NL8801513A

NL8801513A - Inrichting voor het opnemen of weergeven van een elektrisch signaal op/van een magnetische registratiedrager.

Info

Publication number: NL8801513A
Application number: NL8801513A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1988-06-14
Filing date: 1988-06-14
Publication date: 1990-01-02
Also published as: ATE101447T1; JP2958332B2; EP0346973A1; KR0147064B1; EP0346973B1; ES2050214T3; DE68912972T2; DE68912972D1; JPH0244502A; KR900000899A; US5495369A; US5412515A

Description

N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Inrichting voor het opnemen of weergeven van een elektrisch signaal op/van een magnetische registratiedrager.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opnemen van een elektrisch signaal in schuin ten opzichte van de lengterichting van een magnetische registratiedrager over deze registratiedrager verlopende sporen, en op een inrichting voor het uitlezen van een dergelijk signaal, dat is ingeschreven met behulp van de voornoemde opnameinrichting.

Een opnameinrichting van de in de aanhef genoemde soort, die is voorzien van - een ingangsklem voor het ontvangen van het elektrische signaal, - een signaalscheider met een ingang gekoppeld met de ingangsklem, voor het opdelen van het elektrische signaal in opvolgende blokken met een zekere tijdlengte, en voor het toevoeren van de opvolgende blokken naar een eerste en een tweede uitgang zodanig dat blokken met een oneven rangnummer worden toegevoerd naar de eerste uitgang en blokken met een even rangnummer naar de tweede uitgang, - een tijdbasiskorrektieschakeling,ingericht voor het tijdkomprimeren of tijdexpanderen van de opvolgende blokken, voor het in de tijd vertragen van de blokken met oneven rangnummers ten opzichte van die met een even rangnummer en het toevoeren van de twee aldus bewerkte signalen aan een respektievelijk tweede uitgang, - ten minste één paar op een roteerbare koptrommel aangebrachte schrijfkoppen met onderling verschillende azimuthhoeken, de ene schrijfkop van een paar zijnde koppelbaar met de eerste uitgang van de tijdbasiskorrektieschakeling, de andere schrijfkop van ditzelfde paar zijnde koppelbaar met de tweede uitgang van de tijdbasiskorrektieschakeling, is bekend uit de Europese oktrooiaanvrage 210.773. De twee tot een paar schrijfkoppen behorende schrijfkoppen zijn daarbij regelmatig over de trommelomtrek verdeeld. De bekende inrichting kan ook als weergaveinrichting worden gebruikt en is dan voorzien van - ten minste één paar op een roteerbare koptrommel aangebrachte leeskoppen met onderling verschillende azimuthhoeken, - een tijdbasiskorrektieschakeling met een eerste en een tweede ingang koppelbaar met de ene respektievelijk andere leeskop van het paar leeskoppen, welke korrektieschakeling is ingericht voor het tijdkomprimeren of tijdexpanderen van de signaalblokken aangeboden aan de eerste en tweede ingang, voor het in tijd vertragen van de signaalblokken toegevoerd aan de ene ingang ten opzichte van die toegevoerd aan de andere ingang, - een signaalkombineereenheid met een eerste en een tweede ingang en een uitgang, voor het samenvoegen van de signaalblokken toegevoerd aan de eerste en tweede ingang tot het elektrische signaal en voor het toevoeren van het elektrische signaal aan de uitgang, welke uitgang is gekoppeld met een uitgangsklem, voor het afgeven van het elektrische signaal.

De bekende inrichting heeft het nadeel dat deze, indien in werking, een hoog akoestisch lawaainiveau produceert, slechts kleine toleranties in de maatvoering van de onderdelen mag bezitten, en er verder soms geen goede weergave plaatsvindt.

De uitvinding beoogt nu deze nadelen te ondervangen en stelt daarom een inrichting voor het opnemen van een elektrisch signaal voor die is gekenmerkt, doordat de tot een paar van schrijfkoppen behorende schrijfkoppen vlak bij elkaar zijn gepositioneerd en mechanisch star met elkaar zijn gekoppeld en dat de tijdbasiskorrektieschakeling is ingericht voor het tijdexpanderen of tijdkomprimeren van de signaalblokken met een faktor α.η/180.(M+1), waarbij a ongelijk is aan 180° en de omslaghoek is van de registratiedrager rond de koptrommel, n het aantal koppenparen is en M het aantal malen binnen een zeker tijdinterval is dat met een koppenpaar dat gedurende dit tijdinterval wel in kontakt komt met de registratiedrager, geen signaal in de registratiedrager wordt ingeschreven, welk tijdinterval wordt bepaald door die momenten waarop door één of meer koppenparen twee opeenvolgende spoorparen worden ingeschreven. De inrichting voor het weergeven van een elektrisch signaal is gekenmerkt, doordat de tot een paar leeskoppen behorende leeskoppen vlak bij elkaar zijn gepositioneerd en mechanisch star met elkaar zijn gekoppeld, en dat de tijdbasiskorrektieschakeling is ingericht voor het tijdkomprimeren of tijdexpanderen van de signaalblokken toegevoerd aan de eerste en de tweede ingang met een faktor 180. (M+U/or.n, waarbij α ongelijk is aan 180° en de omslaghoek is van de registratiedrager rond de koptrommel, n het aantal koppenparen is en M het aantal aaien binnen een zeker tijdinterval is dat met een koppenpaar dat gedurende dit tijdinterval wel in kontakt komt met de registratiedrager, geen signaal uit de registratiedrager wordt uitgelezen, welk tijdinterval wordt bepaald door die momenten waarop door één of twee koppenparen twee spoorparen opeenvolgend worden uitgelezen.

Doordat de koppen van een paar van lees- of schrijfkoppen op één enkele plaats van de koptrommel worden gepositioneerd slaan deze koppen tijdens de opname en de weergave slechts éénmaal per omwenteling van de koptrommel tegen de registratiedrager, zodat een verlaging van het akoestische lawaainiveau kan worden gerealiseerd. Bij kophoogtevariaties die zich bij iedere omwenteling van de koptrommel op eenzelfde wijze manifesteren, bijvoorbeeld door slingeren of dansen van de koptrommel, worden de door de twee koppen van een paar koppen op de registratiedrager opgetekende sporen toch evenwijdig ten opzichte van elkaar opgetekend. De sporen zijn dan misschien wel krom. Ze kunnen echter, indien de inrichting is voorzien van positioneringsmmiddelen voor het in een richting dwars op het spoor positioneren van het koppenpaar toch korrekt uitgelezen worden. Bovendien is, indien de positioneringsmiddelen als een dynamische spoorvolgingssysteem zijn uitgevoerd, slechts één aktuator nodig, waarop het paar koppen is aangebracht.

In de bekende inrichting, waarbij de koppen van een paar lees- of schrijfkoppen op 180° over de koptrommel verdeeld zijn aangebracht en die is voorzien van een dynamische spoorvolgingssysteem treedt weleens "false lock" op. Dit betekent dat sporen soms in een verkeerde volgorde worden opgetekend of uitgelezen. Dit komt door het ten opzichte van elkaar niet op gelijke hoogte gepositioneerd zijn van de koppen. Dit false lock probleem treedt in de inrichting volgens de uitvinding niet op nu het paar lees- of schrijfkoppen vlakbij elkaar is gepositioneerd en mechanisch star met elkaar is gekoppeld en dan bijvoorbeeld op één aktuator is aangebracht. Een regelsysteem zoals dat in de bekende inrichting nodig was om beide koppen op gelijke hoogte te houden is hier dus niet nodig.

In een eerste uitvoeringsvoorbeeld is n=1 en M=0. Dit betekent dat er één koppenpaar op de koptrommel is aangebracht, welk koppenpaar gedurende elke omwenteling van de koptrommel een spoorpaar inschrijft respektievelijk uitleest. Is de omslaghoek kleiner dan 180°, dan zal de korrektieschakeling in de opnameinrichting het signaal in de tijd nu moeten komprimeren met een faktor a/180 en bijgevolg zal de korrektieschakeling in de weergaveinrichting het signaal in de tijd moeten expanderen met een faktor 180/a, Is de omslaghoek groter dan 180°, dan moet de korrektieschakeling in de opnameinrichting het signaal in de tijd expanderen en zal de korrektieschakeling in de weergaveinrichting het signaal in de tijd moeten komprimeren;

In een ander uitvoeringsvoorbeeld is n=1 en M=1. Dit betekent dat slechts één koppenpaar op de koptrommel is aangebracht. Dit koppenpaar schrijft respektievelijk leest één sporenpaar per twee omwentelingen van de koptrommel. Tijdens het inschrijven dient het signaal dan in de tijd gekomprimeerd te worden met een faktor a/360 en tijdens het uitlezen dient het signaal dan in de tijd geexpandeerd te worden met een faktor 360/a.

De inrichting kan verder zijn gekenmerkt doordat deze is voorzien van een tweede paar op de roteerbare koptrommel aangebrachte schrijf- of leeskoppen met onderling verschillende azimuthhoeken die vlak bij elkaar zijn gepositioneerd en mechanisch star met elkaar zijn gekoppeld.

Een inrichting voorzien van twee of meer kopparen die regelmatig over de omtrek zijn verdeeld geeft de mogelijkheid om met verschillende bandsnelheden, doch gelijkblijvende rotatiesnelheid van de koptrommel, informatie in te schrijven en uit te lezen.

Een inrichting voorzien van twee kopparen die over 180° op de koptrommel zijn verdeeld kan opnemen bij de “normale" bandsnelheid en bij een bandsnelheid die twee maal zo hoog is. In het eerste geval schrijft slechts één paar koppen paren van sporen die naast elkaar op de registratiedrager komen te liggen. Dit betekent voor de parameters n en M dat n=2 en M=1. Bij een tweemaal zo hoge bandsnelheid is er tussen twee door het ene paar koppen op de registratiedrager direkt na elkaar opgetekende sporen een ruimte waarin het andere paar koppen dan precies een spoor kan beschrijven. Bij deze snelheid schrijven beide paren van koppen dus sporen op de registratiedrager. Voor de parameters n en M geldt nu dat n=2 en M=0.

Tijdens weergave geldt natuurlijk hetzelfde. Zijn de sporen tijdens de opname bij de normale bandsnelheid opgetekend dan wordt tijdens weergave slechts één paar leeskoppen gebruikt voor het uitlezen van de informatie. Zijn de sporen tijdens de opname bij tweemaal de normale bandsnelheid opgetekend, dan worden tijdens weergave, waarbij de bandsnelheid dan gelijk is aan die bij opname, de beide paren van uitleeskoppen gebruikt.

De door het tweede paar schrijfkoppen opgetekende informatie kan additionele informatie bevatten, bijvoorbeeld de fijnste details uit een gecodeerd videobeeld of een geheel ander signaal, of kan betekenen dat een uitbreiding naar een hogere resolutiestandaard kan worden gerealiseerd.

Ook bij meer dan twee paren van schrijf- of leeskoppen is het schrijven respektievelijk lezen van informatie bij verschillende bandsnelheden en gelijkblijvende rotatiesnelheid van de koptrommel te realiseren. Bijvoorbeeld, bij drie paren van koppen wordt bij normale bandsnelheid met één schrijfkop respektievelijk leeskop geschreven en gelezen (n=3 en M=2) terwijl bij drievoudige snelheid alle drie de koppen in bedrijf zijn (n=3 en M=0).

Er zij hier vermeld dat het opnemen en weergeven van een digitaal videosignaal door middel van ten minste één paar van vlak bij elkaar gepositioneerd en mechanisch star met elkaar gekoppelde koppen bekend is en beschreven is in de publikatie "An experimental digital video recording system" van Driessen et al in IEEE Trans, on CE, Vol. CE-32, No. 3, August 1986, pp. 362-70. Het videosignaal wordt hier echter niet in de tijd gekomprimeerd of geexpandeerd. Ook vindt er geen tijdvertraging van het ene signaaldeel ten opzichte van het andere plaats.

De uitvinding zal aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden in de hierna volgende figuurbeschrijving nader worden uiteengezet. Hierin toont, figuur 1 een inrichting voor het opnemen van een elektrisch signaal, figuur 2 in de figuren 2a tot en met 2f de signalen op diverse punten in de inrichting van figuur 1, figuur 3 de magnetische registratiedrager met de door een leeskop erop opgetekende informatiesporen, figuur 4 de konstruktie van de koptrommel, figuur 5 een inrichting voor het weergeven van een elektrisch signaal, figuur 6 het sporenpatroon opgetekend door de inrichting van figuur 1, bij twee verschillende transportsnelheden van de registratiedrager, en figuur 7 de koptrommel en het bijbehorende sporenpatroon van een inrichting met twee paren van koppen.

Figuur 1 toont schematisch een inrichting voor het opnemen van een elektrisch signaal, bijvoorbeeld een digitaal videosignaal, op een magnetische registratiedrager 1. De inrichting bevat een ingangsklem 2 waaraan het elektrische signaal kan worden aangeboden. De ingangsklem 2 is gekoppeld met een ingang 3 van een signaalscheider 4. De signaalscheider is bedoeld voor het opdelen van het elektrische signaal dat wordt aangeboden aan de ingang 3 in opvolgende blokken met een zekere tijdlengte, en voor het toevoeren van deze opvolgende blokken naar een eerste en een tweede uitgang 5 respektievelijk 6. Blokken met oneven rangnummer worden aan de uitgang 5 aangeboden. Blokken met even rangnummer worden aan de uitgang 6 aangeboden. De signaalscheider 4 kan in de vorm van een schakelaar 18 zijn uitgevoerd. Een tijdbasiskorrektieschakeling 7 heeft twee ingangen 8 en 9 die zijn gekoppeld met de uitgangen 5 respektievelijk 6 van de scheider 4 en twee uitgangen 10 en 11 die zijn gekoppeld met de schrijfkoppen respektievelijk De schrijfkoppen K1 en K2 vormen een paar dat mechanisch star met elkaar is gekoppeld, zie figuur 3 en 4, en vlak bij elkaar is gepositioneerd op een positie langs de omtrek van een koptrommel 40, zie figuur 4. De koppen hebben een onderling verschillende azimuthhoek. De tijdbasiskorrektieschakeling 7 is ingericht voor het in de tijd komprimeren of expanderen van de signaalblokken toegevoerd aan de ingangen 8 en 9, en voor het in de tijd vertragen van de signaalblokken toegevoerd aan de ene ingang (in dit geval de ingang 8) ten opzichte van die toegevoerd aan de andere ingang (ingang 9), over een zeker tijdsinterval^.^ is in feite de helft van de omwentelingstijd van de koptrommel, voor n=1.

Afhankelijk van de parameters α (zijnde de omslaghoek), n (zijnde gelijk aan het aantal koppenparen) en M dient de korrektieschakeling 7 de beide signalen in de tijd te expanderen of te koaprimeren aet een faktor a.n/180.(M+1). De korrektieschakeling 7 bezit dan twee expansie- of koapressie-eenheden 13 respektievelijk 14 die de signalen aangeboden aan de ingangen 8 en 9 in de tijd expanderen of koaprineren. N is het aantal aaien binnen een zeker tijdinterval dat één of twee koppenparen wel in kontakt koat aet de registratiedrager, waarbij geen signaal in de registratiedrager wordt ingeschreven. Het tijdinterval wordt bepaald door die aomenten waarop door een koppenpaar twee opeenvolgende spoorparen worden ingeschreven.

In dit uitvoeringsvoorbeeld geldt dat n=1 en M=0. De uitgang 15 van de expansie/koapressie-eenheid 13 is via een signaalvertragingseenheid 16, waarin het uitgangssignaal van de eenheid 13 over een tijdsinterval ‘t’ wordt vertraagd, toegevoerd aan de uitgang 10 van de korrektieschakeling 7. De uitgang 17 van de eenheid 14 is gekoppeld aet de uitgang 11 van de korrektieschakeling 7.

Heeft de registratiedrager 1 een oaslaghoek α die kleiner is dan 180°, te denken valt daarbij bijvoorbeeld aan 90°, dan dient de korrektieschakeling 7 de signalen aangeboden aan de ingangen 8 en 9 in de tijd te komprimeren met een faktor a/180. De korrektieschakeling 7 bevat dan eenheden 13 en 14 die de signalen in de tijd komprimeren. Omgekeerd, als α groter is dan 180° dan expanderen de eenheden 13 en 14 de signalen in de tijd.

De werking van de inrichting van figuur 1 zal hierna aan de hand van de figuren 2 en 3 worden uiteengezet.

Een signaal A (=A(t)) als funktie van de tijd, dat zeer schematisch in figuur 2a is aangegeven, wordt aangeboden aan de ingangsklem 2 van de inrichting. De signaalscheider 4 deelt het signaal op in opvolgende blokken B1f B2, B3,... etc met een zekere tijdlengte T. De blokken met oneven rangnummer worden aan de uitgang 5 aangeboden. De schakelaar 18 staat dan in de bovenste stand. De blokken met even rangnummer worden aan de uitgang 6 aangeboden. De schakelaar 18 staat dan in de onderste stand. Aan de uitgangen 5 en 6 zijn dan de signalen A1 respektievelijk A2, zie figuur 2b respektievelijk 2c, beschikbaar. Aangezien de omslaghoek α groter is dan 180°, zie figuur 4, worden de signalen A1 en A2 in de eenheden 13 en 14 in de tijd geexpandeerd met een faktor a/180. Aan de uitgangen 15 en 17 staan dan de signalen Al' respektievelijk A2' ter beschikking, zie figuur 2d respektievelijk 2d. Het signaal A1' wordt in de tijdvertragingseenheid 16 over een tijdsintervalX vertraagd, zodat het signaal ΑΓ, zie figuur 2f, aan de schrijfkop wordt aangeboden.^ is dus gelijk aan T. Het signaal A2' wordt aan de schrijfkop K2 aangeboden.

Min of meer gelijktijdig, dit is afhankelijk van de relatieve positie van de beide koppen ten opzichte van elkaar, worden de blokken B1' en B2' door de kop respektievelijk K2 in een spoor T.| respektievelijk T^ op de registratiedrager 1 ingeschreven.

In een opvolgende omwenteling van de koptrommel worden dan de blokken B3' en B4' min of meer gelijktijdig door de koppen K1 en K2 in de sporen T3 respektievelijk T4 ingeschreven, zie figuur 3.

Het spreekt natuurlijk voor zich dat de volgorde van de korrektieschakeling 13 en de vertragingseenheid 16 omgedraaid kan worden.

Het is ook mogelijk om al vóór de schakelaar 18 het signaal op te delen in een seriële datastroom van signaalblokken en deze signaalblokken nog vóór de schakelaar 18 te komprimeren of te expanderen. De al gekomprimeerde of geëxpandeerde signaalblokken worden dan vervolgens zo door de schakelaar 18 aan de ingangen 8 en 9 van de eenheid 7 toegevoerd dat signaalblokken met oneven rangnummer naar de ene ingang en signaalblokken met even rangnummer naar de andere ingang van de eenheid 7 worden toegevoerd. De eenheid 7 bevat in dit geval alleen de tijdvertraging 16.

Figuur 5 toont een inrichting voor het uitlezen van het elektrische signaal uit de registratiedrager 1 van figuur 3. De inrichting bevat een paar mechanisch star met elkaar gekoppelde leeskoppen K1 en K2, zie figuur 3, die dicht bij elkaar zijn gepositioneerd op een roteerbare koptrommel 40. Deze koppen zijn gekoppeld met ingangen 50 en 51 van een tijdbasiskorrektieschakeling 52. Twee uitgangen 53 en 54 van de schakeling 52 zijn gekoppeld met ingangen 55 respektievelijk 56 van een signaalkombineereenheid 57, waarvan een uitgang 58 is gekoppeld met de uitgangsklem 59. De omslaghoek α van de registratiedrager 1 rond de koptrommel 40 wordt weer geacht groter te zijn dan 180°, zie figuur 4.

De inrichting van figuur 5 moet het signaal dat uit de registratiedrager 1 wordt uitgelezen op een inverse wijze behandelen als waarop de inrichting van figuur 1 het signaal heeft behandeld. Daar de koppen K1 en K2 van de inrichting van figuur 5 dezelfde sporen aftasten als die de koppen en K2 van de inrichting van figuur 1 hebben opgetekend, betekent dit dat het signaal A2' dat door de kop K2 (uit de sporen T2, T4, Tg, ... enz.) is uitgelezen nu moet worden vertraagd over het voornoemde tijdsinterval^. Dit vindt plaats in de tijdvertragingseenheid 60 van de korrektieschakeling 52. De korrektieschakeling bevat verder de tijdkoipressie-eenheden 61 en 62 waarin de signalen uitgelezen door de koppen en K2 in de tijd worden gekomprimeerd. De blokken B^, B2, B3, ... aan de uitgangen 53 en 54 hebben dan weer een lengte T en liggen nu precies weer goed ten opzichte van elkaar langs de tijdas. Door middel van het telkens omschakelen van de schakelaar 63 in de kombineereenheid 57 van de bovenste naar de onderste stand en omgekeerd wordt het oorspronkelijke elektrische signaal weer samengesteld en is dat signaal aan de uitgangsklem 59 beschikbaar.

Zouden de signalen A1 en A2 tijdens opname zijn gekomprimeerd, omdat de omslaghoek α kleiner was dan 180°, dan zou in de eenheden 61 en 62 de uit de registratiedrager uitgelezen signalen moeten worden geexpandeerd ter verkrijging van het originele signaal.

Verder spreekt het natuurlijk voor zich dat de volgorde van de vertraging 60 en de eenheid 62 ook andersom had kunnen zijn. Ook is het weer mogelijk de tijdkompressie pas na de schakelaar 63 toe te passen op de zich dan in een seriële datastroom bevindende blokken.

Ook de registratiedragers die door de huidige RDAT recorders beschreven zijn kunnen met de inrichting volgens de uitvinding voorzien van één paar dicht bij elkaar gepositioneerde en mechanisch star met elkaar gekoppelde koppen worden uitgelezen.

RDAT recorders hebben twee koppen die diametraal tegenover elkaar op de koptrommel zijn aangebracht. De registratiedrager is over een hoek van 90° of 350° om de koptrommel geslagen.

Zou men in een dergelijke RDAT recorder de beide koppen vlak bij elkaar positioneren en mechanisch star met elkaar koppelen, zodat een konstruktie, zoals in figuur 3 is aangegeven is verkregen, dan kan men door slechts éénmaal per twee omwentelingen te lezen (of te schrijven) het normale RDAT format sporenpatroon op de registratiedrager kunnen verwerken (n=1 en M=1).

Met een dergelijke schrijfinrichting is het nu mogelijk een signaal met een faktor 2 hogere bit rate dat aan de ingangsklem wordt aangeboden op de registratiedrager op te tekenen, namelijk door de transportsnelheid van de registratiedrager een faktor 2 te verhogen (zie figuur 6b) en nu éénmaal per omwenteling op te tekenen (n=1 en M=0), zie het sporenpatroon van figuur 7. Dit bij gelijkblijvende konstruktieve parameters en ook gelijkblijvende kanaalelektronika, aangezien de bit rate van het signaal dat effektief wordt opgetekend in feite gelijk is gebleven.

Voor weergave geldt natuurlijk eenzelfde verhaal.

Het is ook mogelijk een opname- of weergaveinrichting volgens de uitvinding te voorzien van twee of meer paren van mechanisch star met elkaar gekoppelde schrijf/leeskoppen. Een dergelijke uitvoering heeft bijzondere voordelen aangezien dan met verschillende snelheden kan worden opgetekend en uitgelezen.

Figuur 6 toont in figuur 6a nogmaals het sporenpatroon zoals dat door de inrichting van figuur 1 bij een normale bandsnelheid Vq op de registratiedrager 1 wordt opgetekend. Stel dat de bandsnelheid tweemaal zo hoog zou zijn geweest, dan zou dezelfde informatie, dat wil dus zeggen het volledige signaal A uit figuur 2a, door middel van de koppen K1 en K2 op de registratiedrager zijn opgetekend volgens het patroon zoals in figuur 6b is weergegeven. In feite is er nu een ruimte tussen de paren van sporen , T2 en T3, T4 ontstaan waar, indien gewenst, additionele informatie in zou kunnen worden opgetekend. Is de bandsnelheid gelijk aan 2VQ, dan is de ruimte zo groot, dat precies twee sporen door middel van een tweede paar van mechanisch star met elkaar gekoppelde K3 en K4, zie figuur 7, die precies tegenover het eerste paar van koppen K^, K2 op de koptrommel is aangebracht, op de registratiedrager kunnen worden opgetekend.

In figuur 7 is duidelijk dat twee sporen ', T2' door de koppen K3 en K4 tussen de paren van sporen T^, T2 en T3, T4 zijn opgetekend.

De in de sporen ', T2' opgetekende informatie is additionele informatie. Het kan bijvoorbeeld de fijnste details uit een gecodeerd videobeeld bezitten of een uitbreiding naar een hogere resolutiestandaard mogelijk maken.

Een opname- en/of weergaveinrichting met twee paren van koppen kan dus op twee manieren werken.

Bij een normale transportsnelheid VQ werkt deze inrichting op de wijze zoals aan de hand van de figuren 1 tot en met 5 beschreven. Slechts één paar van koppen is in gebruik voor het schrijven en/of lezen van de informatie (n=2 en M=1).

Bij een transportsnelheid gelijk aan 2Vq zijn beide paren van koppen in gebruik voor het schrijven en/of lezen van de informatie (n=2 en M=0). Elk paar van koppen funktioneert weer op de wijze zoals aan de hand van de figuren 1 tot en met 5 beschreven. Oe koppen Kj en K2 schrijven en/of lezen de informatie van figuur 2a.

De koppen K3 en K4 schrijven en/of lezen additionele informatie, hierboven reeds vermeld.

Ook is het mogelijk een andere soort informatie in de sporen T-j* en T2' op te tekenen. Stel dat in de sporen , ^2’ ^3, T^, ... enz. videoinformatie wordt opgetekend dat zou in de sporen T2', .. enz. bijvoorbeeld audioinformatie kunnen worden opgetekend.

Het zij vermeld dat de uitvinding niet beperkt is tot enkel de getoonde uitvoeringsvoorbeelden. De uitvinding is evenzeer van toepassing op die inrichting die op niet op de uitvinding betrekking hebbende punten van de getoonde uitvoeringsvoorbeelden verschillen. Zo kunnen de één of meer paren van koppen elk zijn voorzien van positioneringsmiddelen voor het positioneren van een paar van koppen in een richting dwars op de sporen. Dit kan betekenen dat het bandtransport zodanig wordt geregeld dat een paar van koppen precies op de juiste twee naast elkaar gelegen sporen wordt gepositioneerd. Een andere mogelijkheid is dat een paar van koppen op een piezo-elektrische aktuator wordt aangebracht en dat de piezo-elektrische aktuator zodanig wordt gestuurd dat het paar koppen precies op de juiste twee naast elkaar gelegen sporen wordt gepositioneerd.

Ook is het aogelijk om bij een bandtransport van Vq bijvoorbeeld audio-informatie éénmaal per twee omwentelingen met een koppenpaar K1, K2 in te schrijven respektievelijk uit te lezen en bij een bandtransportsnelheid van 4Vq videoinformatie gedurende elke omwenteling in te schrijven respektievelijk uit te lezen met de koppenparen KI, K2 en K3, K4.

Claims

1. Inrichting voor het opnemen van een elektrisch signaal op een magnetische registratiedrager, in schuin ten opzichte van de lengterichting van de registratiedrager over deze registratiedrager verlopende sporen, voorzien van - een ingangsklem voor het ontvangen van het elektrische signaal, - een signaalscheider met een ingang gekoppeld met de ingangsklem, voor het opdelen van het elektrische signaal in opvolgende blokken met een zekere tijdlengte, en voor het toevoeren van de opvolgende blokken naar een eerste en een tweede uitgang zodanig dat de blokken met een oneven rangnummer worden toegevoerd naar de eerste uitgang en blokken met een even rangnummer naar de tweede uitgang, - een tijdbasiskorrektieschakeling ingericht voor het tijdkomprimeren of tijdexpanderen van de opvolgende blokken, voor het in de tijd vertragen van de blokken met een oneven rangnummer ten opzichte van die met een even rangnummer, en voor het toevoeren van de twee aldus bewerkte signalen aan een eerste respektievelijk tweede uitgang, - ten minste één paar op een roteerbare koptrommel aangebrachte schrijfkoppen met onderling verschillende azimuthhoeken, de ene schrijfkop van een paar zijnde koppelbaar met de eerste uitgang van de tijdbasiskorrektieschakeling, de andere schrijfkop van ditzelfde paar zijnde koppelbaar met de tweede uitgang van de tijdbasiskorrektieschakeling, met het kenmerk, dat de tot een paar van schrijfkoppen behorende schrijfkoppen vlak bij elkaar zijn gepositioneerd en mechanisch star met elkaar zijn gekoppeld en dat de tijdbasiskorrektieschakeling is ingericht voor het tijdexpanderen of tijdkomprimeren van de signaalblokken met een faktor σ.η/180.(M+1), waarbij α ongelijk is aan 180° en de omslaghoek is van de registratiedrager rond de koptrommel, n het aantal koppenparen is en M het aantal malen binnen een zeker tijdinterval is dat met een koppenpaar dat gedurende het tijdinterval in kontakt komt met de registratiedrager, geen signaal in de registratiedrager wordt ingeschreven, welk tijdinterval wordt bepaald door die momemten waarop door één of twee koppenparen twee opeenvolgende spoorparen worden ingeschreven.

2. Inrichting volgens konklusie 1, met het kenmerk, dat de tijdbasiskorrektieschakeling is voorzien van een eerste en een tweede ingang, gekoppeld met de eerste respektievelijk tweede uitgang van de signaalscheider voor het ontvangen van de signaalblokken met oneven respektievelijk even rangnummer.

3. Inrichting voor het weergeven van een elektrisch signaal uit schuin ten opzichte van een magnetische registratiedrager over deze registratiedrager verlopende sporen, welk elektrisch signaal is ingeschreven met de inrichting volgens konklusie 1 of 2, voorzien van - ten minste één paar op een roteerbare koptrommel aangebrachte leeskoppen met onderling verschillende azimuthhoeken, - een tijdbasiskorrektieschakeling met een eerste en een tweede ingang koppelbaar met de ene respektievelijk andere leeskop van het paar leeskoppen, welke korrektieschakeling is ingericht voor het tijdkomprimeren of tijdexpanderen van de signaalblokken aangeboden aan de eerste en tweede ingang, voor het in de tijd vertragen van de signaalblokken toegevoerd aan de ene ingang ten opzichte van die toegevoerd aan de andere ingang, - een signaalkombineereenheid met een eerste en een tweede ingang en een uitgang, voor het samenvoegen van de signaalblokken toegevoerd aan de eerste en tweede ingang tot het elektrische signaal en voor het toevoeren van het elektrische signaal aan de uitgang, welke uitgang is gekoppeld met een uitgangsklem, voor het afgeven van het elektrische signaal, met het kenmerk, dat de tot een paar leeskoppen behorende leeskoppen vlak bij elkaar zijn gepositioneerd en mechanisch star met elkaar zijn gekoppeld, en dat de tijdbasiskorrektieschakeling is ingericht voor het tijdkomprimeren of tijdexpanderen van de signaalblokken toegevoerd aan de eerste en tweede ingang met een faktor 180.(M+1)/a.n, waarbij α ongelijk is aan 180° en de omslaghoek is van de registratiedrager rond de koptrommel, n het aantal koppenparen is en N het aantal malen binnen een zeker tijdinterval is dat met een koppenpaar dat gedurende dit tijdinterval wel in kontakt komt met de registratiedrager, geen signaal uit de registratiedrager wordt uitgelezen, welk tijdinterval wordt bepaald door die momenten waarop door één of twee koppenparen twee spoorparen opeenvolgend worden uitgelezen.

4. Inrichting volgens konklusie 3, met het kenmerk, dat de tijdbasiskorrektieschakeling is voorzien van een eerste en een tweede uitgang gekoppeld met de eerste respektievelijk tweede ingang van de signaalkombineereenheid, voor het na bewerking in de tijdbasiskorrektieschakeling van de signaalblokken toegevoerd aan de eerste respektievelijk tweede ingang toevoeren van deze signaalblokken aan de eerste respektievelijk tweede uitgang.

5. Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, met het kenmerk, dat n=1 en M=0.

6. Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, met het kenmerk, dat n=1 en M=1.

7. Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van positioneringsmmiddelen voor het in een inrichting dwars op het spoor positioneren van de tot een paar koppen behorende lees- of schrijfkoppen.

8. Inrichting volgens konklusie 7, met het kenmerk, dat het paar koppen daartoe is aangebracht op een aktuator.

9. Inrichting volgens één der voorgaande konklusies, met het kenmerk, dat deze is voorzien van een tweede paar op de roteerbare koptrommel aangebrachte schrijf- of leeskoppen met onderling verschillende azimuthhoeken die vlak bij elkaar zijn gepositioneerd en mechanisch star met elkaar zijn gekoppeld.

10. Inrichting volgens konklusie 9, met het kenmerk, dat de twee paren van koppen over 180° op de koptrommel zijn verdeeld.