NL8900886A - Inrichting voor het rangschikken van flessen in reinigingsmachines. - Google Patents

Description

♦ $ VO 2097

Inrichting voor het rangschikken van flessen in reinigingsmachines.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het rangschikken van flessen en/of flessluitingen in reinigingsmachines, waarin de flessen in de vorm van in rijen naast elkaar aangebrachte flescellen door de afzonderlijke behandelingsstations getransporteerd worden.

5 Dergelijke reinigingsmachines bestaan uit een huis met bijbe horende toevoer- en afvoerplaatsen voor de te reinigen flessen, welke aan eindloze kettingen in flescellen door de afzonderlijke behandelingsstations getransporteerd worden. Daartoe zijn verschillende omleidsta-tions aanwezig, welke bijvoorbeeld het ledigen van de flessen toelaten, 10 aansluitend de inwendige reiniging mogelijk maken en tenslotte na het doorlopen van verschillende zeepbaden met eindreinigingsstations uitgerust zijn. Bij een dergelijke behandeling worden de flessen dienovereenkomstig dikwijls volgens een cirkelvormige bewegingsbaan getransporteerd en omgeleid, waarbij zij zich in de flescellen dienovereenkom-15 stig heen- en weerbewegen. Deze verschuiving in de flescellen is bij normale flessen, in het bijzonder voor het losweken van de etiketten voordelig, aangezien de flesmonden in de flessencellen steeds exact gecentreerd worden. Deze nauwkeurige centrering is in het bijzonder bij het inwendig spuiten van de flessen van groot belang. Tot dat doel 20 hebben de flescellen een toelopend voorste bereik, waarin de betreffende flesmond exact gecentreerd wordt en aldus door de spuitstraal van het inwendige spuitstation afdoende getroffen kan worden. Anders gaat het echter bij flessen, welke bijvoorbeeld van een beugelsluiting of dergelijke voorzien zijn. Hierbij komt het steeds meer voor, dat 25 flessen, zodra zij hun horizontale stand bereikt hebben en bij een verder verloop door het verder draaien van de flescellen in een. schuine stand gebracht worden, niet tijdig in hun centreerstand glijden, zodat de aan de fleshals zich bevindende beugelsluiting naar voren kan omkippen en de mondingsopening daarmede, tenminste ten dele, kan af-30 sluiten. Ondanks dit kan bij een naar voren gevallen beugelsluiting geen nauwkeurige centrering van de flesmond ten opzichte van de spuit-opening van de flescel plaatsvinden.

Om het ongewenst voortijdig naar voren vallen van de beugelsluiting te verhinderen, heeft men reeds voorgesteld, binnen zulke om-35 leidstations mechanische correctiestoters aan te brengen, welke de 8900886 -2- 4 ongeveer horizontaal in de flescellen liggende flessen naar voren schuiven, zodat bij een verdere beweging en de daardoor volgende schuine stand geen omkippen van de beugelsluiting meer mogelijk is, de flessen dus dienovereenkomstig exact in de flescellen gecentreerd kunnen worden.

5 Het toepassen van zulk een mechanisch werkende correctiestoter stelt echter voorop, dat op het tijdstip van het vooruitschuiven van de flessen, deze in rust blijven, dus periodiek door de reinigingsmachine getransporteerd worden. Dit periodieke transport is echter op vermogens-gronden niet meer te verwezenlijken.

10 Aan de uitvinding ligt derhalve het probleem ten grondslag, een mechanische rangschikinrichting, resp. mechanische correctiestoters te doen vervangen en met de meest eenvoudige middelen ook bij continu en met een dienovereenkomstig hogere snelheid omlopende flescellen een doeltreffend rangschikken van de flessen en/of sluitdelen te waarborgen.

15 Dit probleem wordt volgens de uitvinding bij een inrichting van het hierboven genoemde type opgelost, doordat in het bereik van de door de flescellen bepaalde bewegingsbaan één en/of meerdere ten opzichte van de flessen en/of hun sluitdelen richtbare rangschikkende mondstukken aangebracht zijn.

20 Daarbij is het doelmatig gebleken, dat de rangschikkende mond stukken in het bereik van de horizontaal tot aan het enigszins naar het midden van een omleidbaan hellende bewegingsvlak op de flessen gericht zijn.

Verdere kenmerken van de uitvinding worden nog besproken. Met 25 deze uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is zonder de toepassing van mechanische correctiestoters een doelstreffend rangschikken van de flesmondingen in de flescellen mogelijk, waarbij automatisch beschadigingen, welke door mechanische middelen veroorzaakt kunnen worden, uitgeschakeld worden. Daarenboven kan bij het toepassen van de con-30 structie volgens de uitvinding een continu bedrijf van reinigings-machines plaatsvinden, aangezien de rangschikkende mondstukken praktisch binnen een bepaalde doorlooptijd werkzaam zijn en aldus met zekerheid de betreffende flessen, resp. hun sluitdelen, treffen. Om bij het rangschikken van de flessen niet de beugelsluiting door de spuitvioei-35 stof zelf te kunnen beïnvloeden en eventueel zelfs naar voren toe omkippen, kunnen de mondstukken in ten minste één vlak schuin naar de 8900886.

.......^ i -3- flesbodera gericht zijn, zodat de spuitstraal uitsluitend voor een exact rangschikken van de flessen gebruikt wordt en tenslotte met de hierbij niet gebruikte rest-straal in de eigenlijke flescel zonder gevaar wegloopt, zonder verdere aantasting van de beugelsluiting uit te oefenen.

5 In het hierna volgende wordt de uitvinding aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.

In de tekening toont: fig. 1 een vereenvoudigd zijaanzicht van de reinigingsmachine en 10 fig. 2 een bovenaanzicht op de plaatsing van de rangschikkende mondstukken, fig. 3 de plaatsing van de rangschikkende mondstukken in het binnenbereik van de omleidketen.

Bij de flessenreinigingsmachine gaat het om een algemeen bekende 15 machine, welke binnen zijn huis 1 aan omlopende kettingen 1' aangebrachte cellendragers 2 heeft, waarin rijvormig naast elkaar aangebrachte flescellen 3 aangebracht zijn. De cellendragers 2 worden op de eindloze kettingen 1' vastgehouden en doorlopen praktisch verscheidene behandelingsstations van zulk een reinigingsmachine. Hierbij vin-20 den omleidingen plaats om de afzonderlijke behandelingsstations te kunnen doorlopen. Een dergelijke omleidplaats van een behandelings-station 4 is in het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 1 in vereenvoudigde vorm weergegeven. In het bereik van de door de flescellen 3 bepaalde bewegingsbaan 5 zijn daarbij êén of meer naar het wanddeel 6 25 en het bovendeel van de flessen 7 gerichte rangschikkende mondstukken 8 aangebracht. Doelmatig zijn deze rangschikkende mondstukken in het bereik van de horizontaal 9 tot aan enigszins naar het midden 10 van de bewegingsbaan 5 hellende bewegingsvlak 11 direct op de flesbodem 12 gericht. Zoals in het bijzonder uit fig. 2 te zien is, kunnen deze rang-30 schikkende mondstukken 8 in ten minste één vlak schuin naar de fles-bodem 12 of dergelijke gericht zijn, om slechts daar aan te grijpen, waar het trefvlak het grootst is en op deze wijze de grootste slag veroorzaakt wordt. Anderzijds moeten met deze schuine plaatsing langs de flessen stromende spuitvloeistofstralen zodanig gebroken worden, dat 35 geen verdere beïnvloeding van de flessen, resp. van de flesdelen, bijvoorbeeld sluitingen 13, kan plaatsvinden. De rangschikkende mondstuk- 8900686.

-4- Μ ken 8 zelf zijn aan een bij voorkeur voor alle flescellen 3 gemeenschappelijke vloeistoftoevoerleidingbuis 14 aangebracht. Deze is, zoals de pijlen 15, 16, 17 verduidelijken, zowel horizontaal alsook verticaal verstelbaar in het huis 1 van de reinigingsmachine vastgehouden. Het 5 is echter ook denkbaar, de buis stationair aan te brengen en de op de flescellen 3 gerichte rangschikkende mondstukken 8 dienovereenkomstig verstelbaar aan deze vloeistoftoevoerleidingbuis 14 aan te brengen.

De inrichting dient niet alleen voor het rangschikken van de in de flescellen 3 opgenomen flessen 7, doch ook voor het zo mogelijk 10 rangschikken van de daaraan aangebrachte sluitdelen 13.

Zo is het denkbaar, de rangschikkende mondstukken 8 binnen het omleidtraject 18, resp. de bewegingsbaan zodanig aan te brengen dat zij, zodra het gevaar van zwenken van sluitdelen 13, bijvoorbeeld beugelsluitingen, bestaat, daartegen gericht zijn en aldus op eenvou-15 dige wijze tegenhouden.

Anderzijds is het ook mogelijk, bij een voorafgaand behande-lingsverloop, op grond waarvan ook beugelsluitingen kunnen omkippen de rangschikkende mondstukken 8 allereerst op deze naar voren gevallen sluitingen te richten en in de juiste uitgangsstand, dus in de openings-20 stand te brengen, waarna dan de fles door de buitenste rangschikkende mondstukken in de betreffende centreerstand gebracht worden.

De uit de rangschikkende mondstukken 8 tredende spuitstralen kunnen continu of discontinu op de betreffende wanddelen of delen van de fles gericht zijn. De plaatsing van de rangschikkende mondstukken 8 . 25 is niet aan een bepaald behandelingsstation gebonden. Praktisch kunnen in alle omleidstations, waarin het gevaar van zwenken van een beugel-sluiting bestaat, zulke rangschikkende mondstukken 8 aangebracht zijn.

Dit geldt ook voor de betreffende rangschikkende mondstukken voor zo mogelijk naar voren gekantelde beugelsluitingen.

30 6900886.'

Claims (5)

1. Inrichting voor het rangschikken van flessen en/of flesdelen in reinigingsmachines, waarin de flessen in de vorm van in rijen naast elkaar aangebrachte flescellen door de afzonderlijke behandelings-stations getransporteerd worden, met het kenmerk, dat in het bereik 5 van de door de flescellen (3) bepaalde bewegingsbaan (5) één en/of meer naar de flessen en/of flesdelen, zoals beugelsluitingen, e.d. te richten rangschikkende mondstukken (8) aangebracht zijn.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rangschikkende mondstukken (8) in het bereik van de horizontaal (9) tot 10 aan het enigszins naar het midden (10) van een bewegingsbaan (5) hellende bewegingsvlak (11) op de flessen gericht zijn.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rangschikkende mondstukken (8) in ten minste één vlak schuin op de fles-bodem (12) gericht zijn.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rang schikkende mondstukken (8) binnen de door de bewegingsbaan (5) beschreven omloopketen (18) aangebracht en door openingen van de flescellen (3) direct pp de sluitdelen (13) van de flessen gericht zijn,

5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rang- 20 schikkende mondstukken (8) aan een voor alle flescellen (3) gemeenschappelijke vloeistoftoevoerleidingbuis (14) aangebracht en afzonderlijk en/of gemeenschappelijk met de vloeistoftoevoerleidingbuis (14) zowel horizontaal alsook verticaal verstelbaar in het huis (1) van de reini-gingsmachine vastgehouden worden. 25 8900888.'