NL8703146A - Schoen, sandaal of dergelijk schoeisel. - Google Patents

Description

NO 34894 /

Schoen, sandaal of dergelijk schoeisel. J

De uitvinding heeft betrekking op een schoen voorzien van een zool met een slijtlaag alsmede van middelen ter verbinding aan de voet.

5 Het tot nu toe bekende schoeisel, bijvoorbeeld in de vorm van schoenen of sandalen, is zodanig uitgevoerd, dat de zool en de bovenleest min of meer gevormd zijn overeenkomstig een bepaalde grootte en vorm van de voet. Daarbij kan het oppervlak van de zool ook zijn uitgevoerd met een bepaald verloop van verhogingen en verdiepingen, overeen-10 komstig de gewenst geachte ondersteuning van de voet bij het lopen. Ook is bekend om de voet door een aparte steunzool in de schoen te ondersteunen.

Uitgangspunt bij deze vormgeving van de schoenzool of van een aparte inlegzool is, dat de voet zodanig ondersteund moet worden, dat de 15 voetbeentjes en de voetspieren ontlast worden. Bij dit uitgangspunt kunnen evenwel vraagtekens gezet worden. De laatste tijd wint de gedachte veld, dat het niet zonder meer gunstig behoeft te zijn om de voetspieren op een dergelijke wijze te ontzien. In ieder geval in een natuurlijke situatie, bij het lopen op blote voeten, zal een dergelijk 20 effekt niet verkregen kunnen worden.

Aan de andere kant is het verre van ideaal om met de blote voeten op een harde ondergrond te lopen. Daarbij doet de vraag zich voor welke ondergrond ideaal zou zijn om te belopen met de blote voet, waarbij beide hiervoor genoemde extremen, d.w.z. een volkomen ondersteuning van de 25 voet aan de ene kant en een harde platte ondergrond aan de andere kant, vermeden dienen te worden. Het is wenselijk de voet zodanig te ondersteunen, dat de voetspieren toch in beweging blijven zonder dat zij overmatig belast worden. Dit laatste doet zich bijvoorbeeld voor wanneer men met de blote voeten in rul, droog zand loopt, waarbij de voetspieren 30 tot het uiterste ingespannen moeten worden, hetgeen zeer vermoeiend is.

Idealer is een ondergrond, die een gedrag vertoont, zoals dat van nat zand, waarin bij het belopen steeds een indruk gemaakt wordt met een bepaalde beperkte diepte. Daarbij moeten de voetspieren toch gebruikt worden, terwijl aan de andere kant het ingedrukte zand een zekere mate 35 van ondersteuning verschaft.

Geen van de bekende schoenen of sandalen, die tot nu toe bekend zijn, vertoont echter een dergelijk effekt. Ook bij de tot nu toe bekende dunne inlegzooltjes van elastisch materiaal, kan er geen sprake van zijn, dat de voet op de hierboven beschreven wijze, ondersteund wordt.

40 De dunne zooltjes nemen immers de vorm aan van de schoenzool waarop zij ----:---- Til If8 8703146 f 2 /? A.

' liggen, zodat de voet bij elke stap toch weer op een voorgevormde min of meer harde ondergrond rust.

Doel van de uitvinding is derhalve een schoeisel te verschaffen waarbij enerzijds de voet voldoende ondersteund wordt en anderzijds de 5 spieren op de gewenste wijze beter in beweging blijven.

Dit doel wordt bereikt doordat de naar de voet gekeerde zijde van de zool plat is, en voorzien is van een eveneens platte, niet voorgevormde laag elastisch materiaal met een hoog herstellend vermogen. Bij het lopen met deze schoen moet de voet bij elke stap de laag elastisch 10 materiaal indrukken, aangezien deze volledig plat en niet voorgevormd is. Daarbij worden de voetspieren vanzelfsprekend belast terwijl toch bij een steeds verder indrukken van de laag elastisch materiaal de voet meer en meer ondersteund wordt. Vanwege het sterk vormherstellend vermogen van deze laag neemt hij, wanneer de belasting op de voet weer wordt 15 opgeheven, zijn oospronkelijke vorm weer aan, waardoor bij de volgende stap zich het hiervoor beschreven proces herhaalt. Daardoor wordt bij het lopen een ondersteuning verkregen, die grote overeenkomst vertoont met het lopen op een natte zandbodem, zoals hiervoor beschreven is. Daarbij wordt aanvullend het voordeel verkregen, dat de platte laag zich 20 op ideale wijze kan aanpassen aan elke willekeurige vorm van de voet, zodat een dergelijk soort schoeisel geschikt is voor een groot publiek.

Teneinde de gewenste mate van indrukking te kunnen verschaffen, mag de laag vormherstellend materiaal niet te dun zijn. Daarbij moet gedacht worden aan een dikte van bijvoorbeeld minimaal 10 mm voor de schoen van 25 een volwassene.

Bij voorkeur is de laag elastisch materiaal van kunststof. Niet elk soort kunststof is echter geschikt. Schuimrubber bezit bijvoorbeeld een te laag vochtopnemend vermogen en zou in gebruik veel te warm zijn.

Bij voorkeur wordt daartoe voor het materiaal van de elastische 30 laag een polyurethaanschuim gebruikt en wel met een hoge dichtheid.

De laag kan op bekende wijze bijvoorbeeld behandeld zijn met een schimmeldodend middel. Het vochtopnemend vermogen is belangrijk. Bij polyurethaanschuim van hoge dichtheid is dat groot.

Opgemerkt wordt dat het op zichzelf bekend is om een dergelijk 35 polyurethaanschuim toe te passen als inlegzool voor een schoen.

Hierbij gaat het echter om voorgevormde inlegzolen voor orthopedische doeleinden. Deze zolen worden geleverd door de Fa Professional Protective Technology Ine. en het materiaal is bekend als P.P.T.

Bij een geprofileerde inlegzool gaat het om aanvullende ondersteunt) ning van een deel van de voet in een op een normale leest vervaardigde ,87 03146 t

3 J

t schoen.

Bij de uitvinding gaat het echter om het creëren van een zich in de schoen bevindende looplaag en dit heeft tot gevolg, dat men met een geheel andere nieuwe leest moet werken.

5 Volgens een eerste uitvoeringsvorm kan het schoeisel een schoen zijn, met een aan de zool bevestigde bovenleest. In dat geval is de hoogte van de bovenleest boven de zool gelijk aan de som van de dikte van de voet en de dikte van de elastische niet voorgevormde laag. Dit betekent, dat de afmetingen van de bovenleest afgestemd moeten zijn op 10 de dikte van deze niet voorgevormde laag. Zo is het bijvoorbeeld niet mogelijk om de niet voorgevormde elastische laag zonder meer aan te brengen in een bekende schoen, omdat dan de ruimte voor de voet te beperkt zou worden. Bij de schoen volgens de uitvinding wordt verder het voordeel verkregen, dat het aanrakingsvlak tussen de elastische laag en 15 de platte bovenzijde van de zool vrijwel vlak en horizontaal is, zodat bij het lopen daartussen in wezen geen belangrijke horizontale kracht-componenten optreden, waardoor de laag zou kunnen verschuiven ten opzichte van de zool. Dit laatste zou zeer waarschijnlijk wel het geval zijn indien de zool wel voorgevormd was.

20 Volgens een tweede uitvoeringsvorm kan het schoeisel uitgevoerd zijn in de vorm van een sandaal met een aan de zool bevestigde wreef-band. In dat geval is de hoogte van de wreefband boven de zool gelijk aan de som van de dikte van de voet en de dikte van de elastische niet voorgevormde laag.

25 Vervolgens zal de uitvinding aan de hand van enkele uitvoerings- voorbeelden worden toegelicht.

Fig. 1 toont een schoen volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een sandaal volgens de uitvinding.

De in fig. 1 af geheelde schoen 1 bestaat uit een zool 2 en een 30 bovenleest 3. De zool 2 kan zijn voorzien van holten 4 gevuld met lucht of met een verend materiaal ter verhoging van het comfort.

Volgens de uitvinding is de bovenzijde 5 van de zool 2 plat uitgevoerd. Op deze platte bovenzijde 5 bevindt zich een laag 6 elastisch materiaal met een hoog vormherstellend vermogen, bijvoorbeeld polyure-35 thaanschuim.

Deze laag 6 bezit een uniforme dikte, zodat ook de bovenzijde 7 daarvan in onbelaste toestand plat is.

De hoogte van de bovenleest 3 boven de bovenzijde 5 van de zool 2 is gelijk aan de som van de dikte van de voet en de dikte van de laag 40 6.

,87 03146 ___ - * 4 4 ' In fig. 2 is een sandaal 8 volgens de uitvinding afgebeeld. Deze bestaat eveneens uit een zool 9, alsmede uit een band 10, die over de wreef van de voet loopt.

De bovenzijde 11 van de sandaal 8 is plat. Op deze bovenzijde ligt 5 een laag 12 van materiaal met een hoog vormherstel lend vermogen. Deze laag 12 bezit een uniforme dikte, zodat ook het bovenvlak 3 van deze laag in onbelaste toestand plat is.

. 8703146

Claims (5)

1. Schoeisel voorzien van een zool met een slijtlaag alsmede van middelen ter verbinding aan de voet, met het kenmerk, dat de naar de 5 voet gekeerde zijde van de zool plat is en voorzien is van een eveneens platte, niet-voorgevormde laag elastisch materiaal met een hoog vormher-stellend vermogen.

2. Schoeisel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de laag van 10 kunststof is.

3. Schoeisel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de laag van een polyurethaanschuim is.

4. Schoeisel volgens één der voorgaande conclusies, voorzien van een aan de zool bevestigde bovenleest, met het kenmerk, dat de hoogte van de bovenleest boven de zool gelijk is aan de som van de dikte van de voet en de dikte van de elastische niet-voorgevormde laag.

5. Schoeisel volgens conclusie 1, 2 of 3, voorzien van een aan de zool bevestigde wreefband, met het kenmerk, dat de hoogte van de wreef-band boven de zool gelijk is aan de som van de dikte van de voet en de dikte van de elastische niet-voorgevormde laag. .8703146