NL8703041A - Optische aftasteenheid en een optische uitlees- en/of inschrijfinrichting daarvan voorzien. - Google Patents

Optische aftasteenheid en een optische uitlees- en/of inschrijfinrichting daarvan voorzien. Download PDF

Info

Publication number
NL8703041A
NL8703041A NL8703041A NL8703041A NL8703041A NL 8703041 A NL8703041 A NL 8703041A NL 8703041 A NL8703041 A NL 8703041A NL 8703041 A NL8703041 A NL 8703041A NL 8703041 A NL8703041 A NL 8703041A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
scanning unit
radiation
scanning
dividing line
detection elements
Prior art date
Application number
NL8703041A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8703041A priority Critical patent/NL8703041A/nl
Priority to US07/161,820 priority patent/US4864118A/en
Priority to EP88202838A priority patent/EP0321039A1/en
Priority to KR1019880016560A priority patent/KR890010823A/ko
Priority to JP63316559A priority patent/JPH01196739A/ja
Publication of NL8703041A publication Critical patent/NL8703041A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/08Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers
    • G11B7/09Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers with provision for moving the light beam or focus plane for the purpose of maintaining alignment of the light beam relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/08Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers
    • G11B7/09Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers with provision for moving the light beam or focus plane for the purpose of maintaining alignment of the light beam relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following
    • G11B7/0901Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers with provision for moving the light beam or focus plane for the purpose of maintaining alignment of the light beam relative to the record carrier during transducing operation, e.g. to compensate for surface irregularities of the latter or for track following for track following only
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/08Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers
    • G11B7/085Disposition or mounting of heads or light sources relatively to record carriers with provision for moving the light beam into, or out of, its operative position or across tracks, otherwise than during the transducing operation, e.g. for adjustment or preliminary positioning or track change or selection
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B7/00Recording or reproducing by optical means, e.g. recording using a thermal beam of optical radiation by modifying optical properties or the physical structure, reproducing using an optical beam at lower power by sensing optical properties; Record carriers therefor
    • G11B7/12Heads, e.g. forming of the optical beam spot or modulation of the optical beam
    • G11B7/13Optical detectors therefor

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Optical Recording Or Reproduction (AREA)
  • Moving Of The Head For Recording And Reproducing By Optical Means (AREA)

Description

♦ PHN 12.353 1 N.V. Philips» Gloeilampenfabrieken.
Optische aftasteenheid en een optische uitlees- en/of inschrijfinrichting daarvan voorzien.
De uitvinding heeft betrekking op optische aftasteenheid voor het aftasten van een informatiespoor op een optisch uitleesbare registratiedrager gedurende welk aftasten de oriëntatie van de aftasteenheid ten opzichte van de richting van het momentaan afgetaste 5 spoorgedeelte verandert, welke aftasteenheid bevat, een stralingsbron, een stralingsgevoelig detektiestelsel en een optisch systeem voor het fokusseren van een door de stralingsbron geleverde aftastbundel tot een aftastvlek op de registratiedrager en voor het afbeelden van de aftastvlek op het stralingsgevoelig detektiestelsel, welk 10 detektiestelsel een aantal stralingsgevoelige detektie-elementen bevat die aan weerszijden van een scheidingslijn zijn gelegen, welke detektie-elementen ieder een elektrisch uitgangssignaal leveren dat afhankelijk is van de intensiteit van de op het detektie-element vallende straling, waarbij het verschil van de uitgangssignalen van de detektie-elementen 15 aan beide zijden van de scheidingslijn representatief is voor de grootte en de richting van een afwijking tussen het midden van de aftastvlek en de hartlijn van het informatiespoor. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het uitlezen en/of inschrijven van informatie in een optisch uitleesbare registratiedrager.
20 Een dergelijke aftasteenheid en een dergelijke uitlees- en/of inschrijfinrichting zijn bekend uit het Amerikaanse oktrooischrift nummer 4 533 826 (PHN 10.361). De daarin beschreven aftasteenheid bevat een fokusfoutdetektiestelsel, gekombineerd met een spoorvolgstelsel, voor het uitlezen van een optische registratiedrager.
25 In de bekende inrichting wordt ervoor gezorgd dat de intensiteitsverdeling van de, in het vlak van het stralingsgevoelig detektiestelsel gevormde, afbeelding van de aftastvlek symmetrisch is ten opzichte van twee detektoren indien het midden van de aftastvlek in het informatievlak gelegen is op de hartlijn van het afgetast spoor.
30 Indien de aftastvlek zich dwars op de spoorrichting verplaatst verandert de intensiteitsverdeling op de twee detektoren en ontstaat er een verschil tussen de uitgangssignalen daarvan. Door de uitgangssignalen 8703041- * PHN 12.353 2 van elkaar af te trekken wordt een verschilsignaal gevormd dat de grootte en het teken van de spoorvolgfout representeert en dat gebruikt kan worden om de positie van de aftasteenheid, en dus de aftastvlek, ten opzichte van het afgetaste spoor bij te regelen.
5 Het informatievlak kan een informatiestruktuur bevatten dat bestaat uit een enkelvoudig kontinu spoor dat bijvoorbeeld spiraalvormig op een schijfvormige registratiedrager is opgenomen, of uit een aantal korte sporen die achtereenvolgens door de aftasteenheid kunnen worden afgetast en bijvoorbeeld als een aantal cirkelvormige 10 sporen koncentrisch op een schijfvormige registratiedrager zijn aangebracht.
Om het gehele spiraalvormige spoor of alle koncentrische sporen te kunnen aftasten moet de aftastvlek dwars op de spoorrichting, ingeval van een schijfvormige registratiedrager in radiële richting, 15 bewogen kunnen worden. Bij een voldoend lichte uitvoering van de optische aftasteenheid, dat wil zegen het geheel van elementen die een aftastvlek op het informatievlak vormen en de van het informatievlak afkomstige straling omzetten in elektrische signalen, kan deze beweging van de aftastvlek gerealiseerd worden door de gehele optische 20 aftasteenheid in radiële richting te bewegen. Een in de praktijk toegepaste aandrijving van de optische aftasteenheid is door middel van een draaiarm, waarbij de aftasteenheid op een uiteinde van deze arm bevestigd is. De aftasteenheid volgt daarbij een cirkelvormige baan die het spoor in het informatievlak met een steeds verschillende hoek 25 kruist. De beweging van de draaiarm heeft tot gevolg dat de scheidingslijn tussen de detektie-elementen met behulp waarvan het spoorvolgfoutsignaal wordt opgewekt draait ten opzichte van de spoorrichting of, anders gezegd, dat de effektieve spoorrichting bijvoorbeeld een toenemende dan wel een afnemende hoek gaat maken met de 30 scheidingslijn indien de uitleeseenheid zich over het informatievlak beweegt. De effektieve spoorrichting is de richting van de projektie van het momenteel afgetaste spoorgedeelte in het vlak van het detektiestelsel. Het gevolg van het groter worden van de hoek tussen de effektieve spoorrichting en de scheidingslijn is dat het bij een 35 bepaalde spoorvolgfout behorende verschil tusen de uitgangssignalen van de detektie-elementen aan weerszijden van de scheidingslijn kleiner wordt. Door het kleiner worden van het spoorvolgfoutsignaal kan de 87030 41 PHN 12.353 3 radiële positie van de aftastvlek minder nauwkeurig bijgeregeld worden terwijl bovendien de gevoeligheid voor storingen zoals krasjes op de registratiedrager of andere oppervlakteonnauwkeurigheden groter wordt.
Het hierboven genoemde verschijnsel kan een probleem 5 worden indien, in het kader van het verder verkleinen van optische aftastinrichtingen, men gebruik wil maken van kortere draaiarmen waardoor de maximale hoek tussen de effektieve spoorrichting en de scheidingslijn tussen de eerste en tweede detektoren groter wordt.
De uitvinding heeft tot doel een aftasteenheid te 10 verschaffen waarmee ook bij een grote verandering in hoek tussen de baan van de uitleeseenheid en het optisch uitleesbare spoor een voldoende groot en voldoende nauwkeurig spoorvolgfoutsignaal kan worden opgwekt.
De optische aftasteenheid volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat de aftasteenheid is voorzien van middelen voor 15 het, althans gedeeltelijk, kompenseren van de niet-paralleliteit van de effectieve spoorrichting en de richting van de scheidingslijn. De kompensatiemiddelen bestaan daarin dat de scheidingslijn verschillende standen kan innemen en zij de rotatiebeweging van de effectieve spoorrichting in het detektiestelsel grotendeels kan volgen.
20 Een eerste uitvoeringsvorm van de optische aftasteenheid volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de genoemde middelen worden gevormd door mechanische bevestigingsmiddelen voor de aftasteenheid die een kompenserende beweging van de uitleeseenheid bewerkstelligen zodanig dat de scheidingslijn gedurende het aftasten in hoofdzaak evenwijdig 25 gericht blijft aan de effektieve spoorrichting. Hiermee kan, door rotatie van althans een deel van de aftasteenheid, de richting van de scheidingslijn worden aangepast aan de richting van de afbeelding van het spoor. Een dergelijke rotatie kan bijvoorbeeld afhankelijk worden gemaakt van de stand van het ophangmechanisme c.q. de draaiarm.
30 Deze uitvoeringsvorm van de optische aftasteenheid volgens de uitvinding heeft als verder kenmerk dat de aftasteenheid is opgehangen aan twee armen die aan een uiteinde roteerbaar aangrijpen aan twee met de aftasteenheid verbonden bevestigingspunten en aan een ander uiteinde roteerbaar aangrijpen aan twee vast opgestelde ophangpunten. De 35 vast opgestelde ophangpunten maken deel uit de van de inschrijf- of uitleesinrichting. Door een geschikte keuze van de lengte van de armen en de onderlinge afstand van de bevestigings- en ophangpunten kan de 8703041 PHN 12.353 4 rotatie van de aftasteenheid ten opzichte van de richting van het informatiespoor gekompenseerd worden.
Een op zich inventieve uitwerking van de uitvindingsgedachte is belichaamd in de optische aftasteenheid volgens 5 de uitvinding die als kenmerk heeft dat de genoemde middelen zich binnen de aftasteenheid bevinden en worden gevormd door het stralingsgevoelig detektiestelsel dat een aantal detektie-elementen bevat en door een elektronische schakeling bevattende een eerste subschakeling voor het op enkele verschillende wijzen samenvoegen van de uitgangssignalen van de 10 detektie-elementen tot meerdere spoorvolgfoutsignalen die ieder overeenkomen met een andere oriëntatie van de scheidingslijn, en een tweede subschakeling voor het selekteren van het sterkste spoorvolgfoutsignaal. Doordat de verschillende detektie-elementen met elkaar gekombineerd kunnen worden met behulp van een elektronische 15 schakeling is het hierbij mogelijk om de oriëntatie van de scheidingslijn te veranderen ten opzichte van de effektieve spoorrichting. Een dergelijke oplossing brengt minder kosten met zich mee dan een mechanische konstruktie.
De optische aftasteenheid volgens de uitvinding heeft 20 daarbij het verdere kenmerk dat de detektie-elementen zodanig in het stralingsgevoelig detektiestelsel zijn samengevoegd dat scheidslijnen tussen detektie-elementen zich radiëel vanuit een centraal punt uitstrekken. In deze uitvoeringsvorm zijn de detektie-elementen zijn gerangschikt rond een centraal punt. De detektie-elementen kunnen 25 daarbij verschillende breedtes hebben. Afhankelijk van andere functies die gelijktijdig met het spoorvolgen moeten worden vervuld door het detektiestelsel kunnen verdere scheidslijnen tussen detektie-elementen zijn aangebracht, zo kunnen bijvoorbeeld verscheidene detektie-elementen in radiële richting naast elkaar zijn aangebracht.
30 Deze uitvoeringsvorm van de optische aftasteenheid volgens de uitvinding heeft als verder kenmerk, dat de detektie-elementen van het stralingsgevoelig detektiestelsel zijn samengevoegd in vier kwadranten en dat twee van de kwadranten ieder ten minste twee detektie-elementen bevatten, welke twee kwadranten diametraal tegenover 35 elkaar liggen. Een dergelijk, uit vier kwadranten samengesteld, stralingsgevoelig detektiestelsel wordt bijvoorbeeld gebruikt in een uitleeseenheid waarin een fokusfoutsignaal van de aftastbundel ten 87030 4 1 PHN 12.353 5 * opzichte van het informatievlak wordt bepaald volgens de zogenaamde astigmatische methode. Deze methode is bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse oktrooischrift nummer 4 023 033 en is op eenvoudige wijze te kombineren met een spoorvolgsysteem volgens de uitvinding.
5 Een verder kenmerk van de optische aftasteenheid volgens de uitvinding is dat de aftastvlek in een richting ongeveer dwars op de gemiddelde richting van het spoor oscilleerbaar is met een amplitude die kleiner is dan de afmeting van de aftastvlek in het informatievlak, door welk oscilleren de elektrische signalen aan de uitgang van het 10 stralingsgevoelig detektiestelsel gemoduleerd worden en dat is voorzien in een regelschakeling voor het kiezen van de scheidingslijn met behulp van de sterkte van de modulatie van de elektrische signalen. Omdat de amplitude van de op deze wijze veroorzaakte modulatie van het elektrische uitgangssignaal van een stralingsgevoelig detektie-element 15 toeneemt naarmate de gemiddelde stralingsintensiteit op het element toeneemt, kan op deze wijze de optimale oriëntatie van de scheidingslijn gekozen worden.
De optische aftasteenheid volgens de uitvinding heeft als verder kenmerk, dat de regelschakeling voorzien is van een drempel 20 voor het vermijden van een heen en weer schakelen tussen verschillende oriëntaties van de scheidingslijn. Als drempel kan bijvoorbeeld een minimum verschil in signaalniveau dienen dat moet bestaan tussen de modulaties in detektie-elementen aan weerszijden van de scheidingslijn, of een minimale tijdsduur gedurende welke het signaalniveau in het ene 25 detektie-element sterker is dan in het andere.
De uitvinding zal verder aan de hand van de tekening worden toegelicht waarbij de tekening in figuur 1 een ophanging toont van een aftasteenheid aan een draaiarm bij een schijfvormige registratiedrager, 30 figuur 2 in bovenaanzicht de baan aangeeft die de aftasteenheid ten opzichte van de registratiedrager volgt, figuren 3a en 3b ieder een mechanische konstruktie tonen om de oriëntatie van de inschrijf- of uitleeseenheid te beïnvloeden, figuren 4a, 4b en 4c een uit stralingsgevoelige detektie-35 elementen samengesteld detektiestelsel volgens de uitvinding met een afbeelding van een stralingsvlek illustreren, figuur 5 een blokdiagram toont van een schakeling voor 87030 41 PHN 12.353 6 het vormen en selekteren van spoorvolgfoutsignalen, en in figuur 6 een alternatief stralingsgevoelig detektiestelsel weergeeft.
In figuur 1 zijn een optische registratiedrager, een 5 aftasteenheid en middelen voor het ten opzichte van elkaar bewegen van de aftasteenheid en de registratiedrager in onderlinge samenhang weergegeven. De getekende aftasteenheid bevat een halfgeleiderlaser 1 die een stralingsbundel opwekt die via een objektiefstelsel 3 gefokusseerd wordt tot een aftastvlek in het informatievlak van de 10 registratiedrager 5. Van de sporen in het informatievlak is terwille van de overzichtelijkheid slechts een enkel spoorgedeelte 7 aangegeven. De door het informatievlak teruggekaatste straling wordt door een optisch stelsel, bestaande uit het objektiefstelsel 3 en de deelkubus 2 geprojekteerd op een stralingsgevoelig detektiestelsel 4. De onderdelen 15 1, 2, 3 en 4 van de aftasteenheid zijn aangebracht in een behuizing 10 die aan een draaiarm 11 is bevestigd. De draaiarm 11 kan met behulp van de elektromagnetische middelen 12 en 13 heen en weer bewogen worden langs een cirkelvormige baan zoals aangegeven door de pijl 14. De registratiedrager 5 wordt met behulp van een motor 15 geroteerd in de 20 richting aangegeven door de pijl 16 waarbij ten gevolge van het passeren van het informatiespoor 7 door de aftastvlek de door het informatievlak weerkaatste straling is gemoduleerd overeenkomstig de in het spoor opgeslagen informatie.
In figuur 2 is in bovenaanzicht schematisch de baan 25 aangegeven die de aftasteenheid ten opzichte van de registratiedrager volgt. De schijfvormige registratiedrager 5 waarop een aantal spoorgedeelten 7 zijn aangegeven wordt afgetast door de aftasteenheid waarvan alleen de behuizing 10 is aangegeven. De aftasteenheid is opgehangen aan een draaiarm 11 zodat de aftasteenheid tijdens het 30 aftasten een baan 20 doorloopt, welke baan een gedeelte van een cirkel vormt. De baan 20 kruist de sporen op de registratiedrager met een hoek α die verschillend is bij verschillende posities van de draaiarm met de aftasteenheid.
De spoorgedeelten 7 maken bijvoorbeeld deel uit van een 35 kontinu spiraalvormig spoor of van een groot aantal koncentrische cirkelvormige deelsporen. In beide gevallen varieert de hoek α die de baan van de aftasteenheid maakt met de richting van het spoor 7 87030 41 PHN 12.353 7 * aanzienlijk tijdens de beweging van de aftasteenheid langs de baan 20.
On de aftasteenheid bij het aftasten van de registratiedrager het spoor te doen volgen is met de aftasteenheid een spoorvolgstelsel geïntegreerd. Het spoorvolgservosysteem bevat een 5 sanengsteld stralingsgevoelig detektiestelsel met detektie-elementen die aan weerszijden van een scheidingslijn zijn gegroepeerd. Bij verplaatsing van de aftastvlek dwars op de spoorrichting verschuift de stralingsintensiteit in de afbeelding in het detektievlak van deze aftastvlek zich dwars op de effektieve spoorrichting, dit is de 10 richting van de afbeelding in het detektievlak van het informatiespoor.
Het verschil tussen uitgangssignalen van de detektie-elementen aan weerszijden van de scheidingslijn wordt bepaald door de grootte en de richting van een afwijking tussen het centrum van de aftastvlek en de hartlijn van het afgetaste spoorgedeelte en de hoek tussen de 15 scheidingslijn en de effektieve spoorrichting. Dit verschilsignaal wordt gebruikt voor het bijregelen van de positie van de aftastvlek ten opzichte van de genoemde hartlijn, bijvoorbeeld door verplaatsing van de uitleeseenheid dwars op de hartlijn. Het somsignaal van de detektie-elementen is gemoduleerd overeenkomstig de uitgelezen informatie en 20 vormt derhalve het informatiesignaal.
Het bij een bepaalde spoorvolgfout behorende spoorvolgfoutsignaal is maximaal indien de projektie van het afgetaste spoorgedeelte op het detektievlak, hier aangeduid met effektieve spoorrichting, samenvalt met de scheidingslijn in het stralingsgevoelige 25 detektiestelsel.
Indien de uitleeseenheid, zoals in de figuren 1 en 2 getoond, bevestigd is op een draaiarm verandert de hoek tussen de effektieve spoorrichting en de scheidingslijn voortdurend bij bewegen van de uitleeseenheid van de binnenrand van de registratiedrager naar de 30 buitenrand, of omgekeerd. Er kan gekozen zijn voor een konstruktie zodanig dat de effektieve spoorrichting evenwijdig is met de scheidingslijn indien de aftastvlek, in radiale richting gezien, zich ongeveer in het midden van de sporenstruktuur bevindt. Beweegt de aftastvlek zich naar de binnenrand of naar de buitenrand dan neemt de 35 hoek tussen de effektieve spoorrichting en de scheidingslijn toe. Bij gebruik van een korte draaiarm kan deze hoek aan de binnen- of buitenrand van de registratiedrager vrijwel 90° worden.
87030 41 « PHN 12.353 8
Bij een radiale beweging van de aftastvlek vanuit de middenstand naar de uiterste standen wordt, afgezien van het al of niet juist gepositioneerd zijn van de aftastvlek ten opzichte van een afgetast spoorgedeelte, het spoorvolgfoutsignaal kleiner. Daardoor wordt 5 ook de nauwkeurigheid waarmee het spoorvolgservosysteem kan bijregelen kleiner. Tevens is dan dit systeem gevoeliger voor storingen, bijvoorbeeld voor die welke veroorzaakt worden door krasjes op de registratiedrager.
Volgens de uitvinding wordt ervoor gezorgd dat de 10 verdraaiing van de effektieve spoorrichting in meerdere of mindere mate gevolgd wordt door de scheidingslijn. Dit kan langs mechanische weg worden gerealiseerd door, bij beweging van de aftastvlak in radiale richting ten opzichte van de registratiedrager, de aftasteenheid tevens om zijn as te laten draaien zodat ook de scheidingslijn gedraaid wordt. 15 In de figuren 3a en 3b zijn twee uitvoeringsvormen van een ophanging van de uitleeseenheid weergegeven waarmee de gewenste bewegingen van deze eenheid althans gedeeltelijk gerealiseerd kan worden.
In figuur 3a is de uitleeseenheid 30 star verbonden met 20 twee armen 34 en 35. De ene arm 35 is rond een as 37 draaibaar verbonden met de draaiarm 31 die draaibaar is rond de vaste as 33 in het uitlees- of inschrijfapparaat. De andere arm 34 is eveneens draaibaar rond een as 36 gekoppeld aan een hulparm 38 waarvan het andere uiteinde draaibaar verbonden is met de vaste as 39 in het uitlees- of 25 inschrijfapparaat. De hulparm 38 heeft een lengte die gelijk is aan die van de draaiarm 31, en de vaste as 39 is geplaatst op een afstand van de as 33 die gelijk is aan de afstand tussen de assen 35 en 36 bij de aftasteenheid. De vier assen 33, 35, 36 en 39 liggen ieder op een hoekpunt van een parallellogram, zodat de aftasteenheid ten opzichte van 30 de lijn die de twee vaste assen 33 en 39 met elkaar verbindt dezelfde oriëntatie blijft innemen bij een rotatie van de draaiarm 31. De verandering van de hoek tussen de scheidingslijn en de effektieve spoorrichting wordt dus aanzienlijk gereduceerd en is gelijk in de posities bij de binnen- en buitenrand van de registratiedrager.
35 De ophanging van de uitleeseenheid zoals getoond in figuur 3b bevat een tweetal armen of draden 31 en 38 die aan het ene uiteinde draaibaar bevestigd zijn aan de vast geplaatste ophangpunten 33 87030 41 * PHN 12.353 9 en 39. De armen of draden zijn aan het andere uiteinde draaibaar verbonden, via de bevestigingspunten 36 en 37 met de uitsteeksels 34 en 35 waartussen de aftasteenheid 30 is bevestigd.
Bij een verplaatsing van de aftasteenheid 30, 5 bijvoorbeeld door magnetische middelen die aangrijpen op een deel van de behuizing, ondergaat deze tegelijkertijd een rotatie ten opzichte van de lijn tussen de punten 33 en 39. Bij een juiste keuze van de lengte van de armen of draden 31 en 38 en van de positie van de ophangpunten 33 en 39 wordt door de rotatie de verandering van de hoek tussen de 10 scheidingslijn en de effektieve spoorrichting grotendeels gekompenseerd. In plaats van enkelvoudige draden of armen kunnen ook meerdere parallele draden worden gebruikt die in de lengterichting van de assen met enige tussenruimte naast elkaar daaraan bevestigd zijn.
Een tweede mogelijkheid om de scheidingslijn aan te 15 passen aan de beweging van de effektieve spoorrichting bestaat daarin dat het stralingsgevoelige detektiestelsel met de bijbehorende signaalverwerkingsschakeling wordt gebruikt om de effektieve spoorrichting te bepalen. Indien gekonstateerd wordt dat de effektieve spoorrichting een bepaalde stand heeft worden in de signaalverwerkings-20 schakeling de uitgangssignalen van de detektie-elementen op zodanige wijze gekombineerd dat effektief twee detektoren verkregen worden waarvan de scheidingslijn zo goed mogelijk bij de effektieve spoorrichting past.
In de figuren 4a, 4b en 4c is een eerste uitvoeringsvorm 25 van een samengesteld detektiestelsel 40 waarin de scheidingslijn kan worden gedraaid weergegeven. Dit detektiestelsel bevat zes detektoren die in vier kwadranten gerangschikt zijn. De detektoren 41 en 44 vormen respektievelijk het eerste en derde kwadrant, de detektoren 42 en 43 vormen samen het tweede kwadrant en de detektoren 45 en 46 samen het 30 vierde kwadrant.
Zoals bekend wordt de op een spoor van het informatievlak invallende bundel door dit spoor in radiale richting gediffrakteerd, dit wil zeggen er ontstaan een, niet-afgebogen nulde-orde deelbundel, twee deelbundels die respektievelijk in de +1 en -1 orde worden afgebogen en 35 een aantal tweede en hogere orde deelbundels. De tweede en hogere orde deelbundels vallen grotendeels buiten de pupil van het objektiefstelsel en kunnen hier buiten beschouwing blijven. De afbeelding van de 870 30 41 a PHN 12.353 10 objektiefpupil is in figuur 4a met de cirkel p aangegeven. Indien de aftastbundel de pupil volledig vult, stelt de cirkel tevens de doorsnede van de nulde-orde deelbundel ter plaatse van het detektiestelsel voor. Het gearceerd weergegeven gebied g^ is het gebied van overlap van de 5 -1e orde deelbundel b(-1) en de nulde-orde deelbundel, terwijl in het gebied g2 de +1e orde deelbundel b(+1) en de nulde-orde deelbundel elkaar overlappen.
De eerste orde deelbundels hebben een faseverschil ten opzichte van de nulde-orde deelbundel die, behalve van de geometrie van 10 het spoor, ook afhangt van de positie van de aftastvlek ten opzichte van de hartlijn van het spoor. Indien het centrum van de aftastvlek op de hartlijn van het spoor is gelegen zijn de faseverschillen van de eerste orde deelbundels ten opzichte van de nulde-orde deelbundel gelijk. Verplaatst de aftastvlek zich dwars op de spoorrichting dan veranderen 15 de genoemde faseverschillen en wel in tegengestelde zin. Daardoor veranderen ook de intensiteiten in de gebieden g^ en g2 in tegengestelde zin, dat wil zeggen een van de gebieden wordt helderder en het andere donkerder, of omgekeerd, afhankelijk van het teken van de verplaatsing. Door twee detektoren te plaatsen op de posities van de 20 gebieden en g2 en door het verschil tussen de uitgangssignalen van de detektoren te bepalen kan de verplaatsing van de aftastvlek ten opzichte van de hartlijn van het spoor gedetekteerd worden, ofwel een spoorvolgfoutsignaal verkregen worden.
Omdat de eerste orde deelbundels b(+1) en b(-1) over 25 even grote doch tegengestelde hoeken afgebogen worden, zijn in het detektiestelsel de gebieden g^ en g2 symmetrisch gelegen en opzichte van de projektie van de spoorhartlijn of de effektieve spoorrichting tc. Het zal duidelijk zijn dat de twee genoemde detektoren waarmee de intensiteiten in de overlapgebieden bepaald worden, aan weerszijden van 30 de lijn tc gelegen moeten zijn. Voor het in figuren 4a, 4b en 4c weergegeven detektiestelsel met zes detektie-elementen betekent dit dat de uitgangssignalen van de detektie-elementen zodanig gekombineerd moeten worden dat effektief twee detektoren gevormd worden waarvan de scheidingslijn SL zo goed mogelijk samenvalt met de effektieve 35 spoorrichting tc.
Voor de in figuur 4a weergegeven situatie, die bijvoorbeeld overeenkomt met een stand van de draaiarm zodanig dat de 870 3 0 4 1 PHN 12.353 11 aftastvlek zich aan de ene rand van de registratiedrager bevindt, moeten de signalen (S) van de detektie-elementen 41, 42 en 46 gesommeerd worden evenals die van de detektie-elementen 43, 44, 45 en moet het verschil van de somsignalen bepaald worden. Het spoorvolgfoutsignaal Sr1 wordt 5 dan gegeven door:
Sr1 = iS41 + S42 + S46} " (S43 + S44 + S45}*
In figuur 4b is de situatie weergegeven waarin de aftastvlek zich aan de andere rand van de registratiedrager bevindt. De overlapgebieden g1 en g2 en de effektieve spoorrichting zijn dan 10 bijvoorbeeld over een hoek van ongeveer 45° gedraaid ten opzichte van de posities in figuur 4a. Door nu de signalen van de detektie-elementen 41, 42 en 43 te sommeren evenals die van de detektie-elementen 44, 45 en 46 wordt bereikt dat de scheidingslijn ongeveer samenvalt met de effektieve spoorrichting. Het spoorvolgfoutsignaal Sr2 wordt nu 15 gegeven door: sr2 = (S41 + S42 + S43} ' (S44 + S45 + S46J-
In figuur 4c nemen de overlapgebieden g^ en g2 en de effektieve spoorrichting een middenstand in, overeenkomend met bijvoorbeeld een positie van de aftastvlek op de registratiedrager 20 halverwege de binnen- en buitenrand. Dan zijn de signalen Sr^ en Sr2 ongeveer even groot en kunnen beide als spoorvolgfoutsignaal gebruikt worden. Bij een verplaatsing uit deze stand moet beslist worden welke van de signalen Sr1 en Sr2 gebruikt wordt voor bijregeling.
Ten behoeve van het nemen van deze beslissing kunnen de 25 aftastvlek en het afgetaste spoor periodiek ten opzichte van elkaar in radiale richting bewogen worden, met een amplitude die aanzienlijk kleiner is dan de afmeting van de aftastvlek en met een frequentie die enkele ordes van grootte kleiner is dan de frequentie van het uitgelezen informatiesignaal. Ten gevolge van deze geïnduceerde periodieke 30 spoorvolgfout zijn de spoorvolgfoutsignalen Sr1 en Sr2 eveneens gemoduleerd met een laagfrequente komponent of wobbel. Door vergelijken van de amplitudes van de laagfrequente komponenten kan gedetekteerd worden welke kombinatie van detektie-elementen op een bepaald moment het grootste spoorvolgfoutsignaal levert en dus geselekteerd moet worden.
35 Een uitvoeringsvorm van een elektronische schakeling voor het vormen en selekteren van de spoorvolgfoutsignalen Sr^ en
Sr2 is in figuur 5 weergegeven. De signalen S^-j en S^2 worden 87030 4 1 * PHN 12.353 12 toegevoerd aan een eerste sommator 50 en de signalen S44 en S45 aan een tweede sommator 51. De somsignalen worden van elkaar afgetrokken in een eerste aftrekschakeling 52. De uitgang daarvan is verbonden met een eerste ingang van een derde sommator 54. De tweede ingang daarvan is 5 verbonden met een uitgang van een tweede aftrekschakeling 53 aan de ingangen waarvan de signalen S4g en S4j gelegd zijn. Aan de uitgang van de sommator 54 verschijnt het eerste spoorvolgfoutsignaal Sr1. Het tweede spoorvolgfoutsignaal Sr2 wordt verkregen met behulp van een derde aftrekschakeling 55 waarvan de twee ingangen verbonden zijn met 10 uitgangen van respektievelijk de komponenten 52 en 53.
De spoorvolgfoutsignalen Sr^ en Sr2 worden toegevoerd aan de afzonderlijke polen van een schakelaar 56 die op elk moment slechts een van deze signalen doorlaat. Voor het selekteren van een van de twee signalen wordt ieder van de signalen achtereenvolgens door een 15 bandpassfilter 57, respektieveljk 58, dat slechts een signaal met een frequentie gelijk aan de wobbelfrequentie doorlaat en een gelijkrichter 59, respektievelijk 60 gestuurd. Aan de uitgangen van deze gelijkrichters verschijnen gelijkspanningssignalen die evenredig zijn met de amplitudes van de wobbelkomponenten van de signalen Sr^ en 20 Sr2· Deze eerste en tweede gelijkspanningskomponenten worden met elkaar vergeleken in de comparator 61 die bijvoorbeeld een positieve spanningspuls afgeeft indien de eerste gelijkspanningskomponent groter is dan de tweede gelijkspannnigskomponent en een negatieve puls indien het omgekeerde het geval is. Met deze pulsen wordt de schakelaar 56 25 gestuurd.
Voor het opwekken van een wobbelkomponent in een spoorvolgfoutsignaal kunnen de sporen in de registratiedrager een wobbelend verloop vertonen. Bij voorkeur echter wordt de aftastvlek gewobbeld. Daartoe kan de gehele aftasteenheid een wobbelende beweging 30 in radiale richting gegeven worden of kan een element in de aftasteenheid een kleine oscillerende beweging hebben.
De verdeling van het stralingsgevoelige detektiestelsel in vier kwadranten heeft het voordeel dat met dit detektiestelsel ook een fokusseringsfout van de aftastbundel op het informatievlak 35 gedetekteerd kan worden. Daarbij moet de op het detektiestelsel invallende bundel astigmatisch gemaakt worden, bijvoorbeeld door het aanbrengen van een cylinderlens in de stralingsweg tussen het 87030 4 1 ·? PHN 12.353 13 objektiefstelsel en het stralingsgevoelige detektiestelsel. Zoals beschreven is in het Amerikaanse octrooischrift 4.023.033 zal dan bij het optreden van een fokusseerfout de ronde stralingsvlek op het detektiestelsel overgaan in een elliptisch vlek. Deze vormverandering 5 kan met een vierkwadranten-detektor vastgesteld worden. Van de detektorkonfiguratie van de figuren 4a, 4b en 4c wordt het fokusseerfoutsignaal gegeven door:
Sf = (S41 + S44) - (S42 + S43 + S45 + S4g)
Een modifikatie van het detektiestelsel volgens de 10 figuren 4a, 4b en 4c is die waarin dit stralingsgevoelig detektiestelsel in «eer dan zes stralingsgevoelige detektie-elementen bevat. Met meer detektie-eleaenten in het detektiestelsel kan bijvoorbeeld de effektieve spoorrichting verder roteren dan aangegeven in de figuren zonder dat afbreuk gedaan wordt aan de sterkte van het spoorvolgfoutsignaal.
15 Anderzijds kan met leer detektie-elementen ook tot een betere overeenstemming tusen de effektieve spoorrichting en de richting van de scheidingslijn verkregen worden.
In figuur 6 is een voorbeeld van een andere verdeling van een detektiestelsel in detektie-elementen getoond. De in de figuur 20 weergegeven twaalf detektie-elementen zijn in twee ringen rond een stralingsongevoelige centraal gebied 100 gegroepeerd. Ieder van de twee ringen bestaat uit zes sektoren 101 tot en met 106 en 111 tot en met 116 respektievelijk. Bij deze verdeling zijn drie keuzes van de stand van de scheidingslijn tussen twee helften van het stralingsgevoelig 25 detektiestelsel mogelijk.
Met het detektiestelsel volgens figuur 6 kan ook een fokusfoutsignaal opgewekt worden, echter op een andere wijze dan beschreven aan de hand van de figuren 4a, 4b en 4c. Daarbij wordt, bijvoorbeeld door een kegelvormig element in de weg van de op het 30 detektiestelsel invallende bundel een ringvormige stralingsvlek op dit stelsel gevormd (aangegeven met de streeplijnen 120 en 121 in figuur 6) waarvan de hartlijn, bij de juiste fokussering, samenvalt met de cirkelvormige scheidingstrook tussen de samengestelde ringvormige detektor 101 tot en met 106 enerzijds en de samengestelde ringvormige 35 detektor 110 tot en met 116 anderzijds. Bij een defokussering van de aftastbundel op het informatievlak treedt een cirkelsymmetrische verandering van de stralingsverdeling over de ringvormige detektoren 870304 1 '^Mj| PHN 12.353 14 op. Deze verandering kan gedetekteerd worden door het somsignaal van de detektoren 101 tot en met 106 af te trekken van het somsignaal van de detektoren 111 tot en met 116.
Opgemerkt wordt dat in de genoemde uitvoeringsvormen door 5 het optellen van alle detektorsignalen een signaal verkregen wordt dat de uit de registratiedrager uitgelezen informatie representeert.
De uitvinding is weliswaar beschreven aan de hand van een uitvinding voor het uitlezen van een registratiedrager waarop reeds ingeschreven informatie is aangebracht maar kan ook toegepast worden in 10 een inrichting voor het inschrijven van informatie in een registratiedrager met lege of blanko sporen. De inschrijfinrichting heeft in principe dezelfde opbouw als de uitleesinrichting maar is bovendien voorzien van op zichzelf bekende middelen voor het in intensiteit moduleren van de inschrijfbundel overeenkomstig de in te 15 schrijven informatie.
87030 41

Claims (9)

1. Optische aftasteenheid voor het aftasten van een infonatiespoor op een optisch uitleesbare registratiedrager gedurende welk aftasten de oriëntatie van de aftasteenheid ten opzichte van de richting van het momentaan afgetaste spoorgedeelte verandert, welke 5 aftasteenheid bevat, een stralingsbron, een stralingsgevoelig detektiestelsel en een optisch systeem voor het fokusseren van een door de stralingsbron geleverde aftastbundel tot een aftastvlek op de registratiedrager en voor het afbeelden van de aftastvlek op het stralingsgevoelig detektiestelsel, welk detektiestelsel een aantal 10 stralingsgevoelige detektie-elementen bevat die aan weerszijden van een scheidingslijn zijn gelegen, welke detektie-elementen ieder een elektrisch uitgangssignaal leveren dat afhankelijk is van de intensiteit van de op het detektie-element vallende straling, waarbij het verschil van de uitgangssignalen van de detektie-elementen aan beide zijden van 15 de scheidingslijn representatief is voor de grootte en de richting van een afwijking tussen het midden van de aftastvlek en de hartlijn van het informatiespoor, met het kenmerk, dat de aftasteenheid is voorzien van middelen voor het, althans gedeeltelijk, kompenseren van de niet-paralleliteit van de effectieve spoorrichting en de richting van de 20 scheidingslijn.
2. Optische aftasteenheid volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde middelen worden gevormd door mechanische bevestigingsmiddelen voor de aftasteenheid die een kompenserende beweging van de uitleeseenheid bewerkstelligen zodanig dat de 25 scheidingslijn gedurende het aftasten in hoofdzaak evenwijdig gericht blijft aan de effektieve spoorrichting.
3. Optische aftasteenheid volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de aftasteenheid is opgehangen aan twee armen die aan een uiteinde roteerbaar aangrijpen aan twee met de aftasteenheid 30 verbonden bevestigingspunten en aan een ander uiteinde roteerbaar aangrijpen aan twee vast opgestelde ophangpunten.
4. Optische aftasteenheid volgens conclusie I, met het 87030 41 4 PHN 12.353 16 kenmerk, dat de genoemde middelen zich binnen de aftasteenheid bevinden en worden gevormd door het stralingsgevoelig detektiestelsel dat een aantal detektie-elementen bevat en door een elektronische schakeling bevattende een eerste subschakeling voor het op enkele verschillende 5 wijzen samenvoegen van de uitgangssignalen van de detektie-elementen tot meerdere spoorvolgfoutsignalen die ieder overeenkomen met een andere oriëntatie van de scheidingslijn, en een tweede subschakeling voor het selekteren van het sterkste spoorvolgfoutsignaal.
5. Optische aftasteenheid volgens conclusie 4, met het 10 kenmerk, dat de detektie-elementen zodanig in het stralingsgevoelig detektiestelsel zijn samengevoegd dat scheidslijnen tussen detektie-elementen zich radiëel vanuit een centraal punt uitstrekken.
6. Optische aftasteenheid volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de detektie-elementen van het stralingsgevoelig 15 detektiestelsel zijn samengevoegd in vier kwadranten en dat twee van de kwadranten ieder ten minste twee detektie-elementen bevatten, welke twee kwadranten diametraal tegenover elkaar liggen.
7. Optische aftasteenheid volgens conclusie 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat de aftasteenheid in een richting ongeveer dwars op de 20 gemiddelde richting van de afbeelding van het spoor oscilleerbaar is met een amplitude die kleiner is dan de afmeting van de aftastvlek op de registratiedrager door welk oscilleren de elektrische signalen aan de uitgang van de stralingsgevoelig detektiestelsel gemoduleerd worden en dat is voorzien in een regelschakeling voor het kiezen van de 25 scheidingslijn met behulp van de sterkte van de modulatie van de elektrische signalen.
8. Optische aftasteenheid volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de regelschakeling voorzien is van een drempel voor het vermijden van een heen en weer schakelen tussen verschillende 30 oriëntaties van de scheidingslijn.
9. Inrichting voor het uitlezen en/of inschrijven van informatie in een optisch uitleesbare registratiedrager die voorzien is van sporen welke inrichting is voorzien van een optische aftasteenheid volgens één van de voorgaande conclusies. 8763041
NL8703041A 1987-12-16 1987-12-16 Optische aftasteenheid en een optische uitlees- en/of inschrijfinrichting daarvan voorzien. NL8703041A (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8703041A NL8703041A (nl) 1987-12-16 1987-12-16 Optische aftasteenheid en een optische uitlees- en/of inschrijfinrichting daarvan voorzien.
US07/161,820 US4864118A (en) 1987-12-16 1988-02-29 Optical scanning unit with tracking error detection
EP88202838A EP0321039A1 (en) 1987-12-16 1988-12-12 Optical scanning unit and an optical read and/or write apparatus comprising such a unit
KR1019880016560A KR890010823A (ko) 1987-12-16 1988-12-13 광학주사장치 및 광학주사장치를 구비하는 정보 판독-기록용 장치
JP63316559A JPH01196739A (ja) 1987-12-16 1988-12-16 光学式走査装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8703041A NL8703041A (nl) 1987-12-16 1987-12-16 Optische aftasteenheid en een optische uitlees- en/of inschrijfinrichting daarvan voorzien.
NL8703041 1987-12-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8703041A true NL8703041A (nl) 1989-07-17

Family

ID=19851104

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8703041A NL8703041A (nl) 1987-12-16 1987-12-16 Optische aftasteenheid en een optische uitlees- en/of inschrijfinrichting daarvan voorzien.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4864118A (nl)
EP (1) EP0321039A1 (nl)
JP (1) JPH01196739A (nl)
KR (1) KR890010823A (nl)
NL (1) NL8703041A (nl)

Families Citing this family (53)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9002007A (nl) * 1990-09-12 1992-04-01 Philips Nv Inrichting voor het met optische straling aftasten van een informatievlak.
JPH04129048A (ja) * 1990-09-19 1992-04-30 Fujitsu Ltd 光学ヘッド装置
US5432763A (en) * 1993-03-15 1995-07-11 Hewlett-Packard Company Subminiature rotary actuator optical head
GB2307548A (en) * 1995-11-23 1997-05-28 Thomson Multimedia Sa Optical disk pickup using a six segment photodetector for tracking control
US6590853B1 (en) * 1998-03-30 2003-07-08 Samsung Electronics Co., Ltd. Swing arm driving type optical recording/reproducing apparatus
US6580683B1 (en) 1999-06-23 2003-06-17 Dataplay, Inc. Optical recording medium having a master data area and a writeable data area
US6904007B2 (en) * 2001-01-25 2005-06-07 Dphi Acquisitions, Inc. Digital servo system with loop gain calibration
US6937543B2 (en) 2001-01-25 2005-08-30 Dphi Acquisitions, Inc. Digital focus servo system with a sliding notch filter
US7260031B2 (en) 2001-01-25 2007-08-21 Dphi Acquisitions, Inc. Digital focus and tracking servo system with one-track jump
US7492675B2 (en) * 2001-01-25 2009-02-17 Dphi Acquisitions, Inc. Digital servo system with calibrated notch filters
US6882601B2 (en) 2001-01-25 2005-04-19 Dphi Acquisitions, Inc. Digital servo system with feed-forward control loops
US7672199B2 (en) 2001-01-25 2010-03-02 Dphi Acquisitions, Inc. Close focus algorithm in a digital focus servo system
US6762980B2 (en) 2001-01-25 2004-07-13 Dphi Acquisitions, Inc. Digital tracking servo system with a multi-track seeking and accelerated servo function for regaining a closed tracking loop
US7522480B2 (en) 2001-01-25 2009-04-21 Dphi Acquisitions, Inc. Digital tracking servo system with multi-track seek with an acceleration clamp
US6704261B2 (en) 2001-01-25 2004-03-09 Dphi Acquisitions, Inc. Spin motor control in an optical drive
US6950380B2 (en) * 2001-01-25 2005-09-27 Dphi Acquisitions, Inc. Detector input dark current offset calibration in an optical disk drive digital servo
US6882603B2 (en) 2001-01-25 2005-04-19 Dphi Acquisitions, Inc. Digital tracking servo system with tracking skate detection
US6922380B2 (en) 2001-01-25 2005-07-26 Dphi Acquisitions, Inc. Tracking and focus servo system with anti-skate algorithm
US6956797B2 (en) * 2001-01-25 2005-10-18 Dphi Acquisitions, Inc. Digital servo system with error signal integrity testing
US6847597B2 (en) 2001-01-25 2005-01-25 Dphi Acquisitions, Inc. Optical disk drive with a digital focus and tracking servo system
US6813228B2 (en) 2001-01-25 2004-11-02 Dphi Acquisitions, Inc. Tracking and focus servo system with direction sensor
US6738320B2 (en) 2001-01-25 2004-05-18 Dphi Acquisitions, Inc. System and method for moving optical pick up from current position to target position with smooth control
US7023776B2 (en) * 2001-01-25 2006-04-04 Dphi Acquisitions, Inc. Calibration initiation methods for a tracking and focus servo system
US6898164B2 (en) 2001-01-25 2005-05-24 Dphi Acquisitions, Inc. Close tracking algorithm in a digital tracking servo system
US6930963B2 (en) 2001-01-25 2005-08-16 Dphi Acquistions, Inc. Tracking and focus servo system with head load
US7016280B2 (en) * 2001-01-25 2006-03-21 Dphi Acquisitions, Inc. Tracking and focus servo system with defect detection
US6847596B2 (en) 2001-01-25 2005-01-25 Dphi Acquisitions, Inc. Tracking servo system including a multi-track seek algorithm with a track zero crossing period integrity test
US7020054B2 (en) * 2001-01-25 2006-03-28 Dphi Acquisitions, Inc. Digital servo system with biased feed-forward
US7092322B2 (en) * 2001-01-25 2006-08-15 Dphi Acquisitions, Inc. Calibration of focus error signal offset in a focus servo system
US6885619B2 (en) * 2001-01-25 2005-04-26 Dphi Acquisitions, Inc. Detector input stray light offset calibration in an optical disk drive
US6909676B2 (en) 2001-01-25 2005-06-21 Dphi Acquisitions, Inc. Digital tracking servo system with multi-track seek with track zero crossing detection
US7680004B2 (en) * 2001-01-25 2010-03-16 Dphi Acquisitions, Inc. Digital servo system with inverse non-linearity compensation
US7782721B2 (en) * 2001-01-25 2010-08-24 Dphi Acquisitions, Inc. Digital focus and tracking servo system with multi-zone calibration
US6891789B2 (en) * 2001-01-25 2005-05-10 Dphi Acquisitions, Inc. Tracking and focus servo system with automatic media type detector
US6728182B2 (en) 2001-01-25 2004-04-27 Dphi Acquisitions, Inc. Tracking and focus servo system with a media type boundary crossing detector
US6958957B2 (en) * 2001-01-25 2005-10-25 Dphi Acquisitions, Inc. Digital tracking and focus servo system with TES to FES crosstalk calibration
US6965547B2 (en) * 2001-01-25 2005-11-15 Dphi Acquisitions, Inc. Tracking and focus servo system with error signal inverse non-linearity calibration
US6813226B2 (en) 2001-01-25 2004-11-02 Dphi Acquisitions, Inc. Calibration of a focus sum threshold in a focus servo system
US7414940B2 (en) 2001-01-25 2008-08-19 Dphi Acquisitions, Inc. Calibration of a focus error signal gain in a focus servo system
US7196979B2 (en) 2001-01-25 2007-03-27 Dphi Acquisitions, Inc. Calibration storage methods for a digital focus and tracking servo system with calibration
US7593300B2 (en) 2001-01-25 2009-09-22 Dphi Acquisitions, Inc. Digital tracking servo system with off-format detection
US6906985B2 (en) 2001-01-25 2005-06-14 Dphi Acquisitions, Inc. Calibration of tracking error signal gain in a tracking servo system
US6891781B2 (en) * 2001-01-25 2005-05-10 Dphi Acquisitions, Inc. Digital servo system with second order compensator
US6970410B2 (en) * 2001-01-25 2005-11-29 Dphi Acquisitions, Inc. Focus detection in a digital focus servo system
US6970403B2 (en) * 2001-01-25 2005-11-29 Dphi Acquisition, Inc. Calibration of tracking error signal offset in a tracking servo system
US7095683B2 (en) * 2001-01-25 2006-08-22 Dphi Acquisitions, Inc. Tracking and focus digital servo system with write abort
US7023766B2 (en) 2001-01-25 2006-04-04 Dphi Acquisitions, Inc. Flexible servicing of servo algorithms using a digital signal processor
US6809995B2 (en) 2001-01-25 2004-10-26 Dphi Acquisitions, Inc. Digital focus and tracking servo system
US6781929B2 (en) 2001-01-25 2004-08-24 Dphi Acquisitions, Inc. Digital tracking servo system with multi-track seek
JP4770080B2 (ja) * 2001-07-17 2011-09-07 ソニー株式会社 光ピックアップの調整用光ディスク
JP2006500706A (ja) * 2002-09-19 2006-01-05 コーニンクレッカ フィリップス エレクトロニクス エヌ ヴィ 光ディスク装置
WO2007036826A2 (en) * 2005-09-30 2007-04-05 Koninklijke Philips Electronics N.V. Optical disk drive and tracking error detection method for an optical disk drive
CN110824457B (zh) * 2019-11-05 2023-05-30 广西大学 一种避免遮挡的三维激光扫描系统

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7703077A (nl) * 1977-03-22 1978-09-26 Philips Nv Inrichting voor het uitlezen van een stralings- reflekterende registratiedrager.
JPS5413310A (en) * 1977-07-01 1979-01-31 Toshiba Corp Head positioning device
US4458144A (en) * 1981-06-30 1984-07-03 Storage Technology Corporation Apparatus for reading information stored in a track pattern on a radiation reflecting record
JPH0675297B2 (ja) * 1981-08-28 1994-09-21 株式会社日立製作所 光学的情報記録再生装置
JPS58100244A (ja) * 1981-12-10 1983-06-14 Foster Denki Kk 光学式情報再生装置
US4458734A (en) * 1982-01-29 1984-07-10 Scholle Corporation Apparatus and method for aseptically filling a container
JPS58200440A (ja) * 1982-05-19 1983-11-22 Sony Corp 光学的読取装置
US4747090A (en) * 1982-10-14 1988-05-24 Omron Tateisi Electronics Co. Integral pickup for an optical digital disc using saw deflection and lenses
US4695992A (en) * 1983-01-31 1987-09-22 Canon Kabushiki Kaisha Optical information recording-reproducing apparatus in which the relative position of a primary beam and secondary beams on recording medium is varied during recording and reproduction of information

Also Published As

Publication number Publication date
KR890010823A (ko) 1989-08-10
EP0321039A1 (en) 1989-06-21
US4864118A (en) 1989-09-05
JPH01196739A (ja) 1989-08-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8703041A (nl) Optische aftasteenheid en een optische uitlees- en/of inschrijfinrichting daarvan voorzien.
US3992574A (en) Opto-electronic system for determining a deviation between the actual position of a radiation-reflecting plane in an optical imaging system and the desired position of said plane
NL8601876A (nl) Inrichting voor het aftasten van een optische registratiedrager.
US5195081A (en) Optical apparatus for effecting recording and/or reproducing of information on/from and optical information recording medium
US5774432A (en) Focussing system and methods for multi- track optical disk apparatus
US5198916A (en) Optical pickup
JP3422255B2 (ja) トラッキング装置、及び光ディスク装置
JPH0430094B2 (nl)
JPH0589477A (ja) 光デイスク
JPH073700B2 (ja) 光学式ヘッド装置
JPH08506918A (ja) 光走査装置
US7072268B2 (en) Optical pickup apparatus, optical disk apparatus, and tracking error signal detection method
JPH0624070B2 (ja) 光学デイスク装置
JPH0729188A (ja) トラッキングエラー検出方法
JP2563747B2 (ja) 光学ディスク装置
KR0176500B1 (ko) 홀로그램소자를 채용한 광픽업
JP3381873B2 (ja) 光ピツクアツプ装置及びトラツキングエラー検出方法
JP3440783B2 (ja) 光学式位置検出装置およびその調整方法
JPH07105052B2 (ja) 光ピツクアツプのトラツキング方法
KR830000430B1 (ko) 광학적 방사선 정보담체(Carrier)의 독취장치
JP2615954B2 (ja) 光ヘッド装置及びこれを用いた光情報処理装置
JPH0279228A (ja) 光ピックアップ装置
JP2716825B2 (ja) 対物レンズサーボ装置
JPH0573953A (ja) 光学式記録再生装置
JPH0729189A (ja) トラッキングエラー検出方法

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed