NL8702331A - Verpakkingsmiddel voor fluida, vaste stoffen met vloeieigenschappen of dergelijke. - Google Patents

Description

¥ l * VO 9316 - 1 -

Titel: Verpakkingsmiddel voor fluïda, vaste stoffen met vloei- eigenschappen of dergelijke

De uitvinding heeft betrekking op een verpakkingsmiddel voor fluïda, vaste stoffen met vloe ie igenschappen of dergeiijke, en voorzien van een doos uit een gebruikelijk verpakkingsmateriaal zoals karton of dergeiijke, een steunfreem uit een sterker en 5 vormvaster materiaal, zoals hout of dergeiijke, en een binnenzak uit een gebruikelijk verpakkingsmateriaal, zoals een flexibele kunststof of dergeiijke, vaar het opnemen van het te verpakken materiaal.

Bij een dergelijk verpakkingsmiddel kunnen zich proble-10 men voordoen door het ondanks het aanwezig zijn van het steunfreem uitbulken van de daaszijwanden. Het optreden van uitbuikingen heeft verscheidene nadelen. De voornaamste daarvan zijn een vermindering van het effectief te benutten transport volume en een vergroting van de kans op beschadiging van het verpakkingsmiddel.

15 De vermindering van het effectief te benutten transport volume is een gevolg van het feit, dat de uitbuikingen een vlaksgewïjs tegen elkaar aan plaatsen van meerdere dozen voorkomen, waardoor er tussen naast elkaar geplaatste dozen loze ruimten worden gevormd.

Vooral bij lange transport wegen, bijvoorbeeld over zee, kan dit 20 een aanzienlijk nadeel zijn, dat de transportkosten sterk doet toenemen; zeer zeker als het stoffen betreft, die onder bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld in koelruimten, moeten worden vervoerd. De vergrote kans op beschadiging is een gevolg van het tot buiten het steunfreem reiken van de uitbuikende wanden, die veelal 25 uit een minder sterk materiaal, bijvoorbeeld karton, zijn vervaardigd. Beschadiging van die wand kan zeer snel tevens beschadiging 8702331

V

- 2 - ♦ » van de daar door het verpakte materiaal tegen aan gedrukte binnenzak tot gevolg hebben, en zodoende het vrij komen en verloren gaan ' van de verpakte stoffen. Om deze nadelige effecten te voorkomen is reeds toevlucht gezocht tot het fabriceren van het verpakkingsmid-5 del aanmerkelijk complicerender en duurder makende maatregelen, zoals het steunfreem bekleden met een platen materiaal met relatief grote eigen sterkte, zoals houtproducten en dergelijke, danwel de wanden dubbel uitvoeren met daartussen loze ruimten, die weliswaar de kans op beschadiging verminderen, doch de effectieve 10 transportruimte verkleinen en bovendien de uitvoering en vervaardiging van de doos compliceren en duurder maken. Het bekleden van het steunfreem met relatief stijve en sterke delen verkleint weliswaar de nuttige transportruimte in kleinere mate, doch is aanmerkelijk duurder en vergroot daarenboven het gewicht van het ver-15 pakkingsmiddel, hetgeen uit transportoogpunt minder wenselijk is.

Met de uitvinding wordt beoogd een verpakkingsmiddel van de in de aanhef genoemde soort zodanig te verbeteren, dat met zo gering moge lijk, relatief goedkope middelen een betrouwbare, niet uitbuikende constructie met een zo klein magelijk verlies aan 20 effectief transportvolume wordt verkregen.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doordat vier tegenover elkaar gelegen freemzijwanden elk zijn voorzien van een drukvlak, dat zich over de volle hoogte van de betreffende zijwand uitstrekt, doch een breedte heeft die kleiner is dan die 25 van de betreffende zijwand, en een huls uit een relatief dun materiaal met hoge treksterkte en relatief kleine rek, zoals papier, een bandjesweefsel uit kunststof of dergelijke, is aangebracht, welke huls buiten om de drukvlakken heen loopt en zich vanaf de ene zijde van een drukvlak in hoofdzaak direct uitstrekt naar de 30 aangrenzende zijrand van het drukvlak van de aangrenzende zijwand 870233 1

* V

- 3 - * en aldus de freemhoeken afsnijdend. Door deze maatregelen wordt een constructie verkregen, die bij het afvullen met een vloeistof of dergelijke zichzelf gaat spannen en verstijven door de druk uitgeoefend door het in de binnenzak gebrachte materiaal. Deze 5 voordeelbiedende werking is het gevolg van het aanbrengen van de huls, die het buitenwaarts uitwijken van de drukvlakken begrenst en correleert. De amtrek van de huls in belaste toestand legt daarbij vast hoever de drukvlakken buitenwaarts kunnen bewegen, waarbij die huls slechts op trek wordt belast en zodoende uit een 10 licht en dun materiaal als papier kan worden vervaardigd. Loze ruimten ontstaan slechts in de hoeken van de doos, dat wil zeggen ter plaatse waar de huls zich de freemhoeken afsnijdend uitstrekt.

Die hoekgebieden kunnen zo klein moge lijk en zo effectief mogelijk worden verdeeld, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm 15 van de uitvinding de drukvlakken aan beide zijden een gelijk deel van de freemzijwanden onbedekt laten. In die hoeken kunnen al dan niet verstijvingsorganen, bijvoorbeeld voor het verhagen van de stapelsterkte, zijn aangebracht.

De drukvlakken zijn als bepalend voor de buitenvlakken 20 van het verpakkingsmiddel te zien. Om die buitenvlakken vlak te houden, kunnen de drukvlakken zijn uitgevoerd als op zich relatief stijve, niet uitbuikende elementen. Daarmee wordt evenwel deels een der nadelen van de bekende verstijvingsconstructies wederom geïntroduceerd, namelijk het gebruiken van een duurder, zwaarder 25 materiaal. Daarom wordt er overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding een voorkeur voor uitgesproken, dat de drukvlakken zijn vervaardigd uit een dun materiaal met hoge treksterkte en relatief kleine rek, zoals papier of dergelijke, welke drukvlakken door tussengeplaatste stijve steunorganen, bijvoor-30 beeld houten latten of dergelijke, althans plaatselijk op afstand 870233 1

V

% - 4 - van de huls worden gehouden.

Bedoelde stijve steunorganen kunnen daarbij op verder voordeelbiedende wijze de horizontale en verticale delen van het steunfreexn vormen, als overeenkomstig een verdere voorkeursuitvoe-5 ringsvorm van de uitvinding het freem bestaat uit vier in principe onafhankelijke freemwanden, die elk zijn samengesteld uit een druk vlak en zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde van het drukvlak aangebrachte stijve freemrandorganen, die aan weerszijden ten opzichte van het drukvlak uitsteken over een afstand corres-10 ponderend met de gewenste omtreksafmetingen van het freem. Deze constructie wordt mogelijk gemaakt door het toepassen van de huls, die het verbindende element voor de vier druk vlakken en zodoende de steunfreemz ij wanden vormen. Deze uitvoeringsvorm heeft nog het verdere, extra en bijzondere voordeel, dat het verpakkingsmiddel 15 in plat samengeklapte toestand kan worden aangeleverd op de plaats waar het verpakkingsmiddel moet worden afgevuld, en wel zander dat het voor het verkrijgen van een stevig steunfreem nodig is timmer-werkzaamheden te verrichten. In zoverre dat nog niet is geschied, hoeven de steunfreemzijwanden slechts in de huls te warden gescha-20 ven; de gewenste sterkte van het geheel wordt automatisch bij het afvullen van het verpakkingsmiddel verkregen.

Als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding genoemd ene paar tegenover elkaar gelegen freemrandorganen een zodanige lengte heeft, dat dat paar met zijn kopse uit-25 einden past tussen de binnenzijden van genoemd andere paar tegenover elkaar gelegen freemrandorganen, is met het opzetten of uitklappen van het verpakkingsmiddel tevens een eerste ruwe vormgeving daaraan te verwezenlijken, die het afvullen, waardoor de uiteindelijke, gewenste vorm en sterkte warden verkregen, vergemakke-30 lijkt. Daarbij is zowel het aanvankelijk vormgeven als het bij het 870233 1 r

V

(► - 5 - afvullen, verkrijgen van de uiteindelijke, gewenste vorm op voor-deelbiedfende wijze te beïnvloeden, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de kopse uiteinden van genoemd ene paar freemrandorganen kunnen schuiven langs de binnenzijden 5 van genoemd andere paar freemrandorganen. Uit krachtenoogpunt verdient het bij deze uitvoeringsvorm verder de voorkeur, dat de steunorganen verbanden met genoemd ene paar freemrandorganen aan de binnenzijde daarvan daaraan zijn bevestigd en de steunorganen verbanden met genoemd andere paar freemrandorganen aan de buiten-10 zijde daarvan daaraan zijn bevestigd. Door deze maatregelen warden de druk vlakken die het ene paar freemrandorganen dragen bij het afvullen buitenwaarts gedrukt, terwijl de drukvlakken die het andere paar freemrandorganen dragen door de huls in binnenwaartse richting worden belast, hetgeen tot gevolg heeft, dat naar mate 15 het verpakkingsmiddel meer gevuld raakt de freemrandorganen hun uiteindelijke, gewenste plaats gaan bereiken en tenslotte in hun door de huls bepaalde eindstand door diezelfde huls met kracht tegen elkaar worden gedrukt en zodoende in een rechthoekig verband worden geborgd, zonder dat de freemrandorganen daartoe in principe 20 door bevestigingsmiddelen hoeven te worden vastgezet.

Teneinde de stapelsterkte te vergroten en de kans op beschadiging van de onderzijde van het verpakkingsmiddel te verkleinen, kan het in bepaalde gevallen de voorkeur verdienen, dat telkens een der freemrandorganen van het andere paar wordt bevestigd 25 aan een plaatvormige bodem uit een stijf materiaal, zoals bijvoorbeeld hout of dergelijke. Bij ten opzichte van elkaar onafhankelijke steunfreemwanden met schuivende freemrandorganen kan dat aanbrengen van de plaatvormige bodem op elk gewenst moment geschieden zonder dat daarbij de gewenste werking van het verpak-30 kingsmiddel tijdens het afvullen nadelig wordt beïnvloed danwel 8702331 - r - 6 - * verhinderd. Uiteraard kan na het voltooien van het afvullen verder nog een plaatvormig deksel worden aangebracht.

Onder verwijzing naar een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal het verpakkingsmiddel volgens de uitvin-5 ding thans nader worden besproken en toegelicht. Daarbij toont: fig. 1 een verpakkingsmiddel volgens de uitvinding in vooraanzicht onder weglating van een omhullende doos; en fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II - II in fig. 1, waarbij het verpakkingsmiddel in de bovenste helft van de figuur 10 is weergegeven in ongevulde toestand en in de onderste helft in gevulde toestand.

Het in de tekening getoonde verpakkingsmiddel is weergegeven zonder een dit normaliter in althans de transportsituatie omhullende doos uit een gebruikelijk verpakkingsmateriaal, zoals 15 karton of dergelijke, teneinde de uitvoering en werking van de overige delen van het verpakkingsmiddel beter en duidelijker te kunnen beschrijven. Bij het getoonde verpakkingsmiddel behoort een alom bekende rechthoekige doos, die op elke willekeurig bekende wijze kan zijn vervaardigd en daarom hier niet verder lijkt te 20 hoeven worden besproken.

De in de tekening weergegeven delen van het verpakkingsmiddel omvatten een eerste paar tegenover elkaar gelegen wanden 1, een tweede paar tegenover elkaar gelegen wanden 2, die zich loodrecht op het eerste paar wanden 1 uitstrekken, een huls 3, een r 25 binnenzak 4 en een bodemplaat 5,

De wanden 1 zijn elk samengesteld uit een bovengelegen freerarandorgaan 6 en een ondergelegen freemrandorgaan 7, welke alle een lengte hebben, die correspondeert met een binnenhoofdaf-meting van een omhullende doos, in het onderhavige geval de in 30 dwarsdoorsnede gezien korte rechthoekzijde van die doos. Tussen 8702331 i * - 7 - telkens een boven- en een ondergelegen freemrandorgaan strekt zich verticaal een drukvlak 8 uit, dat is opgebouwd uit twee steunorga-nen 9, waartussen een laag 10 uit papier is gespannen. De steunor-ganen zijn aan de buitenzijden van de freemrandorganen 6 en 7 aan-5 gebracht en daaraan onder tussenvoeging van de laag 10 bevestigd.

De wanden 2 zijn eveneens samengesteld uit telkens een bovengelegen freemrandorgaan 11 en een ondergelegen freemrandorgaan 12, welke alle een lengte hebben, die tesamen met de dikte van de beide freemrandorganen 6, respectievelijk 7 correspondeert 10 met een binnenhoofdafmeting van een omhullende doos, in het onderhavige geval de in dwarsdoorsnede gezien lange rechthoekzijde van die doos. Tussen telkens een boven- en een onderge legen freemrandorgaan strekt zich verticaal een drukvlak 13 uit, dat is opgebouwd uit twee steunorganen 14, waartussen een laag 15 uit papier is ge-15 spannen. De steunorganen 14 zijn aan de binnenzijden van de freemrandorganen 11 en 12 bevestigd, waarbij de laag 15 op zijn beurt weer aan de binnenzijde van de steunorganen 14 is bevestigd.

In fig. 2 zijn twee verschillende situaties weergegeven; in de bovenste helft de uitgangsstand voor het afvullen en in de 20 onderste helft de situatie na het afvullen. In samenhang met de bovenste helft van fig. 2 wordt opgemerkt, dat de vier wanden 1 en 2 in principe onafhankelijk van elkaar en van de huls 3 zijn, hetgeen betekent, dat de vier wanden in feite elk afzonderlijk uit de huls 3 zijn te nemen, zodat het verpakkingsmiddel in geheel platte 25 toestand aan de vulplaats kan worden toegevoerd, waarbij ook de omhullende doos, die zoals bekend ook in platte toestand kan worden aangevoerd, dit transportvoordeel niet teniet doet; Onder verwijzing naar in het bijzonder fig, 2 zal in het navolgende nader worden ingegaan op hetgeen met het verpakkingsmiddel geschiedt bij 30 het afvullen daarvan.

* 870233 1 f - 8 -

Afhankelijk van de toestand waarin het verpakkingsmiddel wordt aangevoerd op de vu lp laats, dienen er allereerst opstelhan-delingen te warden verricht tat de in fig. 2, bovenste helft weergegeven stand is bereikt. Voor de daartoe te verrichten handelin-5 gen kan gedacht worden aan het in de huls steken van de vier onafhankelijke wanden 1 en 2, het haaks op en binnen de freemrandorga-nen 6 en 7 plaatsen van de freemrandorganen 11 en 12, het aanbrengen van de binnenzak 4 in de ruimte omgeven door de wanden 1 en 2, en het eventueel aan de bodemplaat 5 vastmaken van de ondergelegen 10 freemrandorganen 7.

Ha het aldus opzetten van het verpakkingsmiddel kan het afvullen daarvan worden gestart door het brengen van te verpakken materiaal in de binnenzak 4. Door het ingebrachte materiaal wordt de binnenzak 4 opgerekt en komt zodoende in contact met de druk-15 vlakken 8 en 13 alsmede de huls 3. Haar ma te er meer materiaal in de binnenzak 4 terecht komt, wil deze zak, die nauwelijks of geen eigen stijfheid kent, steeds verder buitenwaarts bewegen, hetgeen tot gevolg, heeft, dat in het bijzonder de drukvlakken belast woï— den. Hierdoor zullen de drukv lakken 13 vanuit de in de bovenste 20 helft van fig; 2 getoonde stand naar de in de onderste helft getoonde stand bewegen, waarbij de huls 3, die aanvankelijk los om de wanden 1 en 2 heen zat, geleidelijkaan wordt gespannen tot de in fig. 2, onderste helft getoonde stand is bereikt, waarbij de freemrandorganen 6 en 11, respectievelijk 7 en 12 een rechthoekig 25 boven- respectievelijk ondersteunfreemraam vormen en de huls 3 zich strak in zijn strak gespannen stand bevindt en in feite niet verder meer kan uitwijken. In die stand zijn de drukv lakken 8 en 13 enigszins naar buiten uitwijkend, zoals getoond in de onderste helft van fig. 2, vervormd zander daarbij evenwel starende uitbui-30 kingen buiten omtrek van het verpakkingsmiddel te gaan vormen.

8702331 - 9 -

Het gaan aannemen van de in de onderste helft van fig. 2 getoonde stand uitgaande van die in de bovenste helft geschiedt middels het met hun kopse uiteinden schuiven van de freemrandorga-nen 11 en 12 langs de binnenzijden van de freemrandorganen 6 en 7.

5 De drukvlakken 13 worden zodoende tijdens het afvullen naar buiten toe gedrukt, welke buitenwaartse beweging vanaf een gegeven moment wordt tegengewerkt door de langzaam onder spanning gebrachte huls, die op zijn beurt in zijn bewegingsmogelijkheden wordt beperkt door de steunorganen 9 verbonden met de freemrandorganen 6 en 7, 10 die door de freemrandorganen 11 en 12 op een vaste onderlinge afstand worden gehouden. Bij het uitwijken van de drukvlakken 13 worden de freemrandorganen 6 en 7 naar elkaar toe getrokken door de onder spanning gebrachte huls 3, die aldus voor een verstijving van het in principe uit losse delen samengestelde verpakkingsmid-15 del zorgdraagt. Zoals uit het onderste deel van fig. 2 blijkt, zal de binnenzak 4 uiteindelijk nauw aansluitend de vorm van de drukvlakken 3 en 13 en tussen die drukvlakken de vorm van de huls 3 volgen. Het afvullen wordt voltooid met het vloeistofdicht afsluiten van de binnenzak 3, hetgeen door lassen of een andere van 20 het materiaal van de binnenzak afhankelijke methode geschiedt.

Aldus wordt een verpakkingsmiddel verkregen, dat op vier kleine boekgebieden na een rechthoekige dwarsdoorsnede kan opvullen zonder daarbij uitbuikingen te gaan vertonen. Verder zal duidelijk zijn, dat het in het onderste deel van fig. 2 getoonde verpak-25 kingsmiddel zonder problemen in een omhullende rechthoekige doos met geschikte afmetingen kan worden geschoven, welke doos relatief licht van constructie kan zijn, omdat deze geen krachten van het verpakte materiaal hoeft op te vangen; deze immers worden geheel in de in fig. 2 weergegeven constructie opgevangen. Hiermee zal 30 dan tevens duidelijk zijn, dat die doos aak geen uitbuikingen zal &70233 1 ♦ - 10 - gaan vertonen, zodat een optimale stapeling in een transportruimte zal kunnen plaatshebben, waarbij de steunorganen 9 en 14 alsmede de freemrandorganen 6, 7, 11 en 12 in het algemeen een voldoende stijfheid en sterkte aan het verpakkingsmiddel geven om stapel-5 krachten te kunnen weerstaan. In gevallen waar extra versterking nodig zou zijn, is dat op een voudige wijze moge lijk door dergelijke versterkingen en verstijvingen na het afvullen van het verpakkingsmiddel in de vrij blijvende hoekgebieden te schuiven.

Het spreekt vanzelf, dat er binnen het kader van de uit-10 vinding vele wijzigingen en varianten magelijk zijn. Zo kunnen de freemrandorganen alle korter zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld niet breder dan het bijbehorende drukvlak, dat op zijn beurt weer uit een plaatvormig deel sou kunnen bestaan, zodat er dan geen afzonderlijke steunorganen en freemrandorganen meer te onderkennen hoe-15 ven zijn. Daarbij zou dan verder nog een plaatvormig dekseldeel overeenkomstig aan het plaat vormig bodemdeel 5 aanwezig kunnen zijn. Overigens is dat laatste uiteraard ook mogelijk bij de in de tekening weergegeven constructie. Verder zijn de diverse onderdelen uit elk willekeurig, geschikt materiaal te vervaardigen. In-20 dien uit sterkte- en stijf he idsoverwegingen gewenst, is het evenzeer mogelijk tussen de boven- en ondergelegen freemrandorganen nog verdere tussengelegen freemrandorganen aan te brengen. Hetzelfde geldt uiteraard met betrekking tot de steunorganen.

25 30 870 2.33 1

Claims (8)

1. Verpakkingsmiddel voor fluïda, vaste stoffen met vloei- 5 eigenschappen of dergelijke, en voorzien van een doos uit een gebruikelijk verpakkingsmateriaal, zoals karton of dergelijke, een steunfreem uit een sterker en vormvaster materiaal, zoals hout of dergelijke, en een binnenzak uit een gebruikelijk verpakkingsmateriaal, zoals een flexibele kunststof of dergelijke, voor het op-10 nemen van het te verpakken materiaal, met het kenmerk, dat vier tegenover elkaar gelegen freemzijwanden elk zijn voorzien van een drukvlak, dat zich over de volle hoogte van de betreffende zijwand uitstrekt, doch een breedte heeft die kleiner is dan die van de betreffende zijwand, en een huls uit een relatief dun materiaal 15 met hoge treksterkte en relatief kleine rek, zoals papier, een bandjesweefsel uit kunststof of dergelijke, is aangebracht, welke huls buiten om de drukvlakken heen loopt en zich vanaf de ene zijde van een drukvlak in hoofdzaak direct uitstrekt naar de aangrenzende zijrand van het drukvlak van de aangrenzende zijwand en 20 aldus de freemhoeken afsnijdend.

2. Verpakkingsmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drukvlakken aan beide zijden een gelijk deel van de freemzijwanden onbedekt laten.

3. Verpakkingsmiddel volgens conclusie 1 of 2, met het ken-25 merk, dat de drukvlakken zijn vervaardigd uit een dun materiaal met hoge treksterkte en relatief kleine rek, zoals papier of dergelijke, welke drukvlakken door tussengeplaatste stijve steunor-ganen, bijvoorbeeld houten latten of dergelijke, althans plaatselijk op afstand van de huls worden gehouden.

4. Verpakkingsmiddel volgens een der voorgaande conclusies, « 870233 1 f ' * - 12 - met het kenmerk, dat het freem bestaat uit vier in principe onafhankelijke freemwanden, die elk zijn samengesteld uit een drukvlak en zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde van het drukvlak aangebrachte stijve freemrandorganen, die aan weerszijden ten op-5 zicht e van het drukvlak uit steken over een afstand corresponderend met de gewenste omtreksafmetingen van het freem.

5. Verpakkingsmiddel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat genoemd ene paar tegenover elkaar gelegen freemrandorganen een zodanige lengte heeft, dat dat paar met zijn kopse uiteinden past 10 tussen de binnenzijden van genoemd andere paar tegenover elkaar ge legen freemrandorganen.

6. Verpakkingsmiddel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de kopse uiteinden van genoemd ene paar freemrandorganen kunnen schuiven langs de binnenzijden van genoemd andere paar freem- 15 randorganen.

7. Verpakkingsmiddel volgens conclusie 3-6, met het kenmerk, dat de steunorganen verbonden met genoemd ene paar freemrandorganen aan de binnenzijde daarvan daaraan zijn bevestigd en de steunorganen verbonden met genoemd andere paar freemrandorganen 20 aan de buitenzijde daarvan daaraan zijn bevestigd.

8. Verpakkingsmiddel volgens een der conclusies 4-7, met het' kenmerk, dat telkens een der freemrandorganen van het andere paar wordt bevestigd aan een plaatvormige bodem uit een stijf materiaal, zoals bijvoorbeeld hout of dergelijke. 25 8702331