NL8803175A - Werkwijze en inrichting voor het bereiden van calciumsulfaathalfhydraat in alfa-configuratie. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het bereiden van calciumsulfaathalfhydraat in alfa-configuratie. Download PDF

Info

Publication number
NL8803175A
NL8803175A NL8803175A NL8803175A NL8803175A NL 8803175 A NL8803175 A NL 8803175A NL 8803175 A NL8803175 A NL 8803175A NL 8803175 A NL8803175 A NL 8803175A NL 8803175 A NL8803175 A NL 8803175A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
trough
autoclave
transport
drying device
transport container
Prior art date
Application number
NL8803175A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rwk Rhein Westfael Kalkwerke
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rwk Rhein Westfael Kalkwerke filed Critical Rwk Rhein Westfael Kalkwerke
Publication of NL8803175A publication Critical patent/NL8803175A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C04CEMENTS; CONCRETE; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES
    • C04BLIME, MAGNESIA; SLAG; CEMENTS; COMPOSITIONS THEREOF, e.g. MORTARS, CONCRETE OR LIKE BUILDING MATERIALS; ARTIFICIAL STONE; CERAMICS; REFRACTORIES; TREATMENT OF NATURAL STONE
    • C04B11/00Calcium sulfate cements
    • C04B11/02Methods and apparatus for dehydrating gypsum

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Drying Of Solid Materials (AREA)
  • Processing Of Solid Wastes (AREA)
  • Compounds Of Alkaline-Earth Elements, Aluminum Or Rare-Earth Metals (AREA)

Description

*· - 1 -
Werkwijze en inrichting voor het bereiden van calciumsulfaat- halfhydraat in a-configuratie.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het bereiden van calciumsulfaathalfhydraat in a-configuratie.
a-Halfhydraat ontstaat uit calciumsulfaatdihydraat door 5 natte dehydratatie in vochtige atmosfeer onder druk bij iets boven 10Q°C of in bepaalde zuur- of zoutoplossingen zonder druk en bij lagere temperaturen. De uitvinding heeft betrekking op de bereiding van ct-halfhydraat volgens eerstgenoemde werkwijze.
Daarbij heeft de dehydratatie plaats in een autoclaaf, waartoe 10 volgens de stand der techniek bijvoorbeeld gipsstenen van 30 - 50 mm middellijn bij 2-4 bar dampdruk circa 3-4 uur lang worden verhit.
Bijzondere problemen ontstaan bij de dehydratatie van synthetische gipsen, in het bijzonder chemiegipsen en rookgas-15 ontzwavelingsgipsen, omdat deze ten opzichte van natuurgipsen veel fijner verdeeld zijn en deeltjesgrootten van duidelijk beneden 100 pm vertonen. Ook het kristalgedrag wijkt van dat van de natuurlijke gipsen af. Bovendien ligt de hoeveelheid adsorptief aan het oppervlak gebonden vocht bij deze gipsen van 10 gew.% en 20 meer duidelijk boven die van natuurgipsen (circa 3-3 gew.%).
Juist rookgasgipsen ontstaan door de wettelijk voorgeschreven rookgasontzwavelingsinrichtingen in grote hoeveelheden en er bestaat een dringende behoefte deze gipsen op zinvolle wijze verder te verwerken, 25 De dehydratatie van fijnverdeelde industriegipsen tot a- halfhydraat geschiedt bij de stand der techniek zodanig, dat men eerst suspensies met een watergehalte van ten dele meer dan 50 gew,% bereidt en deze vervolgens in een autoclaaf onder inwerking van waterdamp onder spanning in een met water verzadigde omgeving ont-30 watert. Deze werkwijze vereist een hoge investering aan apparatuur, omdat de suspensies tijdens de omzetting in de autoclaaf bewogen en vervolgens met ontwateringsmachines (bijvoorbeeld filterpersen) moeten worden ontwaterd alvorens ze worden gedroogd ter verwijdering van het adsorptief gebonden restwater, 83031757 «t - 2 -
Daarbij zijn ook de problemen van rehydratatie tussen autoclaaf en drooginrichting niet bevredigend opgelost.
Dienovereenkomstig berust de onderhavige uitvinding op de opdracht een werkwijze en een inrichting te geven, waarmee 5 zowel natuurgipsen als synthetische gipsen, in het bijzonder rookgas- ontzwavelingsgipsen, met zo min mogelijk investering en tenminste quasi, continu onder zoveel mogelijke vermijding van rehydratatie, in a-halfhydraat kunnen worden omgezet. Daarbij moet bij voorkeur ook bij de dehydratatie van synthetische gipsen (industriegipsen) 10 worden afgezien van de volgens de stand der techniek noodzakelijke verwerking van de gipsen tot suspensies, omdat deze een groter energieverbruik bij de daaropvolgende dehydratatie nodig maken.
Daarbij moet namelijk niet alleen het vastestofgehalte (met een betrekkelijk geringe soortelijke warmte) op de reactietemperatuur 15 worden verhit, maar ook het aanzienlijke watergehalte in de suspensie, waardoor slechts een fractie van de ingezette energie voor de eigenlijke dehydratatie ter '.beschikking is.
De nieuwe werkwijze omvat de volgende trappen, waarbij men : 20. a) het in wezen uit calciumsulfaatdihydraat bestaande uitgangsmateriaal in een tenminste van boven open transporthouder brengt, hl de aldus gevulde transporthouder in een autoclaaf brengt, c) het materiaal met waterdamp onder spanning in de 25 autoclaaf behandelt totdat het is omgezet in calciumsulfaathalfhydraat van de «-configuratie, dl de transporthouder uit de autoclaaf neemt en het vochtige materiaal rechtstreeks in een verhitte trog uitschudt, el het in de trog gebrachte materiaal achtereenvolgens via 30 een uitlaatopening op een verhit transportaggregaat brengt, fl de materiaalstroom met het transportaggregaat in een drooginrichting brengt, gl het vochtige materiaal in de drooginrichting van adsorptief aanhechtend restwater bevrijdt en 35 hl het gedroogde materiaal wegneemt en in een opslag- of transportvat overbrengt.
Bij voorkeur worden daarbij tussentrappen al en hl in het in de transporthouder gebrachte uitgangsmateriaal van boven 8803175; ► - 3 - gaten of langgerekte kanalen geponst. Hierdoor wordt een groter vrij oppervlak van het materiaal in de autoclaaf ter beschikking gesteld.
De middellijn van de kanalen moet daarbij 0,5 - 5 cm, bij voorkeur 1 - 2 cm bedragen. De kanalen kunnen ook in de massa worden geboord 5 of gedraaid of anderszins worden aangebracht.
Verder is het voordelig als de autoclaaf na ontvangst van de transporthouder volledig wordt ontlucht en pas vervolgens met waterdamp onder spanning vordt gevuld onder instelling van een temperatuur in de autoclaaf van 305 - 180°C, dan de hydrotherme 10 omstandigheden in de autoclaaf in stand te houden totdat het calciumsulfaatdihydraat volledig in calciumsulfaathalfhydraat van de α-configuratie is omgezet, alvorens de autoclaaf vervolgens tot normale druk.af te laten en het gevormde calciumsulfaathalfhydraat weg te nemen en naar de verhitte trog over te brengen.
15 Het is bij deze werkwijze niet nodig als uitgangsmateriaal een suspensie in water te gebruiken, die een katalytische activiteit ten opzichte van de kristallisatie van a-halfhydraat als medium voor de dehydratatiereactie heeft. Veeleer heeft de uitvinding onderkend, dat de lucht, die zich tussen de deeltjes bevindt, 20 een essentieel probleem bij de dehydratatie in de autoclaaf is.
Door kleine of grotere luchtkussens tussen de afzonderlijke vaste-stofdeeltjes van het uitgangsmateriaal wordt namelijk de warmteoverdracht bij de daaropvolgende behandeling in de autoclaaf aanzienlijk bemoeilijkt. Al naar gelang de vulling in de autoclaaf uitvalt, 25 komen er ook bij langere behandeling in de autoclaaf nog onregel matigheden in de temperatuursverdeling in de autoclaaf voor en daardoor schommelende dehydratatiegraden en daardoor verschillende kwaliteiten van het eindprodukt. Met de uitvinding wordt het daarentegen mogelijk gemaakt de luchtkussens tussen de vaste 30 stofdeeltjes terzijde te stellen. Dit wordt bereikt door de inge ponste gaten of kanalen, waardoor de lucht bij het ontluchten beter kan worden afgezogen. Daarbij blijft er dan echter een soort "skelet" uit vastestofdeeltjes bestaan met zich daartussen bevindende holle ruimten, waarin de vervolgens onder spanning in de autoclaaf 35 gebrachte waterdamp dan zondermeer gemakkelijk en gelijkmatig kan b innendr ingen.
Het verhitten van het uitgangsmateriaal op de beoogde temperatuur geschiedt daarbij door toevoer van de warmte, die bij de condensatie van de waterdamp tegen de koudere oppervlakken 8803175; ♦ » - 4 - van de vastestofdeeltjes vrijkomt.
Door het "open skelet" zal niet alleen het onmiddellijk naar dedamp gekeerde oppervlak zeer snel de in de autoclaaf heersende temperatuur aannemen, maar ook de deeltjes binnenin de vulling, 5 die de waterdamp via de ontluchte holle ruimten (kanalen) van de vulling en rechtstreeks kan bereiken.
Daarmee wordt niet alleen een zeer veel snellere, maar ook een gelijkmatigere warmteoverdracht op het materiaal bereikt, zodat de dehydratatie, die zich daarbij voltrekt, eveneens bepaald 30 in kortere tijd kan verlopen.
Voor de ontluchting zijn er verschillende mogelijkheden.
Eén mogelijkheid is de autoclaaf met waterdamp te spoelen. Daarbij drijft de waterdamp de lucht tussen de afzonderlijke deeltjes van het materiaal uit, waarbij ook hier de ingeperste gaten, respectieve-35 lijk kanalen positief werken. De spoeling met waterdamp kan ook bij atmosferische druk plaatshebben.
Bij een eventuele andere uitvoeringsvorm wordt de ontluchting uitgevoerd met een evacueerinrichting, bijvoorbeeld een vacuumpomp. Ook hier zijn de gaten of kanalen, quasi ontluchtings-20 banen, waarlangs de lucht kan worden afgezogen. Het effect is hetzelfde en de lucht tussen de vastestofdeeltjes wordt volledig afgezogen.
Bij een derde uitvoeringsvariant gaat men aldus te werk, dat men eerst de autoclaaf met waterdamp behandelt onder instelling 25 van een druk van circa 2 - 3 bar, eventueel ook hoger, De lucht tussen de deeltjes wordt daarbij gecomprimeerd en ontwijkt vooreerst niet. Door vervolgens te ontspannen (drukaflatingl gelukt het de lucht tussen de deeltjes uit te trekken, waarbij de lucht tegelijkertijd, in het Bijzonder via de ingeponste gaten of 30 kanalen wordt af gevoerd, Hoe groter de drukdaling (maximaal tot atmosferische druk) is, hoe energieker de ontluchting plaatsheeft. Proeven hebben aangetoond, dat bij instelling van een druk van 2,5 bar bij de eerste trap een daaropvolgende ontspanning tot ongeveer J,5 har yoldoende is om een nagenoeg volledige ontluchting te bereiken, 35 Proeven hebben verder aangetoond, dat het in den regel voldoende is de eyacuering tot ongeveer 701 uit te voeren teneinde zoveel lucht weg te zuigen, dat vervolgens een voldoende poriënruimte ter beschikking staat om de vervolgens onder spanning toegevoerde waterdamp volledig en gelijkmatig in de holle ruimten te kunnen 8803175? t r - 5 - leiden.
Teneinde een daaropvolgende rehydratatie van het uit de autoclaaf genomen materiaal te verhinderen wordt volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding voorgesteld het 5 materiaal in de tijd tussen verwijdering uit de autoclaaf en over brenging naar de drooginrichting op een temperatuur boven 80°C te houden.
Dit geschiedt bij voorkeur met indirecte warmteoverdracht met behulp van nog nader te beschrijven inrichtingsonderdelen, 10 Daarbij is het ook voordelig het materiaal op de weg tussen autoclaaf en drooginrichting te verkleinen. "Verkleinen" betekent hier, dat het fijnverdeelde, ten dele tot klontjes geagglo-mereerde materiaal weer tot een stroom fijnmateriaal wordt verdeeld. Hierdoor wordt het aandeel van de vrije oppervlakken 15 duidelijk vergroot en daardoor kan de drooginrichting doeltreffender werken. Zoals reeds vermeld wordt volgens de uitvinding voorgesteld zowel de trog, waarin het materiaal vanuit de transporthouder wordt overgebracht, alsmede de daaropvolgende transportinrichting naar de droger te verhitten.
20 Daarbij wordt verder voorgesteld de trog bij voorkeur dubbelwandig uit te voeren en de holte tussen de wanden met een verhittingsmedium, bijvoorbeeld hete waterdamp of thermo-olie te verhitten. De trog kan echter ook electrisch worden verhit.
De trog, die bij de inrichting van de uitvinding een 25 soort stuwfunctie yervult, moet het uit de transporthouder afkomstige materiaal zo achtereenvolgens mogelijk aan de transportinrichting afgeven, in verband waarmee volgens een voordelige uitvoeringsvorm wordt voorgesteld de trog tussen zijn opneemeinde en afgifte-einde uit te voeren met een tralierooster, waardoor de materiaalstroom 3Q nog eens verdeeld wordt, In plaats van een tralierooster kunnen ook spanzeilen over de doorsnede van de trog, die bij voorkeur trechtervormig ia uitgevoerd,worden gespannen.
Als transportaggfegaat? wordt volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding een trogkettingtransporteur 35 voorgesteld, die op bijzondere wijze geschikt is het hete, vochtige en kleverige calciumsulfaathalfhydraat continu en zonder klont" vorming te vervoeren.
Ook de trogketingtransporteur wordt verder verhit en wel hetzij in analogie met de bovenbeschreven verhitting van de 8803175; - 6 - trog via een dubbelwandig uitgevoerd omhulsel, hetzij electrisch.
Het omhulsel zelf is volkomen gesloten uitgevoerd} :ook in het overgangsgebied bij de trog, teneinde warmteverliezen te verhinderen en de beveiliging van de inrichting tegen ongelukken 5 te vergroten.
De trogketingtransporteur wordt bij voorkeur naar de drooginrichting omhoog uitgevoerd, wat de verdeling van de materiaalstroom over de transportweg begunstigt.
Als drooginrichting wordt volgens de uitvinding een 10 schoependroger voorgesteld, wiens schoepen, assen en/of mantel met een verhittingsmiddel kunnen worden doorstroomd.
Schoependrogers zijn geschikt gebleken voor thermische behandeling van bijvoorbeeld oliezaden, tabakssoorten en graanmeel, maar zij kunnen verrassenderwijze eveneens voordelig worden gebruikt 15 voor het drogen van calciumsulfaathalfhydraat. Door een goede materiaaldoorstroming wordt hiermee een gelijkmatige droging en produktkwaliteit bereikt,
De warmteoverdracht geschiedt daarbij door rechtstreeks contact met de verhitte wanden van de afzonderlijke constructie-20 onderdelen. Grote hoeveelheden lucht om de warmte over te brengen, zijn niet nodig; er is alleen een kleinere luchtstroom (of stroom van inert gasl nodig om de warmte te verwijderen.
De schoependroger bestaat uit een trog met rondom lopende mantel en bijvoorbeeld twee of vier aangedreven assen. Op de 25 assen zijn holle, wigvormige schoepen, loodrecht op de asrichting en evenwijdig aan elkaar aangebracht. De schoepen van ëên as bewegen zich tussen de schoepen van de naburige as door. Daarbij wordt een hoge oppervlakte-volumeverhouding bewerkstelligd.
Het calciumsulfaathalfhydraat wordt aan ëën kant van 30 de trog ingevoerd en wordt naar de andere kant getransporteerd op grond van hydrostatische krachten, De verwijdering geschiedt via een overeenkomstige overloop,
De schoepen dienen derhalve niet voor transport van het materiaal, maar alleen voor warmteoverdracht, 35 Daarbij moet men de totale inrichting zodanig laten werken, dat het behandelde materiaal tussen uitgangseinde van de autoclaaf en uitgangseinde van de drooginrichting nooit beneden een temperatuur van circa 80°C afkoelt.
Men kan de inrichting van de uitvinding bijzonder voordelig 88tt3175? - 7 - laten verken als men de uit de autoclaaf verwijderde waterdamp onder spanning tegelijkertijd gebruikt voor verhitting van de daaropvolgende inrichtingsonderdelen.
De reeds eerder beschreven ontsluiting van het uitgangsmateriaal 5 voor de daaropvolgende ontluchting kan worden begunstigd doordat de wanden en/of de bodem van de transporthouder zijn voorzien van gaten, zodat op weg naar de autoclaaf en in het bijzonder tijdens het in-ponsen van de gaten en/of kanalen overtollig water reeds kan weglopen. Hiertoe wordt de houder bij voorkeur op een overeenkomstige afstand-10 houder boven een kuip aangebracht, waarin het water kan wegvloeien.
De ponsinrichting zelf kan betrekkelijk eenvoudig uitgevoerd zijn en kan bijvoorbeeld bestaan uit een plaat, aan de onderkant waarvan cilindervormige staven steken, die in het uitgangsmateriaal worden gedrukt.
15 Ook een zo continu mogelijk (quasicontinuj materiaal- transport te bereiken wordt volgens de uitvinding verder voorgesteld de inrichting met een kippinrichting voor de transporthouder uit te rusten, waarmee het materiaal uit de transporthouder in de cilindervormige trog wordt overgebracht, waarbij de trog bij voorkeur 20 is uitgerust met een deksel, die gesloten wordt, zodra de transport houder geheel geledigd is. Hierdoor wordt ook in het gebied van de trog warmteverlies zo veel mggelijk verhinderd.
Ter voorkoming van herhalingen wordt met betrekking tot de constructie en de wijze van werken van de autoclaaf verwezen naar 25 de volgende figurenbeschrijving, die echter niet Beperkend is.
Andere kenmerken van de uitvinding blijken uit de kenmerken van de overige conclusies alsmede uit de andere stukken van de aanvrage.
Met behulp van de werkwijze van de uitvinding en met 50 de bijbehorende inrichting wordt een quasicontinue bereiding van calciumsulfaathalfhydraat van de α-configuratie ook door dehydratatie van industriële gipsen mogelijk gemaakt, waarbij het voor de dehydratatie vereiste energieverbruik buitengewoon klein is, omdat het uitgangsmateriaal niet meer tot suspensies moet worden verwerkt, 55 maar direct kan wordengedehydrateerd.
Ook door gebruik van transporthouders van grootvolume, die bijvoorbeeld 15Q0 kg gips of meer kunnen bevatten, wordt een groot doorgangsrendement bereikt.
De uitvinding wordt vervolgens nader verduidelijkt aan ^0 da Jjani van een tekening, die op zeer schematische wijze een 68031/5.
- 8 - inrichting volgens de uitvinding voorstelt.
Met IQ is daarbij een transporthouder voor het bevatten van gips, in het bijzonder synthetisch gips · afgeheeld. Zoals in het bijzonder uit de vergrote afbeelding onder de bovenste 5 helft van de tekening blijkt, bestaat transporthouder 10 uit vier geperforeerde wanden en een geperforeerde bodem en is op een (niet afgebeeldel afstandhouder in een kuip 12 geplaatst.
Transporthouder 10 met kuip 12 is met vier wielen verrijdbaar uitgevoerd, 10 Nadat het gips is gebracht in de transporthouder, waarvan . 3 het volume hier 1 m bedraagt, wordt de houder in de transportrichting (pijl T) naar rechts verschoven en wel onder een ponseenheid 14.
Deze bestaat uit een plaat 14a en een aantal loodrecht -daarvan omlaag stekende cilindrische staven 14b. .Ponseenheid 14 is 15 met een (niet afgeheelde) hefinrichting verticaal beweegbaar .
in de in de transporthouder 10 aanwezige gipsmassa, zodra transporthouder 10 onder .ponseenheid 14 is gereden. Bij het zakken van ponseenheid 14 worden daarbij langwerpige kanalen in de gipsmassa gedrukt, die ook na het wegnemen van de . ponseenheid aanwezig blijven, 20 omdat in het bijzonder industrieel afvalgips een zeer kleverige, ook na vervorming vormvaste massa is.
Kuip .12 dient voor het opvangen van water, dat door de perforaties van transporthouder 10 naar buiten komt,
Transporthouder 10 wordt met het te dehydrateren materiaal 25 vervolgens in een autoclaaf 16 gereden, waarvan deuren 18 vervolgens worden gesloten.
Autoclaaf 16 is met een evacueerinrichting 22 uitgevoerd, waarvan het essentiële onderdeel een vacuumpomp 20 is. Met vacuum-pomp 20 wordt autoclaaf 16 nu onder vacuum gebracht totdat tenminste 30 70% van de in de autoclaaf tot dusver aanwezige lucht is afge zogen.
Daarbij wordt dé tussen de vastestofdeeltjes van het gips aanwezige lucht afgezogen en er ontstaat een soort "open skelet".
Wanneer nu de autoclaaf met waterdamp onder spanning 35 wordt gevuld onder instelling van een temperatuur in de autoclaaf van 105 - 180°C bij verzadigde waterdampatmosfeer, zal niet alleen het onmiddellijk naar de damp toegekeerde oppervlak van het gips zeer snelde heersende temperatuur in de autoclaaf aannemen, maar ook de deeltjes binnenin de vulling, waar de waterdamp via 8803175.
- 9 - de tevoren ingeponste kanalen van de vulling en de ontluchte holle ruimten snel en rechtstreeks naartoe kan komen.
De vochtige atmosfeer onder druk bij de genoemde temperaturen wordt in stand gehouden totdat de omzetting van dihydraat in ct-half-5 hydraat zo volledig mogelijk is geschied. Daarbij kan in den regel geen 100Z omzetting worden bereikt. Het begrip "volledige omzetting" moet derhalve zodanig worden opgevat, dat een zo ver mogelijke omzetting, Bijvoorbeeld tot 98% of meer bedoeld is.
Bij een autoclaaf, waarin bijvoorbeeld drie transporthouders 3 10 10 met telkens 1,5 m afvalstof (rookgasontzwavelingsgips) worden afgegeven, bedraagt de verblijftijd circa 1,5 uur.
Vervolgens wordt de atmosfeer in de autoclaaf tot normale druk afgelaten.
Vervolgens worden deuren 18 van autoclaaf 16 door verschuiving 15 naar boven geopend en worden de één of meer transporthouders in transportrichting T naar rechts uit de autoclaaf gehaald. Daarna wordt het materiaal uit een transporthouder 10 onmiddellijk via een op zichzelf niet afgeheelde kippinrichting (pijl K) in een trog 24 gekippt, waarvan deksel 26 vooraf is geopend. De gehele inhoud van de 20 houder valt daarbij in trog 24 en wordt op weg naar uitlaat 28 aan de onderkant via een tralierooster 30 in stukken gedeeld. Daar voor is deksel 26 weer gesloten.
Trog 24 is dubbelwandig uitgevoerd en de holle ruimte van de wanden wordt voortdurend met hete stoom gevuld teneinde in 25 trog 24 een temperatuur van meer dan 80°C, bij voorkeur van 90 - 100°C te handhaven.
Het in trog 24 gebrachte materiaal valt daarna in stukken op een trogkettingtransporteur 32, die in de transportrichting T omhooglopend is uitgevoerd. Trogkettingtransporteur 32 veroont een 30 volkomen gesloten omhulsel, dat, evenals het omhulsel van trog 24, weer met hete stoom wordt behandeld teneinde bij het transport onderweg naar drooginrichting 36 afkoeling van het getransporteerde materiaal te verhinderen. Hierdoor wordt vooral ook een rehydratatie van het materiaal verhinderd.
35 Het bovenste uitlaateinde 34 van trogkettingtransporteur 32 gaat direct over in de opneemopening van drooginrichting 36, die hier als schoependroger is uitgevoerd. Schoependroger 36 is in transporti^'chtïtig ‘ T wat hellend uitgevoerd, zodat de materiaalstroom op weg naar uitlaat 38 van drooginrichting 36 automatisch 8803175/ - 10 - vooruitgetransporteerd wordt.
Schoependroger 36 bestaat uit twee evenwijdig naast elkaar aangedreven assen, waarop holle, wigvormige schoepen, loodrecht op de africhting zijn aangebracht, waarbij de schoepen van de 5 afzonderlijke assen wat verschoven ten opzichte van elkaar zijn aangebracht. Zo bewegen de schoepen van ëën as precies tussen twee schoepen van de naburige as door. Hierdoor wordt een hoge oppervlak-volumeverhouding bewerkstelligd. Het produkt wordt op weg naar uitlaat 38 op grond van hydrostatische krachten ge-20 transporteerd. Uitlaat 38 behelst een overloop.
Als warmteoverdragend medium gebruikt men weer waterdamp, dat in de assen, schoepen, respectievelijk mantel van de droogin-richting wordt ingevoerd (pijl Hl, die, als uiteengezet, weer als holle lichamen zijn uitgevoerd. Het verhittingsmedium stroomt daarbij ]5 van ëën kant van de as naar de andere kant.
Omdat bij de schoependroger de afzonderlijke, wigvormige schoepen het produkt zelf niet transporteren, maar het transport slechts opgrond van de hydrostatische krachten plaatsheeft, bewerkstelligen de afzonderlijke schoepen slechts een losmaking van het ten dele 20 nog kleverige, vochtige materiaal, waardoor het droogrendement als geheel wordt yerhoogd. Onder de schematische voorstelling van droger 36 is in de figuur een doorsnede van een schoep, alsmede de weg van de hete stoom (pijl Hl voorgesteld.
Doordat de warmteoverdracht door direct contact met de 25 verhitte metalen wand van de constructieonderdelen van de schoepen droger plaatsheeft, zijn grote hoeveelheden lucht voor de warmteoverdracht niet nodig en kan het energieverbruik dientengevolge klein worden gehouden.
Omgekeerd kan de inrichting met hoge k-waarden werken, 3q wat economisch, bedrijf bevordert.
Op grond van het grote droogrendement kan de inrichting zelf betrekkelijk klein worden uitgevoerd, zonder dat men capaciteitsverliezen op de koop toe moet nemen.
De wigvormige schoepen zijn zelfreinigend en worden 35 met betrekkelijk gering aantal omwentelingen aangedreven.
Voor een drooginrichting met een doorstroomhoeveelheid van ongeveer 15000 kg/uur calciumsulfaathalfhydraat van de a-confi-guratie met een vochtgehalte bij het begin van circa 25 gew.% en een vochtgehalte bij uitlaat 38 van ongeveer 0 gew.%, is slechts 8803175, Λ - 11 - een inrichting met een totale lengte van 6 m nodig.
De hete stoom voor het verhitten van de inrichting wordt zodanig ingesteld, dat het materiaal steeds een temperatuur van ongeveer 100 - 130°C vertoont.
5 Met de inrichting van de uitvinding kan men quasicontinu calciumsulfaatdihydraat in halfhydraat van de α-configuratie omzetten onder vermijding van een tussentijdse opslag, waardoor tegelijkertijd een rehydratatie van het materiaal zeker wordt verhinderd.
Daardoor kan men bij uitlaat 38 van de inrichting 10 continu een a-halfhydraat van optimale kwaliteit winnen en in geschikte transportvaten of silo's brengen.
8803 175.’

Claims (19)

1, Werkwijze voor het bereiden van calciumsulfaathalfhydraat in α-configuratie, gekenmerkt doordat -men: a)'het in wezen uit calciumsulfaathidraat bestaande uitgangsmateriaal in een tenminste van boven open transporthouder brengt, 5 b) de aldus gevulde transporthouder in een autoclaaf brengt, c) het materiaal met waterdamp onder spanning in de autoclaaf behandelt totdat het is omgezet in calciumsulfaathydraat van de a-configuratie, d) de transporthouder uit de autoclaaf neemt en het ,j0 vochtige materiaal rechtstreeks in een verhitte trog uitschudt, e) het in de trog gebrachte materiaal achtereenvolgens via een uitlaatopening op een verhit transportaggregaat brengt, f1 de materiaalstroom met het transportaggregaat in een drooginrichting brengt, J5 g) het vochtige materiaal in de drooginrichting van adsorptief aanhechtend restwater bevrijdt en hi het gedroogde materiaal wegneemt en in een opslag-of transportvat overbrengt,
2, Werkwijze volgens conclusie J, gekenmerkt doordat men 20 in het materiaal,nadat het in de transporthouder is gebracht en voordat het in de autoclaaf is geleid,van boven gaten, respectievelijk kanalen ponst of boort.
3, Werkwijze volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat men in het materiaal langwerpige kanalen ponst met een gemiddelde middel-25 lijn van 0,5 - 5 cm, bij voorkeur J - 2 cm,
4, Werkwijze volgens ëën der conclusies J - 3, gekenmerkt doordat men het materiaal tussen de verwijdering ^.tde autoclaaf en de overbrenging in de drooginrichting op een temperatuur boven 8Q°C houdt.
5. Werkwijze volgens ëën der conclusies J - 4, gekenmerkt doordat men de materiaalstroomynadat deze in de trog is gebracht, tot de overbrenging in de drooginrichting waterdicht en stofdicht transporteert,
6. Werkwijze volgens ëën der conclusies J - 5, gekenmerkt 8803 17 5 Γ _ 13 _ doordat men de autoclaaf nadat deze met materiaal gevuld en afgesloten is a) ontlucht, b) vervolgens met waterdamp onder spanning vult onder in- 5 stelling van een temperatuur in de autoclaaf van 105 - 180°C en c) de hydraulisch thermische omstandigheden in de autoclaaf in stand houdt totdat het calciumsulfaatdihydraat volledig in calciumeulfaathalfhydraat van de α-configuratie is omgezet, alvorens men J0 d) de druk in de autoclaaf tot normale druk aflaat e) het gevormde calciumsulfaathalfhydraat wegneemt en dan volgens kenmerken d) - h) van conclusie 1 verder behandelt.
7. Werkwijze volgens één der conclusies 1-6, gekenmerkt doordat men de verhitting van het materiaal tussen trog en droog- J5 inrichting door indirecte warmteoverdracht laat plaatshebben.
8. Werkwijze volgens één der conclusies 1-7, gekenmerkt doordat men de droging van het materiaal in de drooginrichting door indirecte warmteoverdracht laat plaatshebben.
9. Werkwijze volgens één der conclusies 1-8, gekenmerkt 20 doordat men de materiaalstroom tijdens het transport tussen trog en drooginrichting en/of in de drooginrichting zonder korrelverpulvering verkleint.
10. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der conclusies 1-9, gekenmerkt door 25 a) een transporthouder, wiens wanden en/of bodem van gaten zijn voorzien, b) . een discontinuwerkende autoclaaf (16j, c) een indirect verhitte trog (24)., d) een indirect verhit transportaggregaat (32) voor het 30 overbrengen van de materiaalstroom in de drooginrichting (36), die e) indirect verhit wordt, waarbij f) . de overgangsgebieden tussen trog (241, transportaggregaat (32) en drooginrichting (361 water- en stofdicht alsmede zo ver mogelijk gevrijwaard van warmteverliezen zijn uitgevoerd. 35
11, Inrichting volgens conclusie IQ, gekenmerkt doordat trog (24) tussen zijn opvangopening en zijn uitlaat (28) met een tralierooster (30) is uitgevoerd,
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, gekenmerkt doordat het transportaggregaat (32) een trogkettingtransporteur is. 8803175.' 6 _14 _
13. Inrichting volgens ëën der conclusies 10 - 12, gekenmerkt doordat de wanden van trog (24) en/of transportaggregaat (32) dubbelwandig zijn uitgevoerd, opdat daartussen een verhittings-medium kan stromen.
14. Inrichting volgens ëën der conclusies 10 - 13, gekenmerkt doordat drooginrichting (36) een schoependroger is, wiens schoepen, assen en/of mantel zodanig zijn uitgevoerd, dat er een verhittingsmiddel door kan stromen.
15. Inrichting volgens ëën der conclusies 10 - 14, 10 gekenmerkt doordat trog (24), transportaggregaat (32) en/of droog inrichting (36) met stoom of thermo-olie kunnen worden verhit.
16. Inrichting volgens- ëën der conclusies 10 - 15, gekenmerkt doordat transportaggregaat (32) en/of drooginrichting (36) hellend zijn uitgevoerd.
17. Inrichting volgens ëën der conclusies IQ - 16, gekenmerkt doordat transporthouder (10) bij uitvoering met geperforeerde wanden en/of bodem aan de onderkant op een kuip (12) is geplaatst, waarbij er tussen de bodem van transporthouder (10) en dé bodem van de kuip overeenkomstige afstandhouders zijn aangebracht. 20
18, Inrichting volgens ëën der conclusies 1 - 17, gekenmerkt door een ponsinrichting (14), bestaande uit een grondplaat (14a), aan de onderkant waarvan cilindervormige staven (J4b)^uitsteken, die in het zich in transporthouder (10) bevindende materiaal kunnen worden bewogen. 25
19, Inrichting volgens ëën der conclusies 1 - 18, gekenmerkt door een kippinrichting (k) yoor het overbrengen van het maeriaal uit transporthouder (10) in trog (24), 8803 175 Γ
NL8803175A 1988-01-14 1988-12-27 Werkwijze en inrichting voor het bereiden van calciumsulfaathalfhydraat in alfa-configuratie. NL8803175A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19883800794 DE3800794A1 (de) 1988-01-14 1988-01-14 Verfahren und anlage zur herstellung von calciumsulfat-halbhydrat in alpha-konfiguration
DE3800794 1988-01-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8803175A true NL8803175A (nl) 1989-08-01

Family

ID=6345211

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8803175A NL8803175A (nl) 1988-01-14 1988-12-27 Werkwijze en inrichting voor het bereiden van calciumsulfaathalfhydraat in alfa-configuratie.

Country Status (5)

Country Link
BE (1) BE1003776A3 (nl)
DE (1) DE3800794A1 (nl)
GB (1) GB2213810B (nl)
LU (1) LU87424A1 (nl)
NL (1) NL8803175A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3927927A1 (de) * 1989-08-24 1991-02-28 Rwk Rhein Westfael Kalkwerke Verfahren zur herstellung von faserbewehrten formteilen auf gipsbasis
DE19908776C2 (de) * 1999-02-19 2002-05-23 Ver Energiewerke Ag Verfahren und Anordnung zur Herstellung von hochreinem alpha-Calciumsulfat-Halbhydrat
US8388926B2 (en) 2006-01-13 2013-03-05 Certainteed Gypsum, Inc. System and method for the production of gypsum using heat recovery
ES2590560T3 (es) * 2006-01-13 2016-11-22 Certainteed Gypsum, Inc. Sistema y método para la producción de yeso tipo alfa usando recuperación de calor
GB2497574B (en) * 2011-12-15 2019-10-02 Saint Gobain Placo Sas A method of forming a gypsum based product

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE626895A (nl) *
US2383254A (en) * 1941-08-04 1945-08-21 United States Gypsum Co Calcining process and apparatus
DE955297C (de) * 1954-11-13 1957-01-03 Koenigshuette G M B H Einrichtung zur Herstellung von Hartgips
DE3711367A1 (de) * 1987-04-04 1988-10-13 Rwk Rhein Westfael Kalkwerke Verfahren zur herstellung von calciumsulfat-halbhydrat
GB2205089B (en) * 1987-05-22 1991-03-13 Rhein Westfael Elect Werk Ag Process for production of calcium sulphate alpha-hemihydrate

Also Published As

Publication number Publication date
DE3800794C2 (nl) 1990-02-08
DE3800794A1 (de) 1989-07-27
GB2213810A (en) 1989-08-23
BE1003776A3 (nl) 1992-06-09
GB8900864D0 (en) 1989-03-08
LU87424A1 (de) 1989-06-14
GB2213810B (en) 1991-11-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NZ193193A (en) Treating wet solids in rotating"zig-zag"chamber
US20110091362A1 (en) Animal waste processing
JPH11285700A (ja) スラッジの機械的及び熱的な脱水方法及び装置
KR101034569B1 (ko) 슬러지 고화처리장치
BE1003776A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bereiden van calcium-sulfaat-halfhydraat in alpha-configuratie.
US4028030A (en) Installation for pelletizing organic waste materials
RU64211U1 (ru) Поточная линия для производства белково-витаминного продукта
CZ172394A3 (en) Process of treating plastic waste
CN215113533U (zh) 一种利用锅炉尾热烘干堆肥的系统
GB2067731A (en) Drying solid organic materials
CN208495358U (zh) 一种新型固体废物处理装置
RU2680240C2 (ru) Способ и устройство для сушки и дробления влажного материала
KR102103348B1 (ko) 축산 분뇨 처리설비 및 이를 이용한 축산 분뇨 처리방법
KR200166104Y1 (ko) 음식물쓰레기 처리장치
US6495095B1 (en) Method for treating the liquid phase of contaminated materials
NL1004243C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwerken van natte organische reststoffen tot veevoeder.
JP3780938B2 (ja) ケーキ乾燥機付フィルタープレス
JPH09165283A (ja) 発酵処理装置
KR100306127B1 (ko) 음식쓰레기처리장치
JPH07184605A (ja) 卵殻の処理方法
RU2049378C1 (ru) Технологическая линия для обработки птичьего помета
CZ2005100A3 (cs) Zarízení pro výrobu minerálního sorbentu, zejménapro stelivo pro drobné zvírectvo
CN218403942U (zh) 一种污泥脱水干化系统
KR0138023B1 (ko) 건조기를 이용한 사료 제조장치
KR19990068364A (ko) 음식물및야채쓰레기자원화방법및그장치

Legal Events

Date Code Title Description
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: CLEMENTI. DR. FRANZ -

BV The patent application has lapsed