde stand, waarin het palgedeelte geheel vrij ligt van het nokgedeelte, terwijl voorzieningen zijn aangebracht voor het blokkeren van het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan in de ontgrendelde stand daarvan door het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan, totdat het laatstgenoemde orgaan van het eerstgenoemde orgaan is verwijderd.

Met het klikverbindingssysteem volgens de uitvinding wordt bereikt dat geen extra blokkeerorgaan nodig is voor het blokkeren van het van een nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan aan het deksel in zijn ontgrendelde positie als het deksel wordt verwijderd. De blokkering in ontgrendelde positie wordt thans tot stand gebracht ten gevolge van het feit dat de beide verbindingsorganen veerkrachtig zijn uitgevoerd en zodanig ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd, dat bij het wegbuigen van het palgedeelte uit de vergrendelpositie naar de ontgrendelpositie het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan zelf gaat werken als blokkeerorgaan.

Een doelmatige uitvoeringsvorm van het verbindingssysteem volgens de uitvinding wordt bereikt doordat het palgedeelte van het ene verbindingsorgaan en het vlak van het lijf van het andere verbindingsorgaan waartegen dit palgedeelte ligt in vergrendelde positie van de verbin-dingsorganen zodanig zijn gevormd en/of gepositioneerd dat bij een verende beweging van het palgedeelte vanuit de vergrendelde stand het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan verend wordt wegbewogen in de richting vanaf het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan en bij volledig ontgrendelde stand van het palgedeelte weer verend terugbeweegt naar een stand waarin dit het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan in ontgrendelde stand blokkeert.

Het klikverbindingssysteem volgens de uitvinding verschaft een grote mate van constructievrijheid.

Zo is het mogelijk om de verbindingsorganen lipvormig uit te voeren waarbij deze organen dan bestaan uit veerkrachtig buigbaar materiaal, waarbij de lipvormige organen elk met één uiteinde vast zijn verbonden met het deel van het samenstel waarin ze zijn aangebracht en het met het losneembare deel van het samenstel verbonden orgaan aan het vrije buigbare einde daarvan is voorzien van een nokgedeelte, terwijl het met het vaste deel verbonden orgaan aan het buigbare einde daarvan is voorzien van een palgedeelte waarbij de van het nokgedeelte en het palgedeelte voorziene uiteinden van de verbindingsorganen naar elkaar toe zijn gekeerd en de lippen zodanig zijn aangebracht dat de genoemde uiteinden in dwars op elkaar staande richtingen verend buigbaar zijn en in de loodrecht daarop staande richtingen niet buigbaar zijn.Daarbij is het mogelijk om de verbinding zodanig uit te voeren dat de lipvormige verbindingsorganen in hoofdzaak met hun lengterichting dwars op elkaar staan zodanig dat het in het vaste deel van het samenstel aangebrachte, van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan in de naderings- en ver-wijderingsrichting van het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan star is en het in het losneembare deel van het samenstel aangebrachte van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan in de verende buigrichting van het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan star is.

Volgens een andere mogelijkheid kan het verbindingssysteem zodanig zijn uitgevoerd dat de lipvormige organen in hoofdzaak met hun lengterichting zowel in eikaars verlengde liggen als in de naderings- en ver-wijderingsrichting van de verbindingsorganen, waarbij het in het vaste deel van het samenstel aangebrachte van het palgedeelte voorziene ver- bindingsorgaan buigbaar is in een vlak evenwijdig aan het vlak waarin de lengteas van het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan zich uitstrekt en het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan in die buigrichting star is.

Verder wordt een doelmatige uitvoeringsvorm verkregen doordat het palgedeelte van het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan en het oppervlak van het lijf van het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan waartegen het palgedeelte in vergrendelde stand ligt, ten minste gedeeltelijk zijn afgeschuind, zodanig dat bij buiging van het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan in dwarsrichting van het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan wordt weggebogen.

Het klikverbindingssysteem volgens de uitvinding biedt aldus de mogelijkheid om op een eenvoudige wijze de ontgrendeling tot stand te brengen. Daartoe behoeft in principe alleen een sleufvormig gat in het deksel te worden aangebracht, waardoorheen het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan b.v. met een schroevedraaier in de ontgrendel-richting kan worden bewogen.

Omdat het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan naar de bedienende persoon toe is gericht behoeft er geen wrikkende beweging te worden gemaakt en wordt ook geen hinder ondervonden van belendende kasten.

Om te voldoen aan eisen m.b.t. afdichting o.d. kan het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan zodanig worden uitgevoerd dat het voor de ontgrendeling benodigde sleufvormig gat in het deksel steeds is afgesloten.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin bij wijze van voorbeeld enige uitvoeringsvormen van het klikverbindingssysteem volgens de uitvinding in principe zijn weergegeven.

Fig. 1 geeft in perspectivisch aanzicht een stel verbindingsorga-nen van een klikverbindingssysteem volgens de uitvinding weer, welke lipvormig zijn uitgevoerd en met hun lengterichting dwars op elkaar staan. Fig. la,lb,lc,ld geven achtereenvolgens de posities van de ver-bindingsorganen weer bij het tot stand brengen en weer losnemen van de verbinding.

Fig. 2 geeft een perspectivisch aanzicht weer van een stel verbin-dingsorganen van een klikverbindingssysteem, die ook hier weer lipvormig zijn uitgevoerd, maar met hun lengterichting in eikaars verlengde lig gen. Fig. 2a,2b,2c en 2d geven achtereenvolgens de onderlinge posities weer van de verbindingsorganen bij het tot stand brengen en weer losnemen van de verbinding.

Fig. 3 geeft schematisch een dwarsdoorsnede weer van de verbindingsorganen volgens fig. 2, waarbij fig. 3a een dwarsdoorsnede weergeeft in de positie volgens fig. 2c van de verbindingsorganen en fig. 3b in de positie volgens fig. 2d van deze verbindingsorganen.

Fig. 4a geeft perspectivisch een mogelijke gewijzigde uitvoeringsvorm weer van het klikverbindingssysteem van het principe volgens fig. la t/m ld, met daarbij aangegeven de situering daarvan in een deksel en een kast in nog niet vastgeklikte positie.

Fig. 4b geeft een perspectivisch aanzicht weer van het systeem volgens fig. 4a in vastgeklikte positie.

In de fig. 1 is een lipvormig verbindingsorgaan 1 weergegeven dat aan uiteinde is voorzien van een nok 3, welk verbindingsorgaan 1 met zijn van de nok afgekeerde uiteinde vast kan zijn verbonden met een deksel van een huis voor een electrische installatie. De nok 1 is verend buigbaar in de richting van de pijl B. Verder is in fig. 1 het andere lipvormige verbindingsorgaan 2 van het verbindingssysteem volgens de uitvinding weergegeven, welk lipvormig verbindingsorgaan aan een uiteinde is verzien van een palgedeelte 4, terwijl het lipvormig orgaan met zijn andere uiteinde vast is verbonden met een huis voor een elektrische installatie. De lip 2 is verend buigbaar in de richting van de pijl C zoals aangegeven in fig. lc. De lippen 1 en 2 staan met hun lengterichting loodrecht op elkaar en zijn zodanig gepositioneerd in de uitgangspositie dat het palgedeelte 4 met zijn naar de lip 1 toegekeerd oppervlak 4a aanligt tegen de nok 3. Bij het aanbrengen van het deksel waaraan het verbindingsorgaan 1 is verbonden wordt het verbindingsorgaan 1 in de richting van de pijl A bewogen, waarbij door het samenwerken van het paloppervlak 4a en het schuine nokoppervlak 3a het verbindingsorgaan 1 in de richting van de pijl B wordt weggebogen totdat de nok 3 tot voorbij de pal 4 is bewogen, waarna het verbindingsorgaan 1 weer verend wordt bewogen in de richting van de pijl Bv zoals aangegeven in fig. lb. In de dan bereikte positie, weergegeven in fig. lb ligt de pal 4 aan tegen het daarna in de ruststand teruggekeerde oppervlak la van het lijf van het verbindingsorgaan 1, waarbij het palgedeelte 4 en het nokgedeelte 3 zorgen voor de vergrendeling van het deksel. Indien men het deksel waaraan het verbindingsorgaan 1 is verbonden wenst te verwijderen wordt het verbindingsorgaan 2, bijvoorbeeld met behulp van een schroevedraaier, weggebogen in de richting van de pijl C zoals aangegeven in fig. lc. Doordat het palgedeelte 4 een cirkelvormige beweging maakt wordt daarbij het verbindingsorgaan 1 weggebogen in de richting van de pijl B zoals aangegeven in fig. lc totdat de pal 4 van het verbindingsorgaan 2 geheel boven het verbindingsorgaan 1 is gekomen, in welke positie het verbindingsorgaan 1 weer verend terug wordt bewogen in de richting van de pijl Bv in fig. lc, waarna de toestand is bereikt zoals weergegeven in fig. lc. In deze stand is de pal 4 geheel vrij van het nokgedeelte 3, waarbij het verbindingsorgaan 2 door het verbindingsorgaan 1 in deze stand is geblokkeerd, een situatie zoals weergegeven in fig. lc. Dan kan het nokgedeelte vrij in de richting van de pijl Av in fig. ld worden verwijderd; als de nok 3 in zijn geheel onder de pal 4 is doorgeschoven keert het verbindingsorgaan 1 weer veerkrachtig terug naar zijn uitgangspositie.

In fig. 2 zijn ook weer perspectivisch lipvormige organen van het klikverbindingssyteem volgens de uitvinding weergegeven, waarbij in deze figuren de onderdelen, die overeenkomen met de onderdelen van fig. 1 zijn aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers maar dan voorzien van een accent.

In fig. 2 is het van een nok 3' voorziene verbindingsorgaan 1', dat ook weer bestaat uit een buigbare lip, bevestigd aan bijvoorbeeld een deksel van een huis voor een electrische installatie, terwijl de lip 2' met het palgedeelte 4' met één uiteinde vast is verbonden aan het huis van de elektrische installatie. In tegenstelling tot de uitvoeringsvorm van fig. 1 zijn hier de lipvormige verbindingsorganen 1', 2' zodanig ten opzichte van elkaar aangebracht dat zij in eikaars verlengde liggen. Het verbindingsorgaan 1' is verend buigbaar in de richting van de pijl B', terwijl het verbindingsorgaan 2' verend buigbaar is in de richting C' (zie fig. 2d). In fig. 2a is de situatie weergegeven waarin het deksel en het huis los van elkaar zijn en de verbindingsorganen 1' en 2' zich in hun niet werkzame stand bevinden. Bij het aanbrengen van het deksel waaraan het verbindingsorgaan 1' is bevestigd wordt het verbindingsorgaan 1' in de richting van de pijl A' bewogen naar het verbindingsorgaan 2' toe, waarbij het palgedeelte 4' van het verbindingsorgaan 2' komt aan te liggen tegen het nokgedeelte 3' en via het schuine oppervlak 3'a van dit nokgedeelte het verbindingsorgaan 1' in de richting van de pijl B' uitbuigt totdat het nokgedeelte 3' zich heeft bewogen tot voorbij het palgedeelte 4' waarna het nokgedeelte komt te haken achter het palgedeelte 4' en het palgedeelte 4' komt aan te liggen tegen het lijf van het verbindingsorgaan 1' zoals weergegeven in fig. 2c. De verbindingsorganen bevinden zich hier dus in vergrendelde positie. Zoals weergegeven in fig. 3 heeft het lijf van het verbindingsorgaan 1' waartegen het palgedeelte 4' van het verbindingsorgaan 2' komt te rusten in doorsnede een afgeschuind gedeelte 5', terwijl de daartegen liggende rand van het palgedeelte 4' een complementair schrin gedeelte 6' bezit. Indien men het deksel met het verbindingsorgaan 1' van het huis wil verwijderen wordt eerst het verbindingsorgaan 2' in de richting van de pijl C' verbogen, waarbij, doordat de afgeschuinde gedeelten 5' van het lijf van het verbindingsorgaan 1' en 6' van de daartegen liggende rand van het nokorgaan 4' langs elkaar afschuiven het verbindingsorgaan 1' in de richting van de pijl B' weggebogen totdat het palorgaan 4' geheel tot onder het verbindingsorgaan 1' is bewogen en vrij van het nokgedeelte 3' ligt, in die situatie wordt het verbindingsorgaan 1' veerkrachtig terugbewogen in de richting van de pijl Bv', en komt met zijn onderkant l'a te liggen tegen de bovenkant 4'a van het palgedeelte 4', waardoor het verbindingsorgaan 2' in de ontgrendelingspositie door het verbindingsorgaan 1' wordt geblokkeerd, zoals weergegeven in fig. 2d, totdat het nokgedeelte 3' bij beweging van het verbindingsorgaan 1' in de richting van de pijl Av' geheel vrij ligt van het palgedeelte 4', waarna het verbindingsorgaan 2' veerkrachtig terugbuigt naar zijn uitgangspositie, zoals weergegeven in fig. 2a.

In fig. 4a is een klikverbindingssysteem weergegeven, waarvan een lipvormig verbindingsorgaan met een nok 3 van dezelfde uitvoeringsvorm is als weergegeven in fig. la-ld. Dit verbindingsorgaan is met zijn van de nok 3 afgekeerde uiteinde vast verbonden met een deksel , waarvan twee loodrecht op elkaar staande zijwanden 7 en 8 zijn weergegeven. In het deksel is een sleufvormige opening 9 aangebracht, waarvan het doel hierna nader zal worden uiteengezet. Het verbindingsorgaan 1 strekt zich met het verende lijf daarvan langs één wand van de opening 9 uit en is met het van het nokgedeelte 3 afgekeerde uiteinde aan de niet getekende gesloten bovenzijde van het deksel scharnierend verbonden. Het met het in het deksel aangebrachte verbindingsorgaan 1,3 werkt een verbindingsorgaan 2" met een palgedeelte 4" samen op de wijze als aangegeven aan de hand van figuren la-ld. Opgemerkt wordt dat het palgedeelte 4" ten opzichte van het lijfgedeelte 2" juist tegengesteld is gericht vergeleken bij het palgedeelte 4 t.o.v. het lijfgedeelte 1 in fig. la-ld, dit geeft echter geen enkel verschil in werking van de beide uitvoeringsvormen. Het verbindingsorgaan is op niet nader aangegeven wijze aangebracht in een af te sluiten kast waarvan twee loodrecht op elkaar staande wanden 10 en 11 zijn weergegeven. De verbindingsorganen 1,3 en 2", 4" zijn zodanig gesitueerd dat bij aanbrenging van het deksel 7, 10 op de kast 10, 11 in de richting van de pijl A' de verbindingsorganen op de wijze als hierboven besproken met hun nokgedeelte 3 en 4" in vergrendelende positie komen zoals aangegeven in fig. 4b. Om de vergrendelingspositie op te heffen dient bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 4a-4b het lijf 2" te worden wegbewogen in de richting van de pijl C". Daarvoor is de sleuf 9 in het deksel aanwezig, waarin een schroevedraaier kan worden gestoken voor het wegbuigen van het orgaan 2". Het verbindingsorgaan is aan zijn naar de opening 9 toegekeerde zijkant voorzien van een plaatvormig orgaan 12, dat aan de buitenzijde is voorzien van een nokorgaan 13 dat in de vergrendelingspositie in de opening steekt. Het plaatvormig orgaan is zodanig uitgevoerd dat dit bij de vergrendelingsstand volgens fig. 4b de opening 9 in het deksel aan de binnenzijde volledig afdicht, zodat geen verontreinigingen kunnen binnendringen in de kast en het inwendige van de kast niet zonder meer bereikbaar is. De pal 13 dient voor het daarop laten aangrijpen van een schroevedraaier voor het wegbuigen van het verbindingsorgaan 2" voor het ontgrendelen van het deksel.

Opgemerkt wordt dat ook bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2a-2d een sleufvormige opening in het deksel voor het via een schroevedraaier ontgrendelend kan worden afgedicht en wel direkt via het naar de opening gerichte voorvlak 4'b van het palgedeelte 4' van het verbindingsorgaan 2'. Voor het laten aangrijpen van een schroevedraaier kan het nokgedeelte zijn voorzien van een nokorgaan 13'.

Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet is beperkt tot de weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat de uitvinding zich tevens uitstrekt tot gewijzigde uitvoeringsvormen welke vallen binnen het kader van de uitvinding zoals deze is omschreven in de conclusies.

Claims (7)

1. Klikverbindingssysteem voor het losneembaar verbinden van een losneembaar deel van een samenstel met een vast deel daarvan, in het bijzonder voor het losneembaar bevestigen van een deksel op een huis voor elektrische installaties, welk verbindingssysteem ten minste één stel verbindingsorganen bevat, waarvan het een is aangebracht aan het losneembare deel van het samenstel en het andere aan het vaste deel, het ene is voorzien van een nokgedeelte en het andere van een daarmee voor het tot stand brengen van een verbinding samenwerkend palgedeelte, waarbij het van een nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan veerkrachtig beweegbaar is in één richting en in de loodrechte daarop staande richting star is, een en ander zodanig dat het van een nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan bij het aanbrengen van het losneembare deel op het vaste deel van het samenstel door het van een palgedeelte voorziene verbindingsorgaan in zijn verende bewegingsrichting wordt wegbewogen door beweging van het nokgedeelte langs het palgedeelte en vervolgens veerkrachtig in vergrendelpositie wordt terugbewogen nadat het nokgedeelte tot voorbij het palgedeelte is bewogen, met het kenmerk, dat het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan eveneens veerkrachtig beweegbaar is en wel in een richting dwars op de richting waarin het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan beweegbaar is en in de loodrecht daarop staande richtingen star is, en wel zodanig dat het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan veerkrachtig beweegbaar is vanuit een stand waarin het palgedeelte zich in vergrendelpositie bevindt met het nokgedeelte van het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan naar een ontgrendelde stand, waarin het palgedeelte geheel vrij ligt van het nokgedeelte, terwijl voorzieningen zijn aangebracht voor het blokkeren van het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan in de ontgrendelde stand daarvan door het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan, totdat het laatstgenoemde orgaan van het eerstgenoemde orgaan is verwijderd.

2. Verbindingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het palgedeelte van het ene verbindingsorgaan en het vlak van het lijf van het andere verbindingsorgaan waartegen dit palgedeelte ligt in vergrendelde positie van de verbindingsorganen zodanig zijn gevormd en/of gepositioneerd dat bij een verende beweging van het palgedeelte vanuit de vergrendelde stand het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan verend wordt wegbewogen in de richting vanaf het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan en bij volledig ontgrendelde stand van het palgedeelte weer verend terugbeweegt naar een stand waarin dit het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan in ontgrendelde stand blokkeert.

3. Verbindingssysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de verbindingsorganenlipvormig zijn en bestaan uit veerkrachtig buigbaar materiaal, waarbij de lipvormige organen elk met één uiteinde vast zijn verbonden met het deel van het samenstel waarin zij zijn aangebracht en het met het losneembare deel van het samenstel verbonden orgaan aan het vrije buigbare einde daarvan is voorzien van een nokgedeelte, terwijl het met het vaste deel verbonden orgaan aan het buigbare einde daarvan is voorzien van een palgedeelte waarbij de van het nokgedeelte en het palgedeelte voorziene uiteinden van de verbindingsorganen naar elkaar toe zijn gekeerd en de lippen zodanig zijn aangebracht dat de genoemde uiteinden in dwars op elkaar staande richtingen verend buigbaar zijn en in de loodrecht daarop staande richtingen niet buigbaar zijn.

4. Verbindingssysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de lipvormige verbindingsorganen in hoofdzaak met hun lengterichting dwars op elkaar staan zodanig dat het in het vaste deel van het samenstel aangebrachte, van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan in de naderings- en verwijderingsrichting van het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan star is en het in het losneembare deel van het samenstel aangebrachte van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan in de verende buigrichting van het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan star is.

5. Verbindingssysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de lipvormige organen in hoofdzaak met hun lengterichting zowel in eikaars verlengde liggen als in de naderings- en verwijderingsrichting van de verbindingsorganen, waarbij het in het vaste deel van het samenstel aangebrachte van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan buigbaar is in een vlak evenwijdig aan het vlak waarin de lengteas van het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan zich uitstrekt en het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan in die buigrichting star is.

6. Verbindingssysteem volgens conclusie 4 en/of 5, met het kenmerk, dat het palgedeelte van het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan en het oppervlak van het lijf van het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan waartegen het palgedeelte in vergrendelde stand ligt, ten minste gedeeltelijk zijn afgeschuind, zodanig dat bij buiging van het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan in dwarsrichting van het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan het van het nokgedeelte voorziene verbindingsorgaan wordt weggebogen.

7. Verbindingssysteem volgens één der voorgaande conclusies waarbij het losneembare deel, respectievelijk het deksel van het samenstel is voorzien van een opening voor het daardoorheen brengen van een werktuig voor het opheffen van de vergrendelingsstand van telkens twee met elkaar samenwerkende verbindingsorganen, met het kenmerk, dat het van het palgedeelte voorziene verbindingsorgaan in het vaste deel, respectievelijk het huis van het samenstel is voorzien van een orgaan voor het afdichten van de daarbij behorende dekselopening in de vergrendelingspositie van de verbindingsorganen.