NL8801936A - Grendelinrichting met ribben. - Google Patents

Grendelinrichting met ribben. Download PDF

Info

Publication number
NL8801936A
NL8801936A NL8801936A NL8801936A NL8801936A NL 8801936 A NL8801936 A NL 8801936A NL 8801936 A NL8801936 A NL 8801936A NL 8801936 A NL8801936 A NL 8801936A NL 8801936 A NL8801936 A NL 8801936A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
strip
ribs
rib
flat
angle
Prior art date
Application number
NL8801936A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Colgate Palmolive Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Colgate Palmolive Co filed Critical Colgate Palmolive Co
Publication of NL8801936A publication Critical patent/NL8801936A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A43FOOTWEAR
    • A43CFASTENINGS OR ATTACHMENTS OF FOOTWEAR; LACES IN GENERAL
    • A43C11/00Other fastenings specially adapted for shoes
    • A43C11/14Clamp fastenings, e.g. strap fastenings; Clamp-buckle fastenings; Fastenings with toggle levers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A43FOOTWEAR
    • A43CFASTENINGS OR ATTACHMENTS OF FOOTWEAR; LACES IN GENERAL
    • A43C11/00Other fastenings specially adapted for shoes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A43FOOTWEAR
    • A43CFASTENINGS OR ATTACHMENTS OF FOOTWEAR; LACES IN GENERAL
    • A43C11/00Other fastenings specially adapted for shoes
    • A43C11/12Slide or glide fastenings
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A43FOOTWEAR
    • A43CFASTENINGS OR ATTACHMENTS OF FOOTWEAR; LACES IN GENERAL
    • A43C9/00Laces; Laces in general for garments made of textiles, leather, or plastics
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/37Drawstring, laced-fastener, or separate essential cooperating device therefor
    • Y10T24/3703Includes separate device for holding drawn portion of lacing

Description

κ t 4 V.O.1231
Grendelinrichting met ribben.
De uitvinding heeft betrekking op een sluitinrich-ting. Meer in het bijzonder betreft de uitvinding een verbeterde constructie voor het met elkaar verbinden van de banden of riemen, filamenten of veters van een schoencon-5 structie.
Diverse constructies voor het sluiten of met elkaar verbinden van de veters of andere sluitcomponenten van een schoen zijn bekend. Dergelijke sluitingen omvatten diverse soorten gespen en in elkaar grijpende componenten.
10 De uitvinding verschaft een verbeterde sluitinrich- ting voor het bevestigen van de riemen, filamenten of veters van een schoen. De sluitinrichting heeft de vorm van een samengestelde structuur die in een van de uitvoeringsvormen is voorzien van een sterke, dunne, stijve platte materiaal-15 strook waarop een aantal ribben zijn bevestigd onder een hoek van ongeveer 60° ten opzichte van het platte materiaal.
De ribben hebben een lengte/breedteverhouding van ongeveer 1 en de onderlinge afstand van aangrenzende ribben is gelijk aan of slechts in geringe mate groter dan de dikte van de 20 ribben. Voor optimaal aangrijpingsgemak moeten de achterste bovenoppervlakken van de ribben zijn afgerond of in geringe mate ondersneden. De onderhavige uitvinding is op geen enkele wijze beperkt tot het gebruik bij schoeisel en kan worden toegepast bij diverse soorten inrichtingen waarbij filamen-25 ten, stroken, veters en dergelijke worden vastgemaakt met een snellosmechanisme.
Derhalve is een doel van de uitvinding het verschaffen van een dunne, niet slippende grendel en vastzet-inrichting voor het verbinden van riemen, veters, filamenten 30 en dergelijke.
Een aanvullend doel van de uitvinding is het verschaffen van een grendelmechanisme voor de sluitcomponenten van een schoen, waarbij het grendelmechanisme even sterk kan zijn als de krachten die via de omgordingsstroken in de 35 schoen worden overgebracht.
.8801936 ♦ -2-
Verder is een doel van de uitvinding het verschaffen van een snellossluitingsmechanisme dat direct op de strook van een sluiting kan worden gevormd.
Een verder aanvullend doel van de uitvinding is 5 het verschaffen van de mogelijkheid het sluitmechanisme met kleine stappen te kunnen instellen.
Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de grendel- of sluitinrichting met ribben worden beschreven. 10 Fig. 1 is een bovenaanzicht van een sluiting vol gens de uitvinding, toegepast bij een schoen; fig. 2 is een perspectiefaanzicht van een segment van een van de grendelorganen van het sluitmechanisme met ribben volgens de uitvinding; 15 fig. 3 is een zijaanzicht dat de twee in elkaar grijpende grendelorganen van de sluiting met ribben volgens de uitvinding toont en fig. 4 is een dwarsdoorsnede-zijaanzicht van een vorm voor het vervaardigen van de grendelorganen van de 20 sluitinrichting met ribben volgens de uitvinding.
In de uitvoering van de uitvinding zoals afgebeeld in fig. 1-4 is een grendelsluiting met ribben 10 voorzien van een aantal dwarsribben 12 die zich in de lengte daarvan uitstrekken.
25 De onderhavige uitvinding heeft de vorm van een samengestelde structuur die in één van de uitvoeringsvormen is voorzien van een sterke, dunne, stijve platte materiaal-strook 14 waarop een aantal ribben 12 zijn bevestigd, elk met het platte,dragende zijoppervlak onder een hoek "a" 30 van ongeveer 45° tot 75° ten opzichte van het bovenoppervlak· van het materiaal 14, zoals afgebeeld in fig. 3. In een uitvoeringsvorm is een hoek van ongeveer 60° toegepast.
Met betrekking tot deribbehoek "a" van de ribben 12 ten opzichte van het vlak van het bovenoppervlak van het 35 materiaal 14, wordt opgemerkt dat wanneer deze hoek kleiner wordt, aannemende dat de lengte/breedteverhouding en de . 88 0 1 93 β * -3- kracht "F" op de structuur constant blijven, spanningen in de inrichting 10 worden opgebouwd. In dit opzicht wordt de lengte/breedteverhouding gedefinieerd als de verhouding van de lengte van het platte aangrijpoppervlak van de ribbe ten 5 opzichte van de basis van de ribbe. Eveneens zal, wanneer de ribbehoek kleiner wordt, het steeds moeilijker worden de componenten samen te voegen. Andersom zullen, wanneer deze hoek groter wordt, de afschuifkrachten toenemen.
Indien een zacht materiaal wordt gebruikt voor de 10 ribben 12, zal een kleinere ribbehoek worden vereist. Wanneer een sterker ribbemateriaal wordt toegepast kunnen grotere ribbehoeken effectief zijn. In het geval van bijvoorbeeld polyurethaanribben 12 wordt een ribbehoek van niet meer dan 60° met gunstig resultaat toegepast. Bovendien zal de uitge-15 bogen vorm van de inrichting 10 zich niet tot een hoek van groter dan 90° kunnen uitstrekken omdat dan de inrichting 10 zal slippen doordat de ribben 12 van tegenoverliggende stroken 14 ten opzichte van elkaar gaan afschuiven en tegenoverliggende ribben 12 zullen zich van elkaar losmaken.
20 De ribben 12 hebben een lengte/breedteverhouding van ongeveer 1 met tussenruimten van de ribben in hoofdzaak gelijk aan de dikte van de ribben gemeten in de richting evenwijdig aan de langsas van de strook 14. In een uitvoering van de inrichting heeft het platte materiaal de vorm van een 25 strook waarop de ribben direct zijn gevormd tot een integrale, ééndelige constructie. In een alternatieve uitvoeringsvorm zijn de ribben 12 afzonderlijk bevestigd op een dunne platte strook en deze strook wordt dan bevestigd op een plat oppervlak van een riem, veter of dergelijke. De ribben 12 kunnen 30 ook afzonderlijk op de riem of veter zijn bevestigd.
In het algemeen zal de dikte van de ribben 12 in verhouding staan tot de dikte van het platte strookgedeelte 14. In dit verband kunnen de krachten die op de inrichting 10 inwerken, niet zo groot zijn dat zij tot gevolg hebben dat 35 de ribben 12 zich scheiden van de ribben 12 van de tegenoverliggende strook 14. Eveneens zullen bij het buigen over een .8801936 »' -4- bepaalde bocht, de trekkrachten niet zo groot mogen worden dat deze het onderling lossen van de ribben 12 tot gevolg hebben. Teneinde deze situatie te vermijden moet het strook-materiaal 14 betrekkelijk dun zijn en de ribben 12 moeten 5 derhalve eveneens betrekkelijk dun zijn.
Wanneer krachten werkzaam zijn in één vl~k beïnvloedt de dikte van het materiaal niet de buigspanning die op dat deel wordt uitgeoefend. Wanneer het strookmateri-aal echter wordt omgebogen zal hoe groter de mate van bui-10 ging is, de noodzaak toenemen het strookmateriaal dunner uit te voeren teneinde spanningen tot een minimum te beperken. Ook is het gewenst dat een kleinere ribbehoek wordt gebruikt onder omstandigheden van toenemende buiging teneinde een grote hoeveelheid aan tandoppervlak te verschaffen en 15 aldus de vertikale krachten te compenseren die de tegenover-, liggende ribben 12 willen scheiden. Derhalve zijn de buig- krachten die op de inrichting 10 worden uitgeoefend, een functie van de dikte en van de buighoek en eveneens van de eigenschappen van het materiaal.
20 Voor een optimale aangrijpsterkte zijn de toppen van de ribbeoppervlakken evenwijdig aan het basisvlak echter voor optimaal aangrijpgemak moeten de achterste bovenoppervlakken 16 van de riben 12 zijn afgerond of iets ondersneden. Een dergelijke constructie maakt het mogelijk de rib-25 ben 12 op te heffen en over elkaar te laten glijden. Zoals het beste blijkt uit fig. 3 komen de topoppervlakken 16 van aangrenzende ribben 12 van tegenoverliggende stroken 14 bij voorkeur niet met elkaar in aanraking behalve in de sluitstand.
30 Afhankelijk van'de gewenste lengte en de specifieke sluitfunctie kan het materiaal van de ribben variëren tussen de sterkte van een zachte elastomeer tot die van een hard thermoplastisch of thermohardend materiaal. Ook behoeven de stroken of riemen en de ribben van de sluiting niet 35 noodzakelijk van hetzelfde materiaal te zijn vervaardigd.
.8801936 -5-
De riem kan zijn gevormd van een materiaal zoals bijvoorbeeld polyester of fiberglas. In een uitvoeringsvorm werd een 1,6 cm brede polyesterstrook toegepast voor elke riem 14 en de ribben 12 werden vervaardigd uit polyurethan in een 5 segment van 1,5 cm lengte zodat 4 cm2 contactoppervlak werd verschaft voor elke strook 14.
Door toepassing van een eindige elementspannings-analyse is de geometrie van de ribben 12 bepaald voor de onderhavige uitvinding. De ribben 12 kunnen worden bevestigd 10 aan of kunnen deel uitmaken van elk geschikt oppervlak, ook niet vlakke oppervlakken, zolang als de ribben permanent aan het ondersteunende oppervlak kunnen worden gehecht of gevormd.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de 15 buiteneinden van de sluitriemen versterkt met een metaal zoals messing. Bovendien kan het buiteneindgedeelte omlaag zijn gebogen voor het vormen van extra versterking bij de einden en om de einddelen van de inrichting 10 bij elkaar te houden tijdens het uitoefenen van langskrachten "F" zoals 20 afgebeeld in fig. 3. In een andere uitvoeringsvorm kan een ring van kunststof of dergelijk materiaal over de einddelen van de sluitinrichting met ribben worden geschoven om de op elkaar aangrijpende ribben op hun plaats te houden en om de einddelen te verhinderen buitenwaarts te bewegen buiten 25 aangrijping met de tegenoverliggende riem.
De configuratie van het riemeinde 14a zoals met streepstippellijnen in fig. 3 afgebeeld, toont de opgeheven en afgebogen toestand die het gevolg kan zijn van de uitgeoefende krachten "F", zonder de versterking om het riemeinde 30 in platte toestand te houden.
In fig. 1 is het bovendeel 20 van een schoen afgebeeld met daarop aangebracht de bevestigingsstroken met de sluitinrichting met ribben 24 volgens de uitvinding daarop aangebracht. Zoals afgebeeld in fig. 1 strekken de middel-35 ste (26)en zijdelingse 28 ontsluitingsstroken zich omhoog en over de voet uit vanaf hun bevestigingspunten bij de .8801936 ♦ -6- buitenzool van de schoen. Elke middenstrook 26 reikt door een gesp 30 die bevestigd is aan het boveneinde van de bijbehorende zij strook 28. De middenstrook 26 wordt vervolgens teruggevouwen zodat zijn buiteneinde 32 kan worden bevestigd 5 op het buitenoppervlak van een deel van de strook 26 zelf door middel van de sluitinrichting 24 met ribben volgens de uitvinding.
De sluitinrichting 24 met ribben op elke middenstrook 26 omvat een reeks ribben 34 die aan de strook 26 zelf 10 zijn bevestigd op de in het voorgaande beschreven wijze.
De sluitinrichting 10 met ribbevergrendeling wordt bij voorkeur toegepast voor het met elkaar verbinden en sluiten van stroken, veters en dergelijke. In vergelijking met de mogelijkheden van de huidige sluitingen met een Velcro-beves-15 tiging met soortgelijke afmetingen, is gebleken dat een afschuif sterkte van 5,5' kg/cm2 bereikbaar was met de sluiting volgens de onderhavige uitvinding, terwijl met de Velcro-sluiting slechts een afschuifsterkte van 1,4 kg/cm2 bereikbaar is. Eveneens is gebleken dat een stijfheid van 38 kg/cm 20 werd verkregen met de sluiting volgens de onderhavige uitvinding, terwijl met de Velcro-sluiting een stijfheid van slechts 5,37 kg/cm bereikbaar is. De stijfheid van de sluiting volgens de onderhavige uitvinding bleek derhalve een orde van grootte groter te zijn dan die van de Velcro-sluiting. 25 De stijfheidkarakteristieken van de onderhavige sluiting zijn bijzonder belangrijk bij het gebruik van de sluiting bij schoenveters. Conventionele schoenveters zijn op een bijzonder wijze geweven strukturen waarbij door de vezelligging eerst een grote rek moet worden bewerkstelligd 30 voordat een last van betekenis kan worden opgenomen. Bij.een bepaalde schoenveter is bij een rek van 5% slechts een belasting van 2,5 kg mogelijk. Terwijl een schoenveter een continu toenemende modulus heeft is het in het kader van de onderhavige uitvinding, veel nuttiger dat de omhullende 35 strookvezels een aanzienlijke initiële stijfheid hebben en stijf blijven over het gehele effectieve ondersteuningsge- .8801936 -7- bied. Een dergelijke eigenschap laat toe dat aanzienlijke krachten worden gedragen bij veel geringere rek. Er wordt dus een "relatieve niet-rekbaarheid" vastgesteld die een voorkeurseigenschap is van omhullingsriemen die volgens de 5 uitvinding worden toegepast.
In fig. 4 is een vorm 40 afgeheeld voor het vervaardigen van een sluitinrichting 24 met ribben volgens de uitvinding, waarbij de strook en de ribben als een integrale eenheid worden gevormd. In een uitvoeringsvorm is de vorm 40 10 uitgevoerd als een platte aluminium plaat met een hoogte van ongeveer 0,64 cm en een lengte en breedte van ongeveer 7,6 bij 6 cm. Een totaal van 20 kanalen 42 kan worden toegepast in een dergelijke vorm 40 voor het vormen van de ribben van de sluitinrichting, waarbij het strookgedeelte boven de 15 vorm 40 wordt gevormd en op de gewenste maat wordt gesneden, bijvoorbeeld met behulp van een vleesmes. In deze uitvoering hebben de kanalen 42 een loodrecht op de schuine zijwanden gemeten breedte w van ongeveer 0,12 cm en met een interval d tussen de middens van de kanalen 42 van ongeveer 2,24 cm.
20 De hoogte van de kanalen 42, gemeten loodrecht op het bovenoppervlak van de vorm 40 bedroeg ongeveer 0,1 cm in deze uitvoeringsvorm.
Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvorm maar dat diverse variaties 25 mogelijk zijn zonder buiten het raam van de uitvinding te treden.
.8801936

Claims (22)

1. Bevestigingsinrichting voor gebruik bij het met elkaar verbinden van platte elementen zoals riemen en dergelijke, voorzien van een platte langwerpige strook en een aantal ribben die zich van deze strook buitenwaarts uitstrek- 5 ken over een hoek van ongeveer 45 tot 75°, waarbij elke ribbe zich uitstrekt in een richting haaks op de langsas van de genoemde strook, welke ribben onderling evenwijdig zijn met een kanaal of onderbreking tussen aangrenzende ribben.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10 dat de hoek van de ribben ten opzichte van de vlakke strook ongeveer 60° bedraagt.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk van de ribben zich in hoofdzaak over de breedte van de genoemde strook uitstrekt.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke ribbe een plat zijoppervlak heeft aan een zijde daarvan, welk zijoppervlak zich buitenwaarts uitstrekt met een hoek van ongeveer 60° ten opzichte van de strook.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, 20 dat elke ribbe een tweede zijoppervlak heeft aan de zijde van de ribbe tegenover het platte zijoppervlak, welk tweede zijoppervlak een gebogen oppervlak heeft dat aansluit op een gebogen deel van het topoppervlak van de genoemde rib.
6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 25 dat de strook en de ribben zijn uitgevoerd als een integrale eenheid.
7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de strook is gevormd uit fiberglas en de ribben zijn uitgevoerd als een integrale eenheid en bevestigd aan de strook.
8. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de strook een einddeel heeft, welk einddeel op het bovenoppervlak daarvan is versterkt met een platte strook van een versterkend materiaal met een grotere modulus dan die van de strook. „8801936 * -9-
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het versterkingsmateriaal is uitgevoerd als een metaal-strook die aan het bovenoppervlak van de genoemde strook is gehecht.
10. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het versterkte einddeel omlaag is gebogen.
11. Inrichting voor het met elkaar koppelen van een paar strookelementen voorzien van een paar strookelementen die elk zijn uitgerust met een boven- en onderoppervlak waar- 10 bij elke strook is voorzien van een aantal ribben die zich buitenwaarts van de strook uitstrekken onder een hoek van ongeveer 45 tot 75°, waarbij elke ribbe zich uitstrekt in een richting dwars op de langsas van de genoemde strook, welke ribben onderling evenwijdig zijn met een kanaal of onderbre-15 king tussen aangrenzende ribben.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat een strookelement is voorzien van een aantal ribben die aan het bovenoppervlak daarvan zijn aangebracht en waarbij het andere strookelement een aantal ribben heeft die aan het 20 onderoppervlak daarvan zijn bevestigd.
13. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de hoek van de ribben ten opzichte van de betreffende strook ongeveer 60° bedraagt.
14. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, 25 dat elk van de ribben zich in hoofdzaak over de breedte van de betreffende strook uitstrekt.
15. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat elke ribbe een plat zijoppervlak heeft aan een zijde daarvan, welk zijoppervlak zich buitenwaarts uitstrekt onder 30 een hoek van ongeveer 60° ten opzichte van de betreffende strook.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat elke ribbe een tweede zijoppervlak heeft aan de zijde van de ribbe tegenover die met het platte oppervlak, welke 35 tweede zijoppervlak een gebogen deel heeft dat aansluit op .8801936 w ί V -10- een gebogen deel van het bovenoppervlak van de genoemde ribbe.
17. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat elke strook en de betreffende ribben zijn uitgevoerd als 5 een integrale eenheid.
18. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat elke strook is gevormd uit fiberglas en de respectieve ribben zijn gevormd als een integrale eenheid en bevestigd aan elke strook.
19. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat elke strook een einddeel heeft, welk einddeel op het bovenoppervlak daarvan is versterkt met een platte strook van versterkingsmateriaal met een grotere modulus dan die van de strook.
20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het versterkingsmateriaal is uitgevoerd als een strook metaal die aan het bovenoppervlak van elke strook is gehecht.
21. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat elke strook een einddeel heeft en een ring van kunststof 20 of. dergelijk materiaal over het einddeel van ten minste een strook is aangebracht voor het vasthouden van de' stroken in een in elkaar grijpende positie.
22. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat het versterkte eindgedeelte omlaag is gebogen. .8801936
NL8801936A 1987-08-03 1988-08-03 Grendelinrichting met ribben. NL8801936A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US07/081,053 US4794674A (en) 1987-08-03 1987-08-03 Rib lock device
US8105387 1987-08-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8801936A true NL8801936A (nl) 1989-03-01

Family

ID=22161826

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8801936A NL8801936A (nl) 1987-08-03 1988-08-03 Grendelinrichting met ribben.

Country Status (21)

Country Link
US (1) US4794674A (nl)
JP (1) JPS6456006A (nl)
KR (1) KR960013829B1 (nl)
AT (1) AT396544B (nl)
AU (1) AU604946B2 (nl)
BR (1) BR8803831A (nl)
CH (1) CH676912A5 (nl)
DE (1) DE3825576A1 (nl)
DK (1) DK167733B1 (nl)
ES (1) ES2010010A6 (nl)
FI (1) FI90303C (nl)
FR (1) FR2619168A1 (nl)
GB (1) GB2208409B (nl)
IL (1) IL87238A (nl)
IT (1) IT1224868B (nl)
MX (1) MX163801B (nl)
NL (1) NL8801936A (nl)
NO (1) NO169993C (nl)
NZ (1) NZ225568A (nl)
PH (1) PH25953A (nl)
SE (1) SE466784B (nl)

Families Citing this family (26)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4946527A (en) * 1989-09-19 1990-08-07 The Procter & Gamble Company Pressure-sensitive adhesive fastener and method of making same
US5221276A (en) * 1989-09-19 1993-06-22 The Procter & Gamble Company Absorbent article having a textured fastener
US5042119A (en) * 1990-06-28 1991-08-27 Williams Timothy G Securement, concealment and containment of footwear lace ends
US5208952A (en) * 1991-09-11 1993-05-11 Colgate-Palmolive Company Closure device for rib lock
US5293669A (en) * 1992-12-11 1994-03-15 Gregory Sampson Multi-use fastener system
CA2113318A1 (en) * 1993-01-28 1994-07-29 Robert J. Jantschek Abrasive attachment system for rotative abrading applications
US5729912A (en) * 1995-06-07 1998-03-24 Nike, Inc. Article of footwear having adjustable width, footform and cushioning
US5657516A (en) * 1995-10-12 1997-08-19 Minnesota Mining And Manufacturing Company Dual structured fastener elements
US5687455A (en) * 1996-01-18 1997-11-18 Alexander; Gary E. Releasable circular fastener
US5836054A (en) * 1996-10-08 1998-11-17 Medisys Technologies, Inc. Cylindrical cable tie
USD405950S (en) * 1997-10-28 1999-02-23 Nike, Inc. Side element of a shoe upper
USD400001S (en) 1997-10-28 1998-10-27 Nike, Inc. Side element of a shoe upper
US6546604B2 (en) 2000-02-10 2003-04-15 3M Innovative Properties Company Self-mating reclosable mechanical fastener and binding strap
US6588073B1 (en) 2000-08-11 2003-07-08 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. Male fasteners with angled projections
JP4231813B2 (ja) 2003-05-06 2009-03-04 ツィマー ゲーエムベーハー 牽引装置
US7478460B2 (en) * 2004-02-24 2009-01-20 Velcro Industries B.V. Shear fasteners
US7444722B2 (en) * 2004-04-30 2008-11-04 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. Refastenable absorbent garment
US20050241119A1 (en) * 2004-04-30 2005-11-03 Nadezhda Efremova Refastenable garment attachment means with low impact on the garment
ITMI20060044U1 (it) * 2006-02-08 2007-08-09 Kellismere Llc Dispositivo di allacciatura per calzature
ITTV20060027U1 (it) * 2006-06-16 2007-12-17 Gaerne S P A Calzatura da ciclismo.
US11026473B2 (en) * 2011-05-19 2021-06-08 Under Armour, Inc. Foot support article
US10327514B2 (en) * 2015-05-28 2019-06-25 Nike, Inc. Eyelet for article of footwear
US10293971B2 (en) 2016-10-11 2019-05-21 Velcro BVBA Reclosable paperboard carton
US10660408B2 (en) * 2018-04-06 2020-05-26 Nike, Inc. Article of footwear with closure system having a transverse flap with cables
JP7079556B2 (ja) * 2018-11-21 2022-06-02 株式会社ニフコ 開口部調整用の緊締ストラップ
US11129450B1 (en) * 2020-06-11 2021-09-28 Skylie Pty. Ltd. Rigid wave interlocking fastener system

Family Cites Families (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US765227A (en) * 1904-05-11 1904-07-19 Boston Spiral Tagging Company Lacing.
US782604A (en) * 1904-11-18 1905-02-14 Charles A Funk Shoestring having removable ornaments.
DE813963C (de) * 1949-11-01 1951-09-17 Rudolf Winkler Schnuersenkelklemme
US2618036A (en) * 1950-05-27 1952-11-18 Statham Noel Shoe having adjustable fastener
GB760697A (en) * 1953-09-02 1956-11-07 Dagmar O Connor Improvements in fasteners for overlapping elements
DE1792432U (de) * 1959-02-28 1959-07-23 Wilhelm Pohlmann Klammer zum halten flacher, biegsamer gegenstaende.
US3012297A (en) * 1959-12-22 1961-12-12 American Viscose Corp Seals for weftless tape
US3418733A (en) * 1964-06-19 1968-12-31 Cyril M. Tyrrell Sr. Shoelace anchor
US3263292A (en) * 1964-09-30 1966-08-02 Virginia Garment Co Inc Plastic closure device
FR93918E (fr) * 1965-08-25 1969-06-06 Jean Attache pour articles divers notamment pour articles chaussants et articles pourvus de ladite attache.
DE1760095A1 (de) * 1968-04-03 1971-11-25 Rieker & Co Schuhverschluss,insbesondere Skistiefelverschluss,mit magnetischer Aufspringsicherung
FR1584566A (nl) * 1968-06-26 1969-12-26
US3654049A (en) * 1970-04-30 1972-04-04 Steven Ausnit Self-retaining extruded plastic wrap member
FR2118845B1 (nl) * 1970-12-22 1973-06-08 Lingerie Indemaill Paris
FR2363294A1 (fr) * 1976-09-07 1978-03-31 Salomon & Fils F Dispositif de fermeture d'une chaussure de ski
DE2727781C3 (de) * 1977-06-21 1980-02-21 Filmosto-Projektion Johannes Jost Gmbh & Co, 4300 Essen SpritzguBformteil mit wenigstens einer Zentrierflache und wenigstens einem hinterschnittenen Rastelement
AT372584B (de) * 1978-11-07 1983-10-25 Sesamat Anstalt Spannhebelverschluss fuer schuhe, insbesondere skistiefel
CH638085A5 (fr) * 1980-09-01 1983-09-15 Lange Int Sa Dispositif de fermeture pour chaussure de sport.
DE3046758A1 (de) * 1980-12-12 1982-07-15 Stocko Metallwarenfabriken Henkels Und Sohn Gmbh & Co, 5600 Wuppertal Verbindungssystem zum aneinanderreihen von zugentlastung und isoliergehaeusen
IT8409513V0 (it) * 1984-05-08 1984-05-08 Biavaschi Ciapusci Ilde Ancoraggio di sicurezza ad arpione bloccabile per cinghia dentata di serraggio degli scarponi da sci.
AU569641B2 (en) * 1984-10-15 1988-02-11 Technosearch Pty. Limited Fastening strips by projections and grooves

Also Published As

Publication number Publication date
AU2016888A (en) 1989-02-09
NO169993B (no) 1992-05-25
IL87238A0 (en) 1988-12-30
SE8802747D0 (sv) 1988-07-28
NO883417D0 (no) 1988-08-02
DE3825576A1 (de) 1989-02-16
ATA194988A (de) 1993-02-15
IL87238A (en) 1991-06-10
FR2619168A1 (fr) 1989-02-10
NO883417L (no) 1989-02-06
AT396544B (de) 1993-10-25
IT8848263A0 (it) 1988-08-02
NZ225568A (en) 1991-08-27
US4794674A (en) 1989-01-03
DK167733B1 (da) 1993-12-13
FI883616A (fi) 1989-02-04
FI90303C (fi) 1994-01-25
AU604946B2 (en) 1991-01-03
ES2010010A6 (es) 1989-10-16
DK429488A (da) 1989-02-04
KR960013829B1 (ko) 1996-10-10
GB8818481D0 (en) 1988-09-07
FI90303B (fi) 1993-10-15
PH25953A (en) 1992-01-13
KR890003318A (ko) 1989-04-14
GB2208409A (en) 1989-03-30
CH676912A5 (nl) 1991-03-28
BR8803831A (pt) 1989-02-21
GB2208409B (en) 1991-05-08
MX163801B (es) 1992-06-22
DK429488D0 (da) 1988-08-02
SE466784B (sv) 1992-04-06
NO169993C (no) 1992-09-02
IT1224868B (it) 1990-10-24
SE8802747L (sv) 1989-02-04
JPS6456006A (en) 1989-03-02
FI883616A0 (fi) 1988-08-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8801936A (nl) Grendelinrichting met ribben.
US5208952A (en) Closure device for rib lock
US7556145B2 (en) Gapless side guard
US6253981B1 (en) Cargo platform offset angle and tie plate assembly
US20020180238A1 (en) Wall joint configuration
KR101006074B1 (ko) 스프링이 있는 측부 해제 버클
EP0883353B1 (en) Fastener
US4671028A (en) Intrinsically hinged load member
US7937855B2 (en) Snowshoe
US11129450B1 (en) Rigid wave interlocking fastener system
EP3589564B1 (en) Belting connection mechanism
EP1112213B1 (en) Device for securing loads to pallets
US6196378B1 (en) Conveyor belt connector and method
US4937124A (en) Nonskid element
US5524919A (en) Binding adapter plate
NO129197B (nl)
US11827138B1 (en) Adjustable fastener
NL2004161C2 (nl) Spankoord voorzien van verbindingsmiddelen.
JP2838174B2 (ja) 荷締ベルトに使用される着脱式端末金具
GB2237255A (en) Conveyor web or flexible ladder
US5009453A (en) Webbing guiding structure for automobile seat belt system
RU2303562C1 (ru) Конвейер с подвесной лентой
GB2199615A (en) Plastics device with a lockable hinge
FI86149C (fi) Transportmedel.
SE447865B (sv) Bandlas innefattande rektanguler lasram samt tva lasbommar

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed