NL8802581A - Werkwijze voor de behandeling van varkens in slachthuizen, alsmede systeem voor het stallen van varkens. - Google Patents

Description

N.0. 35.426 * *

Werkwijze voor de behandeling van varkens in slachthuizen, alsmede systeem voor het stallen van varkens.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het behandelen van varkens in slachthuizen, waarbij de varkens van een aangevoerde lading uit de transportvrachtwagen geladen worden, in hokken gedreven worden, en daarin gestald worden, waarna de varkens uit de 5 hokken gedreven worden naar een verdovingsinrichting.

Wanneer de varkens uitgeladen zijn bij het slachthuis worden zij gedurende korte tijd gestald in de hokken van het slachthuis, zodat ze na transport kunnen uitrusten. Bij het uitladen en tijdens het stallen zullen de varkens beoordeeld worden door een veterinaire inspecteur, 10 die de zieke en zwakke dieren, die niet geschikt zijn voor de gebruikelijke procedure, zal afzonderen.

De gebruikelijke werkwijze voor het stallen is dat de transport-vrachtwagens met de varkens over het uitlaadplatform van het slachthuis rijden, alwaar de varkens uit de transportvrachtwagen worden gedreven 15 en tezamen naar een ingangsdoorgang worden geleid, verbonden met een aantal hokken. De toegangspoort tot een hok wordt geopend door het bedienend personeel, dat vervolgens de varkens in het hok leidt door middel van een aandrijfpaneel, totdat het hok vol is. Vervolgens zal de poort van het volgende hok worden geopend, dat op dezelfde wijze wordt 20 gevuld, waarbij aanvullend varkens uit de volgende transportvracht-wagens worden toegevoerd.

Vandaag de dag heeft elk slachthuishok een vaste capaciteit van tussen 40 en 60 dieren. De laadcapaciteit van de transportvrachtwagens die aankomen bij het slachthuis kan echter aanzienlijk variëren, tussen 25 40 en 100 varkens per vrachtwagen. Dit betekent dat varkens uit ver schillende vrachtwagenladingen gewoonlijk bij het stallen vermengd raken, aangezien het bedienend personeel er op moet letten dat het hok niet tot over zijn capaciteit wordt gevuld en dat een gebied van ten minste 0,5 per varken beschikbaar is in het hok, zoals vereist door 30 de autoriteiten.

Wanneer de gestalde dieren moeten worden geslacht, opent het bedienend personeel een poort die zich bevindt aan het uitgangsuiteinde van het hok, waarna het bedienend personeel de dieren uit het hok drijft in een doorgang aan het eind van de hokken door middel van een 35 aandrijfplaat. Er kunnen enige platen, bediend door kettingen, voorzien zijn in de doorgang welke de varkens mechanisch in de richting van een .&8025θ1

V

2 % doorgang drijven. In deze doorgang zullen de dieren zo worden gerangschikt dat zij achter elkaar staan, en vervolgens zullen ze één voor één toegelaten worden tot de verdovingsinrichting.

Uit US-A-3.487.497 is een systeem met hokken bekend met een plaat 5 in elk hok, welke plaat beweegbaar is in de langsrichting van het hok. Het bedienend personeel kan de varkens met de hand uit het hok drijven door middel van het bord, nadat een optilbare poort die zich bevindt aan de uitgang van het hok geopend is door het bedienend personeel. Wanneer de varkens naar buiten gedreven zijn in de doorgang aan het 10 eind van de hokken, worden zij mechanisch naar de volgende doorgang geleid door enige drijfplaten die bediend worden een kettingtransporteur-systeem.

Bij de bekende behandeling van varkens kan het moeilijk zijn voor het bedienend personeel om de varkens in en uit de hokken te krijgen en 15 naar de verdovingsinrichting, aangezien de varkens zich in een ongewone situatie bevinden en zullen reageren op alles waar zij aan blootgesteld worden. De nervositeit van de varkens tijdens de behandeling in het slachthuis zal er ook toe leiden dat ze onderling gaan vechten, en zal ook tot een hoog stressniveau leiden. Het gevolg van deze toestand is 20 dat bepaalde karkassen huidbeschadigingen, bloedvlekken en een slechtere vleeskwaliteit vertonen. Dit heeft een ongunstig effect op de bedrijfsresultaten van het slachthuis.

Het doel van deze uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het behandelen van varkens in slachthuizen waarmee de varkens ge-25 makkelijker behandeld kunnen worden en waarbij zij minder heftig en agressief zullen reageren op andere dieren van hetzelfde soort dan bij de bekende behandeling van varkens in slachthuizen.

De werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de varkens van een toegevoerde lading of een deel van de lading als een 30 afzonderlijke eenheid behandeld worden tijdens een of meer van de fasen van de genoemde behandeling, waarbij de varkens uit een eenheid constant gescheiden gehouden worden van bij andere eenheden behorende varkens .

Door deze behandelingsmethode van de varkens in afzonderlijke een-35 heden zal de agressie van de dieren worden verminderd. De reden daarvoor is dat o.a. reeds tijdens het transport naar het slachthuis, de varkens uit een eenheid in wezen reeds hun rangorde onder de andere dieren van de eenheid hebben aanvaard. Voor hen bestaat derhalve geen noodzaak om onder elkaar te concurreren in het slachthuis, zo lang zij 40 maar apart gehouden worden van de dieren van andere toegevoerde ladin- • 8802581 9 3 gen. Dientengevolge is het stressniveau van de varkens laag en zodanig geschikt dat de dieren in de hokken gedreven kunnen worden, daarin gestald kunnen worden en/of uit de hokken gedreven kunnen worden door middel van een geregeld, mechanisch systeem, hetgeen allereerst zal 5 leiden tot uniforme behandelingstijden en -manieren, en ten tweede interactie tussen de varkens en bedienend personeel zal verhinderen.

Het gevolg van deze beide omstandigheden is dat de varkens minder onder spanning zullen staan. Derhalve verschaft de werkwijze volgens de uitvinding de mogelijkheid de dieren in overeenstemming met hun natuur-10 lijke gedragspatroon te behandelen. Dit verschaft hen een hoger niveau van welzijn dan de traditionele behandeling, waardoor ook de werklast van het bedienend personeel omlaag gaat. De karkassen zullen een lager percentage aan huidbeschadigingen, bloedvlekken en een afwijkende vleeskwaliteit vertonen dan bij de traditionele behandeling, in slacht-15 huizen.

Het de woorden "een toegevoerde lading" wordt een hoeveelheid dieren bedoeld die toegevoerd wordt aan en/of wordt getransporteerd naar het slachthuis in êén afzonderlijke eenheid. Indien de carrosserie van de vrachtwagens niet verdeeld is in ruimten, zal het geheel een toege-20 voerde lading vormen. Indien aan de andere kant de carrosserie van de vrachtwagen gedeeld is in drie ruimten, zal het geheel drie toegevoerde ladingen vormen, onafhankelijk of de dieren wel of niet van dezelfde varkensfokker afkomstig zijn.

De gehele toegevoerde lading kan een afzonderlijke eenheid vormen, 25 die volgens de uitvinding behandeld zal worden. Dit zal in het bijzonder het geval zijn wanneer de toegevoerde lading slechts weinig varkens bevat, zoals het aantal van 15 varkens per toegevoerde lading die aangegeven is voor het transport per container.

De afzonderlijke eenheid varkens behandeld volgens deze uitvinding 30 kan ook een bepaalde fractie van de aangevoerde lading zijn, bijvoorbeeld het halve aantal varkens dat aangevoerd is in een ruimte van de vrachtwagencarrosserie. De andere helft van de aangevoerde groep kan dan een andere afzonderlijke eenheid vormen. Derhalve kan een aangevoerde groep van 40 varkens verdeeld worden in twee eenheden van 20 35 varkens elk.

De werkwijze volgens de uitvinding kan uitgevoerd worden terwijl het afleverpatroon dat tot nu toe toegepast wordt voor vrachtwagenladingen met verschillend volume behouden blijft. Aan de varkensfokkers en vervoerders kunnen aanwijzingen gegeven worden dat zij de varkens in 40 bepaalde vaste eenheden moeten afleveren, in overeenstemming met de af- .8802581 4 metingen van de ruimten in de hokken van het slachthuis. Daardoor kan een optimaal gebruik gemaakt worden van de capaciteit van de hokken.

Dit verschaft ook de mogelijkheid om de toevoer van varkens te regelen, aangezien het slachthuis, zodra dit de informatie ontvangen heeft met 5 betrekking tot het volume van de aangevoerde ladingen voor één dag, het volume van de aanvoer kan berekenen en dienovereenkomstig maatregelen kan nemen.

Het aantal varkens wat een nacht over moet blijven in de hokken van het slachthuis kan door zo'n geregelde uitvoering van de aanvoer 10 verminderd worden.

Ondanks de behoefte aan grote toevoer van varkens en hoge werk-snelheden die zich voordoen in slachthuizen, is het volgens de werkwijze volgens de uitvinding mogelijk om rekening te houden met het gedrag en de instincten van de varkens. De varkens ontvangen een humane 15 behandeling onder de industriële omstandigheden die zich in moderne slachthuizen voordoen.

Een uitvoering van de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de afzonderlijke eenheden elk een aantal varkens behorende bij een kudde bevatten. Door deze beperkte grootte van de te behandelen eenheden staan 20 de dieren minder onder spanning dan het geval zou zijn in grotere eenheden, aangezien het natuurlijke gedragspatroon en het instinct behorende bij de rangorde van de dieren aanzienlijk beter werken in kleine eenheden dan in grote, waar de dieren zich niet langer als een kudde kunnen gedragen. De verdeling in kudden zoals voornoemd vergemakkelijkt 25 het voortdrijven en daardoor wordt het opeenhopen van de varkens in doorgangen en hokken verhinderd. Ook worden inspectie, bewaking en het voortdrijven van de varkens vergemakkelijkt.

De betreffende afmeting van de eenheid, die overeenkomt met een kudde, is ook in de praktijk de kleinste, economische eenheid die ge-30 schikt is voor van de varkensfokkers en de vervoerders in het gebied van een algemene toevoer van varkens vanaf de fokker via de vervoerder naar het slachthuis.

Wanneer derhalve het aantal gebruikte varkens overeenkomt met een kudde, wordt deze aangepast aan de grootte van de eenheid welke in de 35 praktijk toegepast kan worden in varkensstallen en op transportvracht-wagens.

Door de genoemde uitvoering zal het voorkomen van de genoemde achteruitgang van de kwaliteit van de karkassen verder verlaagd worden.

Met een kudde wordt een zodanig aantal dieren bedoeld dat zich als een 40 kudde gedraagt, d.w.z. dat ze een bepaalde solidairiteit moeten voelen, .8802581 « 5 Φ en tegelijkertijd moet het aantal niet zo hoog zijn dat het aparte varken niet langer in de gaten kan houden wat de andere dieren in de kudde doen.

Het maximale aantal dieren dat de kudde kan vormen hangt, o.a., af 5 van het erfelijke kudde-instinct van de dieren, en van de blootstelling aan de omgeving. Een uitvoering van de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de eenheden die gebruikt worden 12 tot 20 varkens in elke kudde bevatten.

Onder de omstandigheden in het slachthuis kan het genoemde aantal 10 dieren een vaste kuddestructuur behouden, indien zij afgeleverd worden als een eenheid van de genoemde grootte, of kunnen zij een kudde vormen indien zij afgeleverd zijn in een grote hoeveelheid bestaande uit meer dan het genoemde aantal dieren.

De afmeting van de hoofdzakelijk gebruikte eenheden is 15 varkens 15 in elke kudde. Daardoor wordt voldoende verzekerd dat de dieren zich zullen gedragen als in een kudde, zonder de kosten van het systeem te vergroten.

Volgens de uitvinding kan de behandeling van de varkens als een eenheid geregeld worden door een of meer regelinrichtingen. Er kunnen 20 bijvoorbeeld inrichtingen zijn bij de uitlaadplatforms, doorgangen en hokken van het slachthuis welke slechts toegang zullen verschaffen tot het gebied nadat het bedienend personeel of een regelsysteem aangeduid heeft dat het gebied niet bezet wordt door varkens behorende bij andere eenheden. Op die manier wordt het vermengen van de eenheden verhinderd, 25 en behoeft het bedienend personeel slechts de richtlijnen te volgen van een vast werkschema, of mogelijk kan de regeling van het werk geheel overgelaten worden aan de regelinrichting.

Bij voorkeur regelen de regelinrichtingen de beweging van mechanische middelen die voorzien zijn voor het tegenhouden en/of het voort-30 drijven van varkens als een eenheid. De inrichtingen kunnen bijvoorbeeld motoren of dergelijke in de poorten bekrachtigen welke twee gebieden scheiden tussen welke de varkens van een eenheid zich moeten verplaatsen gedurende de behandeling in het slachthuis. Op deze manier kan de behandeling van de varkens in eenheden meer of minder op mecha-35 nische wijze en onafhankelijk van bedienend personeel plaats vinden, hetgeen tot een uniforme en humane behandeling van de varkens leidt, en verder zal het aantal taken voor bedienend personeel aanzienlijk worden verminderd.

Een uitvoering van de uitvinding wordt gekenmerkt doordat stal-40 ruimten worden gebruikt, waarvan het oppervlak overeenkomt met de afme- .8802581 3 6 Η ting van de eenheid die vastgesteld is voor het transport en het stallen van de varkens» Nadat de afmeting van de eenheid vastgesteld is met het oog op de praktische mogelijkheden, zullen de stallen van het slachthuis in de eerste plaats zo ontworpen worden dat elke stalruimte 5 ontworpen is voor een eenheid van varkens en niet meer, hetgeen tot een optimale toepassing van het voor de hokken beschikbare gebied zal leiden.

Bij voorkeur kan bij elk hok dat zich bevindt in het slachthuis een optimaal gebruik verkregen worden door toepassing van de werkwijze 10 volgens de uitvinding, aangezien elk van de bestaande hokken bestemd is voor een groot aantal dieren, bijvoorbeeld 45 varkens, hetgeen betekent dat de hokken halfleeg kunnen zijn, in het bijzonder indien de vaste eenheden van de afmeting van een kudde moeten zijn.

Volgens een voordelige uitvoering van de werkwijze, zal het ge-15 bruik van bestaande hoksystemen zich dichter bij het optimum bevinden.

Bij voorkeur is elk hok verdeeld in verscheidene secties door middel van verdelingswanden, waarbij elke sectie een stalruimte vormt overeenkomstig de vaste afmeting van de eenheid. Een groter hok kan daardoor verdeeld worden in kleinere ruimten, waarin het gemakkelijker 20 is om een hogere gemiddelde gebruiksintensiteit te handhaven indien de varkens behandeld moeten worden volgens de uitvinding. Derhalve kan de werkwijze volgens de uitvinding het gebruik van reeds bestaande hok-faciliteiten vergemakkelijken, waarbij het slechts nodig is om die inrichtingen aan te brengen die nodig zijn voor het uitvoeren van de 25 werkwijze, zoals de genoemde verdeelwanden.

Wanneer de eenheid ingesteld is op een kudde-grootte van 12 tot 20 varkens, is het in de praktijk mogelijk een oplossing te bieden bij de bestaande varkensstallen, vrachtwagens en hokken, welke aan bijna of geheel dezelfde oppervlaktevereisten moeten voldoen als de vandaag de 30 dag gebruikte systemen, doch waarbij de toevoer van varkens aan de slachtlijn aanzienlijk flexibeler is en tot veel minder verwondingen aan de dieren leidt.

De varkens van een eenheid kunnen tegengehouden worden door middel van regelbare, stationaire poorten, en voortgedreven worden door middel 35 van beweegbare regelbare poorten. Door de poorten te regelen worden de varkens van een eenheid automatisch in een gebied gehouden, of worden zij van het ene gebied naar het andere gedreven, zonder het risico dat zij vermengd kunnen worden met varkens van andere eenheden.

Wanneer zij uit een hok gedreven zijn kunnen de varkens uit een 40 eenheid gestald worden in een tussengelegen hok, dat zich bevindt voor .8802581 7 de verdovingsinrichting. Het blijkt dat het gemakkelijker is om de toevoer van varkens in de doorgang op deze manier te regelen, aangezien het naar buiten drijven uit een hok voortgezet kan worden zelfs indien er zich bijvoorbeeld een opstopping voordoet bij de verdovingsinrich-5 ting. Op deze manier wordt ook het opstoppen verhinderd dat zich voor zou kunnen doen wanneer veel varkens toegelaten worden tot een smalle doorgang.

Verder is het mogelijk cm een stopplaat aan het achterste eind van de doorgang voor het naar buiten drijven te plaatsen, zonder dat dit 10 tot een te grote opeenhoping van dieren in de doorgang leidt. De betekent o.a. dat de varkens in de juiste richting voortgedreven worden naar de volgende doorgang, en dat zij niet verdwaald raken in het achterste eind van de doorgang, van waaruit zij moeilijk naar buiten gedreven kunnen worden.

15 De uitvinding heeft ook betrekking op een systeem voor het stallen van varkens. In dit systeem is het mogelijk om de varkens in eenheden te behandelen, zodat de genoemde voordelen van een humane behandeling van de dieren en de daaruit voortvloeiende vermindering van de invloed op de karkassen in de vorm van huidbeschadiging, bloedvlekken en een 20 slechtere vleeskwaliteit kunnen worden bereikt. Het is mogelijk om het systeem uitgebreid te mechaniseren en te automatiseren ter verkrijging van een uniforme behandeling van de dieren.

Het systeem is van het soort dat een doorgang voor het naar binnen drijven bevat en een doorgang voor het naar buiten drijven, evenals een 25 aantal langwerpige hokken die naast elkaar geplaatst zijn tussen de doorgangen, welke hokken elk voorzien zijn van een ingangspoort en een uitgangspoort aan elk uiteinde, evenals een voortdrijfpoort die beweegbaar is in de langsrichting van het hok. Het systeem wordt gekenmerkt door een of meer stationaire tussenpoorten, in elk hok geplaatst, welke 30 poorten zich op een zodanige afstand van elkaar, de toegangspoort en de uitgangspoort bevinden, dat het hok in verschillende secties is verdeeld.

Het verdelen van elk hok in een aantal kleine secties verhindert dat varkens uit een eenheid vermengd worden met varkens uit andere een-35 heden, zonder dat de capaciteit van het systeem in belangrijke mate wordt verminderd. Het resultaat is een meer humane behandeling van de dieren dan in het geval van de vandaag de dag gebruikte grote hokken, waar varkens uit verschillende toegevoerde ladingen met elkaar vermengd worden. De invloed op karkassen in de vorm van huidbeschadigingen, bloed-40 vlekken en een slechtere vleeskwaliteit wordt aanzienlijk verminderd.

.8802581 ï 8 %

Verder kan het systeem ingebouwd worden in een reeds bestaand systeem, aangezien dit slechts een kwestie is van het verdelen van bestaande hokken in secties. Daardoor kunnen oude hokken snel worden aangepast .

5 Volgens de uitvinding moeten de tussenpoorten stationair zijn. Dit bevordert de vereenvoudiging van de regelsystemen welke verzekeren dat de varkens van elkaar gescheiden gehouden worden in de eenheden. Door stationaire tussenpoorten zullen de varkens slechts in zeer geringe mate beangst raken wanneer de poorten bediend worden, en in hun open 10 stand vallen zij min of meer samen met de zijwanden van de hokken, hetgeen tot een meer gelijkmatig vöortdrijven van de varkens in de hokken leidt.

Bestaande hoksystemen met zijwanden vervaardigd van beton kunnen ook voorzien zijn van aanvullende platen tussen de poorten, in het bij-15 zonder platen bestaande uit een materiaal dat meer humaan is voor de dieren, zoals een gladde zwarte plaat, welke minder verwonindingen voor de varkens zal opleveren dan de bestaande ruwe en witte betonnen wanden. Op die manier kunnen de poorten zo worden uitgevoerd dat ze samenvallen met de aanvullend gemonteerde platen.

20 De betreffende verdeling van een hok in kleinere secties betekent ook dat de varkens in de hokken die aangepast zijn volgens de uitvinding nu behandeld kunnen worden als een kudde in plaats van dat ze be handeld worden als een hoeveelheid. Dienovereenkomstig wordt een uitvoering gekenmerkt doordat de tussenpoorten zich op een zodanige af-25 stand bevinden dat elke sectie van een hok een aantal varkens overeenkomstig een kudde kan bevatten.

Zoals hierboven toegelicht kan een kudde in het slachthuis 12 tot 40 varkens omvatten. Een uitvoering wordt gekenmerkt doordat elke sec tie van het hok 12 tot 20 varkens kan bevatten. Het hok zal in eerste 30 aanleg verdeeld worden in secties bestemd voor 15 varkens.

Volgens een uitvoering van het systeem volgens de uitvinding zijn er 1 tot 5 tussenpoorten in elk hok, zodat elk hok verdeeld is in 2 tot 6 secties. Zodoende zijn de hokken niet langer dan nodig is om met een beweegbare voortdrijvende poort alle secties binnen een redelijke tijd 35 te bedienen.

Volgens een gunstige uitvoering van het systeem volgens de uitvinding zijn de tussenpoorten aan hun zijden scharnierend opgehangen. Dergelijke poorten zullen minder angstgevoelens oproepen bij de varkens dan aan de bovenzijde opgehangen poorten, en zij kunnen zo uitgevoerd 40 zijn dat zij de doorgang mogelijk maken langs de voortdrijfpoort ter- * 88 02581 * 9 wijl deze zich in gesloten toestand bevindt. Derhalve kunnen de voort-drijfpoorten hun gesloten stand behouden tijdens de behandeling van het naar binnen drijven of naar buiten drijven van de varkens, zelfs hoewel een of meer open tussenpoorten gepasseerd moeten worden.

5 Volgens de veterinaire voorschriften moet er ten minste 0,5 m^ vloerruimte beschikbaar zijn voor elk varken in de slachthuishokken.

Gebleken is dat de varkens zonder problemen bijeengedreven kunnen worden op een kleiner oppervlak, waarbij slechts 0,4 m^ vloerruimte beschikbaar is voor elk varken in de ruimte van een hok. Dit feit wordt 10 toegepast bij een gunstige uitvoering, volgens welke de tussenpoorten verdeeld zijn in twee delen. In deze uitvoering kan een tussenpoort gesloten worden achter een voortdrijfpoort, nadat deze voortdrijfpoort de varkens in een sectie van het hok gedreven heeft en zo ver naar binnen bewogen is in de sectie dat er juist voldoende ruimte is zodanig dat de 15 uit twee delen bestaande tussenpoort buiten bereik kan komen van de voortdrijfpoort.

Elk van de tussenpoorten is in hoofdzaak vervaardigd uit twee afzonderlijke poorten, welke aan hun bijbehorende zijwand scharnierend opgehangen zijn in het hok. Deze constructie is stevig, en kan normaal 20 gesproken weerstand bieden aan de door de varkens uitgeoefende botsingen. Met het woord poorten wordt in de onderhavige uitvinding niet alleen gedoeld op poorten in de gebruikelijke vorm, doch ook op poorten in de vorm van platen, vakwerk of dergelijke, welke de doorgang door een langwerpig hok kunnen versperren, en welke door verdraaiing rond 25 een as, optillen of een andere beweging de doorgang voor de varkens weer vrijgeven.

De voortdrijfpoort, die bediend kan worden in de langsrichting van het hok, kan een gestelconstructie zijn voorzien van aandrijfplaat en wielen. Met de wielen overeenkomstige rails bevinden zich op of nabij 30 de bovenkant van de zijwanden van het hok. In zijn gesloten toestand moet het plaatdeel van de poort geschikt zijn om de dwarsdoorsnede van het hok op te vullen, zodanig dat de varkens voortgedreven kunnen worden zonder het gevaar dat zij samengedrukt worden. In de open stand van het plaatdeel is dit omhoog gehesen of naar boven gezwaaid, zodat de 35 voortdrijfpoort over de varkens in het hok kan bewegen zonder deze te raken, of zodat de varkens naar voren kunnen bewegen in het hok.

De poorten in het systeem volgens de uitvinding kunnen met de hand bediend worden, doch aan het gebruik van met een motor aangedreven poorten wordt de voorkeur gegeven. Deze kunnen geregeld worden volgens 40 een programma waarin de tijd zodanig verdeeld is dat de varkens een .8802581 % 10 uniforme rustige behandeling krijgen, terwijl de tijdsfactor aangepast is aan de slachtsnelheid van het slachthuis.

Een voorkeursuitvoering wordt gekenmerkt doordat een of méér poorten door een motor wordt aangedreven, en dat een of meer regelinrich-5 tingen voorzien zijn voor het regelen van dergelijke poorten.

Een regelinrichting kan de poorten in een hok, in de doorgang voor het naar binnendrijven, of in de doorgang voor het naar buiten drijven regelen, doch het is ook mogelijk om een inrichting te voorzien waarmee de werking van het totale systeem wordt beïnvloed en geregeld, vanaf 10 het moment dat de varkens uitgeladen worden totdat zij toegelaten worden tot de verdovingsinrichting,

De doorgang voor het naar binnen drijven en de doorgang voor het naar buiten drijven kunnen uitgerust zijn met mechanische inrichtingen waarmee het scheiden van .de eenheden van de varkens automatisch wordt 15 uitgevoerd en waarmee de dieren naar voren gedreven worden in het behandelingssysteem. Daarbij worden geschikte tussengeplaatste poorten, hefpoorten en verrijdbare/optilbare poorten gebruikt, welke van hetzelfde soort zijn als die welke gebruikt worden in de hokken van het systeem. Op die manier is het mogelijk om de dieren in eenheden ge-20 scheiden te houden vanaf het moment dat zij de transportwagen verlaten totdat zij de verdovingsinrichting bereiken.

Volgens een vereenvoudigd systeem worden de betreffende mechanische inrichtingen voorzien in de hokken, terwijl het voortdrijven en mogelijk het scheiden min of meer met de hand uitgevoerd wordt door 25 middel van de gebruikelijke middelen, zoals voortdrijfpanelen.

Achter de doorgang voor het naar buiten drijven en vbbr de verdovingsinrichting kan een tussenhok zijn geplaatst, welk hok afgesloten en/of bediend kan worden door middel van regelbare, stationaire poorten en/of beweegbare, regelbare poorten. Door toepassing van deze uitvoe-30 ring wordt het opeenhopen van varkens verhinderd wanneer zich een stilstand voordoet bij de verdovingsinrichting. Verder is het gemakkelijker om de dieren in de richting van de doorgang te geleiden, aangezien het achterste eind van de doorgang voor het naar buiten drijven versperd kan zijn door een poort.

35 De uitvinding zal vervolgens onder verwijzing naar de tekeningen verder worden beschreven.

Fig. 1 toont een systeem voor het stallen van 450 varkens.

Fig. 2 toont een afbeelding in perspectief van een hok in het •systeem.

40 Het systeem bevat 10 langwerpige hokken 1 welke in paren zijn aan- *8802581 11 gebracht met tussen geplaatste inspectiedoorgangen 2. De hokken komen voor In reeds bestaande systemen. Elk hok is verdeeld in drie secties, 3a, 3b en 3c, door middel van twee stellen tussenpoorten 4. Aan de zijwanden van de hokken zijn platen gemonteerd van bijvoorbeeld glad staal 5 of gladde kunststof. Elke sectie heeft een inwendige afmeting van ongeveer 1,6 x 4,7 m, hetgeen voldoende ruimte verschaft voor 15 te stallen varkens. In hun scharnieren zijn de tussenpoorten voorzien van een pneumatische luchtcilinder 20 (fig. 2), waarmee de poorten over 90° kunnen worden verzwaaid, zodat ze ofwel open zijn voor het doorgang 10 bieden, danwel gesloten zijn voor het verhinderen van de doorgang, uit de ene sectie van het hok naar de volgende sectie. In hun open stand zijn de poorten opgenomen in uitsparingen, die gevormd zijn bij het monteren van de platen op de zijwanden 5 van de hokken.

Bij het ingangseind van elk hok bevindt zich een met de hand be-15 diende zwaaipoort 6, welke in gesloten toestand verhindert dat de dieren in een hok naar buiten bewegen in een doorgang 7 voor het naar binnen drijven, die zich bevindt aan het eind van de toegang tot het hok. In zijn open stand verhindert de zwaaipoort de doorgang door de doorgang voor het naar binnen drijven, en worden de varkens die naar voren 20 gedreven worden in de juiste hokken geleid.

Aan het uitgangseinde van elk hok bevindt zich een stationaire hefpoort 8, die door middel van een motor een plaat kan optillen en doen dalen, welke in zijn laagste stand verhindert dat de dieren in het hok naar buiten bewegen in de doorgang 9 voor het naar buiten drijven 25 aan het eind van het hok.

Verder bevindt zich in elk hok een verrijdbare/optilbare poort 10, welke over de gehele lengte van het hok kan worden bewogen. De poort is voorzien van een wagensysteem, waarvan de aangedreven wielen over rails 21 lopen, die zich bevinden aan de bovenkant van de zijwanden van het 30 hok. De poort is ook voorzien van een plaat die omhoog en omlaag bewogen kan worden door middel van een motor of een pneumatische luchtcilinder, zodat daarmee ofwel de doorgang in het hok versperd kan worden ofwel de varkens daar onderdoor gelaten kunnen worden.

In zijn naar beneden bewogen stand, kan de poort langs tussenpoor-35 ten bewegen wanneer deze open zijn. De poort 10 fungeert als een mechanisch voortdrijfpaneel, wanneer hij in zijn gesloten stand naar voren bewogen wordt in het hok door middel van het wagensysteem.

In de zijwanden van de hokken kunnen zich enige met de hand bediende zijpoorten bevinden die toegang verschaffen tot de inspectie-40 doorgangen, door welke zieke dieren in speciale hokken kunnen worden .8802581 12 geleid.

De doorgang 9 voor het naar buiten drijven mondt uit in een halve cirkel 11, welke naar een verzameldoorgang 12 leidt. Deze eindigt in een dubbele voortdrijfdoorgang 13, waarin de varkens achter elkaar op-5 gesteld worden voordat ze ingesloten worden en verdoofd worden in een verdooffase.

De voortdrijfdoorgang 9 wordt bediend door een verrijdbare/optil-bare poort 14 overeenkomstig die welke gemonteerd zijn in de hokken 1. Verder is er een geleidingsplaat 15, welke geblokkeerd kan worden ten 10 opzichte van de zijden van de voortdrijfdoorgang 9. Daarmee wordt verhinderd dat de varkens in een open hok naar het achterste uiteinde lopen van de doorgang 9 voor het naar buiten drijven.

Ter bediening van de halve cirkel 11 is een overeenkomstige bewe-gende/optilbare poort 16 voorzien. In de verzameldoorgang 12 bevindt 15 zich een derde verrijdbare/optilbare poort 17 voor het voortdrijven van de varkens naar de doorgang 13.

Er is ook een regelsysteem voorzien waarvan de functie duidelijk zal worden uit de nu volgende toelichting van het gebruik van het systeem.

20 De varkens worden naar het slachthuis gevoerd in vrachtwagens met bijvoorbeeld ruimte voor 45 dieren. Teneinde de dieren van verschillende varkensstallen of leveranciers gescheiden te houden, kan de vrachtwagen verdeeld zijn in bijvoorbeeld drie gebieden, met ruimte voor 15 dieren in elk.

25 Nadat de vrachtwagen geplaatst is aan het uitlaadplatform van het slachthuis, zullen de dieren met de hand voortgedreven worden uit een gebied naar de doorgang 7 voor het naar binnen drijven. Indien de vrachtwagen niet verdeeld is in gebieden, wordt een kudde van 15 dieren in de doorgang 7 voor het naar binnen drijven gedreven. De dieren wor-30 den door de open zwaaipoort 6 in het geschikte hok 1 geleid, waarvan de verrijdbare/optilbare poort 9 en de tussenpootten 4 open zijn. Wanneer de dieren het hok zijn binnengetreden, zal de poort 6 gesloten worden, en drukt het bedienend personeel op een knop waarmee de automatische vulwerking van de sectie van het hok begint.

35 De hefpoort 10 gaat in zijn achterste stand in het hok dicht, en beweegt dan langzaam naar voren in het hok, zodat de varkens voorgedreven worden naar de verst verwijderde sectie van het hok. De snelheid van de poort is bijvoorbeeld 30 cm/sec. Binnen sectie 3a zal de poort tot stilstand gebracht worden in een stand direct voor de open tussen-40 poorten, waarna deze automatisch worden gesloten.

.8802581 13

De plaat in de verrijdbare/optilbare poort 10 wordt tot zijn bovenste stand opgetild, waarbij de gehele hoksectie 3a open blijft voor de varkens. Vervolgens keert de verrijdbare/optilbare poort 10 terug naar zijn achterste stand bij de poort 6-5 Wanneer sectie 3a gevuld is, is een nieuwe kudde dieren met de hand in de doorgang 7 voor het naar binnen drijven gedreven. Zodra het laatste dier zich binnen het hok 1 bevindt, wordt de poort 6 gesloten, zodat de verrijdbare/optilbare poort sluit en vervolgens naar voren beweegt in het hok, waarbij de dieren daarvoor voortgedreven worden. Wan-10 neer de verrijdbare/optilbare poort de positie bereikt heeft direct voor de open tussenpoorten, zal hij stoppen en zullen de tussenpoorten automatisch worden gesloten. De plaat van de verrijdbare/optilbare poort wordt opgetild. In hoksectie 3b bevindt zich kudde 2. De verrijdbare/optilbare poort wordt voortgedreven naar de stand aangeduid aan de 15 bovenzijde van fig. 1.

In de tussentijd is een nieuwe kudde van bijvoorbeeld 15 dieren uit het uitlaadplatform in de doorgang 7 voor het naar binnen drijven gedreven. Wanneer de dieren zich binnen hoksectie 3c bevinden wordt de poort 6 gesloten. Het hok is nu gevuld met dieren, hetgeen het bedie-20 nend personeel zal opgeven aan het regelsysteem en aan het bedienend personeel dat het hok moet ledigen op aanwijzing van een signaal dat geactiveerd wordt door een knop.

Het bedienend personeel voor het naar binnen drijven kan doorgaan en het volgende hok vullen zonder rekening te hoeven houden met wat 25 vervolgens geschiedt in het hok dat zojuist gevuld is.

Het doel is om vrachtwagens te gebruiken die verdeeld worden in vaste eenheden overeenkomstig de afmeting van de ruimte in het hok. Indien een vrachtwagen arriveert die om welke reden dan ook niet op de voorgeschreven wijze in secties is verdeeld, bijvoorbeeld met 25 dieren 30 per ruimte in de vrachtwagen, kunnen de eerste 15 dieren aangebracht worden in de voorste sectie van het hok, en de volgende 10 dieren in de middelste sectie. Dieren uit een volgende vrachtwagenlading of ruimte in de vrachtwagen worden in de laatste sectie ondergebracht.

Op deze wijze gaat het proces van het vullen van de hokken voort, 35 waarbij de toegevoerde dieren in kudden in een hoksectie worden geleid, en dieren uit verschillende ladingen niet vermengd raken tijdens het naar binnen drijven en stallen. Dit betekent dat elke sectie alle dieren bevat uit een toegevoerde lading of een aantal dieren overeenkomstig een kudde uit een toegevoerde lading, doch geen dieren uit ver-40 schillende toegevoerde ladingen.

. 8802581 14

Zodoende wordt de kuddevorming die opgetreden is bij het transport naar het slachthuis of daarvoor gehandhaafd tijdens het naar binnen drijven en stallen, of wordt de getransporteerde hoeveelheid varkens verdeeld en behandeld in fracties welke de vorming van kudden in de 5 hoksecties bevorderen.

Voor het ledigen van het hok, wanneer de varkens moeten worden geslacht, drukt het bedienend personeel op een knop waardoor de automatische ledigingshandeling wordt gestart. De poort 15 wordt zo gepositioneerd dat zij een verlenging vormt van een van de zijwanden van het 10 hok dat moet worden geledigd, en wordt geblokkeerd ten opzichte van de zijden van de doorgang 9. De verrijdbare/optilbare poort 14 beweegt naar een positie juist v55r de poort 15 en wordt gesloten. Het regelsysteem bekrachtigt de motor waardoor de optilbare poort 8 van het hok in de open stand wordt gebracht. De varkens in sectie 3a kunnen nu naar 15 buiten lopen in de doorgang 9.

De verrijdbare/optilbare poort 10 van het hok wordt automatisch gesloten, en beweegt uit de startpositie voor de gesloten tussenpoor-ten, naar de eindpositie bij de optilbare poort 8. Tijdens deze langzame beweging van de poort worden de dieren uit de hoksectie in de door-20 gang 9 gedreven. De tussenpoorten 4 tussen de secties 3a en 3b worden geopend tijdens de voorwaartse beweging van de verrijdbare/optilbare poort in de hoksectie 3a.

Zodra de verrijdbare/optilbare poort 10 stopt op zijn plaats bij de optilbare poort 8 start het automatische systeem de motor in de ver-25 rijdbare/optilbare poort 14. Hij drijft de varkens naar voren in de doorgang 9. De verrijdbare/optilbare poort 16 bevindt zich aan het eind van de doorgang 9 in zijn open stand, hetgeen betekent dat de dieren in de gekromde sectie 11 worden gedreven. Wanneer alle dieren in de gekromde sectie 11 zijn gedreven, wordt de poort 16 gesloten. De verrijd-30 bare/optilbare poort wordt automatisch geopend, en keert terug naar zijn startpositie bij de poort 15, terwijl de poort 16 door de gekromde sectie 11 beweegt. In de verzameldoorgang 12 wordt het voortdrijfproces overgenomen door de verrijdbare/optilbare poort 17, welke gesloten wordt achter de naar binnen gedreven dieren, en welke deze naar voren 35 drijft naar de doorgang 13. De verrijdbare/optilbare poort 16 keert terug naar zijn startpositie en gaat open, gereed voor het opnemen van dieren uit een nieuwe hoksectie.

Het naar buiten drijven van dieren uit de hoksectie 3b wordt gestart zodra de verrijdbare/optilbare poort 14 langs de uitgang bewogen 40 is van het hok hij zijn voortdrijvende beweging naar voren toe naar de .8802581 15 é gekromde sectie 11. De verrijdbare/optilbare poort 10 wordt geopend en naar achteren bewogen naar een stand juist voor de gesloten tussenpoor-ten 4 tussen de hoksecties 3b en 3c. Nadat de verrijdbare/optilbare poort 9 automatisch is gesloten, wordt de motor van de poort gestart, 5 waardoor de poort naar voren beweegt in het hok, en de kudde varkens daarvoor naar buiten gedreven wordt in de doorgang 9. De tussenpoorten worden geopend achter de verrijdbare/optilbare poort.

Wanneer de verrijdbare/optilbare poort 10 een positie bereikt heeft direct bij de doorgang 9, kan de verrijdbare/optilbare poort 14 10 het voordrijven overnemen. Hij beweegt naar voren, waarbij de varkens naar de gekromde sectie 11 worden bewogen. Hier en in de verzameldoor-gang 12 wordt het voortdrijven op dezelfde wijze als hierboven in samenhang met de kudde uit sectie 3a uitgevoerd.

Zodra de verrijdbare/optilbare poort 14 voorbij de uitgang van het 15 hok gekomen is bij zijn beweging naar de gekromde sectie 11, zorgt het automatische systeem ervoor dat de verrijdbare/optilbare poort 10 wordt geopend. De verrijdbare/optilbare poort 10 wordt terugbewogen naar een stand direct voor de zwaaipoort 6, en gesloten. De motor van de poort 9 wordt gestart, zodat de poort naar voren beweegt in het hok. De varkens 20 uit sectie 3c worden uit het hok gedreven in de doorgang 9.

Wanneer de verrijdbare/optilbare poort 10 zich in zijn voorste positie bevindt bij de doorgang 9, wordt de verrijdbare/optilbare poort 14 gestart uit zijn stand bij poort 15. De varkens uit sectie 3c worden naar de gekromde sectie 11 gedreven en vervolgens in de doorgang 12, op 25 dezelfde wijze zoals hierboven toegelicht.

Zodra de verrijdbare/optilbare poort 14 langs de uitgang gekomen is van het hok bij zijn beweging naar de gekromde sectie 11, wordt de verrijdbare/optilbare poort geopend en teruggevoerd naar zijn startpositie bij de poort 6. De optilbare poort 8 wordt gesloten. Daarmee is 30 het naar buiten drijven gereed, hetgeen door het regelsysteem medegedeeld kan worden aan het bedienend personeel, zodat hij -indien nodig-het ledigen van een nieuw hok kan starten. Tegelijk wordt het laatste signaal naar de bedieningstafel gestuurd van het bedienend personeel voor het naar binnen drijven, waar automatisch door middel van een lamp 35 of dergelijke wordt aangeduid dat het hok nu leeg is.

Zo kunnen het bedienend personeel voor het naar binnen drijven en het bedienend personeel voor het naar buiten drijven onafhankelijk van elkaar werken. Het bedienend personeel voor het naar binnen drijven kan bezig zijn met het opnemen van varkens zodra zij afgeleverd worden aan 40 het uitlaadplatform, terwijl onafhankelijk daarvan het bedienend perso- 4802581 16 neel voor het naar buiten drijven de varkens op de snelheid van de slachtlijn, rekening houdend met een onderbreking in het werk, wachttijden en dergelijke toe kan voeren aan de verdovingstrap.

Er wordt op gewezen dat kudde varkens die naar buiten gedreven 5 wordt niet noodzakelijkerwijze gescheiden behoeft gehouden te worden van de volgende kudde zoals boven beschreven. De dieren uit een geheel hok kunnen bijvoorbeeld naar buiten gedreven worden door de optilbare poort 8 en de tussenpoorten 4 te openen, en vervolgens worden de dieren tezamen uit het hok gedreven door middel van de verrijdbare/optilbare 10 poort 10.

Een andere mogelijkheid is om de dieren gescheiden te houden in kudden die in afmeting overeenkomen met een sectie van het hok, totdat zij de doorgang 12 bereiken. Daar is ruimte genoeg voor dieren uit verschillende secties. Elk hok kan uit meer dan drie secties bestaan. De 15 procedures voor de eerste en de laatste secties zullen dan dezelfde zijn als de hierboven toegelichte procedures in saraenhang met het vullen en ledigen van de secties 3a en 3c, terwijl de procedure voor elk van de tussensecties overeenkomt met de hierboven in samenhang met sectie 3b besproken procedure.

20 Er kunnen meer hokken zijn dan de tien hokken afgebeeld in de te kening. Indien bijvoorbeeld een hokcapaciteit voor bijvoorbeeld 900 dieren vereist is, kunnen 20 hokken van de afgebeelde afmetingen naast elkaar worden aangebracht.

Indien nodig kan het in het hok drijven geschieden door middel van 25 een automatisch systeem, in plaats van met de hand. Daartoe kunnen bijvoorbeeld poorten gebruikt worden die geconstrueerd zijn overeenkomstig de poorten in het hierboven beschreven systeem voor het naar buiten drijven.

.$802581

Claims (13)

1. Werkwijze voor het behandelen van varkens in slachthuizen, 5 waarbij de varkens uit een toegevoerde lading uitgeladen worden uit een transportvrachtwagen, in hokken gedreven worden en daarin gestald worden, waarna de varkens uit de hokken gedreven worden over een verdo-vingsinrichting, met het kenmerk, dat de varkens van een toegevoerde lading of een deel daarvan behandeld worden als een gescheiden eenheid 10 tijdens een of meer van de genoemde behandelingsfasen, waarbij verhinderd wordt dat de varkens uit een eenheid vermengd worden met varkens uit andere eenheden.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, mét het kenmerk, dat de afzonderlijke eenheden elk een aantal varkens bevatten overeenkomstig een 15 kudde.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de eenheden 12 tot 20 varkens per kudde bevatten.

4. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de behandeling van varkens in eenheden geregeld wordt door 20 een of meer regelinrichtingen en dat de genoemde regelinrichtingen de beweging regelen van mechanische middelen die voorzien zijn voor het tegenhouden en/of voortdrijven van de varkens als een eenheid.

5. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, dat stalruimten worden gebruikt, waarvan het oppervlak overeen- 25 komt met de afmeting van de eenheid die vastgesteld is voor het transport en het stallen van de varkens, bij voorkeur zodanig dat elk hok verdeeld wordt, door middel van verdelingewanden, in verscheidene hok-secties, waarbij elke sectie een stalruimte omvat overeenkomstig de vaste afmeting van de eenheid.

6. Werkwijze volgens een van de conclusies 1 t/m 5, met het ken merk, dat de varkens van een eenheid tegengehouden worden door middel van regelbare stationaire poorten en voortgedreven worden door middel van beweegbare regelbare poorten.

7. Systeem voor het stallen van varkens met een doorgang (7) voor 35 het naar binnen drijven en een doorgang (9) voor het naar buiten drijven, evenals een aantal langwerpige hokken (1), geplaatst tussen deze doorgangen, welke hokken zich naast elkaar bevinden, en welke hokken elk voorzien zijn van een ingangspoort (6) en een uitgangspoort (8) aan elk eind, evenals een poort voor het voortdrijven (10) die in de langs- 40 richting van het hok beweegbaar is, met het kenmerk, dat in elk hok .8802581 4 een of meer stationaire tussenpoorten (4) is geplaatst, welke poorten op zodanige afstand van elkaar, de toegangspoort (6) en de uitgangpoort (8) zijn aangebracht, dat het hok verdeeld is in een aantal secties (3a, 3b, 3b).

8. Systeem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de tussen poorten (4) op een zodanige afstand zijn geplaatst dat elke sectie (3a, 3b, 3c) in een hok een aantal varkens overeenkomstig een kudde kan bevatten.

9. Systeem volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat elke sectie 10 van het hok 12 tot 20 varkens kan bevatten.

10. Systeem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat 1 tot 5 tussenpoorten (4) geplaatst is in elk hok (1), waarbij elk hok in 2 tot 6 secties (3a, 3b, 3c) wordt verdeeld.

11. Systeem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de tussen-15 poorten (4) scharnierend aan de zijkanten opgehangen zijn, en dat de tussenpoorten bij voorkeur uit twee delen bestaan.

12. Systeem volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat elke tussen-poort (4) bestaat uit twee afzonderlijke poorten, welke elk scharnierend opgehangen zijn aan hun afzonderlijke zijwand in het hok.

13. Systeem volgens een van de conclusies 7 tot 12, met het ken merk, dat een of meer poorten (4, 8, 10, 14, 16, 17) door een motor wordt/worden aangedreven, en dat een of meer regelinrichtingen is/zijn voorzien voor het regelen van dergelijke poorten. .8802581