NL8900846A - Massage- en/of verzachtingsinrichting voor vleesprodukten. - Google Patents

Description

Massage- en/of Verzachtingsinrichting voor vleesprodukten.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het masseren en verzachten van vleesstukken, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een vat voor het opnemen van een hoeveelheid vlees of vleesstukken, een afsluitelement voor het vat, welk afsluitelement is voorzien van middelen voor het inbrengen of doen inbrengen van een vloeistof in het vlees, en middelen voor het periodiek in contact brengen van die inbrengmiddelen met het vlees.

Inrichtingen van het in de aanhef beschreven type kunnen zijn uitgerust met naaldvormige elementen, al of niet hol uitgevoerd, welke het vlees binnendringen teneinde de structuur van het vlees te verzachten, waarbij gelijktijdig pekel of andere massagevloeistof in het vlees kan worden gebracht of ingespoten.

De uitvinding beoogt de inrichting te verbeteren door de inbrengmiddelen zodanig uit te voeren dat het masseren van de vleesporties sneller, goedkoper en doeltreffender plaatsvindt, dat wil zeggen de kwaliteit van het verkregen eindprodukt aanzienlijk wordt verhoogd.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat de inbrengmiddelen bestaan uit een of meer naar het vat gerichte, draaibaar gelagerde penvormige lichamen, elk waarvan is voorzien van tenminste een schroefvormig uitsteeksel .

Doordat periodiek de vleesmassa in contact wordt gebracht met het penvormig lichaam en deze penvormige lichamen in het vlees dringen, zal ten gevolge van het schroefvormig uitsteeksel tevens het penvormig lichaam een verdraaiing kunnen ondergaan. Deze verdraaiing verbetert de massage-werking op het vlees.

In een uitvoeringsvorm is het of elk schroefvormig uitsteeksel een doorgaande schroefgang, waarbij in de overgang tussen schroefgang en penvormig lichaam een ruimte is uitgespaard. Dankzij deze ruimte kan het inbrengen van een massagevloeistof in het vlees worden vergemakkelijkt.

De werking van de toevoer van vloeistof kan worden verbeterd door de ruimten van opeenvolgende schroefgangdelen in eikaars verlengde aan te brengen, ter vorming van een door-> gaand kanaal.

Het verdient de voorkeur om het penvormig lichaam conisch uit te voeren, hetgeen het indringen in het vlees vergemakkelijkt.

Bovendien kan de vrije rand van de schroefgang zijn aangescherpt waardoor een beperkt snijdende werking op het vlees wordt uitgeoefend.

Het verdient tevens de voorkeur om het penvormig lichaam in een komvormig lagerdeel te lageren, waarin het doorgaande kanaal uitmondt. Hiermee wordt door de vleesmassa, welke het komvormig lagerdeel periodiek afsluit vloeistof uit de ruimte in het komvormig deel via het doorgaande kanaal in de vleesmassa geperst.

In een verdere ontwikkeling van de inrichting is althans een deel van de penvormige lichamen motorisch aangedreven, waardoor het mogelijk wordt om het vlees met behulp van de doorgaande schroefgang op het penvormig lichaam te trekken respectievelijk weg te duwen voor het omkeren van de aandrijving.

In een weer verdere ontwikkeling van de inrichting zijn de schroefgangen op de penvormige lichamen zowel links- als rechtsgangig, waarbij de aandrijving van de linksgangige lichamen tegengesteld is aan die van de rechtsgangige lichamen.

Bovengenoemde en andere kenmerken zullen nader worden toegelicht in de hieronderstaande figuurbeschrijving van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden. In de bijgaande tekening toont:

Figuur 1 een staand aanzicht van de inrichting volgens de uitvinding, met gedeeltelijk weggebroken delen,

Figuur 2 een doorsnede respectievelijk aanzicht van de aandrijving toegepast bij de inrichting in figuur 1 volgens de lijn II-II,

Figuur 3 een langsaanzicht van een penvormig element volgens de uitvinding in een eerste uitvoeringsvorm,

Figuur 4 een met figuur 3 overeenkomend aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van het penvormig lichaam volgens de uitvinding.

In de figuren is met het cijfer 1 het vat aangegeven, waarin het vlees in een bepaalde hoeveelheid wordt opgeslagen. Dit vat kan willekeurig zijn uitgevoerd en kan tevens dienen voor de vleesmassa bij andere behandelingsprocessen.

Het vat 1 vertoont een rand 2 welke als bevestigings-flens dient voor een afsluitorgaan 3 voorzien van een met flens 2 overeenkomende flens 4. De bevestiging van de flenzen 2 en 4 kan op elke willekeurige wijze plaatsvinden en valt verder buiten het kader van de uitvinding. Het afsluitorgaan 3 is in de getoonde uitvoeringsvorm eveneens vatvormig en heeft nagenoeg dezelfde inhoud als die van het vat 1.

Het stelsel van vat 1 en afsluitorgaan 3 is draaibaar om een asstomp 4, welke door een niet aangedreven motor in de richting van de pijl PI verdraaibaar is. Op deze wijze kan het vat 1 en het afsluitorgaan 3 van stand worden verwisseld, waardoor de inhoud van vat 1 in die van het afsluitorgaan 3 terechtkomt.

De plaat 6 welke de zijde van het afsluitorgaan 3 tegenover het vat 1 afsluit, is voorzien van een aantal naar het vat 1 wijzende penvormige lichamen 7, waarvan er één in het weggebroken wanddeel in figuur 1 zichtbaar is gemaakt. De toelichting van het penvormig lichaam volgt hieronder.

Elk penvormig lichaam 7 is in de getoonde uitvoeringsvorm aangedreven door middel van een aandrijfsysteem welk is ondergebracht in een kastvormige plaat 8 aan de bovenzijde van plaat 6 in figuur 1.

Het aandrijfsysteem bestaat hier uit een aantal tand-riemen 9, welke langs een op het verlengde van het penvormig lichaam 7 bevestigd wiel 10 is geleid. Elk penvormig lichaam is daartoe gelagerd middels twee lagers 11 in de bodemplaat van de aandrijfkast 8. Het penvormig lichaam is bovendien dichtend tegen de plaat 6 door middel van een afdichtring 12 gehouden, waardoor er -een vloeistofdichte constructie tussen penvormig lichaam 7 en plaat 6 tot stand wordt gebracht.

De tandriem 9 is telkens links en rechts om een wiel 10 geslagen van aangrenzende penvormige lichamen 7, een en ander zoals getoond in figuur 2. De tandriem 9 is aan één einde om een aandrijfwiel 13 gelegd en bij het andere einde om eén omkeerwiel 14.

Zoals in figuur 2 is te zien, zijn er een vijftal aandrijf tandriemen 9 aangebracht, die telkens om een groep wielen 10 is geslagen, waarbij elke tandriem een bijbehorend aandrijfwiel 13 heeft.

Elk wiel 13 is bevestigd op een verticale as 15, welke zich tot onder de tandwielkast 8 uitstrekt en is voorzien van een vast daarop bevestigd tandriemwiel 16. Dit wiel 16 werkt samen met een gemeenschappelijke tandriem 17, welke samenwerkt met de bij elk wiel 13 behorend wiel 16 aan de onderzijde van de kast 8. Eén der assen 15 is bovendien verlengd en via een koppeling 18 verbonden met de aandrijfas van een aandrijfmotor 19. Deze aandrijfmotor 19 is omkeerbaar en zorgt ervoor dat de aandrijving van de wielen 10 en derhalve de penvormige lichamen 7 telkens kan worden omgekeerd.

De aansturing van de motor 19 vindt plaats via een stuurleiding 20 door een stuurmechanisme 21 welk is verbonden met een tegenover de rotatie-as 5 gelegen rotatie-as 22, ee.n en ander zodanig dat de stand van het vat 1 respectievelijk afsluitelement 3 de aandrijfrichting van de penvormige licha men 7 bepaalt.

Thans volgt een beschrijving van een eerste uitvoeringsvorm van het penvormig lichaam 7 aan de hand van figuur 3.

Het penvormig lichaam is een taps toelopend lichaam 25, dat aan de buitenwand is voorzien van een doorlopende schroefgang 26. Deze schroefgang eindigt aan de bij de plaat 6 gelegen zijde in een borst 27, welke is opgenomen in een komvormig lagerdeel 28 welke in de plaat 6 is verzonken, echter tevens op andere wijze kan zijn aangebracht.

Een doorgaande boring 30 is parallel aan de beschrijvende van het tapse kernlichaam 25 aangebracht, een en ander zodanig dat ruimten in de overgang tussen het schroefgangdeel 26 en het kerndeel 25 .ontstaat. Doordat deze in eikaars verlengde liggen wordt een naar boven toe doorlopend kanaal ge deeltelijk in de wand van het kernlichaam 25 en gedeeltelijk door de schroefgang 26 gevormd. In de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 zijn een tweetal diametraal tegenover elkaar liggende kanalen 30 gevormd.

Opgemerkt wordt dat de schroefgang aan het vrije rand-deel is aangescherpt bij 29.

De werking van de inrichting uit figuur 1 voorzien van een penvormig lichaam volgens figuur 3 wordt hieronder nader toegelicht.

Bij het aanbrengen van een hoeveelheid vlees in het vat 1 en het koppelen van dat vat 1 aan de flens 4 van het afsluitdeel 3, ontstaat een gesloten ruimte met een aantal penvormige lichamen 7 daarinstekend.

Door het verdraaien van het stelsel vat 1 en afsluit-lichaam 3 om de as 5, zal de inhoud, de vleesmassa zich periodiek vanuit het vat 1 naar het afsluitlichaam 3 bewegen en weer daaruit.

De stand het stelsel wordt gemeten via het stuworgaan 21, welke de aandrijfmotor 19 zodanig aandrijft dat bij het omlaagbewegen van het afsluitdeel 3 en bij het naderen van de vleesmassa bij het begin van de penvormige lichamen 7, deze zodanig zijn aangedreven, dat de schroefgang zich in de vleesmassa schroeft. De aangescherpte rand 27 snijdt gedeeltelijk in het vlees en verzorgt daarmee een verzachting van de vleesstructuur.

De vleesmassa zal bij het verder draaien van het stelsel, vat 1 en afsluitdeel 3, zich van de pennen 7 willen losmaken, hetgeen wordt vergemakkelijkt door het omdraaien van de aandrijfrichting van de motor 19, waardoor deze penvormige lichamen het vlees weer van zich af schroeven.

Doordat de vleesmassa de massagevloeistof in de richting van de plaat 6 stuwt, zal er een hoeveelheid vloeistof via de komvormige bovenkant van het lagerdeel 28 in de kanalen 30 persen, waardoor deze vloeistof in staat is om zich in de vleesmassa te dringen. Een en ander is aangegeven door de pijl P2 in figuur 3.

Opgemerkt wordt dat de schroefgang 26 op het penvormig lichaam 7 zowel links- als rechtsgangig kan zijn, een en an- der afhankelijk van de aandrijfrichting bepaald volgens de bandriem 9 in een groep aangedreven wielen 10.

Nadat het vlees is losgekomen van de penvormige lichamen 7 en het stelsel vat 1 en afsluitelement 3 verder is gedraaid, zal het vlees terugvallen in het vat 1 en een andere mengstand innemen. Bij het opnieuw verder draaien kan derhalve een ander deel van de vleesmassa worden bewerkt. Deze cyclus kan enige malen worden herhaald afhankelijk van de gewenste massage en mate van verzachting van het vlees.

Is de vleesmassa voldoende gemasseerd, dan kan het stelsel vat 1 en afsluitelement 3 worden teruggebracht in de stand volgens figuur 1 waardoor de vleesmassa zich in het vat 1 bevindt, het vat 1 worden losgemaakt en verder getransporteerd voor verdere behandeling.

Figuur 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van het penvormig lichaam 7, dat in deze uitvoeringsvorm geacht wordt niet te zijn aangedreven door een tandriemstelsel, maar in tegendeel vrij draaibaar gelagerd zal zijn in plaat 6. De schroefgangdelen 35 op het penvormig lichaam zijn kort, waarvan er een aantal zich over de lengte van het penvormig deel 7 uitstrekken. De spoedhoek van de gangdelen 35 is zoaanig dat bij het binnendringen van het vlees de pen 7 een draaiende beweging zal ondergaan. Bij het terugvallen van het vlees zal de pen een tegengestelde beweging ondergaan.

Deze uitvoeringsvorm kan worden ondergebracht in een komvormig lagerdeel 28 indien ook hier kanalen 30 zich door het penvormig lichaam 7 uitstrekken respectievelijk in de omtreksrand daarvan zijn uitgefreesd.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm. Zo behoeft het penvormig lichaam 7 niet taps te zijn uitgevoerd, maar kan tevens cilindrisch zijn.

Claims (9)

1. Inrichting voor het masseren en verzachten van vlees-stukken, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een vat voor het opnemen van een hoeveelheid vlees of vleesstukken, een afsluitelement voor het vat, welk afsluitelement is voorzien van middelen voor het inbrengen of doen inbrengen van een vloeistof in het vlees en middelen voor het periodiek in' contact brengen van die inbrengmiddelen met het vlees, met het kenmerk, dat de inbrengmiddelen bestaan uit een of meer naar het vat gerichte, draaibaar gelagerde penvormige lichamen, elk waarvan is voorzien van tenminste één schroefvormig uitsteeksel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het of elk schroefvormig uitsteeksel één doorgaande schroefgang vertoont.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat in de overgang tussen schroefgang en penvormig lichaam een ruimte is uitgespaard.

4. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de ruimten van opeenvolgende schroefgangdelen in eikaars verlengde zijn aangebracht, ter vorming van een doorgaand kanaal.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenme rk, dat het penvormig lichaam conisch is uitgevoerd .

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vrije rand van de schroefgang is aangescherpt ter verkrijging van een snijdende werking op het vleesmateriaal.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenme r k, dat het afsluitelement is voorzien van een komvormig lagerdeel voor telkens een schroefvormig uitsteeksel .

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenme r k, dat althans een deel van de penvormige lichamen motorisch omkeerbaar is aangedreven.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de schroefgang op de penvormige lichamen zowel links- als rechtsgangig is, waarbij de aandrijving van de linksgangige lichamen tegengesteld is aan die van de rechts-gangige lichamen.