NL8800574A - Aanrakingsveilige electrische zekeringhouder. - Google Patents

Aanrakingsveilige electrische zekeringhouder. Download PDF

Info

Publication number
NL8800574A
NL8800574A NL8800574A NL8800574A NL8800574A NL 8800574 A NL8800574 A NL 8800574A NL 8800574 A NL8800574 A NL 8800574A NL 8800574 A NL8800574 A NL 8800574A NL 8800574 A NL8800574 A NL 8800574A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
fuse
tube
housing
fuse holder
Prior art date
Application number
NL8800574A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193738C (nl
NL193738B (nl
Original Assignee
Schurter Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Schurter Ag filed Critical Schurter Ag
Publication of NL8800574A publication Critical patent/NL8800574A/nl
Publication of NL193738B publication Critical patent/NL193738B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193738C publication Critical patent/NL193738C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01HELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
    • H01H85/00Protective devices in which the current flows through a part of fusible material and this current is interrupted by displacement of the fusible material when this current becomes excessive
    • H01H85/02Details
    • H01H85/04Fuses, i.e. expendable parts of the protective device, e.g. cartridges
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01HELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
    • H01H85/00Protective devices in which the current flows through a part of fusible material and this current is interrupted by displacement of the fusible material when this current becomes excessive
    • H01H85/54Protective devices wherein the fuse is carried, held, or retained by an intermediate or auxiliary part removable from the base, or used as sectionalisers
    • H01H85/62Protective devices wherein the fuse is carried, held, or retained by an intermediate or auxiliary part removable from the base, or used as sectionalisers the intermediate or auxiliary part being adapted for screwing into the base

Landscapes

  • Fuses (AREA)

Description

, e ft i
Dossiernr. 88.3004/AA/AB Korte aanduiding:
Aanrakingsvei1ige electrische zekeringhouder.
De uitvinding heeft betrekking op een aanrakings-veilige electrische zekeringhouder volgens de aanhef van conclusie 1,
Een dergelijke zekeringhouder is bekend uit het.
5 Amerikaanse octrooischrift 4.329.00ό. Ten opzichte van andere, gewoonlijk gebruikte zekeringhouders, die voorzien zijn van een bij de bodem van de opneembuis aanwezige, door een eindkap van een zekeringinzetstuk axiaal aangeraakt voetcontact en een zijcontact, dat. slechts indirect via een 10 verbindingsgeleider van de drager door de andere eindkap van het zekeringinzetstuk aan te raken is, heeft, de zekeringhouder volgens US 4.329.006 het voordeel van korte bouwlengte en geringe aantal onderdelen, waaruit het door eenvoudig samenstellen te construeren is. Aanrakingsveilig-15 heid tijdens het wisselen van het inzetstuk wordt daarbij verkregen doordat de ontgrendelde drager de beide eïnd-kappen van het zekeringinzetstuk tijdens het uittrekken en tijdens het insteken tegenover de beide, op dezelfde zijde van de opneembuis aanwezige contactstukken isoleert. Men 20 moet. de kop van de drager grijpbaar laten uitstéken, omdat het (in tegenstelling tot. de axiale voetcontacten hebbende zekeringhouders) bij het ontgrendelen niet. naar buiten komt. Wanneer de kop verzonken wordt, moet het. moeizaam uitgepeuterd worden, wat ook niet zonder gevaar is. Wanneer de in 25 de opneembuis aanwezige contacten ook bij de verwijderde drager met de genormeerde testvinger volgens IEC 529 Standard (IEC = International Electrotechnical· Commission) e f Γ 0 5 74 ί i - 2 - van de voorkant. niet aan te raken zijn, geldt de zekering-houder weliswaar als aanraki ngsveili g, maar dat betekent, bij een gemakkelijk met de hand wegneembare kop geen voldoende bescherming voor kinderen, omdat bijvoorbeeld een spelend 5 kind met een geleidend voorwerp, bijvoorbeeld een breinaald, toch naar binnen kan peuteren en daardoor kan verongelukken.
De uitvinding heeft, ali idoel deze bezwaren op te heffen en een op goedkope wijze te vervaardigen, korte en tenminste zoveel mogelijk respectievelijk bij voorkeur absoluut.
10 aanrakingsveilige zekeringhouder te verschaffen die eenvoudig te hanteren moet zijn.
Wanneer een dergelijke zekeringhouder gemonteerd is, moeten dus van de voorkant geen geleidende delen aangeraakt kunnen worden.
15 Voor het bereiken van deze doelstelling wordt de in conclusie 1 en/of conclusie 2 beschreven zekeringhouder voorgesteld.
De opneembuis kan daarbij aan de achterkant open of gesloten zijn.
20 Terwijl bij de zekeringhouder volgens conclusie 1, de drager geheel uit de uitneembuis verwijderd kan worden, zodat, dan mogelijk zou zijn om met een draad naar binnen te peutèren en de contacten aan te raken, is bij de zekeringhouder volgens conclusie 2 de aanrakingsveiligheid 25 absoluut, omdat de drager tenminste gedeeltelijk in de opneembuizen blijft en de toegang tot de contacten versperd wordt.
In beide gevallen is het gunstig dat de drager slechts door middel van een werktuig in een uitneembare positie 30 gebracht kan worden om verkeerd gebruik en/of ongewenst bewegen van de drager te vermijden, waartoe men het bij voorkeur volledig in de behuizing verzinkt en slechts door middel van een werktuig draaibaar uitvoert. Hoewel het dan zonder problemen mogelijk is door middel van het daarvoor 35 bestemde werktuig, bijvoorbeeld een schroevedraaier, de ontgrendelde draaibeweging te verzorgen, moet men daarna, zoals reeds gezegd, de drager volgens US 4.329.006 moeizaam uit de opneembuis peuteren.
.8800574 - 3 - 9 *
Bij de in conclusie 1 beschreven zekeringhouder wordt dit. vermeden doordat de drager en de behuizing tijdens het vergrendelen respectievelijk ontgrendelen door middel van een schroefdraad in elkaar grijpen. Men kan dan het voorste 5 einde van de ontgrendelde drager in een passende uitsparing van de behuizing verzinken en pas hij het ontgrendelen als het ware uitschroeven.
Tijdens de draaibeweging voor het ontgrendelen van de drager worden de beide eindkappen van het zekeringinzetstuk 10 van de contactstukken van de behuizing verwijderd, en omdat de drager tijdens het uittrekken zich net zo weinig laat draaien als tijdens het inschuiven, schermen de dragertrog de eindkappen van de contactstukken af.
De ahsolute aanrakingsveiligheid verkrijgt men met een 15 zekeringhouder volgens conclusie 2, eventueel in combinatie met de maatregelen volgens het- kenmerk van conclusie 1, waarbij een einddeel van de drager in de opneembuis blijft, omdat de drager slechts tot aan een aanslag uit te trekken is, en bij geschikte vormgeving slechts dit dragereinde, of 20 een direct buiten de opneembuis aanwezig bouwdeel daarvan, de opneembuis gesloten houdt, zodat men niet naar binnen kan peuteren.
Op deze verrassend eenvoudige wijze is de gewenste volledige bescherming te verkrijgen.
25 Men kan echter ook bij een zekeringhouder volgens de uitvinding, wanneer de bouwlengte niet van belang is, de drager voorzien van een uitstekende kop, die men zonder werktuig kan bewegen.
Het is vervelend wanneer men een zekeringinzetstuk 30 uit de niet van de behuizing verwijderbare drager moet peuteren. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt dit vermeden doordat de drager in volledig uitgetrokken toestand om de langsas draaibaar is, waarbij men het los in de trog liggende zekeringinzetstuk kan 35 uitkiepen. Na het in zijn inschuifbare positie terugdraaien van de drager, kan het nieuwe zekeringinzetstuk aan de bovenkant ingelegd worden, zodat het wisselen van het zekeringinzetstuk probleemloos is.
. e.sütï/4 • £ - 4 -
Het is gunstig wanneer de opneembuis op de kant met de uitsparing voor de contactstukken een neus heeft die in een op de drager aangebrachte driedelige groef grijpt.
Daarbij is bij het voorste einde van de drager een 5 schroefdraadgedeelte van de groef voorzien; bij het daar ingrijpen van de neud veroorzaakt het draaien van de drager het ontgrendelen respectievelijk het vergrendelen met uitschroeven respectievelijk inschroeven van de drager uit respectievelijk in de opneembuis.
10 Daardoor kan men de drager in vergrendelde toestand volledig in de behuizing ingelaten onderbrengen, zodat het slechts door middel van een werktuig te ontgrendelen is, zonder dat dit beveiligingsvoordeel ten koste gaat van een grote houwlengte of het zodig zijn van andere onderdelen.
15 Men kan echter ook, volgens op zich bekende wijze, wanneer gewenst, een uitstekende kop op de drager aanhrengen.
Bij het achtereinde van de drager is een ringgedeelte van de groef gevormd, waarbij bij uitgetrokken drager de neus daarin kan grijpen en het draaien van de drager voor 20 het uit de trog kiepen van het zekeringinzetstuk kan plaatsvinden. Anderzijds kan men de trog zodanig naar boven geopend aanbrengen, dat ook het inzetten van het zekeringinzetstuk probleemloos is. Het fixeren van het zekeringinzetstuk in de drager is niet nodig, wat bij de 25 vervaardiging van de drager en bij verwisseling van het zekeringinzetstuk gunstig is.
Tussen deze genoemde gedeelten van de groef bevindt zich een deze gedeelten verbindend aan de langsas parallel groefgedeelte waarin de neus grijpt, terwijl de drager 30 uitgetrokken respectievelijk ingeschoven wordt, zodat de drager daarbij niet kan draaien en daardoor de eindkappen van het zekeringinzetstuk van de contactstukken geïsoleerd zijn.
Bij voorkeur zijn bij het achterste einde van de 35 drager enkele radiaal veerkrachtige weerhaken aangebracht, terwijl in de buurt, van het voorste einde van de opneembuis een aanslag in de vorm van een naar achteren gesneden ringvormige schouder aangebracht is.
P 6 £ G l: ö / 4 0 « - 5 -
De montage van de drager in de opneemhuis kan nu eenvoudig door het inschuiven van de drager in de voorkgnt van de opneemhuis plaatsvinden, waarbij de weerhaken achter de aanslag grijpen en een volledig uittrekken van de drager 5 daarna verhinderen. Tegelijk kan de neus in de groef geleidt worden.
Wanneer men het zekeringinzetstuk volgens op zich bekende wijze parallel aan de langsas maar excentrisch daarvan aanbrengt, kan men het hij het vergrendelen van de 10 drager bij de contactstukken brengen en bij het ontgrendelen . daarvan verwijderen, wat op zich voor de verkrijging van het contact respectievelijk de isolatie gunstig is.
Omdat men het zekeringinzetstuk niet. vast in de drager hoeft te klemmen, kan de trog met voordeel zonder 15 uitsparingen uitgevoerd zijn, zodat de drager in elke andere dan zijn vergrendelde positie de toegang tot de contactstukken verhindert.
Daaruit volgt, dat met zeer weinig middelen en inspanning een maximale zekerheid, die men volledige bescher-20 ming mag noemen, verkrijgbaar is.
Bij het genoemde US 4.329.Q06 zijn de contactstukken relatief weinig veerkrachtig uitgevoerd en liggen met hun aanslui tdelen zo dicht, bij elkaar dat- de tegenwoordig vereiste isolatiewaarde niet. gegarandeerd kan worden.
25 Bovendien zijn zij van buitenaf volkomen vrij bereikbaar.
De zekeringhouder volgens de uitvinding kan voor het vermijden van deze tekortkomingen zodanig uitgevoerd worden dat in de behuizing tussen twee wanden (waarvan er een de wand van de opneemhuis is) een zich aan weerszijden van de 30 uitsparing van de opneembuiswand in omtreksrichting lopende spleet aangebracht is, waarin de geleiders naar de contaot-stukken aan de weerszijden van de uitsparing parallel aan de langsas lopen (en daardoor op voldoende afstand) onder te brengen zijn. De contactstukken zijn van geleider naar 35 uitsparing gevoerd. Bij de achterkant van de behuizing treden de van de geleiders afstaande aanslui.tdelen zijdelings of axiaal uitde behuizing. Doordat men hij voorkeur de geleider met het bijbehorende contactstuk via e t i c: ^ 4 > - 6 - een in de omtreksrichting lopend raam verbindt, waarin het contactst.uk zwevend (en radiaal tot de langsas gezien, parallel aan de laatste) naar binnen steekt, zijn bijzonder goede en duurzame veereigenschappen van de contactstukken 5 te verkrijgen.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekeningen. In de tekeningen tonen: figuur 1 een zijaanzicht van een in een schakelpaneel-deel gemonteerde zekeringhouder; 10 figuur 2 een vooraanzicht van de zekeringhouder zonder schakelpaneel en zonder houdermoer; volgens de pijl II in figuur 1; figuur 3 een achteraanzicht van de zekeringhouder, zonder schakelpaneel en zonder houdermoer, volgens de 15 pijl UI in figuur 1; figuur 4 een vergrote doorsnede door de behuizing (zonder drager) volgens de lijn IV in figuur 2 en een daarnaast getoond aanzicht van de drager in voor het inschuiven bij het monteren geschikte draaipositie; 20 figuur 5 een met betrekking tot de behuizing van figuur 4 soortgelijke doorsnede met een aanzicht van de in de doorgesneden behuizing in vergrendelde toestand bevindende drager; figuur 6 een ten opzichte van figuur 5 over 90° 25 gedraaid aangebrachte doorsnede volgens de lijn VI-VI in figuur 2 met vergrendelde drager; figuur 7 een doorsnede volgens figuur 6 maar met ontgrendelde drager; figuur 8 een doorsnede volgens figuur 6 maar met 30 maximaal uitgetrokken drager; figuur 9 een doorsnede volgens figuur 8 maar met over 180° gedraaide drager; figuur 10 een doorsnede volgens de lijn XI-XI in figuur 6; 35 figuur 11 een doorsnede volgens de lijn X-X in figuur 7.
De getoonde zekeringhouder 1 bestaat (buiten de moer 114) uit slechts vier delen, namelijk de uit isolerende kunststof bestaande behuizing 100, de twee daarin aange- « 8 8 0 Cr v έ ft » > - 7 - brachte metalen contacteenheden 121-128 en 131-138, alsmede de uit isolerende kunststof bestaande drager 200. Omdat de houder geen in lengterichting werkende veerdelen nodig heeft, kan het zeer kort uitgevoerd worden.
5 Deze zekeringhouder 1 kan op de volgende wijze vervaardigd worden: De behuizing 100 en de drager 200 kunnen elk in een arbeidsgang uit kunststof gevormd worden.
De twee contacteenheden 121-128 en 131-138 kunnen uit geschikt contactveermateriaal gestansd en gebogen worden.
10 Deze contacteenheden 121-128 en 131-138 worden na elkaar (eerst 121-128) vanaf de achterkant in de spleet 109 van de behuizing 100 parallel aan de langsas A geschoven, waar zij in de juiste positie zullen ingrijpen. Men is dan zover als in figuur 4 getoond. Vervolgens schuift men de drager 200 15 met de weerhaken 204 naar voren in de opneemhuis 103 van de hehuizing 100, waarbij de weerhaken 204 eerst radiaal naar binnen gebogen worden en daarna achter de aanslag 112 in de opneemhuis 103 grijpen, zodat de drager 200 (zoals in figuur 8 getoond) onverlieshaar is. Men kan nu de (even-20 tueel met een zekeringinzetstuk 300 voorziene) drager 200 verder in de opneemhuis 103 schuiven (vergelijk figuur 7) en door draaien vergrendelen (vergelijk figuur 6).
De langsas A van de zekeringhouder 1, van de behuizing 100 en van de (in figuur 1 en 2 niet zichtbare) opneem-25 buis 103 is in alle figuren aangegeven.
De voorkant F en de achterkant B van de zekeringhouder 1, die voor alle delen ervan gemeenschappelijk zijn, zijn in de figuren 1 en 4 t/m 9 aangegeven.
Het in doorsnede getoonde schakelpaneeldeel S en het 30 daarin aanwezige, iets groter getoonde gat SL, waarin de behuizing 100 van de zekeringhouder 1 steekt, alsmede de op de behuizing 100 aanwezige buitenschroefdraad 113 en de daarop aangebrachte moer 114 zijn slechts in figuur 1 getoond.
35 In figuur 1 is te zien dat de flens 101 tegen de vóórkant F van het schakelpaneel S steunt, terwijl de rest van de behuizing 100 door het gat SL gestoken is en de op de buitenschroefdraad 113 aangebrachte moer 114 de . § S O t; :· - 8 -
* V
behuizing 100 in positie houdt. Ook is een uit het achterste einde van de behuizing 100 naar beneden afstaand aansluitmiddel 130 te zien, die hier als een soldeerlip getoond is, maar ook een andere vorm, bijvoorbeeld die van 5 een steker of een bus kan hebben.
Vooral in figuur 2 is te zien dat op de daar getoonde voorkant van de dragerkop 201 een schroefsleuf 210 aangebracht is, zodat de volgens figuren 3 en 6 in de verdieping 102 van de flens 101 van de behuizing 100 in de vergrendelde 10 positie van de drager 200 met een schroevedraaier (niet getoond) voor het ontgrendelen draaihaar en daardoor uit de in de figuren 5 en 6 getoonde vergrendelde toestand in de figuur 7 getoonde vergrendelde toestand (u/aarbij de kop 201 grijpbaar uit. de behuizing 100 steekt) te leiden is.
15 Dit wordt bereikt doordat de in de opneemhuis 103 stekende neus 111 van de behuizing 100 in het (in het voorste verhindingsgedeelte 203 tussen de kop 201 en de trog 202 van de drager 200) aangebrachte schroefdraad-gedeelte 207 van de groef 206 loopt (wat bij het ontgren-20 delen en bij het vergrendelen natuurlijk met tegengestelde werking het geval is).
Door de draai beweging bij het ontgrendelen wordt echter ook de trog van de drager 200 en daarmee met daarin aanwezige zekeringinzetstuk 300 gedraaid, zodat slechts de 25 trog 202 isolerend tussen de contactstukken 121, 131 en de eindkappen 301 van het zekeringinzetstuk 300 ligt. De twee electrische geleidende eindkappen 301 zijn met elkaar volgens de op zich bekende wijze door een isolerende buis (niet. getoond) mechanisch en door een smeltgeleider (niet 30 zichtbaar) electrisch verbonden. Het zekeringinzetstuk 300 ligt excentrisch tot de langsas A en wordt bij het. ontgrendelen overeenkomstig gezwaaid.
In ontgrendelde toestand (figuur 7) bevindt de neus 111 zich bij het achterste einde van het (op de rugkant van de 35 trog 202 gevormde) rechte langsgedeelte 209 van de groef 206, zodat, vooraf nu de drager 200 uit de in figuur 7 getoonde ontgrendelde toestand in zijn in figuur 8 getoonde rusttoestand te leiden is, doordat het rechtlijnig zover * 8 8 0 ü / 4 - 9 - mogelijk uit de opneembuis 103 getrokken wordt, dat wil zeggen tot de (bij het achterste einde van de drager 200 gevormde) weerhaken 204 tegen de ringvormige aanslag 112 van de behuizjng 100 steunen.
5 Tijdens dit uittrekken van de drager 200 glijdt de neus 111 in het 1angsgroéfgedeelte 209 bij het voorste einde van het langsgroefgedeelte 209 en komt in het (in het achterste verbindingsdeel 205 tussen de trog 202 en de weerhaken 204 van de drager 200 gevormde) ringgroefgedeelte 10 208 van de groef 206, zodat de drager 200 vrij om de langsas A draaihaar is en in de in figuur 9 getoonde uitkiepstand en daaruit weer terug in de in figuur 8 getoonde rusttoestand te brengen is voor het uitwisselen vaneen smeltgeleider 300.
15 Daarbij blijft de opneembuis 103 steeds door het achterste verbindingsdeel 205 gesloten, waardoor de nagestreefde volledige bescherming opvallend verzekerd is.
De contactstukken 121 en 131 bestaan elk uit een nop 122 respectievelijk 132 aan een veerarm 123 respectievelijk 20 133. Elk van deze veerarmen 123 respectievelijk 133 steekt binnen een bijbehorend raam 124 respectievelijk 134 (dat ook voor de vering dient en daartoe een ondersteunings-veer 125 respectievelijk 135 heeft). Elk van de ramen 124 respectievelijk 134 is aan één van de twee geleiders 126 25 respectievelijk 136 met verschillende lengten aangebracht, waarbij de geleiders met één van de twee aansluitdelen 128 respectievelijk 138 verbonden zijn. Daardoor hebben de bij de contactstukken 121 respectievelijk 131 behorende aansluitdelen 128 respectievelijk 138 en daarbij vanaf het 30 achterste einde van de opneembuis 103 axiaal verschillend verwijderd en zijn daardoor duidelijk gescheiden. De ramen 124 respectievelijk 134 strekken zich zo asymetrisch aan verschillende kanten van de geleider 126 respectievelijk 136 uit dat de geleiders 126 respectievelijk 136 op 35 verschillende kanten van de uitsparing 105 van de opneem-buiswand 104 komen te liggen wanneer de contactnoppen 122 respectievelijk 132 zich in deze uitsparing 105 bevinden. Daardoor wordt een goede isolatie van de contactstukken, . e u t.
- 10 - hun geleiders en de aansluitdelen van elkaar verzekerd.
De zekere handhaving van de t.\i/ee contacteenheden (elk bestaande uit contactstuk, raam, geleider en aansluitdeel) vindt plaats in de spleet 109 tussen de vi/anden 104 en 106, 5 doordat elk aansluitdeel 128 respectievelijk 138 in een bijbehorende sleuf 107 in de buitenwand 106 gehouden wordt, en een uitglijden door de ingrijping van een vergrendelings-veer 127 respectievelijk 137 in de bijbehorende uitsparing 108 (in 106) grijpt..
10 Het bij elkaar komen van de contacteenheden wordt, bovendien door de langsverdeling 110 in de spleet 109 verhinderd.
, 8 6 0 & i 7 *

Claims (9)

  1. 2. Aanrakingsveilige electrische zekeringhouder voor een zekeringinzetstuk, dat twee door een isolerend lichaam mechanisch en door een smeltgeleider electrisch met elkaar verbonden, electrisch geleidende eindkappen heeft, met een 35 uit isolerend materiaal bestaande behuizing, die een zich over een langsas uitstrekkende opneembuis heeft waarin een, in de ingeschoven werkingstoestand ervan de opneembuis . 8 ε p f r «; - 12 - afsluitend vergrendelde, een in de langsrichting uitstrekkende trog voor het gelijk gerichte zekeringinzetstuk hebbende, uit isolerend materiaal bestaande drager heeft, die na ontgrendeling door draaien om de langsas zonder 5 verdere draaibeweging in zijn, een uitwisseling van zekeringinzetstukken toelatende rusttoestand in een langsrichting uit de opneembuis te trekken is, waarbij twee, elk met een buitenste aansluitdeel electrisch geleidend verbonden, van elkaar electrisch geïsoleerd aan de behuizing 10 bevestigde contactstukken door een aan de langsas parallelle uitsparing van een wand door radiaal verend vanaf dezelfde kant van buiten in de opneembuis grijpen, waarbij elk met een eindkap van het in de vergrendelde drager bevindende zekeringinzetstuk een electrisch geleidend contact vormt, 15 terwijl de drager in de ontgrendelde toestand ervan en tijdens het uittrekken de beide eindkappen tegenover de contactstukken electrisch isoleert, met. het kenmerk, dat de drager (200) slechts zover uit de opneembuis (103) te trekken is dat een uitwisseling van zekeringinzetstukken 20 weliswaar uitvoerbaar is maar de opneembuis (103) door deze gesloten is.
  2. 3. Zekeringhouder volgens conclusie 1 en 2.
  3. 4. Zekeringhouder volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de drager (200) in de rusttoestand ervan om de 25 langsas (A) draaibaar is om een, bij voorkeur slechts losse, in de trog (202) liggend zekeringinzetstuk (300) uit te kiepen.
  4. 5. Zekeringhouder volgens één van de conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, dat op een de uitsparing (105) voor de 30 contactstukken (121, 131) omvattende kant van de opneembuis (103) een neus (111) gevormd is, die in een groef (206) in de drager (200) grijpt, waarbij de groef (206) een bij het achterste einde van de drager (200) gelegen schroef-gedeelte (207), een bij een voorste einde van de drager 35 (200) gelegen ringgedeelte (208) en een het schroefge- deelte (207) met het ringgedeelte (208) verbindend langs-gedeelte (209) heeft. . 88 0 0674 * ♦ - 13 -
  5. 6. Zekeringhouder volgens één van de conclusies 1 t/m 4, met. het kenmerk, dat bij een achterste einde van de drager (200) radiaal verend samendrukbare weerhaken (204) gevormd zijn, die bij het tijdens de montage plaatsvindende 5 eerste inschuiven van de drager (200) in de opneembuis (103) achter eèn ringvormige aanslag (112) in de opneembuis (103) grijpen en daarna tegen de aanslag (112) als tegenaanslag werkend het volledig uit de opneembuis (103) trekken van de drager (200) verhinderen.
  6. 7. Zekeringhouder volgens één van de conclusies 1 t/m 6., met het kenmerk, dat de drager (200) in zijn vergrendelde werkingstoestand volledig in de behuizing (100) ingelaten aangebracht en slechts door middel van een werktuig ont-grendelbaar is, terwijl het in elke andere toestand ten-15 minste gedeeltelijk uit de behuizing (100) steekt en bij voorkeur ook slechts door middel van een werktuig ver-grendelhaar is.
  7. 8. Zekeringhouder volgens één van de conclusies 1 t/m 7, met het kenmerk, dat het zekeringinzetst.uk (300) parallel 20 maar excentrisch aan de langsas (A) van de opneembuis (103) in de drager (200) aan te brengen is.
  8. 9. Zekeringhouder volgens één van de conclusies 1 t/m 8, met het kenmerk, dat de trog (202) uitsparingsvrij is.
  9. 10. Zekeringhouder volgens één van de conclusies 1 t/m 9, 25 met het kenmerk, dat de behuizing (100) tussen twee wanden (104, 106) een aan weerskanten van de uitsparing (105) van de opneemhuiswand (104) een in omtreksrichting lopende spleet (109) heeft waarin aan weerszijden van de uitsparing (105) elk een aan de langsas (A) parallelle electrische 30 geleider (126, 136) vanaf een buitenste aansluitdeel (128, 138. naar elk van de beide contactstukken (121, 131) aangebracht is, waarbij elk contactstuk (121, 131) radiaal vanaf de langsas (A) gezien, parallel aan de langsas (A) lopend in een in omtreksrichting lopende, met zijn geleider (126, 35 136) verhonden gesteldeel (124, 134) steekt. .8800074
NL8800574A 1987-03-17 1988-03-08 Aanrakingsveilige elektrische zekeringhouder. NL193738C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CH98687 1987-03-17
CH986/87A CH671651A5 (nl) 1987-03-17 1987-03-17

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8800574A true NL8800574A (nl) 1988-10-17
NL193738B NL193738B (nl) 2000-04-03
NL193738C NL193738C (nl) 2000-08-04

Family

ID=4199818

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8800574A NL193738C (nl) 1987-03-17 1988-03-08 Aanrakingsveilige elektrische zekeringhouder.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4826454A (nl)
JP (1) JP2510661B2 (nl)
KR (1) KR910002071B1 (nl)
CH (1) CH671651A5 (nl)
DE (1) DE3715996A1 (nl)
ES (1) ES2006364A6 (nl)
FR (1) FR2612688B1 (nl)
GB (1) GB2202394B (nl)
IT (1) IT1215908B (nl)
NL (1) NL193738C (nl)
SE (1) SE463388B (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5205749A (en) * 1987-03-09 1993-04-27 Neutrik Aktiengesellschaft Electric plug-and-socket connection
US4968269A (en) * 1988-03-25 1990-11-06 Cooper Industries, Inc. Fuse holder
US4981448A (en) * 1988-03-25 1991-01-01 Cooper Industries, Inc. Fuse holder
FR2687816B1 (fr) * 1992-02-24 1994-04-08 Gemplus Card International Procede de personnalisation d'une carte a puce.
GB2266814B (en) * 1992-05-01 1996-06-19 Mk Electric Ltd Electrical fuse holder
GB2266815B (en) * 1992-05-01 1996-04-03 Mk Electric Ltd Rotatable fuse holder
US7244148B2 (en) * 2004-07-23 2007-07-17 Ford Global Technologies Llc Circuit disconnect assembly
US8517768B2 (en) * 2011-08-11 2013-08-27 Ideal Industries, Inc. Breakaway fuse holder

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102796C (nl) *
FR447464A (fr) * 1912-08-22 1913-01-06 Louis Kovacs Coupe-circuit à fusible
GB1078322A (en) * 1965-03-27 1967-08-09 Ford Motor Co Fuse holders
DE1949810U (de) * 1966-07-13 1966-11-17 Albert Stulz Fabrik Elektrotec Geraetesicherungshalter.
GB1176004A (en) * 1967-03-06 1970-01-01 Beswick Kenneth E Ltd Improvements in or relating to Holders for Cartridge Fuselinks.
DE6919101U (de) * 1968-05-06 1969-10-09 Philips Nv Sicherheitspatronenhalter
ZA80536B (en) * 1979-02-06 1981-08-26 Beswick K Ltd An electrical fuse holder
CH642773A5 (en) * 1979-07-03 1984-04-30 Weber Ag Fab Elektro Fuse holder for a miniature fuse insert
FR2473781A1 (fr) * 1980-01-15 1981-07-17 Lmi France Porte-fusible de securite
AT373723B (de) * 1980-02-25 1984-02-10 Wickmann Werke Ag Leiterplattenhalter fuer einen schmelzeinsatz einer elektrischen sicherung
US4481496A (en) * 1982-09-27 1984-11-06 Norden Alexander Switching fusible apparatus
GB8406782D0 (en) * 1984-03-15 1984-04-18 Bulgin & Co Plc A F Electrical connector

Also Published As

Publication number Publication date
GB8803938D0 (en) 1988-03-23
GB2202394A (en) 1988-09-21
FR2612688A1 (fr) 1988-09-23
IT8819451A0 (it) 1988-02-18
GB2202394B (en) 1991-03-27
JP2510661B2 (ja) 1996-06-26
JPS63252335A (ja) 1988-10-19
US4826454A (en) 1989-05-02
SE463388B (sv) 1990-11-12
NL193738C (nl) 2000-08-04
IT1215908B (it) 1990-02-22
KR910002071B1 (ko) 1991-04-01
DE3715996A1 (de) 1988-09-29
SE8800598D0 (sv) 1988-02-22
FR2612688B1 (fr) 1993-12-31
ES2006364A6 (es) 1989-04-16
DE3715996C2 (nl) 1992-02-13
KR880011854A (ko) 1988-10-31
NL193738B (nl) 2000-04-03
SE8800598L (sv) 1988-09-18
CH671651A5 (nl) 1989-09-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0303561B1 (de) Leuchte
NL8800574A (nl) Aanrakingsveilige electrische zekeringhouder.
US3942856A (en) Safety socket assembly
US5298701A (en) Plug and switch interlock including gear and latch assembly
DE3327087C1 (de) Zwischenstück zum Sichern von Netzsteckern gegen unbefugten Gerätegebrauch
CN1855342A (zh) 保险丝装置
US4768966A (en) Lampholder
US3436716A (en) Tube lamp socket fixture with hinged cover panels
DE102012104829B4 (de) Verschließbare Ablage in einem Kraftfahrzeug
NL9400216A (nl) Draaibaar electrisch connectorsamenstel, en electrische connector en electrisch aansluitcontact daarvoor.
DE69032170T2 (de) Zigarettenanzünder, vorzugsweise für Kraftfahrzeuge
US5531609A (en) Structure of lamp socket
EP0282624B1 (de) Berührungssicherer elektrischer Sicherungshalter
AU656139B2 (en) Improvements in adapters for electrical plugs
DE833086C (de) Fassung fuer roehrenfoermige Lampen
DE2553610A1 (de) Vorrichtung einer elektrischen halterung in ruhestellung mit abgeschirmten kontakten, insbesondere lampenfassungen mit drehbarem die kontakte abschirmendem sockel
DE3636968A1 (de) Wiederaufladbare lampe
DE690784C (de) Fassung fuer zweisockelige elektrische Entladungsroehren mit je zwei von den Sockelboeden vortretenden Steckerstiften
CN208834939U (zh) 电气闭锁装置及配电柜
KR0131707Y1 (ko) 가구 내부용 조명등의 자동 개폐 장치
CN218826809U (zh) 隔离开关绝缘板
DE2651334A1 (de) Elektrische haltevorrichtung mit in ausserbetriebstellung abgeschirmten kontakten, insbesondere bajonettlampenfassung
DE620007C (de) Elektrische Stableuchte mit aussen am Gehaeuse angeordneter und zugleich zur Kontaktherstellung dienender Halteklammer
KR102364139B1 (ko) 가로등주 점검구용 덮개 개폐장치
GB2269270A (en) Switched bayonet lampholder.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20031001