NL8702209A - Vlaksilo-losapparaat. - Google Patents

Description

£

Vlakstlo-losapparaat.

De uitvinding heeft betrekking op een vlaksilo-losapparaat in de uitvoering volgens de kop van conclusie 1.

Bekende apparaten van dit soort zijn telkens met drie messen uitgerust, die tegen de vlakken van een 5 U-vormige beugel aanliggen en hydraulisch worden aangedreven. Door het aanbrengen van de aandrijfcilinders veroorzaakt, treden door de ruimte behoefte bij het dringen in de voedselvoorraad bij vaste silo-installaties, vaak storingen bij het snijden of aan de aandrijf-elementen op.

10 Ter opheffing van de hierboven genoemde storingen werd volgens de uitvinding een vlakke bouwwijze nagestreefd.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een aantal uitvoeringsvormen van een apparaat volgens de uitvinding 15 is weergegeven. In de tekening toont: fiugur 1 een totaalaanzicht van het apparaat; figuur 2 een dwarsdoorsnede door de dwarsbalk van de snijbeugel; 20 figuur 3 een doorsnede van de dwarsbalk van de snijbeugel met aandrijving van het mes; figuur 4 het in het mes grijpende, de aandrijving veroorzakende drukstuk; en figuur 5 een doorsnede van figuur 4.

25 Het vlaksilo-losapparaat 1 is aan een niet nader weergegeven landbouwtrekker aan diens driepuntshydraulica of de frontlaadschop aangebracht. Een bekende hydraulische installatie (zoals bijvoorbeeld volgens G 8625229.1) drijft de messen 2, 3 en 4 aan, die horizontaalccsillerend op de snijbeugel 5 zijn aangebracht. De 870220; :· ί -2- t’ aandrijving van de zijdelingse opgestelde snijmessen 3 en 4 is zonder problemen, aangezien de corresponderende aandrijfcilinders gedurende het gebruik buiten de vlaksilo blijven.

Het mes 2 is aan de buitenzijde van de ^ aan zijn ondereinde met starre tanden 7 bezette dwarsbalk 6 van de snijbeugel 5 horizontaal oscillerend aangebracht. De aandrijf-elementen moeten smal worden gehouden, aangezien zij in de snijspleet dringen en deze dienovereenkomstig moeten verbreden. Bij het dalen van de in de zijbalken 8 verticaal geleide snijbeugel 5 steken eerst 10 de starre tanden 7 aan de dwarsbalk 6, evenals aan de zijbalken 9 en 10, in het voer naar binnen, de oscillerende messen 2, 3 en 4 scheiden met de snijtanden 11 een blokvormig voederblok uit de vlaksilo 11. De mesruggen steunen tegen de glijplaten 12. Drukplaten 13 drukken de messen 2, 3 en 4 tegen de glijvlakken.

15 Het snijden wordt van de hydraulische aandrijf cilinders 14 en 15 overgedragen, die zich om verbuigingen aan de snijbeugel te kunnen vereffenen, aan kapvormige steunvlakken van de aan de dwarsbalk 6 bevestigde kogelpannen 16 via diens aan de kop-vlakken 17 kogelachtige gevormde zuigerstangen 18 in axiale richting 20 afsteunen. Het drukmiddel, bij voorkeur hydraulische olie, treedt aan de ingang 8 in de aandrijfcilinder 14 naar binnen, belast het zuigervlak 19 en verschuift de zuiger 20 over een slaglengte totdat het zuigervlak 19 de smoorboring 21 vrijgeeft en een drukimpuls op een omschakelklep uitoefent, die niet nader is weergegeven. De 25 olie van de ringruimte 22 wordt naar de ringruimte 23 van de aandrijf-cilinder 15 verschoven, hij oefent geen functie uit. De sehuifplaat 24, op minstens twee op bouten 25 gelagerde rollen 26 in de sleden 27 geleid en door de aandrijfcilinders 14 via het krachtinleidende drukstuk 28 aangedreven, wordt door de aan de onderzijde wigvormig geprofileerde versterkingsplaat 29 in een afgesloten ruimte 34 afgedekt en draagt de beweging over door middel van een vast of eventueel losmaakbaar aangebracht drukstuk 30 door de spleet 31 in de dwars-rug 6 naar het mes 2, waarvan het drukstuk 30 met zijn, aan cirkelboog 32 aangepaste kopvlak in een spleet 33 van het mes 2 grijpt. Voor o 5 het vereffenen van onnauwkeurigheden en vervormingen gedurende het gebruik, is de spleet 33 dienovereenkomstig breder uitgevoerd als het drukstuk 30. De spleet 33 is aan de aanlegvlakken eveneens cirkelboogvormig uitgevoerd en nagenoeg spelingvrij tot het drukstuk 30 8702201 . « -3- uitgevoerd.

Na de omschakeling van de omschakelklep door de door de smoorboring 21 gegeven drukimpuls keert de oliestroom om en belast door de ingang B de aandrijfcilinder 15. De gebeurtenissen 5 herhalen zich dienovereenkomstig/ tot dat de te verwijderen blokvormige voederbal van de silo is afgescheiden.

8702200

Claims (5)

1. Vlaksilo-losapparaat met een aan de driepuntshydraulica of aan de frontlaadschop van een landbouwtrekker aansluitbaar gestel, dat in het onderste gebied een tandenvork met horizontale tanden bezit en daaraan toegevoegd, in het bovenste 5 gebied, een in verticale leibalken op- en neerwaarts bewegende U-vormige met oscillerende, hydraulisch aangedreven messen uitgeruste snijbeugel draagt, met het kenmerk, dat het onder de buitenzijde van de snijbeugel (5) aanliggende mes (2) met de bovenliggende aandrijf-cilinders (14, 15) door middel van een, op tenminste twee rollen 10 (26) aan de binnenzijde van de snijbeugel (5) geleide schuifplaat (24) is verbonden, waarbij door een, door het mes (2) bedekte spleet (31), de doorgrijping van binnen naa: buiten plaatsvindt.

2. Apparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de schuifplaat (24) in een afgesloten ruimte 15 (34) is ondergebracht, die uit de dwarsbalk (6) van de snijbeugel (5) en de aan de onderzijde wigvormig geprofileerde versterkings-plaat (29) is samengesteld.

3. Apparaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aandrijfcilinders (14, 15) aan hun cilinder- 20 einden kapvormig/uixgevoerd en in een kogelpan (16) steunen.

4. Apparaat volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de zuigers (18) van de aandrijfcilinders (14, 15) aan hun einden kapvormig zijn uitgevoerd en de zuigerdiameters kleiner zijn dan de boringsdiameters in het drukstuk (28) van de schuif- 25 plaat (24).

5. Apparaat volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat op de schuifplaat (24) een drukstuk (30) is aangebracht, dat door de dwarsbalk (6) loopt en aan diens einde afrondingen zijn aangebracht, waarvan de diameter met de lengte van het 30 drukstuk (30) correspondeert, waarbij de laatste in langsrichting zonder speling in de spleet (33) van het mes (2) grijpt, de spleet -breedte echter groter is dan de breedte van het drukstuk. 8702203