NL8801016A - Elektronenbuisinrichting en elektronenbuis. - Google Patents

Elektronenbuisinrichting en elektronenbuis. Download PDF

Info

Publication number
NL8801016A
NL8801016A NL8801016A NL8801016A NL8801016A NL 8801016 A NL8801016 A NL 8801016A NL 8801016 A NL8801016 A NL 8801016A NL 8801016 A NL8801016 A NL 8801016A NL 8801016 A NL8801016 A NL 8801016A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
electron tube
line cathode
tube device
temperature
line
Prior art date
Application number
NL8801016A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8801016A priority Critical patent/NL8801016A/nl
Priority to US07/337,241 priority patent/US5010275A/en
Priority to DE89200953T priority patent/DE68907375T2/de
Priority to EP89200953A priority patent/EP0339714B1/en
Priority to KR1019890005041A priority patent/KR0132672B1/ko
Priority to JP1097661A priority patent/JPH01313845A/ja
Publication of NL8801016A publication Critical patent/NL8801016A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J1/00Details of electrodes, of magnetic control means, of screens, or of the mounting or spacing thereof, common to two or more basic types of discharge tubes or lamps
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01JELECTRIC DISCHARGE TUBES OR DISCHARGE LAMPS
    • H01J1/00Details of electrodes, of magnetic control means, of screens, or of the mounting or spacing thereof, common to two or more basic types of discharge tubes or lamps
    • H01J1/02Main electrodes
    • H01J1/13Solid thermionic cathodes
    • H01J1/135Circuit arrangements therefor, e.g. for temperature control

Landscapes

  • Control Of Indicators Other Than Cathode Ray Tubes (AREA)
  • Control Of Gas Discharge Display Tubes (AREA)
  • Electron Sources, Ion Sources (AREA)
  • Details Of Television Scanning (AREA)
  • Cathode-Ray Tubes And Fluorescent Screens For Display (AREA)

Description

y
"V
» PHN f2.516 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.
Elektronenbuisinrichting en elektronenbuis.
De uitvinding heeft betrekking op een elektronenbuisinrichting bevattende een elektronenbuis voorzien van tenminste één lijnkathode, en een elektrische vermogensbron voor het toevoeren van vermogenspulsen aan de lijnkathode.
5 Een dergelijke elektronenbuisinrichting is bekend uit het
Amerikaanse octrooischrift 4,167,690, waarin een beeldweergaveinrichting beschreven is met een lijnkathode die door middel van vermogenspulsen verhit wordt. Deze vermogenspulsen volgen elkaar, gescheiden door tussentijden, op. In deze tussentijden wordt een elektronenstroom uit de 10 lijnkathode geëxtraheerd. Deze elektronenstroom wordt gemoduleerd door een modulatiesysteem en een beeld wordt op een beeldscherm weergegeven.
Het is gebleken dat in een dergelijke elektronenbuisinrichting na het inschakelen van de elektronenbuisinrichting gedurende een inschakeltijd relatief snel verlopende initiële veranderingen in 15 het aantal per tijdseenheid door de lijnkathode uitgezonden elektronen optreden. Gedurende de levensduur van de elektronenbuisinrichting treden tevens langzaam verlopende temporele veranderingen in het aantal uitgezonden elektronen op. In een beeldweergaveinrichting uitten deze veranderingen zich als veranderingen in de intensiteit van het 20 weergegeven beeld, hetgeen ongewenst is.
Een doel van de uitvinding is een elektronenbuisinrichting te verschaffen waarvoor de veranderingen in het aantal per tijdseenheid door de lijnkathode uitgezonden elektronen verminderd zijn.
25 Een elektronenbuisinrichting van de in de aanhef beschreven soort wordt hiertoe volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de elektronenbuisinrichting bepalingsmiddelen voor het tijdens een veraogenspuls bepalen van een waarde van een van de temperatuur van de lijnkathode afhankelijke fysische grootheid, vergelijkingsmiddelen voor 30 het vergelijken van de waarde en een referentiewaarde met elkaar en voor het afgeven van een stuursignaal, en beëindigingsmiddelen voor het in afhankelijkheid van het stuursignaal beëindigen van de betreffende :8801016 *# * PHN 12.516 2 vermogenspuls bevat.
Het is gebleken dat in een elektronenbuisinrichting volgens de uitvinding zowel de inschakeltijd verkort is als temporele veranderingen in het aantal uitgezonden elektronen verminderd zijn.
5 De uitvinding berust op het inzicht dat de temperatuur van de lijnkathode niet alleen afhankelijk is van het aan de lijnkathode toegevoerde vermogen maar tevens van de door de lijnkathode aan de omgeving afgestane warmte en van andere factoren zoals de massa van de lijnkathode.
10 Door de lijnkathode wordt warmte afgestaan onder andere door straling en geleiding. De hoeveelheid afgestraalde warmte is onder andere afhankelijk van de temperatuur, de emissiviteit en de grootte van het oppervlak van de lijnkathode en van de omgevingstemperatuur, dat wil zeggen de temperatuur van een omgeving van de lijnkathode. De 15 hoeveelheid weggeleide warmte is onder andere afhankelijk van de wijze waarop de lijnkathode in de elektronenbuis geplaatst is, de temperatuur van de lijnkathode en de omgevingstemperatuur. Veranderingen in bijvoorbeeld de omgevingstemperatuur of de emissiviteit van het oppervlak van de lijnkathode hebben bij gelijk blijvend toegevoerd 20 vermogen veranderingen in de temperatuur van de lijnkathode en dientengevolge in het aantal uitgezonden elektronen tot gevolg.
In de bekende stand van de techniek is het aan de lijnkathode toegevoerde vermogen constant. Hierdoor is de temperatuur van de lijnkathode in bedrijf aan veranderingen onderhevig is. De 25 temperatuur van de lijnkathode is bovendien niet nauwkeurig te voorspellen voor een gegeven toegevoerd vermogen.
In een elektronenbuisinrcihting volgens de uitvinding wordt in bedrijf tijdens een vermogenspuls de waarde van een van de temperatuur afhankelijke fysische grootheid bepaald, en de vermogenspuls 30 beëindigd indien door vergelijking van deze waarde met een referentiewaarde bepaald is dat de temperatuur van de lijnkathode hoger is dan een met de referentiewaarde overeenkomende temperatuur.
Hierdoor is het aan de lijnkathode toegevoerde vermogen afhankelijk van de waarde van de fysische grootheid en daardoor van de 35 temperatuur van de lijnkathode waardoor een betere regeling van het aantal door de lijnkathode uitgezonden elektronen bereikt wordt en de inschakeltijd, dat wil zeggen de tijd gedurende welke belangrijke .8801016 * PHN 12.516 3 initiële veranderingen in het aantal uitgezonden elektronen optreden, verkleind wordt.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de lijnkathodeopstelling volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de bepalingsmiddelen 5 geschikt zijn voor het bepalen van een fysische grootheid van de lijnkathode.
De temperatuur van de lijnkathode wordt dan op directe wijze bepaald. Het is mogelijk de temperatuur van de lijnkathode indirect, bijvoorbeeld via de omgevingstemperatuur van de lijnkathode, 10 te bepalen? Indirecte temperatuurregeling heeft ten opzichte van directe temperatuurbepaling als nadeel dat de kans op en de mate van veranderingen in de temperatuur van de lijnkathode groter is.
Temperatuurafhankelijke eigenschappen van de lijnkathode kunnen onder andere de trekspanning op de draad, de lengte van de draad, 15 de afgestraalde elektromagnetische straling, waarvan zowel de intensiteit als de verdeling over de frequenties temperatuur afhankelijk zijn, het aantal per tijdseenheid door de lijnkathode uitgezonden elektronen en de snelheidsverdeling over deze elektronen en de elektrische weerstand zijn.
20 Een verdere uitvoeringsvorm van een elektronenbuisinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de bepalingsmiddelen zich althans gedeeltelijk in de elektronenbuis bevinden en geschikt zijn voor het bepalen van het aantal per tijdseenheid door de lijnkathode uitgezonden elektronen. In bedrijf 25 wordt tijdens een puls het aantal per tijdseenheid uitgezonden elektronen bepaald en vergeleken met een referentieaantal; als het aantal groter is dan het referentieaantal dan wordt de vermogenspuls beëindigd. Het aantal per tijdseenheid uitgezonden elektronen komt dan nagenoeg overeen met een gewenst aantal. Dit is een eenvoudige en 30 directe wijze om het aantal per tijdseenheid uitgezonden elektronen te regelen. Een nadeel is dat extra elementen in de elektronenbuis worden geplaatst die van aansluitingen worden voorzien. De constructie van de elektronenbuis wordt daardoor ingewikkelder en bovendien bestaat de kans dat de bepalingsmiddelen of hun aansluitingen stuk gaan. Omdat deze 35 middelen zich in de elektronenbuis bevinden is eventuele reparatie moeilijk zo niet onmogelijk.
Een alternatieve uitvoeringsvorm van een .8801016 f * PEN 12.516 4 elektronenbuisinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de bepalingsmiddelen weerstandbepalingsmiddelen bevatten.
Dit maakt een eenvoudige wijze van temperatuurregeling mogelijk, zonder extra elementen in de elektronenbuis te noodzaken 5 terwijl slechts een minimum aan extra aansluitingen vereist.
Nog weer een verdere uitvoeringsvorm van een elektronenbuisinrichting waarbij de vermogensbron geschikt is voor het in vermogenspulsen met een nagenoeg constante stroomsterkte aanleggen van een spanningsval over de lijnkathode wordt gekenmerkt doordat de 10 weerstandbepalingsmiddelen een opstelling voor het bepalen van de spanningsval over de lijnkathode bevatten.
Dit is een eenvoudige wijze van weerstandbepaling en de bepaling van de weerstand heeft dan weinig invloed op de temperatuur van de lijnkathode.
15 Een verdere uitvoeringsvorm van een elektronenbuisinrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de elektronenbuisinrichting ijkmiddelen voor het bepalen, bij een ijktemperatuur, van een ijkwaarde van de fysische grootheid, en middelen voor het in afhankelijkheid van de ijkwaarde bepalen van de 20 referentiewaarde bevat. Als bij een bekende ijktemperatuur de ijkwaarde bepaald is dan is de afhankelijkheid van de fysische grootheid van de temperatuur bekend. De referentiewaarde is nauwkeuriger te bepalen en voor veranderingen in de ijkwaarde gedurende de levensduur van de elektronbuisinrichting kan gecompenseerd worden.
25 De uitvinding kan met name met voordeel worden gebruikt in een elektronenbuis inrichting waarbij de elektronenbuis van een stelsel lijnkathoden is voorzien. Voor elektronenbuisinrichtingen waarin een aantal lijnkathoden gebruikt worden, is het van belang dat het aantal per tijdseenheid door de verschillende lijnkathoden uitgezonden 30 elektronen zoveel mogelijk gelijk is zodat er geen intensiteits-verschillen optreden.
Dit is met name van belang voor platte beeldbuizen.
Enige uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zullen nu nader worden beschreven aan de hand van de tekening.
35 Hierin toont:
Figuur 1 schematisch in doorsnede een elektronenbuisinrichting bekend uit de stand van de techniek; <8801016 * ψ ΡΗΝ 12.516 5
Figuur 2 schematisch in doorsnede een elektronenbuis-inrichting volgens de uitvinding;
Figuren 3, 4 en 5 in doorsnede verdere voorbeelden van elektronenbuisinrichtingen volgens de uitvinding; 5 Figuur 6 in grafiekvorm als functie van de tijd de spanningsval over, de stroom door en de temperatuur van de lijnkathode voor de bekende elektronenbuisinrichting, indien vermogenspulsen met een constante grootte voor de spanningsval aan de lijnkathode worden toegevoerd; 10 Figuur 7 in grafiekvorm als functie van de tijd de spanningsval over, de stroom door en de temperatuur van de lijnkathode voor de bekende elektronenbuisinrichting, indien vermogenspulsen met een constante grootte voor de stroom aan de lijnkathode worden toegevoerd;
Figuur 8 in grafiekvorm als functie van de tijd de 15 spanningsval over, de stroom door en de temperatuur van de lijnkathode voor de elektronenbuisinrichting volgens de uitvinding, indien vermogenspulsen met een constante grootte voor de stroom aan de lijnkathode worden toegevoerd;
Figuur 9 in grafiekvorm een vergelijking van de 20 temperaturen van een lijnkathode in een elektronenbuisinrichting bekend uit de stand van de techniek en een lijnkathode in een elektronenbuisinrichting volgens de uitvinding;
Figuur 10 in gedeeltelijk perspectivisch aanzicht een verder voorbeeld van een elektronenbuisinrichting volgens de uitvinding.
25 De figuren zijn schematisch en niet op schaal getekend waarbij in de verschillende uitvoeringsvormen overeenkomstige delen in de regel met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangeduid.
Figuur 1 toont een elektronenbuisinrichting bekend uit de stand der techniek. Elektronenbuisinrichting 1 bevat een elektronenbuis 30 2, waarin een lijnkathode 3, en een vermogensbron 4. Aan lijnkathode 3 worden door vermogensbron 4 gegenereerde vermogenspulsen toegevoerd. De vermogenspulsduur is ongeveer 10 psec, de tussentijd, dat wil zeggen de tijd tussen het eind van een vermogenspuls en het begin van de volgende vermogenspuls is ongeveer 50 psec. Gedurende de tussentijd is geen 35 spanningsval over de lijnkathode aangelegd. Het nadeel van deze bekende methode is zoals hierboven al is vermeld dat de temperatuur van de lijnkathode niet nauwkeurig regelbaar is en aan veranderingen onderhevig .8801016 * ΡΗΝ 12.516 6 is, daar deze temperatuur niet alleen van het toegevoerde vermogen afhangt. Een verder nadeel van deze bekende stand van de techniek, is dat als gebruik gemaakt wordt van vermogenspulsen met een constante grootte van de stroom het gevaar bestaat dat de temperatuur van de 5 lijnkathode te hoog oploopt. Dit nadeel zal hieronder worden verder beschreven aan de hand van figuur 7.
Figuur 2 toont een elektronenbuisinrichting volgens de uitvinding. Aan lijnkathode 3 worden door vermogensbron 4 gegenereerde vermogenspulsen toegevoerd. Tijdens een vermogenspuls wordt door middel 10 van een bepalingsmiddel 5 de waarde van een van de temperatuur van de lijnkathode afhankelijk fysische grootheid bepaald. In een vergelijkingsmiddel 6 wordt de waarde vergeleken met een referentiewaarde G. Een stuursignaal T wordt door het vergelijkingsmiddel 6 gegenereerd en aan een beëindigingsmiddel 7 15 toegevoerd. Als het stuursignaal indiceert dat de temperatuur van de lijnkathode boven een met de referentiewaarde overeenkomende referentietemperatuur uitgestegen is, dan wordt de vermogenspuls beëindigd, dat wil zeggen de spanningsval over lijnkathode 3 wordt althans nagenoeg tot nul gereduceerd.
20 Figuur 3 toont schematisch een uitvoeringsvorm van een elektronenbuisinrichting volgens de uitvinding, Bepalingsmiddelen 5 bevatten een gedeelte 5a in de elektronenbuis. Hiermee wordt het aantal per tijdseenheid uitgezonden elektronen gemeten. Dit aantal wordt in vergelijkingsmiddel 6 met een referentieaantal vergeleken. Indien het 25 aantal meer dan het referentieaantal is, dan wordt de vermogenspuls beëindigd.
Figuur 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een elektronenbuisinrichting volgens de uitvinding. Aan lijnkathode 7 worden door stroombron 8 vermogenspulsen met een constante stroom toegevoerd.
30 Tijdens een vermogenspuls wordt door middel van spanningsmeter 9 de spanningsval over de lijnkathode gemeten. Deze spanningsval wordt vergeleken met een ijkwaarde VG in vergelijkingsmiddel 10. Naarmate de lijnkathode heter wordt zal de weerstand veranderen, in het algemeen hoger worden. De spanningsval over de lijnkathode wordt groter. Indien 35 deze spanningsval groter wordt dan de ijkwaarde VG dan wordt door middel van een stuursignaal T de stroom door de lijnkathode tot nul gereduceerd en de vermogenspuls beëindigd.
,8801016 » f PHN 12.516 7
Figuur 5 toont een andere uitvoeringsvorm van de elektronenbuisinrichting volgens de uitvinding. Aan lijnkathode 11 worden door spanningsbron 12 vermogenspulsen met een constante spanning toegevoerd. Tijdens een vermogenspuls wordt door middel van stroommeter 5 13 de grootte van de stroom door de lijnkathode gemeten. Deze stroomsterkte wordt vergeleken met een referentiewaarde IG in vergelijkingsmiddel 14. Naarmate de lijnkathode heter wordt zal de weerstand veranderen, in het algemeen hoger worden. De stroom door de lijnkathode zal kleiner worden. Indien deze spanningsval kleiner wordt 10 dan de ijkwaarde ÏG dan wordt door middel van een stuursignaal T de spanningsval over de draad tot nul gereduceerd.
Figuur 6 toont in grafiekvorm als functie van de tijd de spanningsval over, de stroom door en de temperatuur van de lijnkathode voor de bekende elektronenbuisinrichting, waarbij vermogenspulsen met 15 een constante grootte voor de spanningsval aan de lijnkathode worden toegevoerd. De horizontale richting geeft de tijd weer in willekeurige eenheden, de vertikale richting geeft de grootte van de spanningsval over de lijnkathode (V, weergegeven door middel van een getrokken lijn}, de stroom door de lijnkathode (I, weergegeven door een streep vormige 20 lijn) en de temperatuur van de lijnkathode (T, weergegeven door een stippel-streep vormige lijn) weer. Gedurende een vermogenspulsduur t^ wordt aan de lijnkathode een vermogenspuls met een constante spanning toegevoerd. De temperatuur van de lijnkathode neemt toe, de weerstand van de lijnkathode neemt daardoor toe, en de stroom neemt af. Gedurende 25 de tijd tussen twee vermogenspulsen, t£-t^, wordt geen vermogen aan de lijnkathode toegevoerd en neemt de temperatuur van de lijnkathode af. Na een aantal vermogenspulsen stelt zich een evenwicht in waarbij het gemiddeld aan de lijnkathode toegevoerd vermogen gelijk is aan de door de lijnkathode aan haar omgeving afgestaan warmte. Zowel het 30 toegevoerde vermogen als het afgestane vermogen zijn op zich weer afhankelijk van de temperatuur van de lijnkathode. Naarmate de temperatuur van de lijnkathode toeneemt neemt het gemiddelde aan de lijnkathode toegevoerde vermogen af, het door de lijnkathode afgestane vermogen toe. De afgestane warmte is afhankelijk van de 35 omgevingstemperatuur en van de warmtekoppeling tussen de lijnkathode en haar omgeving. De temperatuur van de lijnkathode is slechts dan stabiel, als de omgevingstemperatuur stabiel is. De tijd die nodig is totdat de i θ ao1 o 16 . ____j ΡΗΝ 12.516 8 * omgevingstemperatuur stabiel is, is in het algemeen vele malen groter dan de opwarmtijd van een lijnkathode. Bovendien kan gedurende de levenstijd van de lijnkathode de warmtekoppeling tussen de lijnkathode en haar omgeving veranderen. Voor een beeldweergaveinrichting 5 bevattende meer dan één lijnkathode zijn bovendien, zelfs indien voor iedere lijnkathode de omgevingstemperatuur stabiel is, in het algemeen de omgevingstemperaturen van verschillende lijnkathoden onderling verschillend zodat temperatuur verschillen tussen lijnkathodes, en daardoor bijvoorbeeld intensiteitsverschillen in het 10 weergegeven beeld optreden.
Figuur 7 toont in grafiekvorm als functie van de tijd de spanningsval over, de stroom door en de temperatuur van de lijnkathode voor de bekende elektronenbuisinrichting, waarbij vermogenspulsen met een constante grootte voor de stroom aan de lijnkathode worden 15 toegevoerd. Op de horizontale en vertikale as worden dezelfde grootheden weergegeven als in figuur 6. In het Amerikaanse octrooischrift 4,167,690 wordt het afgeraden om aan de lijnkathode vermogenspulsen met een constante stroomsterkte toe te voeren, omdat het aan de lijnkathode toegevoerde vermogen toeneemt naarmate de temperatuur van de lijnkathode 20 toeneemt, en het daardoor mogelijk is dat de lijnkathode tot een ontoelaatbaar hoge temperatuur wordt verwarmd.
Figuur 8 toont in grafiekvorm als functie van de tijd de spanningsval over, de stroom door en de temperatuur van de lijnkathode voor de elektronenbuisinrichting volgens de uitvinding, waarbij 25 vermogenspulsen met een constante grootte van de stroom aan de lijnkathode worden toegevoerd. In deze figuur zijn in horizontale en verticale richting dezelfde grootheden uitgezet als in figuren 6 en 7. Aan de lijnkathode worden vermogenspulsen met een constante stroomsterkte toegevoerd. Gedurende een vermogenspuls neemt de 30 temperatuur van de lijnkathode toe, de weerstand van de lijnkathode neemt daardoor toe, en derhalve de spanningsval over de lijnkathode. Indien deze spanningsval meer dan een referentiewaarde VG wordt dan wordt het aan de lijnkathode toegevoerde vermogen tot nul gereduceerd. Het is gebleken dat hierdoor een snellere en nauwkeuriger 35 temperatuurstabilisatie van de lijnkathode mogelijk is, daar de evenwichtstemperatuur onafhankelijk is van buiten de lijnkathode gelegen factoren.
e 8801016 i PHN 12.516 9 «· *
Figuur 9 toont in grafiekvorm een vergelijking van de temperaturen van een lijnkathode in een elektronenbuisinrichting bekend uit de stand van techniek, en een lijnkathode in een elektronenbuisinrichting volgens de uitvinding. Op de horizontale as is de tijd na 5 inschakelen weergegeven, op de vertikale as de temperatuur. Curve 15 toont de temperatuur van een lijnkathode in een elektronenbuisinrichting bekend uit de stand van de techniek, curve 16 toont een lijnkathode in een elektronenbuisinrichting volgens de uitvinding. De temperatuur van een lijnkathode in een elektronenbuisinrichting volgens 10 de uitvinding stijgt zeer snel tot de gewenste waarde en blijft daarna vrijwel gelijk; gedurende de inschakeltijd, t^, wordt de lijnkathode zeer snel opgewarmd. De temperatuur van een lijnkathode in een elektronenbuisinrichting bekend uit de stand van de techniek is afhankelijk van de omgevingstemperatuur van de lijnkathode. Deze 15 omgevingstemperatuur in met curve 17 weergegeven. De temperatuur van de lijnkathode in een lijnkathodeopstelling bekend uit de stand van de techniek stijgt aanvankelijk ongeveer even snel als in de uitvinding doch stijgt daarna langzaam asymptotisch, in een tijd t1r tot een evenwichtswaarde. Deze evenwichtswaarde is niet a priori bekend, zal 20 voor verschillende lijnkathode verschillen en afhankelijk zijn van de omgevingstemperatuur. Verandering in de omgevingstemperatuur beïnvloeden deze evenwichttemperatuur.
Figuur 10 toont in gedeeltelijk perspectivisch aanzicht een beeldweergaveinrichting 18 volgens de uitvinding, in dit geval 25 voorzien van een platte kathodestraalbuis 19 die voorzien is van een achterplaat 20, een glazen voorplaat 21 aan de binnenzijde voorzien van een patroon van fosforen 22, een stelsel selektie-elektroden 23 en een stelsel evenwijdige lijnkathoden 24. Deze lijnkathoden 24 zijn aan beide einden gekoppeld met ten minste twee elektrisch geleidende 30 aansluitmiddelen; in dit voorbeeld zijn alle lijnkathoden voorzien van aansluitingen 24a tot en met 24d. Voor de duidelijkheid is een gedeelte van de omhulling hier weggelaten. Tussen de lijnkathoden 24 zijn afbuigelektroden 25 gelegen. De door de lijnkathoden 24 uitgezonden elektronen worden door afbuigelektroden 25 afgebogen, door 35 selektie-elektroden 23 geselekteerd en treffen het fosforpatroon 22 op voorplaat 21. Door geschikte selectie van de potentialen op de afbuigelektroden en de selektie-elektroden wordt op het foforpatroon een .8801016 4 % PHN 12.516 10 beeld opgebouwd. Schematisch is in de figuur aangegeven dat aansluitingen 24a en 24b door middel van leidingen 25a en 25b verbonden zijn met de gepulste stroombron 26. Aansluitingen 24c en 24d zijn door middel van leidingen 25c en 25d verbonden met een voltmeter 27. De 5 uitslag van deze voltmeter wordt in vergelijkingsapparaat 28 vergeleken met een referentievoltage Vre£. Dit vergelijkingsapparaat levert een stuursignaal dat aan de stroombron 26 wordt toegevoerd. Schematisch is hier tevens aangegeven hoe een verdere verbetering van de temperatuurregeling verkregen kan worden. De weerstand van iedere 10 lijnkathode wordt gegeven door R(T) = F(T/Tq)*R(Tq) dat wil zeggen dat het voldoende is om de weerstand op een bekende temperatuur, TQ, te kennen om de weerstand op andere temperaturen te kennen. De lijnkathoden in een platte beeldbuis worden meestal zoveel mogelijk identiek gemaakt. Het is echter niet gezegd dat de weerstanden ook 15 inderdaad identiek zijn en blijven gedurende de levensduur van de buis. Teneinde hierdoor optredende verschillen in temperatuur te verminderen wordt de weerstand van iedere lijnkathode bij kamertemperatuur bepaald. Dit kan bijvoorbeeld geschieden door direct na inschakelen van de beeldweergaveinrichting een zeer zwakke, voor iedere lijnkathode 20 gelijke, stroom door iedere lijnkathode te sturen en de spanningsval over iedere lijnkathode te meten. Hierdoor is de weerstand van iedere lijnkathode bij kamertemperatuur bepaald. In afhankelijkheid hiermee wordt in onderdeel 29 voor iedere lijnkathode Vref bepaald. Indien bijvoorbeeld de weerstand bij kamertemperatuur voor drie lijnkathoden 25 respectievelijk 95, 100 en 105 δ is, en voor de lijnkathode met een weerstand van 100 Q de rèferentiespanningsval overeenkomend met de gewenste temperatuur en de gebruikte constante stroomsterkte 100 Volt is dan is de refentiespanningsval voor de andere voornoemde lijnkathoden 95 respectievelijk 105 Volt. Hierdoor worden onderlinge verschillen in 30 temperatuur tussen de lijnkathoden verminderd.
Het zal duidelijk zijn dat binnen het raam van de uitvinding voor de vakman vele variaties mogelijk zijn.
.8801016

Claims (8)

1. Elektronenbuisinrichting bevattende een elektronenbuis voorzien van tenminste één lijnkathode, en een elektrische vermogensbron voor het toevoeren van vermogenspulsen aan de lijnkathode, met het kenmerk, dat de elektronenbuisinrichting bepalingsmiddelen voor 5 het tijdens een vermogenspuls bepalen van een waarde van een van de temperatuur van de lijnkathode afhankelijke fysische grootheid, vergelijkingsmiddelen voor het vergelijken van de waarde en een referentiewaarde met elkaar en voor het afgeven van een stuursignaal, en beëindigingsmiddelen voor het in afhankelijkheid van het stuursignaal 10 beëindigen van de vermogenspuls bevat.
2. Elektronenbuisinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bepalingsmiddelen geschikt zijn voor het bepalen van een fysische grootheid van de lijnkathode.
3. Elektronenbuisinrichting volgens conclusie 2, met het 15 kenmerk, dat de bepalingsmiddelen zich althans gedeeltelijk in de elektronenbuis bevinden en geschikt zijn voor het bepalen van het aantal per tijdseenheid door de lijnkathode uitgezonden elektronen.
4. Elektronenbuisinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de bepalingsmiddelen weerstandbepalingsmiddelen bevatten.
5. Elektronenbuisinrichting volgens conclusie 4, waarbij de vermogensbron geschikt is voor het in vermogenspulsen met een nagenoeg constante stroomsterkte aanleggen van een spanningsval over de lijnkathode, met het kenmerk, dat de weerstandbepalingsmiddelen een opstelling voor het bepalen van de spanningsval over de lijnkathode 25 bevatten.
6. Elektronenbuisinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de elektronenbuisinrichting ijkmiddelen voor het bepalen, bij een ijktemperatuur, van een ijkwaarde van de fysische grootheid, en middelen voor het in afhankelijkheid van de 30 ijkwaarde bepalen van de referentiewaarde bevat.
7. Elektronenbuisinrichting volgens één der voorgaande conclusies waarbij de elektronenbuis van een stelsel lijnkathoden is voorzien.
8. Elektronenbuis geschikt voor een elektronenbuisinrichting 35 volgens conclusie 3 of 7. .8801016
NL8801016A 1988-04-20 1988-04-20 Elektronenbuisinrichting en elektronenbuis. NL8801016A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8801016A NL8801016A (nl) 1988-04-20 1988-04-20 Elektronenbuisinrichting en elektronenbuis.
US07/337,241 US5010275A (en) 1988-04-20 1989-04-13 Electron tube device and electron tube
DE89200953T DE68907375T2 (de) 1988-04-20 1989-04-14 Elektronenröhrenanordnung und Elektronenröhre.
EP89200953A EP0339714B1 (en) 1988-04-20 1989-04-14 Electron tube device and electron tube
KR1019890005041A KR0132672B1 (ko) 1988-04-20 1989-04-18 전자 표시관 장치
JP1097661A JPH01313845A (ja) 1988-04-20 1989-04-19 電子管装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8801016 1988-04-20
NL8801016A NL8801016A (nl) 1988-04-20 1988-04-20 Elektronenbuisinrichting en elektronenbuis.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8801016A true NL8801016A (nl) 1989-11-16

Family

ID=19852162

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8801016A NL8801016A (nl) 1988-04-20 1988-04-20 Elektronenbuisinrichting en elektronenbuis.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US5010275A (nl)
EP (1) EP0339714B1 (nl)
JP (1) JPH01313845A (nl)
KR (1) KR0132672B1 (nl)
DE (1) DE68907375T2 (nl)
NL (1) NL8801016A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5608384A (en) * 1992-10-23 1997-03-04 Sentech Corporation Method and apparatus for monitoring for the presence of a gas
DE19856384A1 (de) * 1998-12-07 2000-06-08 Siemens Ag Verfahren und Schaltungsanordnung zur Regelung des Arbeitspunktes einer Kathodenstrahlröhre
DE102007062054B4 (de) 2007-12-21 2010-04-08 Siemens Ag Röhre, insbesondere Elektronenröhre, mit Mitteln zur Messung der Elektrodentemperatur und Schutz hierfür

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4167690A (en) * 1977-05-02 1979-09-11 Rca Corporation Cathode and method of operating the same
DE3138900A1 (de) * 1981-09-30 1983-04-14 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Direktgeheizte kathode mit heizungsregelung in elektronenstrahlgeraeten und verfahren zu ihrem betrieb
JPH0630229B2 (ja) * 1983-07-15 1994-04-20 松下電器産業株式会社 電子源
US4464611A (en) * 1983-08-22 1984-08-07 Rca Corporation Line cathode heating and protection circuit

Also Published As

Publication number Publication date
DE68907375T2 (de) 1994-01-20
EP0339714B1 (en) 1993-06-30
KR900017066A (ko) 1990-11-15
DE68907375D1 (de) 1993-08-05
KR0132672B1 (ko) 1998-04-16
JPH01313845A (ja) 1989-12-19
EP0339714A1 (en) 1989-11-02
US5010275A (en) 1991-04-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1155432B1 (en) Method and circuit for controlling field emission current
NL8801016A (nl) Elektronenbuisinrichting en elektronenbuis.
KR100498741B1 (ko) 멀티 전자원의 특성 조정 방법 및 특성 조정 장치
US6051937A (en) Voltage ratio regulator circuit for a spacer electrode of a flat panel display screen
US2963608A (en) Cathode ray tube structure
US4855638A (en) Camera tube system and electron gun therefor
JP2001015060A (ja) 四極子質量分析計または熱陰極電離真空計の測定子用熱電子放出電流制御回路
JP3603471B2 (ja) 電界放出型表示素子およびその駆動方法
JPH10247463A (ja) ディスプレイ用電子供給源
US4631591A (en) Kinescope with compensated conduction characteristic
JP2612934B2 (ja) 光ファイバの融着接続装置
US3465157A (en) Temperature compensating circuits for photoelectric devices
KR910001508B1 (ko) 음극선관의 열전자 방출 측정 방법
KR100261121B1 (ko) 음극선관용 가열기의 제어 방법
Maurer Cathode activity measurement: A modification of the dip test
BE1007259A3 (nl) Weergeefinrichting voorzien van een weergeefeenheid van een flat panel type.
JPH0378947A (ja) ドットアレイ蛍光管
JPS63266727A (ja) 電子管用陰極
JPH0425661B2 (nl)
US6522090B2 (en) Cathode ray tube display device and cathode ray tube display method
JPH0574383A (ja) 画像表示装置
JPH05325855A (ja) 電子銃
RU2138084C1 (ru) Способ управления вакуумными люминесцентными индикаторами и устройство для его осуществления
KR100213177B1 (ko) 음극구조체 및 이를 이용한 음극선관용 전자총
JPH01166970A (ja) ドットアレー蛍光管の発光輝度制御回路

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed