NL8702023A - Alkylsulfonaat- of alkylethersulfaatstabilisator bevattende vloeibare niet-ionogene detergentcompositie voor wasgoed en werkwijze voor het gebruik daarvan. - Google Patents

Description

7.C.3233 t

Alkylsulfonaat- of alkylethersulfaatstabilisatcr bevattende vloeibare niet-ionogene detergentcompositie voor wasgoed en werkwijze voor het gebruik daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op niet-waterige vloeibare composities voor de behandeling van weefsels. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op niet-waterige vloeibare detergentcomposities voor wasgoed, die stabiel zijn tegen fasescheiding en gelvorming en gemakke-5 lijk gietbaar zijn, alsmede op het gebruik van deze composities voor het reinigen van vuile weefsels.

Vloeibare niet-waterige detergentcomposities voor wasgoed zijn algemeen bekend. Composities van dit type kunnen bijvoorbeeld een vloeibare niet-ionogene capillair actieve verbinding bevatten, waarin deeltjes 10 van een opbouwstof zijn gedispergeerd, zoals beschreven in bijvoorbeeld de Amerikaanse octrooischriften 4.316.812, 3.630.929 en 4.264.466 en de Britse octrooischriften 1.205.711, 1.270.040 en 1.600.981.

Verwante hangende Amerikaanse octrooiaanvragen zijn de nummers 687.815, ingediend 31 december 1984, 597.793, ingediend 6 april 1984, 15 597.948, ingediend 9 april 1984 en 725.455, ingediend 22 april 1985.

Deze octrooiaanvragen zijn gericht op vloeibare niet-waterige niet-ionogene detergentcomposities voor wasgoed.

Vloeibare detergenten worden dikwijls geschikter voor toepassing geacht dan droge poedervormige of deeltjesvormige produkten en genieten 20 daarom bij de consument vooral de voorkeur. Zij zijn gemakkelijk afmeet-baar, lossen snel op in het waswater, kunnen gemakkelijk in geconcentreerde oplossingen of dispersies worden aangebracht op vuile delen van te wassen kledingstukken, stuiven niet en nemen gewoonlijk minder opslagruimte in beslag. Verder kunnen vloeibare detergenten in hun samenstel-25 ling materialen bevatten, die niet zonder bederf kunnen worden gedroogd, welke materialen dikwijls juist gewenst zijn in deeltjesvormige deter-gentprodukten. Hoewel vloeibare detergenten dikwijls vele voordelen vertonen ten opzichte van unitaire of deeltjesvormige vaste produkten, hebben zij ook zelf dikwijls bepaalde nadelen, die moeten worden opgeheven 30 om tot aanvaardbare commerciële detergentprodukten te komen. Sommige van zulke produkten vertonen afscheiding bij opslag en andere bij afkoeling, zulks zonder gemakkelijk herdispergeerbaar te zijn. In sommige ge- 8702023

P

-2- vallen verandert de viscositeit en wordt het produkt te dik om te kunnen worden gegoten of zo dun, dat het waterig lijkt. Bij staan worden sommige heldere produkten troebel, terwijl andere een gel vormen.

Er werd een onderzoek ingesteld naar het gedrag van niet-ionogene 5 vloeibare capillair actieve systemen, waarin deeltjesvormig materiaal is gesuspendeerd. Van bijzonder belang waren niet-waterige, opgebouwde vloeibare detergentcomposities voor wasgoed en het probleem van bezin-king van de gesuspendeerde opbouwstof en andere wasmiddeltoevoegsels, alsook het probleem van gelvorming, dat met niet-ionogene capillair ac-10 tieve materialen is verbonden. Deze problemen hebben gevolgen voor bijvoorbeeld de produktstabiliteit, gietbaarheid en dispergeerbaarheid.

Het is bekend dat een van de belangrijkste problemen met opgebouwde vloeibare wasmiddeldetergenten hun fysische stabiliteit is. Dit probleem vindt zijn oorzaak in het feit dat de dichtheid van de vaste deel-15 tjes, die in het niet-ionogene vloeibare capillair actieve materiaal zijn gedispergeerd, groter is dan de dichtheid van het vloeibare capillair actieve materiaal.

De gedispergeerde deeltjes hebben daardoor de neiging te bezinken. Er zijn in principe twee oplossingen voor het bezinkingsprobleem: ver-20 hoging van de viscositeit van de niet-ionogene vloeistof, en vermindering van de deeltjesgrootte van het gedispergeerde vaste materiaal.

Het is bekend dat suspensies tegen bezinking kunnen worden gestabiliseerd door toevoeging van anorganische of organische verdikkingsmiddelen of dispergeermiddelen, zoals bijvoorbeeld anorganische materialen 25 met een zeer groot oppervlak, bijvoorbeeld fijnverdeeld silica, klei, enz., organische verdikkingsmiddelen zoals celluloseëthers, acryl- en acrylamidepolymeren, polyëlektrolyten, enz. Dergelijke verhoging van de viscositeit van de suspensie is uiteraard beperkt door de eis, dat de vloeibare suspensie gemakkelijk gietbaar en vloeibaar moet zijn, zelfs 30 bij lage temperatuur. Verder dragen deze toevoegsels niet bij aan het reinigende vermogen van de compositie.

Vermindering van de deeltjesgrootte door malen biedt de volgende voordelen: 1. Het specifieke oppervlak van de gedispergeerde deeltjes wordt ver-35 groot, waardoor bevochtiging van de deeltjes door de niet-waterige 8702023 -3- drager ( het vloeibare niet-ionogene materiaal) evenredig wordt verbeterd.

2. De gemiddelde afstand tussen gedispergeerde deeltjes wordt verminderd met een evenredige verhoging van de wisselwerking tussen de deeltjes.

Elk van deze effecten draagt bij ter verhoging van de rest-gelsterk-5 te en de vloeispanning van de suspensie, terwijl tegelijkertijd het malen de plastische viscositeit aanmerkelijk vermindert.

De vloeispanning wordt gedefinieerd als de minimum spanning, die nodig is voor veroorzaking van een plastische vervorming (vloei) van de suspensie. Ziet men de suspensie als een los netwerk van gedispergeerde 10 deeltjes, dan zal, indien de aangelegde spanning lager is dan de vloeispanning, de suspensie zich verdragen als een elastisch gel en zal geen plastische vloei optreden. Wordt eenmaal de vloeispanning overschreden, dan breekt het netwerk op sommige punten en begint het monster te vloeien, maar met een zeer hoge schijnbare viscositeit. Is de afschuifspanning 15 veel hoger dan de vloeispanning, dan worden de pigmenten partieel door afschuiving uitgevlokt en daalt de schijnbare viscositeit. Indien tenslotte de afschuifspanning veel hoger is dan de vloeispanningswaarde, worden de gedispergeerde deeltjes volkomen door afschuiving opgevlokt en is de schijnbare viscositeit zeer gering, alsof geen wisselwerking tus-20 sen de deeltjes aanwezig is.

Naarmate derhalve de vloeispanning van de suspensie hoger is, zal ook de schijnbare viscositeit bij geringe afschuiving hoger zijn en is de fysische stabiliteit van het produkt tegen bezinking beter.

Behalve dat zij het probleem van bezinking of fasescheiding ver-25 tonen hebben de niet-waterige vloeibare wasgoeddetergenten op basis van vloeibare niet-ionogene capillair actieve stoffen nog het nadeel, dat het niet-ionogene materiaal neiging tot gelvorming vertoont bij toevoeging aan koud water. Dit is een bijzonder belangrijk probleem bij het gewone gebruik van Europese automatische huishoudwasmachines, waarbij de gebrui-30 ker de wasgoeddetergentcompositie in een doseereenheid (bijvoorbeeld een doseerlade) van de machine plaatst. Tijdens de werking van de machine wordt het detergent in de doseereenheid blootgesteld aan een stroom koud water, die het detergent overbrengt naar de hoofdmassa van de wasoplossing. In het bijzonder tijdens de wintermaanden, wanneer de detergent-35 compositie en het water, dat naar de doseereenheid wordt gevoerd, bijzon- 870"0?3 f -4- » der koud zijn, neemt de viscositeit van het detergent aanmerkelijk toe en wordt een gel gevormd. Daardoor wordt een gedeelte van de compositie tijdens de werking van de machine niet volledig uit de doseereenheid gespoeld, met het gevolg dat zich bij herhaalde wassingen een afzetting 5 van de compositie opbouwt, die door de gebruiker uiteindelijk met heet water uit de doseereenheid moet worden gespoeld.

Het verschijnsel van gelvorming kan ook een probleem zijn, wanneer men met koud water wil wassen, zoals wordt aanbevolen voor bepaalde synthetische en delicate weefsels of voor weefsels, die in warm of heet 10 water kunnen krimpen.

De neiging van geconcentreerde detergentcomposities tot gelvorming tijdens opslag wordt versterkt, indien de composities in onverwarmde opslagruimten worden bewaard of indiendecomposities tijdens de wintermaanden in onverwarmde transportvoertuigen worden getransporteerd.

15 Er zijn reeds gedeeltelijke oplossingen voor het probleem van gel vorming voorgesteld, bijvoorbeeld door verdunning van het vloeibare niet-ionogene materiaal met bepaalde viscositeitsregelende oplosmiddelen en gel-inhibiterende middelen, zoals lage alkanolen, bijvoorbeeld ethanol (zie het Amerikaanse octrooischrift 3.953.380) alkalimetaalformiaten 20 en -adipaten (zie het Amerikaanse octrooischrift 4.368.147), hexyleen-glycol, polyethyleenglycol enz., en modificatie en optimalisering van de structuur van het niet.-ionogene materiaal. Als voorbeeld van modificatie van het niet-ionogene capillair actieve materiaal is een bijzonder succesvol resultaat geboekt door omzetting van de eindstandige hydroxyl-25 groep van het niet-ionogene molecuul in een zuurgroep. De voordelen van de invoering van een carbonzuurgroep aan het uiteinde van het niet-ionogene molecuul zijn gel-inhibitering bij verdunning, verlaging van het gietpunt van het niet-ionogene materiaal en vorming van een anionogeen capillair actief materiaal bij neutralisering in de wasvloeistof. Opti-30 malisering van de structuur van het niet-ionogene materiaal is gericht geweest op de ketenlengte van het hydrofobe-lypofiele molecuulgedeelte en het aantal en de samenstelling van alkyleenoxyde (bijvoorbeeld ethy-leenoxyde)eenheden van het hydrofiele molecuulgedeelte. Gevonden is bijvoorbeeld dat een C vetalcohol, geëthoxyleerd met 8 mol ethyleen-35 oxyde, slechts een beperkte neiging tot gelvorming vertoont.

6702023 -5-

Sisttesin bestaat behoefte aan verbetering van de stabiliteit en de gel-inhibitering van niet-waterige vloeibare weefselbehandelingsconiposities.

Volgens de uitvinding wordt een sterk geconcentreerde stabiele niet-waterige vloeibare wasgoeddetergentcompositie bereid door toevoeging 5 aan de compositie van geringe effectieve hoeveelheden van een hoger alkyl-sulfonaat of hoger alkylpolyethersulfaat als stabiliserend anti-bezinkings-toevoegsel.

De composities volgens de uitvinding bevatten als essentieel bestanddeel een hoger alkylsulfonaat of hoger alkylpolyethersulfaat als stabiliserend anti-bezinkingstoevoegsel. De stabiliserende anti-bezin-kingstoevoegsels zijn anionogene capillair actieve materialen. De aniono-gene capillair actieve materialen, die volgens de uitvinding kunnen worden gebruikt, zijn die capillair actieve verbindingen, die een in hun molecuulketen een hydrofobe koolwaterstofgroep met lange keten en een ^5 hydrofiele groep, met name een in water solubiliserende groep, zoals een sulfonaat of sulfaatgroep bevatten. De anionogene capillair actieve verbindingen omvatten de in water oplosbare hogere alkylsulfonaten en de in water oplosbare hogere alkylpolyethersulfaten.

De anionogene capillair actieve middelen, die de voorkeur verdienen, 20 zijn alkaansulfonaten; met name alkyl primaire en secundaire sulfonaten, waarin de alkylgroep 8-26 koolstofatomen, bij voorkeur 12-22 koolstofatc-men en liefst 14-18 koolstofatomen bevat.

De alkylsulfonaten kunnen worden toegepast als de alkalimetaalzou-ten, zoals natrium en kalium, de aardalkalimetaalzouten, zoals calcium, 25 magnesium en barium, en het ammonium-kationzout. Bij voorkeur te gebruiken zonnen zijn de natrium- en kaliumzouten.

De alkylethersulfaten, die als stabiliserend anti-bezinkingstoevoegsel volgens de uitvinding worden gebruikt, kunnen normale of vertakte alkylgroepen bevatten, alsook lage alkoxygroepen met twee of drie 30 koolstofatomen.

De volgens de uitvinding bij voorkeur te gebruiken alkylpoly(laag-alkoxy)sulfaten zijn de alkylpolyethoxysulfaten, voorgesteld door de

R-O-(CH-CH-0) - SOM

2 2 p waarin R een C^-C^ alkylgroep, bijvoorkeur en alkylgroep voorstelt, p een waarde heeft van 2-8, bij voorkeur 2-6 en 870 2 02 ?! f -6- liefst 2-4, en M een alkalimetaal, zoals natrium en kalium, een aardalkalimetaal, zoals calcium, magnesium en barium, of ammoniumkation voorstelt. Natrium- en kaliumzouten verdienen de voorkeur.

Ter verbetering van de viscositeitseigenschappen van de compositie 5 kan een niet-ionogene capillair actieve verbinding met eindstandige zuurgroepen worden toegevoegd. Ter verdere verbetering van de viscositeitseigenschappen van de compositie en de opslageigenschappen van de compositie kunnen viscositeitsverbeterende middelen en anti-gelvormings-middelen worden toegevoegd, zoals alkyleenglycolmonoalkylethers, en 10 verdere anti-bezinkingsmiddelen, zoals fosforzuurester en aluminiumstea-raat. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding bevat de deter-gentcompositie een niet-ionogene capillair actieve verbinding met eindstandige zuurgroep, een alkyleenglycolmonoalkylether en een alkylsulfo-naat of alkylethersulfaat als stabiliserend anti-bezinkingsmiddel.

15 Ter verbetering van de bleek- en reinigingseigenschappen van de compositie kunnen bleekmiddelen en activators daarvoor worden toegevoegd.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding worden de opbouwcomponen-ten van de compositie gemalen tot een deeltjesgrootte van minder dan 100 ^im , bij voorkeur tot minder dan 10 ^im , ter verdere verbetering van 20 de stabiliteit van de suspensie van de opbouwcomponenten in het vloeibare niet-ionogene capillair actieve detergent.

Verder kunnen andere ingrediënten aan de compositie worden toegevoegd, zoals anti-korstvormingsmiddelen, anti-schuimmiddelen, optische glansmiddelen, enzymen, anti-herafzettingsmiddelen, parfum en kleur-25 stoffen.

De momenteel in de handel zijnde wasmachines voor huishoudelijk gebruik werken normaliter bij wastemperaturen tot 100°C. Tijdens de wasen spoelcycli wordt tot ongeveer 70 liter water gebruikt. Normaliter wordt per was ongeveer 250 g poedervormig detergent gebruikt.

30 Volgens de uitvinding wordt voor het wassen van een volledige lading vuil wasgoed normaliter slechts 100 g (77 cm3) van het sterk geconcentreerde vloeibare detergent vereist.

In één aspect verschaft de uitvinding dan ook een vloeibare wascompositie, samengesteld uit een suspensie van een detergentopbouwzout in 35 een vloeibaar niet-ionogeen capillair actief materiaal, welke compositie een hoeveelheid van een hoger alkylsulfonaat of een hoger alkylpolyether- 670:-023 0 -7- sulfaat bevat ter verhoging van de stabiliteit van de suspensie tegen bezinking. In een ander aspect verschaft de uitvinding een geconcentreerde vloeibare wasdetergentcompositie, die stabiel is, niet bezinkt bij opslag en geen gel vormt bij opslag en bij gebruik. De vloeibare composities 5 volgens de uitvinding zijn gemakkelijk gietbaar en kunnen gemakkelijk worden gemeten en gemakkelijk in de wasmachine worden geplaatst.

Volens een ander aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor het doseren van een vloeibare niet-ionogene detergentcompositie voor wasgoed in en/of met koud water zonder gelvorming. In het bijzonder wordt 10 een werkwijze verschaft voor het vullen van een vat met een niet-waterige vloeibare detergentcompositie voor wasgoed, waarin het detergent ten minste overwegend is samengesteld uit een vloeibaar niet-ionogeen capillair actief middel, alsmede voor het doseren van de compositie uit het vat in een waterig wasbad, waarbij het doseren wordt gerealiseerd door stroom 15 onverwarmd water op de compositie te voeren zodanig dat de compositie door de waterstroom in het wasbad wordt gevoerd.

De toevoeging van de hogere alkylsulfonaten en hogere alkylpoly-ethersulfaten en de detergentcomposities vermindert het probleem van bezinking van gedispergeerde deeltjes en van fasescheiding.

20 De geconcentreerde niet-waterige vloeibare niet-ionogene capillair actieve wasdetergentcomposities volgens de uitvinding hebben als voordelen, dat zij stabiel zijn, bij opslag niet bezinken en bij opslag geen gel vormen. De vloeibare composities zijn gemakkelijk gietbaar en kunnen gemakkelijk worden afgemeten en in de wasmachine worden gebracht.

25 Volgens de uitvinding wordt de fysische stabiliteit van de suspen sie van de detergentopbouwverbinding of verbindingen en enig ander gesuspendeerd toevoegsel, zoals bleekmiddel en dergelijke, in de vloeibare niet-ionogene capillair actieve drager aanmerkelijk verbeterd door de toevoeging van een stabiliserend anti-bezinkingsmiddel, dat een aniono-30 geen capillair actief hoger alkylsulfonaat of een anionogeen capillair actief hoger alkylpolyethersulfaat is.

De toevoeging van zeer geringe hoeveelheden van de anionogene capillair actieve stabiliserende anti-bezinkingsmiddelen is voldoende voor aanmerkelijke verbetering van de fysische stabiliteit van de detergent-35 composities.

& 7 0 2 0 2 3 t -8-

De anionogene capillair actieve hogere alkylsulfonaten en hogere alkylpolyethersulfaten zijn in de handel verkrijgbaar en/of kunnen gemakkelijk op bekende wijze worden bereid.

De composities volgens de uitvinding bevatten als essentieel be-5 standdeel een hoger alkylsulfonaat of hogere alkylpolyether als stabiliserend anti-bezinkingsmiddel. Het stabiliserende anti-bezinkingstoevoeg-sel kan een of meer anionogene capillair actieve middelen omvatten.

De volgens de uitvinding te gebruiken anionogene capillair actieve middelen zijn die capillair actieve verbindingen, die een hydrofobe kool-10 waterstofgroep met lange keten en een hydrofiele groep, met name een in water solubiliserende groep, zoals een sulfonaat of sulfaatgroep in hun molecuulstructuur bevatten.

De anionogene capillair actieve middelen omvatten de in water oplosbare hogere alkylsulfonaten en de in water oplosbare alkylpolyethersul-15 faten.

De bij voorkeur te gebruiken anionogene capillair actieve middelen zijn alkaansulfonaten, met name hogere primaire en secundaire alkylsulfonaten, waarin de alkylgroep 8-26 koolstofatomen, bij voorkeur 12-22 koolstof atomen en liefst 14-18 koolstofatomen bevat.

20 De primaire en secundaire alkylsulfonaten kunnen worden bereid door reactie van α-alkenen met lange keten met sulfieten of bisulfieten, bijvoorbeeld natriumbisulfiet.

De alkylsulfonaten kunnen ook worden bereid door reactie van normale paraffinische koolwaterstoffen met lange keten met zwaveldioxide 25 en zuurstof, zoals beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 2.503.280, 2.507.088, 3.372.188 en 3.260.741, onder vorming van normale of secundaire hogere alkylsulfonaten, die geschikt zijn voor gebruik als capillair actieve detergenten.

De alkylsubstituent is bij voorkeur lineair, hoewel ook vertakte 30 alkylsulfonaten kunnen worden gebruikt, die echter wat biologische afbreekbaarheid betreft niet zo goed zijn. De alkylsubstituent kan eind-standig gesulfoneerd zijn of kan zijn gebonden aan het 2-koolstofatoom van de keten, in welk geval sprake is van een secundair sulfonaat.

De hogere alkylsulfonaten kunnen worden toegepast in de vorm van 35 hun alkalimetaalzouten, zoals natrium- en kaliumzouten, aardalkalimetaal- 6/ 0 2 0 2 3 -9- zouten, zeals calcium-, magnesium- en bariumzouten, er. het ammeniumzeut. De natraun- en kaliumzouten verdienen de voorkeur.

De alkvlsulfonaten, die bijzondere voorkeur hebben, zijn de C. . primaire normale natrium- en kaliumalkylsulfonaten, waarvan het C7 _ 5 primaire normale natriumalkylsulfonaat de meeste voorkeur verdient.

Het C^_ normale primaire natriumalkylsulfonaatzout is onder de merknaam Mersolat H 98 (C15) in de handel verkrijgbaar.

De hogere alkylsulfonaten zijn in het algemeen effectiever dan de hogere alkylpolyethersulfaten.

10 Er kunnen mengsels van hogere alkylsulfonaten worden gebruikt, als ook mengsels van hogere alkylsulfonaten en hogere alkylpolyethersulfaten.

De hogere alkylpolyethersulfaten, die als stabiliserende anti-be-zinkingstoevoegsels volgens de uitvinding kunnen worden gebruikt, kunnen lineaire cf vertakte alkylketens bezitten en bevatten lage alkkoxygrce-15 pen met twee of drie koolstofatomen. De normale hogere alkylpolyethersulfaten verdienen de voorkeur, omdat zij een hogere mate van biologische afbreekbaarheid vertonen dan de verbindingen met vertakte alkyl-keten, en de lagere polyalkoxygroepen zijn bij voorkeur ethoxygroepen.

De hogere alkylpolyethoxysulfaten, die volgens de uitvinding bij 20 voorkeur worden gebruikt, worden voorgesteld door de formule: ^-OICH-CH.O) -SO.M, 2 2 p 3

T

waarin ?x een C -C alkylgroep, bij voorkeur een C. -C -en liefst o 2U ±u ib D.„-D._ alkylgroep voorstelt, p een waarde heeft van 2-8, bij voorkeur 2-6 en liefst 2-4, en M een alkalimetaal voorstelt, zoals natrium en 25 kalium, of aardalkalimetaal, zoals calcium, magnesium en barium, of eer. ammoniumkation voorstelt. De natrium- en kaliumzouten verdienen de voorkeur.

Eer. bij voorkeur te gebruiken hoger alkylpolygeëthoxyleerd sulfaat is het natriumzout van een triëthoxy C12-C15 alk°h°lsulfaat met de 30 formule C12-C15-0-(CH2CH20)3-SO3NA.

Voorbeelden van andere geschikte hogere alkylpoly(laag alkoxy)sulfaten, die volgens de uitvinding kunnen worden gebruikt, zijn S7 0-2 0 2 3 -10- normaal of primair alkyltriethenoxysulfaat, natriumzout, n-decyldiëthenoxy-sulfaat, natriumzout, primair alkyldiëthenoxysulfaat, ammoniumzout, primair alkyltetraëthenoxysulfaat, natriumzout, gemengd C^-C^g nor” maal primair alkyl-gemengd tri- en tetraëthenoxysulfaat, natriumzout, 5 stearylpentaëthenoxysulfaat, natriumzout, en gemengd C^-C^g normaal primair alkyltriëthenoxysulfaat, kaliumzout.

De normale alkylpoly(laag alkoxy)sulfaten zijn gemakkelijk biologisch ontleedbaar en verdienen de voorkeur. De alkylpoly(laag alkoxy) sulfaten kunnen worden toegepast in mengsels met elkaar en/of in mengsels 10 met de hierboven besproken hogere alkylsulfonaten.

Zonder de uitvinding te willen binden aan enige theorie betreffende de wijze, waarop de anionogene capillair actieve verbindingen de bezin-king van gesuspendeerde deeltjes voorkomen, kan worden verondersteld dat de alkylsulfonaten of alkylethersulfaten de bevochtiging van de opper-15 vlakken van de gedispergeerde vaste deeltjes door het niet-ionogene capillair actieve materiaal verhogen. Deze verhoogde bevochtigbaarheid zou het dan mogelijk maken dat de gesuspendeerde deeltjes gemakkelijker in suspensie blijven.

De verhoogde fysische stabiliteit komt tot uitdrukking in een ver-20 hoging van de vloeispanning van de compositie met wel 100% of me.er, bijvoorbeeld in het geval van Mersolat H98(C15) van 2 Pa tot 4 Pa, zulks in vergelijking met dezelfde compositie zonder het stabiliserende middel.

Zoals hierboven beschreven zal naarmate de vloeispanning hoger is, ook de schijnbare viscositeit bij lage afschuiving hoger zijn en zal de 25 fysische stabiliteit beter zijn.

Slechts zeer geringe hoeveelheden van de hogere alkylsulfonaten of hogere alkylpolyëthersulfaten zijn nodig voor het verkrijgen van aanmerkelijke verbeteringen in fysische stabiliteit. Zo zijn bijvoorbeeld geschikte hoeveelheden van het hogere alkylsulfonaat of hogere alkylpoly-30 ethersulfaat gelegen in het traject van ongeveer 0,1 tot ongeveer 5%, bij voorkeur van ongeveer 0,3% tot ongeveer 2,0% en liefst van ongeveer 0,5 tot 1,5%, berekend op het totale gewicht van de niet-ionogene vloeibare capillair actieve compositie.

Naast hun werking als fysische stabiliseringsmiddelen hebben de 35 hogere alkylsulfonaten en hogere alkylpolyëthersulfaten de verdere voor- 67Ö 2 02 3 -11- deien ten opzichte van andere fysische stabiliseringsmiddelen, dat zij anionogeen van aard zijn en verenigbaar zijn met de niet-ionogene capillair actieve component, en voorts enige detergentactiviteit vertonen.

Hoewel de hogere alkylsulfonaten of hogere alkylpolyëthersulfaten 5 op zichzelf effectief zijn in hun fysische stabiliserende werking, kunnen aan de samenstelling ook andere bekende fysische stabilisators worden toegevoegd, zoals bijvoorbeeld een zure organische fosforverbinding met een zure-POH groep, zoals een partiële ester van fosforzuur en een alka-nol, of een aluminiumzout van een vetzuur.

10 De niet-ionogene synthetische organische detergenten, die volgens de uitvinding worden toegepast, kunnen uit een grote variëteit van bekende verbindingen worden gekozen.

Zoals bekend worden de niet-ionogene synthetische organische detergenten gekarakteriseerd door de aanwezigheid van een organische hydrofo-15 be groep en een organische hydrofiele groep. Zij worden typisch bereid door condensatie van een organische alifatische of alkylaromatische hydrofobe verbinding en ethyleenoxyde (dat hydrofiel van aard is). Praktisch elke hydrofobe verbinding, die een carboxyl-, hydroxyl-, amido- of aminogroep met een aan de stikstof verbonden vrij waterstofatoom bevat, 20 kan worden gecondenseerd met ethyleenoxyde of het polyhydratatieprodukt daarvan, polyethyleenglycol, onder vorming van een niet-ionogeen detergent. De lengte van de hydrofiele of polyoxyethyleengroep kan gemakkelijk worden aangepast ter verkrijging van de gewenste balans tussen de hydrofobe en hydrofiele groepen. Typisch geschikte niet-ionogene capillair 25 actieve verbindingen zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.316.812 en 3.630.929.

De niet-ionogene detergenten zijn gewoonlijk poly-laag-gealkoxy-leerde lypofielen, waarin de gewenste hydrofiel-lypofielbalans wordt verkregen door additie van een hydrofiele poly-laag-alkoxygroep en een 30 lypofiel molecuulgedeelte. Een voorkeursklasse van het te gebruiken niet-ionogene detergent omvat de poly-laag gealkoxyleerde hogere alkano-len, waarin de alkanol 9-18 koolstofatomen bevat en waarin het aantal molen laag alkyleenoxyde (met 2 of 3 koolstofatomen) 3-12 bedraagt. Bij voorkeur worden van zulke materialen die gebruikt, waarin de hogere 35 alkanol een vet alkohol met 9-11 koolstofatomen of 12-15 koolstofatomen 870 ^23 -12- bevat en die 5-8 of 5-9 laag alkoxygroepen per mol bevatten- Bij voorkeur is de lage alkoxygroep ethoxy, maar in sommige gevallen kan het gewenst zijn dat het gemengd is met propoxy, welke laatstgenoemde, indien aanwezig, dikwijls een ondergeschikt gedeelte (minder dan 50%) uitmaakt.

5 Voorbeelden van zulke verbindingen zijn die, waarin de alkanol 12-15 koolstofatomen bevat en die ongeveer 7 ethyleenoxydegroepen per mol bevatten bijvoorbeeld Neodol 25-7 en Neodol 23-6,5, welke produkten worden bereid door Shell Chemical Company. Neodol 25-7 is een condensatieprodukt van een mengsel van hogere vetalkoholen met gemiddeld ongeveer 12-15 kool-10 stofatomen en met ongeveer 7 mol ethyleenoxyde. Neodol 23-6,5 is een overeenkomstig mengsel, waarin het koolstofatoomgehalte van de vetalkohol 12-13 bedraagt en het aantal ethyleenoxyde gemiddeld ongeveer 6,5 is.

De· hogere alkoholen zijn primaire alkanolen.

Andere voorbeelden van zulke detergenten zijn Tergitol 15-S-7 en 15 Tergitol 15-S-9, beide lineaire secundaire alkoholethoxylaten, bereid door Union Carbide. Tergitol 15-S-7 is een gemengd ethoxyleringsprodukt van een lineaire secundaire C^-C^,. alkanol met 7 mol ethyleenoxyde; Tergitol 15-S-9 is een soortgelijk produkt maar met 9 mol ethyleenoxyde.

Ook bruikbaar in de onderhavige compositie als component van het 20 niet-ionogene detergent zijn hoger moleculaire niet-ionogene materialen, zoals Neodol 45-11 die soortgelijke ethyleenoxyde-condensatieprodukten van hogere vetalkoholen zijn, waarbij de vetalkohol 14-15 koolstofatomen bevat en het aantal ethyleenoxydegroepen per mol ongeveer 11 bedraagt. Dergelijke produkten worden eveneens bereid door Shell Chemical Company.

25 Andere geschikte niet-ionogene materialen worden vertegenwoordigd door de commercieel bekende klasse van niet-ionogene materialen, die onder de merknaam Plurafac verkrijgbaar zijn. Deze materialen zijn reactiepro-dukten van hogere lineaire alkoholen en een mengsel van ethyleen- en pro-pyleenoxyden en bevatten een gemengde keten van ethyleenoxyde en propyleen-30 oxyde met een eindstandige hydroxylgroep. Voorbeelden zijn Product A (een C^ -C vetalkohol, gecondenseerd met 6 mol ethyleenoxyde en 3 mol propyleenoxyde) . Product B (een C,--C,_ vetalcohol, gecondenseerd met 7 mol

13 1O

propyleenoxyde en 4 mol ethyleenoxyde), Product C (een C -C.^ vetalkohol, gecondenseerd met 5 mol propyleenoxyde en 10 mol ethyleenoxyde, Plurafac 35 B26), en Product D (een mengsel van gelijke hoeveelheden Product C en 8709023 -13-

Product 3) .

Een andere groep van vloeibare niet-ionogene materialen worden door Shell Chemical Company in de handel gebracht onder de merknaam Dobanol: Dobanol 91-5 is een geëthoxyleerde C -C,. vetalkohol met gemiddeld

y XX

5 5 mol ethyleenoxyde, en Dobanol 25-7 is een geëthoxyleerde C^2-Cl5 vet~ alkohol met gemiddeld 7 mol ethyleenoxyde per mol vetalkohol.

Teneinde in de poly-laag gealkoxyleerde hogere alkanolen, die de voorkeur verdienen/ de beste balans van hydrofiele en lypofiele molecuul-gedeelten te verkrijgen, kiest men het aantal alkoxygroepen gewoonlijk 10 40-100%, bij voorkeur 40-60% en liefst ten minste 50% van het aantal koolstofatomen in de hogere alkohol. Hoger moleculaire alkanolen en diverse andere normaliter vaste niet-ionogene detergenten en capillair actieve middelen kunnen bijdragen aan gelvorming in het vloeibare detergent en worden daarom bij voorkeur weggelaten of in hoeveelheid beperkt, 15 hoewel ondergeschikte hoeveelheden daarvan kunnen worden toegepast wegens hun reinigingseigenschappen, enz. In de niet-ionogene detergenten, zowel die de voorkeur verdienen als die minder de voorkeur hebben, zijn de alkylgroepen in het algemeen lineair, hoewel vertakt toelaatbaar kan zijn, zoals aan een koolstofatoom naast of twee koolstofatomen verwijderd van 20 het eindstandige koolstofatoom van de rechte keten en niet aan de zijde van de ethoxyketen, mits zulke vertakte alkyl een lengte heeft van niet meer dan drie koolstofatomen. Normaliter zal de hoeveelheid koolstofatomen in een dergelijke vertakte configuratie ondergeschikt zijn en zouden meer bedragen dan 20% van het totale koolstofatoomgehalte van de alkyl-25 groep. Hoewel lineaire alkylgroepen, die eindstandig aan de ethyleen-oxydeketens zijn gebonden, grote voorkeur verdienen en geacht worden te resulteren in de beste combinatie van detergentie biologische afbreekbaarheid en niet-gelvormingseigenschappen, kan ook tussenliggende of secundaire hechting aan het ethyleenoxyde in de keten optreden. Dit is 30 gewoonlijk slechts in een ondergeschikte hoeveelheid van de alkylgroepen het geval, in het algemeen minder dan 20%, maar dat kan ook meer zijn, zoals in de gevallen van de genoemde Tergitols. Wanneer propyleenoxyde aanwezig is in de alkyleenoxydeketen, is dat gewoonlijk minder dan 20% daarvan, bij voorkeur minder dan 10% daarvan.

35 Wanneer grotere hoeveelheden niet-eindstandig gealkoxyleerd alka- 8702-23 -14- nclen, propyleenoxyde bevattende poly-gealkoxyleerde alkanolen en niet-ionogene detergenten met een minder goede hydrofiel-lypofielbalans dan hierboven bedoeld worden toegepast, en wanneer andere niet-ionogene detergenten worden gebruikt in plaats van de hier genoemde niet-ionogene 5 materialen, die de voorkeur hebben, is het mogelijk dat het resulterende produkt niet zulk een goede detergentie, stabiliteit, viscositeit en niet-gelvormende eigenschappen bezit als de voorkeurscomposities, maar de toepassing van de viscositeit- en gelregelende verbindingen volgens de uitvinding kan ook de eigenschappen verbeteren van de detergenten, die 10 op zulke niet-ionogene materialen zijn gebaseerd. In sommige gevallen, zoals wanneer een hoger moleculaire poly(laag gealkoxyleerde) hogere alkanol wordt gebruikt, dikwijls voor zijn detergentie, zal het gehalte daaraan worden geregeld of beperkt aan de hand van de resultaten van routineproeven ter verkrijging van de gewenste detergentie zonder dat 15 gelvorming optreedt en de gewenste viscositeit verloren gaat. Ook werd gevonden dat het zelden nodig is de hoger moleculaire niet-ionogene materialen om hun detergentie-eigenschappen te gebruiken, daar de hier beschreven, bij voorkeur te gebruiken niet-ionogene materialen uitstekende detergenten zijn en het bovendien mogelijk maken de gewenste viscositeit 20 in het vloeibare detergent te bereiken zonder dat bij lage temperaturen gelvorming optreedt.

Een andere bruikbare groep van niet-ionogene capillair actieve materialen worden gevonden in de "Surfactant T" reeks van British Petroleum. De Surfactant T produkten worden verkregen door ethoxylering 25 van secundaire vetalkoholen met een nauwe ethyleenoxydeverdeling. Surfactant T5 bevat gemiddeld 5 mol ethyleenoxyde per mol secundaire vetalkohol, Surfactant T7 gemiddels 7 mol ethyleenoxyde, Surfactant T9 gemiddeld 9 mol ethyleenoxyde en Surfactant T12 gemiddeld 12 mol ethyleenoxyde .

30 Niet-ionogene capillair actieve materialen, die voor toepassing in de composities volgens de uitvinding de voorkeur verdienen, zijn de C^-C^ secundaire vetalkoholen met ethyleenoxydegehalten in het traject van ongeveer 7-9 mol, en de C -C vetalkoholen, geëthoxyleerd met on- y 11 geveer 5-6 mol ethyleenoxyde.

35 Ook kunnen mengsels van twee of meer van de vloeibare niet-ionogene 8702023 4 -15- cap iilair actieve verbindingen worden toegepast, en in sommige gevallen kar. dat zelfs voordeel opleveren.

De viscositeit en de geleigenschappen van de vloeibare detergent-ccmposities kunnen werden verbeterd door opname in de compositie van eer.

5 effectieve hoeveelheid van een vloeibare niet-ionogene capillair actieve verbinding met een eindstandige zuurgroep. Zulke verbindingen bestaan uit een niet-ionogene capillair actieve verbinding, die gemodificeerd is door omzetting van een vrije hydroxylgroep in een molecuulgedeelte met eer. vrije carboxyl groep, zoals een ester of een partiële ester van een 10 niet-ionogene capillair actieve verbinding en een polycarbonzuur of anhydride daarvan.

Zoals beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage 597.948, ingediend op 9 april 1984, hebben de door invoering van een vrije carboxyi-groep gemodificeerde niet-ionogene capillair actieve verbindingen, die 15 in het algemeen kunnen worden gekarakteriseerd als polyethercarbonzurer., de eigenschap dat zij de temperatuur verlagen, w- .rbij het vloeibare niet-ionogene materiaal met water een gel vormt.

De toevoeging var. de niet-ionogene capillair actieve verbindingen met een eindstandige zuurgroep aan het vloeibare niet-ionogene capillair 20 actieve materiaal bevordert de doseerbaarheid van de compositie, met name de gietbaarheid, en verlaagt de temperatuur, waarbij het vloeibare r.iet-icr.oger.e capillair actieve materiaal in water een gel vormt, zonder de stabiliteit tegen bezinking te verminderen. De niet-ionogene capillair actieve verbinding met eindstandige zuurgroep reageert in het waswater 25 var. de machine met de alkaliniteit van de gedispergeerde opbouwzoutfase var. de detergentcompositie en fungeert als een effectief anionogeen capillair actief materiaal.

Specifieke voorbeelden zijn de halfesters van Plurafac RA30 met barnsteenzuuranhydride, de ester of halfester van Dobanol 25-7 met 30 barnsteenzuuranhydride, en de ester of halfester van Dobanol 91-5 met barnsteenzuuranhydride. In plaats van barnsteenzuuranhydride kunnen ook andere polycarbonzuren of anhydriden worden gebruikt, bijvoorbeeld male-inezuur, maleïnezuuranhydride, glutaarzuur, malonzuur, ftaalzuur, ftaal-zuuranhydride, citroenzuur en dergelijke.

35 De niet-ionogene capillair actieve verbindingen met eindstandige 8702025 - 16 - zuurgroep kunnen als volgt worden bereid.

Produkt A roet eindstandige zuurgroep. 400 g van produkt A, dat een ~'C 5 alkanol is, die is gealkoxyleerd onder invoering van 6 ethyleenoxydeëenheden en 3 propyleenoxydeëenheden per alkanoleenheid, 5 wordt met 32 g barnsteenzuuranhydride gemengd en 7 uur op 100°C verhit.

Vervolgens wordt het mengsel afgekoeld en gefiltreerd ter verwijdering van onomgezet barnsteenzuurmateriaal. Infraroodanalyse toonde dat ongeveer de helft van de niet-ionogene capillairactieve verbinding was omgezet in de zure halfester daarvan.

10 Dobanol 25-7 met eindstandige zuurgroep. 522 g Dobanol 25-7, dat het produkt is van ethoxylering van een -C^ alkanol en ongeveer 7 ethyleenoxydeëenheden per molecuul alkanol bevat, wordt gemengd met 100 g barnsteenzuuranhydride en 0,1 g pyridine (dat als veresterings-katalysator fungeert) en dan gedurende 2 uur op 260°C verhit en vervol- 15 gens afgekoeld en gefiltreerd ter verwijdering van onomgezet barnsteenzuurmateriaal. Infraroodanalyse toont dat nagenoeg alle vrije hydroxyl-groepen van de capillairactieve verbinding hebben gereageerd.

Dobanol 91-5 met eindstandige zuurgroep. 1000 g Dobanol 91-5, dat het produkt is van ethoxylering van een Cg - C alkanol en ongeveer 20 5 ethyleenoxydeëenheden per molecuul alkanol bevat, wordt gemengd met 255 g barnsteenzuuranhydride en 0,1 g pyridinekatalysator en dan gedurende 2 uur op 260°C verhit en vervolgens afgekoeld en gefiltreerd ter verwijdering van onomgezet barnsteenzuurmateriaal. Infraroodanalyse toont dat nagenoeg alle vrije hydroxylgroepen van de capillairactieve verbinding 25 hebben gereageerd.

Andere veresteringskatalysatoren, zoals een alkalimetaalalkoxyde (bijvoorbeeld natriummethoxyde) kunnen worden gebruikt in plaats van of samen met het pyridine.

De zure polyetherverbinding, met name de niet-ionogene capillair-30 actieve verbinding met eindstandige zuurgroep, wordt bij voorkeur opgelost in het niet-ionogene capillairactieve materiaal toegevoegd.

In het vloeibare niet-waterige niet-ionogene capillairactieve materiaal, dat in de composities volgens de uitvinding wordt toegepast, zijn fijne deeltjes van anorganische en/of organische detergentopbouw-35 zouten gedispergeerd en gesuspendeerd.

8 7 0 2 0 2 3 - 17 -

De detergentcomposities volgens de uitvinding bevatten in water oplosbare en/of in water onoplosbare detergentopbouwzouten. In water oplosbare anorganische alkalische opbouwzouten, die alleen met de deter-gentverbinding of gemengd met andere opbouwzouten kunnen worden gebruikt, 5 zijn alkalimetaalcarbonaten, -bicarbonaten, -boraten, -fosfaten, -pcly- fosfaten en -silicaten (ook kunnen ammonium- of gesubstitueerde ammonium-zouten worden gebruikt). Specifieke voorbeelden van zulke zouten zijn natriumtripolyfosfaat, natriumcarbonaat, natriumtetraboraat, natrium-pyrofcsfaat, kaliumpyrofosfaat, natriumbicarbonaat, kaliumtripolyfosfaat, 1G natriumhexametafosfaat, natriumsesquicarbonaat, natriummono- en -diorthc— fosfaat, en kaliumbicarbonaat. Natriumtripolyfosfaat (TPP) verdient bijzondere voorkeur.

Daar de composities volgens de uitvinding in het algemeen hoog ge-concenteerd zijn en daarom in betrekkelijk geringe doses kunnen worden 15 toegepast, is het gewenst eventueel fosfaatopbouwzout (zoals natriumtripolyfosfaat) aan te vullen met een hulpopbouwstof, zoals een poly-carbonzuur of een polymeercarbonzuur met een groot calciumbindend vermogen ter inhibitering van korstvorming, die anders zou kunnen worden veroorzaakt door vorming van een onoplosbaar calciumfosfaat.

20 Geschikte polycarbonzuren zijn alkalimetaalzouten van lage poly- carbonzuren, bij voorkeur de natrium- en kaliumzouten van polycarbon-zuren met 2-4 carboxylgroepen, bij voorkeur citroenzuur en wijnsteenzuur .

De natriumzouten van citroenzuur hebben de meeste voorkeur, in het 25 bijzonder trinatriumcitraat. De mononatrium- en dinatriumcitraten kunnen eveneens worden gebruikt. Ook kunnen de mononatrium- en dinatriumtartraten werden gebruikt. De alkalimetaalzouten van lage polycarbonzuren zijn bijzonder goede opbouwzouten; door hun grote calcium- en magnesitanbindend vermogen inhibiteren zij korstvorming, die anders zou kunnen worden ver-30 oorzaakt door de vorming van onoplosbare calcium- en magnesiumzouten.

Andere organische opbouwstoffen zijn polymeren en copolymeren van polyacrylzuur en polymaleïnezuuranhydride en de alkalimetaalzouten daarvan. Meer specifiek kunnen zulke opbouwzouten bestaan uit een copoly-meer, dat het reactieprodukt is van ongeveer gelij)ce molaire hoeveelheden 35 van methacrylzuur en malexnezuuranhydride, dat volledig is geneutrali- 6/0 ; 02 3 - 18 - seerd onder vorming van het natriumzout. Het opbouwzout is in de handel verkrijgbaar onder de merknaam Sokalan CP5. Zelfs indien in geringe hoeveelheden gebruikt inhibiteert dit opbouwzout de korstvorming.

Voorbeelden van organische alkalische sequesterende opbouwzouten, 5 die met de detergentopbouwzouten of gemengd met andere organische en anorganische opbouwstoffen kunnen worden gebruikt, zijn alkalimetaal-, ammonium- of gesubstitueerd ammoniumaminopolycarboxylaten, bijvoorbeeld natrium- en kaliumethyleendiaminetetraacetaat (EDTA), natrium- en kalium-nitrilotriacetaten (NTA) en triethanolammonium N-(2-hydroxyethyl)nitrilo-10 diacetaten. Ook gemengde zouten van deze aminocarboxylaten zijn geschikt.

Andere geschikte opbouwstoffen van het organische type zijn carboxymethylsuccinaten, tartronaten en glycollaten. Van bijzondere waarden zijn de polyacetaalcarboxylaten. De polyacetaalcarboxylaten en hun gebruik in detergentcomposities zijn beschreven in de Amerikaanse 15 octrooiaanvrage 767.570, ingediend op 19 augustus 1985, en in de Amerikaanse octrooischriften 4.144.226, 4.315.092 en 4.146.495.

De alkalimetaalsilicaten zijn nuttige opbouwzouten, die tevens dienen ter aanpassing of regeling van de pH en die de compositie anti-corrosief voor wasmachineonderdelen maakt. Natriumsilicaten met Na20/Si02 20 verhoudingen van 1,6/1 tot 1/3,2, in het bijzonder van ongeveer 1/2 tot 1/2,8 verdienen de voorkeur. Ook kunnen kaliumsilicaten met dezelfde verhoudingen worden gebruikt.

Andere geschikte opbouwstoffen zijn bijvoorbeeld die, welke zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.316.812, 4.264.466 en 25 3.630.929. De anorganische opbouwzouten kunnen met de niet-ionogene capillairactieve detergentverbinding worden gebruikt of gemengd met andere anorganische opbouwzouten of met organische opbouwzouten.

Verder kunnen ook de in water onoplosbare kristallijne en amorfe aluminosilicaatzeolieten worden gebruikt. De zeolieten hebben in het 30 algemeen de formule

(M00) . (Al-Oj . (SiOj .WHO

2χ 2 3 y 2z 2 waarin x = 1, y = 0,8 - 1,2 en bij voorkeur =1, z= 1,5 -3,5 of hoger en bij voorkeur =2-3,w=0-9, bij voorkeur = 2,5 - 6 en M biT voorkeur natrium voorstelt. Een typisch zeoliet is type A of analoge 35 structuur, waarbij type 4A bijzondere voorkeur verdient. Bij voorkeur E? 0 2 0 2 3 - 19 - re j-cruiken aluminosiiicaten hebben calciumionuitwisselende capaciteiten van ongeveer 230 milliequivalent per g of neer, bijvoorbeeld 400 mee per gram.

Diverse kristallijne zeolieten (met name aluminosiiicaten), die 5 gebruikt kunnen worden, zijn beschreven in het Britse octrooischrift 1.534.163, het Amerikaanse octrooischrift 4.409.136 en de Canadese octrooischriften Ί.072.835 en 1.087.477. Een voorbeeld van bruikbare amorfe zeolieten kan worden gevonden in het Belgische octrooischrift 333.351.

13 Andere materialen, zoals kleisoorten, in het bijzonder van het ir.

water onoplosbare type, kunnen nuttige hulpstoffen zijn in composities volgens de uitvinding. Bijzondere geschikt is bentoniet. Dit materiaal is primair montmorilloniet, een gehydrateerd aluminiumsilicaat, -waarin ongeveer 1/6 van de aluminiumatomen kan zijn vervangen door magnesium-15 atomen, en waarmee variërende hoeveelheden waterstof, natrium, kalium, calcium en dergelijke los kunnen zijn gecombineerd. Bentoniet in meer gezuiverde vorm (d.v.z. vrij van gruis, zand en dergelijke), geschikt voor detergenten, bevat tenminste 52% montmorilloniet er. zijn kation-uitwisselingscapaciteit bedraagt tenminste ongeveer 50-75 meq per IOC g 11 bentoniet. Bijzonder geschikte bentonieten zijn de Wyoming of Western 'J.S. bentonieten, die door Georgia Xaclin Cc. in de handel werden gebracht als Thixo-jels 1, 2, 3 en 4. Van deze bentonieten is bekend dat zi; textiel verzachten, zoals beschreven in de Britse octrocischrifter. 411.413 en 461.221.

25 De opname in de detergentcompositie van een effectieve hoeveelheid van iaagmolecuiaire amfifiele verbindingen, die als viscositeitsregeler.de en gel-inhibiterende middelen voor het niet-ionogene capillairactieve materiaal fungeren, verbetert de opslageigenschappen van de compositie aanmerkelijk. De amfifiele verbindingen kunnen qua chemische structuur 31 analoog worden geacht aan de geëthoxyleerde en/of gepropoxyleerde vloeibare niet-ionogene capillairactieve vetalkoholen, maar hebben betrekkelijk korte koolwaterstofketenlengten (C - C ) en een gering gehalte aan

Zo ethyl.eenoxyde (ongeveer 2-6 ethyleenoxydegroepen per molecuul} ,

Geschikte amfifiele verbindingen kunnen werden voorgesteld door 35 de algemene formule

ro(ch9ch2o) H

8702023 - 20 - waarin R een Cn - CD alkylgroep voorstelt en n een getal net een waarde

•i. O

van ongeveer 1 - 6 is.

Specifieke verbindingen zijn C- C3 alkyleenglycolmono C2 - C_ alkylethers.

5 Meer specifiek zijn de verbindingen mono-, di- of tri-C^ - alkyleenglycolmono - C^_ alkylethers.

Specifieke voorbeelden van geschikte amfifiele verbindingen zijn ethyleenglycolmonoethylether, diethyleenglycolmonobutylether, tetraethy-leenglycolmonobutylether en dipropyleenglycolmonomethylether. Diethyleen-10 glycolmonobutylether verdient bijzondere voorkeur.

De opname in de compositie van de laagmoleculaire alkyleenglycol-monoalkylether verlaagt de viscositeit van de compositie zodanig, dat deze gemakkelijker gietbaar is, verbetert de stabiliteit tegen bezinking en verbetert de dispergeerbaarheid van de comDositie bij de toevoeqinq 15 aan warm water of koud water.

De comoosities volaens de uitvindinq hebben verbeterde viscositeits-en stabiliteitseigenschappen en blijven stabiel en gietbaar bij temperaturen van ongeveer 5°C en lager.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan aan het mengsel een 20 aanvullend stabilisatiemiddel worden toegevoegd, zoals een alkanolester van fosforzuur of een aluminiumzout van een hoger vetzuur.

Verbeteringen in de stabiliteit van de compositie kunnen worden bereikt door opname van een geringe effectieve hoeveelheid van een zure organische fosforverbinding met een zure -POH-groep, zoals een partiële 25 ester van fosforzuur en een alkanol.

In de Amerikaanse octrooiaanvrage 597.948, ingediend op 9 april 1984, is beschreven dat de zure organische fosforverbinding met een zure -POH-groep de stabiliteit van de suspensie van opbouwstoffen in het niet-waterige vloeibare niet-ionogene capillairactieve materiaal kan 30 verhogen.

De zure organische fosforverbinding kan bijvoorbeeld een partiële ester zijn van fosforzuur en een alkohol, zoals een alkanol met een lipofiel karakter, die bijvoorbeeld meer dan 5 koolstofatomen, bijvoorbeeld 8-20 koolstofatomen bevat.

35 Een specifiek voorbeeld is een partiële "ester van fosforzuur en S 7 U 2 0 2 3 - 21 - een C: - C alkanoi (Empiphos 5632, Marchon); het bestaat uit ongeveer lc 15 35% moncester en 65^ diester,

De opname van vrij geringe hoeveelheden van de zure organische fosforverbinding maakt de suspensie stabiel tegen bezinking bij staan 5 zonder de gietbaarheid aan te tasten, terwijl bij de geringe concentratie van de stabilisator, bijvoorbeeld minder dan ongeveer 1%, de plastische viscositeit in het algemeen zal dalen.

Verbeteringen in de stabiliteit en anti-bezinkingseigenschappen van de compositie kunnen ook worden bereikt door toevoeging van een ge-10 ringe effectieve hoeveelheid van een aluminiumzout van een hoger vetzuur aan de compositie.

De aluminiumzoutstabilisatoren vormen het onderwerp van de Amerikaanse aanvrage 725.455, ingediend op 22 april 1985.

De hogere aiifatische vetzuren, die de voorkeur hebben, bevatten 15 ongeveer 8-22 kcclstofatomen, bij voorkeur ongeveer 10 - 20 koolstof-atomen en liefst ongeveer 12 - 18 koolstofatomen. De aiifatische groep kan verzadigd of onverzadigd en lineair of vertakt zijn. Ook kunnen mengsels van vetzuren worden gebruikt, zoals die welke afkomstig zijn van natuurlijke bronnen, zoals tallovetzuur, cocovetzuur, enz.

2C Voorbeelden van de vetzuren, waaruit de aluminiumzoutstabilisators kunnen worden gevormd, zijn decaanzuur, dodecaanzuur, palmetinezuur, myristinezuur, stearinezuur, oliezuur, eicosanzuur, tallovetzuur, cocovetzuur, mengsels van deze zuren enz. De aluminiumzouten van deze zuren zijn in het algemeen in de handel verkrijgbaar en worden bij voorkeur 25 toegepast in de trizuurvorm, bijvoorbeeld aluminiumstearaat als aluminium-tristearaat Al(C^ _H.,-COO)^ -De monozuurzouten, bijvoorbeeld aluminiummono- stearaat, Al(OH)_(C H _COO) en dizuurzouten, bijvoorbeeld aluminium- z 17 3o distearaat, Al(OH)(C -,H._rC00)o en mengsels van twee of drie van de mono-, 1/35 z di- en trizuuraluminiumzouten kunnen eveneens worden gebruikt. Het heeft 30 echter de meeste voorkeur dat het trizuuraluminiumzout tenminste 30%, bij voorkeur tenminste 50% en liefst tenminste 80% van de totale hoeveelheid aluminiumvetzuurzout uitmaakt.

De aluminiumzouten zijn, zoals reeds vermeld, in de handel verkrijgbaar en kunnen ook gemakkelijk worden bereid, bijvoorbeeld door 35 verzeping van een vetzuur, zoals dierlijk vet, stearinezuur en dergelijke, 87 0 2 02 ï - 22 - gevolgd door behandeling van de resulterende zeep met aluin, alumina enz.

Van het aluminiumzoutstabiliseringsmiddel is slechts een zeer geringe hoeveelheid vereist voor het verkrijgen van een verbetering in de fysische stabiliteit.

5 De bleekmiddelen worden gemakshalve algemeen geclassificeerd als chloorbleekmiddelen en zuurstofbleekmiddelen.Chloorbleekmiddelen worden getypeerd door natriumhypochloriet (NaOCl), kaliumdichloorisocyanuraat (59% beschikbaar chloor) en trichloorisocyanuurzuur (95% beschikbaar chloor). Zuurstofbleekmiddelen hebben de voorkeur en worden vertegenwoor-10 digd door perverbindingen, die in oplossing waterstofperoxyde afgeven. Voorkeursvoorbeelden zijn natrium- en kaliumperboraten, -percarbonaten en -perfosfaten, en kaliummonopersulfaat. De perboraten, in het bijzonder natriumperboraatmonohydraat, hebben de bijzondere voorkeur.

Perzuurstofverbindingen worden bij voorkeur gemengd met een activa-15 tor daarvoor toegepast. Geschikte activators, die de effectieve werk-temperatuur van het peroxydebleekmiddel kunnen verlagen, zijn bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.264.466 of in kolom 1 van het Amerikaanse octrooischrift 4.430.244. Gepolyacyleerde verbindingen zijn voorkeursactivators; onder deze verdienen verbindingen 20 zoals tetraacetylethyleendiamine (TAED) en pentaacetylglucose bijzondere voorkeur.

Voorbeelden van andere geschikte activators zijn acetylsalicylzuur-derivaten, ethylideenbenzoaatacetaat en zouten daarvan, ethylideencarbo-xylaatacetaat en zouten daarvan, alkyl- en alkenylbarnsteenzuuranhydride, 25 tetraacetylglycouril (TAGUj en de derivaten van deze verbindingen. Andere geschikte klassen van activators zijn bijvoorbeeld beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.111.826, 4.422.950 en 3.661.789.

De activator voor het bleekmiddel reageert gewoonlijk met de perzuurstofverbinding onder vorming van een peroxyzuurbleekmiddel in 30 het waswater. Bij voorkeur wordt een sequestreermiddel met een groot complexvormend vermogen opgenomen ter inhibitering van eventuele ongewenste reacties tussen dergelijk peroxyzuur en waterstofperoxyde in de wasoplossing in tegenwoordigheid van metaalionen.

Voor dit doel geschikte sequestreermiddelen zijn bijvoorbeeld de 35 natriumzouten van nitrilotriazijnzuur (NTA), ethyleendiaminetetraazijn- 870 ?02 5 * - 23 - zuur (EDTA) , diethyleentriaminepentaazijnzuur (DETPA), diethyleentri-aminepentamethyleenfosfonzuur (DTPMP), dat onder de merknaam Dequest 2066 in de handel verkrijgbaar is, en ethyleendiaminetetramethyleenfosfonzuur (EDITEMPA). De sequestreermiddelen kunnen alleen of gemengd worden toege-5 past.

Om te voorkomen dat peroxydebleekmiddel, bijvoorbeeld natriumper-boraat, verloren gaat als gevolg van door enzymen veroorzaakte ontleding, bijvoorbeeld door catalaseenzyme, kunnen de composities tevens een enzyme-inhibitorverbinding bevatten, d.w.z. een verbinding, die in staat 10 is de door enzyme veroorzaakte ontleding van het peroxydebleekmiddel te inhibiteren. Geschikte innibitorverbindingen zijn beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.606.990.

Als bijzonder geschikte inhibitorverbindingen kunnen hydroxylamine-sulfaat en andere in water oplosbare hydroxylaminezouten worden genoemd.

15 In de niet-waterige composities volgens de uitvinding, die de voorkeur hebben, kunnen geschikte hoeveelheden van de hydroxylaminezoutinhibitors zo gering zijn als ongeveer 0,01 - 0,4%. In het algemeen gaan geschikte hoeveelheden van de enzyme-inhibitors tot ongeveer 15%, bijvoorbeeld 0,1 - 10 gew.%, berekend op de compositie.

20 Behalve de detergentopbouwstoffen kunnen diverse andere detergent- toevoegsels of -hulpstoffen in het detergentprodukt aanwezig zijn om het verdere gewenste eigenschappen van functionele of esthetische aard te verlenen. Zo kunnen in het mengsel ondergeschikte hoeveelheden van vuil suspenderende of anti-herafzettingsmiddelen worden opgenomen, bijvoor-25 beeld polyvinylalkohol, vetamiden, natriumcarboxymethylcellulose, hydroxvpropylmethylcellulose. Een bij voorkeur te gebruiken anti-herafzettingsmiddel is natriumcarboxymethvlcellulo9e met een verhouding van CM/'MC van 2:1, dat onder de merknaam Relatin DM 4050 in de handel verkrijgbaar is.

30 Verder kunnen optische glansmiddelen voor katoen, polyamide- en polyesterweefsels worden gebruikt. Voorbeelden van geschikte optische glansmiddelen zijn stilbeen-, triazo- en benzidinesulfoncomposities, in het bijzonder gesulfoneerd gesubstitueerd triazinylstilbeen, gesul-foneerd naftotriazoolstilbeen, benzidinesulfon en dergelijke waarbij 35 stilbeen- en triazoolcombinaties de meeste voorkeur hebben. Een bij fi 7 C 2 0 2 3 - 24 - voorkeur te gebruiken glansmiddel is Stilbene Brightener N4, een dimcrfclinedianilinostilbeensulfonaat.

Verdere toevoegsels zijn enzymen, bij voorkeur proteoiytische enzymen, zoals subtilisine, bromeline, papaïne, trypsine en pepsine, 5 alsmede enzymen van het amylase type, enzymen van het lipase type en mengsels daarvan. Bij voorkeur te gebruiken enzymen zijn proteasesuspen-sie, esperasesuspensie en amylase. Een voorkeursenzyme is Esperase SLa, dat een protease is. Ook kunnen anti-schuimmiddelen, bijvoorbeeld siliciumverbindingen, zoals Silicane L 7604, in geringe effectieve hoe-.0 veelheden worden toegevoegd.

Verdere mogelijke toevoegsels zijn bactericiden, bijvoorbeeld tetrachloorsalicylanilide, en hexachlorofeen,fungiciden, kleurstoffen, pigmenten (in water dispergeerbaar), preservatieven, ultravicletabsor-berende middelen, anti-vergelingsmiddelen, zoals natriumcarboxymethyl-15 cellulose, pH-modificators en pH-buffers, voor kleuren veilige bleekmiddelen, parfums en kleurstoffen en blauwmiddelen, zoals ultramarijnblauw.

De compositie kan ook een anorganisch onoplosbaar verdikkingsmiddel of dispergeermiddel met een zeer groot oppervlak bevatten, zoals fijnver-20 deeld silica met een uiterst fijne deeltjesgrootte (bijvoorbeeld met diameters van 5-1000 millimicron, zoals in de handel verkrijgbaar onder de naam Aerosil) of de andere zeer volumineuse anorganische dragermate-rialer., beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.630.919, in hoeveelheden van 0,1-10%, bijvoorbeeld van 1-5%. Bij voorkeur echter zijn 25 composities, die in het wasbad peroxyzuren vormen (bijvoorbeeld composities, die een perzuurstofverbinding en een activator daarvoor bevatten'· nagenoeg vrij van zulke verbindingen en van andere silicaten zijn; het is bijvoorbeeld gebleken, dat silica en silicaten de ongewenste ontleding van het peroxyzuur bevorderen.

30 In een uitvoeringsvorm van de uitvinding worden de stabiliteit van de opbouwzouten in de compositie tijdens opslag en de dispergeerbaarheid van de compositie in water verbeterd door malen en vermindering van de deeltjesgrootte van de vaste opbouwstoffen tot minder dan 100 micrometer, bij voorkeur minder dan 40 micrometer en liefst tot minder dan 10 micro-35 meter. De vaste opbouwzouten, bijvoorbeeld natriumtripolyfosfaat (TPP), 870 2 02 3 * werden in her algemeen geleverd in deeltjesgrootten van ongeveer IOC, 21" of 412 micrometer. De niet-ionogene vloeibare capillairactieve fase kan met de vaste opbouwzouten worden vermengd voor of na het malen daarvan.

5 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het mengsel van het vloeibare niet-ionogene capillairactieve materiaal en de vaste bestanddelen gemalen in een molen van het wrijvingstype, waarin de deeltjesafmetingen van de vaste bestanddelen worden verminderd tot minder dan ongeveer 10 micrometer, bijvoorbeeld tot een gemiddelde deeltjes-10 grootte van 2-10 micrometer of zelfs minder (bijvoorbeeld 1 micrometer< .

Bij voorkeur minder dan ongeveer 1G%,. in het bijzonder minder dan ongeveer 5% van alle gesuspendeerde deeltjes heeft een deeltjesgrootte van meer dan 1C micrometer. Composities, waarvan de gedispergeerde deeltjes dergelijke geringe afmetingen hebben, bezitten een verbeterde stabiliteit 15 tegen afscheiding of bezinking bij opslag. Toevoeging van een niet- ionogene capillairactieve verbinding met eindstandige zuurgroep kan de vloeispanning van zulke dispersies verminderen en de dispergeerbaarheid van de dispersies verbeteren zonder een corresponderende vermindering van de stabiliteit van de dispersies tegen bezinking.

20 Big het malen verdient het de voorkeur dat de hoeveelheid vaste bestanddelen voldoende groot is (bijvoorbeeld tenminste ongeveer 40¾, zoals ongeveer 50%) om de vaste deeltjes in aanraking met elkaar te deer. zijr. en r.iet van elkaar te worden af geschermd door de niet-ionogene capillairactieve vloeistof. Na het malen kan een eventueel resterende 25 hoeveelheid vloeibaar niet-ionogeen capillairactief materiaal aan het gemalen mengsel worden toegevoegd. Molens, waarin maalkogels (kogelmolens of soortgelijke mobiele maalelementen worden toegepast, geven zeer goede resultaten. Zo kan men een laboratoriummolen gebruiken met steatietmaal-kogeis met een diameter van 8 mm. Voor werk op grotere schaal kan een 3C continu werkende molen worden gebruikt, waarin maalkogels met een diameter van 1 mm of 1,5 mm werken in een zeer nauwe spleet tussen een stator en een betrekkelijke grote snelheid werkende rotor (bijvoorbeeld een CoBall molen); bij gebruik van een dergelijke molen is het gewenst het mengsel van niet-ionogeen capillairactief materiaal en vaste stof 35 eerst door een molen te' voeren, die niet een dergelijke fijne maling tot 870 ? 02 3 - 26 - stand brengt (bijvoorbeeld een colloidmolen), onder vermindering van de deeltjesgrootte tot minder dan 100 micrometer (bijvoorbeeld tot ongeveer 40 micrometer), alvorens het materiaal tot een gemiddelde deeltjesgrootte van minder dan ongeveer 10 micrometer wordt gemalen in de continue kogel-5 molen.

In de vloeibare wasgoeddetergentcomposities volgens de uitvinding, die de voorkeur hebben, zijn typische gehalten (procent, berekend op het totale gewicht van de compositie, tenzij anders vermeld) dan de bestanddelen als volgt: 10 Vloeibaar niet-ionogeen capillairactief detergent: 10 - 60%, zoals 20 - 50%, bijvoorbeeld ongeveer 30 - 40%.

De niet-ionogene capillairactieve verbinding met eindstandige zuur-groep kan worden weggelaten, maar wordt bij voorkeur toegevoegd in een hoeveelheid van 2 - 20%, zoals 3 - 15%, bijvoorbeeld ongeveer 4 - 10%.

15 Detergentopbouwstof, zoals natriumtripolyfosfaat (TPP): ongeveer 20 - 60%, zoals 25 - 45%, bijvoorbeeld ongeveer 25 - 35%.

Alkalimetaalsilicaat: ongeveer 0 - 30%, zoals 5 - 25%, bijvoorbeeld ongeveer 10 - 20%.

Copolymeer van polyacrylaat en polymaleïnezuuranhydridealkalimetaal- 20 zout (anti-korstvormingsmiddel): 0 - 10%, zoals 2-8%, bijvoorbeeld ongeveer 3 - 5%.

Alkyleenglycolmonoalkylether (anti-gelvormingsmiddel) kan worden weggelaten, maar wordt bij voorkeur toegevoegd in een hoeveelheid van ongeveer 5 - 20%, zoals 5 - 15%, bijvoorbeeld 8 - 12%.

25 Hoger alkylsulfonaat of hoger alkylpoly(laag alkoxy) sulfaat (anti-bezinkingsmiddel): 0,1 - 5%, bij voorkeur 0,3 - 2,0% en liefst ongeveer 0,5 - 1,5%. Het is een wezenlijk aspect van de uitvinding dat tenminste een van zulke stabiliserende anti-bezinkingsmiddelen in de compositie wordt opgenomen.

30 Fosforzure alkanolester (stabilisatiemiddel): 0 - 2,0% of 0,1 - 2,0%, zoals 0,10 - 1,0%.

Aluminiumzout van vetzuur (stabiliseringsmiddel) : 0 - 5,0%, zoals 0,5 - 2,0%, bijvoorbeeld 0,1 - 1,0%.

Bleekmiddel: 0 - 30%, zoals 2 - 20%, bijvoorbeeld ongeveer 5 - 15%.

35 Bleekmiddelactivator: 0 - 15%, zoals 1 - 10%, bijv. ongeveer 2 - 6%.

8/d 2 02 5 « - 27 -

Sequestreermiddel: O - 3,0%, bij voorkeur 0,5 - 2,0%, bijvoorbeeld ongeveer 2,15 - 1,25%.

Anti-herafzettingsmiddel: 0 - 3,0%, bij voorkeur 0,5 - 2,0%, bijvoorbeeld 0,75 - 1,25%.

5 Optisch glansmiddel: 0 - 2,0%, bij voorkeur 0,25 - 1,0%, bijvoor beeld 0,25 - 0,75%.

Enzymen: 0 - 3,0%, bij voorkeur 0,5 - 2,0%, bijvoorbeeld 0,75 - 1,25%.

Parfum: 0 - 3,0%, bij voorkeur 0,25 - 1,25%, bijvoorbeeld 0,75 - 1,0%.

10 Kleurstof: 0 - 0,10%, bij voorkeur 0,0025 - 0,050%, bijvoorbeeld 0,0025 - 0,0100%.

Diverse van de eerdergenoemde toevoegsels kunnen facultatief worden toegevoegd voor vervulling van de gewenste functie van de toegevoegde materialen.

15 Ook kunnen mengsels van de niet-ionogene capillairactieve verbin ding met eindstandige zuurgroep en de alkyleenglycolalkylether worden gebruikt en in sommige gevallen kan het voordeel bieden zulke mengsels alleen of tezamen met een mengsel van een stabiliserend middel en een anti-bezinkingsmiddel te gebruiken.

20 De toevoegsels dienen zodanig te worden gekozen, dat zij verenig baar zijn met de hoofdbestanddelen van de detergentcompositie.

In deze aanvrage hebben alle hoeveelheden en percentages betrekking op het gewicht, berekend op de gehele compositie, tenzij anders is vermeld.

25 De geconcentreerde niet-waterige niet-ionogene vloeibare detergent- compositie volgens de uitvinding wordt gemakkelijk in het water in de wasmachine gedoseerd. In de momenteel gangbare wasmachines voor huishoudelijk gebruik wordt normaliter 250 g poedervormig detergent gebruikt voor het wassen van een volledige lading wasgoed. Volgens de uitvinding 30 is slechts 77 cm3 of 100 g van de geconcentreerde vloeibare niet-ionogene detergentcorapositie nodig.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de deter-gentcompositie als volgt samengesteld: 670 2 0^3 - 28 -

Gew.%

Niet-ionogeen capillairactief detergent 30-40

Capillairactieve verbinding met eindstandige zuurgroep 4-10

Detergentopbouwzout 25-35 5 Copolymeer van polyacrylaat en polymaleïnezuur- anhydride alkalimetaalzout (Sokalan CP-5) 3-5

Alkyleenglycolmonoalkylether 8-12

Natriumalkylsulfonaat of natriumalkylpolyethoxysulfaat 0,5-1,5 Alkalimetaalperboraat 5-15 10 Bleekmiddelactovator (TAED) 2,0-6,0

Optisch glansmiddel (Stilbene Brightener N4) 0,25-0,75

Enzymen (Protease-Esperase SL8) 0,75-1,25

Parfum 0,75-1,0

De uitvinding wordt aan de hand van de volgende voorbeelden nader 15 toegelicht.

VOORBEELD I

Er werd een geconcentreerde niet-waterige vloeibare niet-ionogene capillairactieve detergentcompositie met de volgende samenstelling bereid.

Gew. %

Plurafac RA 50 (niet-ionogeen capillairactief 20 materiaal) 38,0

Dobanol 91-5 met eindstandige zuurgroep (reactie-produkt met barnsteenzuuranhydride) 6,0

Natriumtripolyfosfaat (TPP) 34,0

Diethyleenglycolmonobutylether 4,0 25 Natrium alkylsulfonaat (Mersolat D98 C^) 1,0

Natriumperboraatmonohydraat 9,0

Tetraacetylethyleendiamine (TAED) 6,0

Stilbeen glansmiddel 0,8

Protease (Esperase) 1,2 8702023 - 29 -

De toevoeging van 1% van het natriumalkylsuifonaat bleek ie groeieranting van de compositie van ongeveer 2 Pa te verhogen tot ongeveer 4 Pa. De viscositeit van de compositie bleek ongeveer gelijk te blieven.

5 Het mengsel werd ongeveer 1 uur gemalen onder vermindering van os deeltjesgrootte van de gesuspendeerde opbouwzouten tot minder dan 40 micrometer. De compositie bleek bij opslag stabiel te zijn en geen gel te vormen en had een hoge öetergentcapaciteit.

VOORBEELD IX

1C Er werd een geconcentreerde niet-waterige vloeibare niet-ionogene capillairactieve detergentcompositie met de volgende samenstelling bereid:

Gew. 'ö

Plurafac RA 50 36, G

Dobanol 91-5 met eindstanöige zuurgroep (reactie-1, 5 produkt met barnsteenzuuranhydride) 6,0

Natriumtripolyfosfaat (TPP) 32,0

Diethyleenglycolmonobutyletner 8,0

h’atriumalkylpolyethoxyethersulfaat 1,C

Natriumperboraatmonohyöraat 9,0 20 Tetraaoetyiethyleendiamine (TAED) 5,0

Stilleen glansmiddel 0,75

Protease (Esperase) 1,25

Parfum 1,0

Het mengsel wordt gedurende 1 uur gemalen onder vermindering var. de 25 deeltjesgrootte van de gesuspendeerde opbouwzouten tot minder dan 4C micrometer. De compositie blijkt bij opslag stabiel te zijn en geen gel te vormen en heeft een hoge detergentcapaciteit.

De mengsels van voorbeelden I en II kunnen worden bereid zonder malen van de opbouwzouten en gesuspendeerde vaste deeltjes tot een ge-3C ringe deeltjesgrootte, maar de beste resultaten worden verkregen indien de mengsels wel worden gemalen.

«702023

Claims (19)

1. Detergentcompositie voor de behandeling van weefsels, gekenmerkt door een suspensie van onoplosbare anorganische deeltjes in een niet-waterig niet-ionogeen vloeibaar capillairactief detergent en een anionogeen hoger alkylsulfonaat of hoger alkylpolyethersulfaat als 5 anti-bezinkingsmiddel ter verhoging van de stabiliteit van de suspensie.

2. Compositie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het hogere alkylsulfonaat een alkalimetaal C - C primair of secundair alkyl- o 2o sulfonaat is.

3. Compositie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het 10 hogere alkylsulfonaat een natrium C^ - C^g primair alkylsulfonaat is.

4. Compositie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het hogere alkylpolyethersulfaat een alkalimetaalsulfaat is, waarin de alkylgroep 14 - 20 koolstofatomen bevat en de polyethergroep 2-8 lage alkoxy-groepen bevat.

5. Compositie volgens conclusie 1 of 4, met het kenmerk, dat het hogere alkylpolyethersulfaat het natriumzout is, waarin de alkylgroep 12 - 15 koolstofatomen en de polyethergroep 2-4 ethoxygroepen bevat.

6. Compositie volgens conclusies 1 - 5, gekenmerkt door tenminste één anti-gelvormingsmiddel, gekozen uit een niet-ionogene capillair- 20 actieve verbinding met een eindstandige zuurgroep en een alkyleenglycol-monoalkylether.

7. Compositie volgens conclusies 1-6, gekenmerkt door een of meer hulpstoffen, gekozen uit anti-korstvormingsmiddelen, alkalimetaalsili-caat, bleekmiddel, bleekmiddelactivator, sequestreermiddel, anti- 25 herafzettingsmiddel, optisch glansmiddel, enzymen, parfum en kleurstof.

8. Compositie volgens conclusies 1-7, gekenmerkt door 10 - 50% van een organisch of anorganisch opbouwzout.

9. Compositie volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de anorganische deeltjes een alkalimetaalpolyfosfaatdetergentopbouwzout omvatten.

10. Compositie volgens conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de anorganische deeltjes een zodanige deeltjesgrootteverdeling hebben dat niet meer dan ongeveer 10 gew.% van de deeltjes een deeltjesgrootte van meer dan ongeveer 10 micrometer heeft. 1702023 -Si ll. Compositie volgens conclusies 1-10, gekenmerkt door 0,1-5 gew.% van het hogere alkylsulfonaat of hogere alkylpolyethersulfaat, berekend op de totale compositie.

12. Niet-waterige, opgebouwde wasgoeddetergentcompositie, die bij 5 hoge en lage temperaturen gietbaar is en bij menging met koud water geen gel vormt,gekenmerkt door tenminste één vloeibaar niet-ionogeen capillair-actief materiaal in een hoeveelheid van 10 - 60 gew.%, tenminste één detergentopbouwzout, gesuspendeerd in het niet-ionogene capillairactieve materiaal in een hoeveelheid van 20 - 60 gew.%, een niet-ionögene 10 capillairactieve verbinding met eindstandige zuurgroep als gel-inhibite-rend toevoegsel in een hoeveelheid van 2-20 gew.%, een verbinding met de formule RO(CH_CHnO) H, waarin R een C_ - CQ alkylgroep voorstelt en n een getal is met een gemiddelde waarde van 1-6, als gel-inhibiterend toevoegsel in een hoeveelheid tot 5-20 gew.%, een hoger alkylsulfonaat 15 of hoger alkylpolyethersulfaat als anti-bezinkingsmiddel en stabilisatie-middel in een hoeveelheid van 0,3 - 2,0 gew.%.

13. Compositie volgens conclusie 12, desgewenst bevattende een of meer detergenthulpstoffen, gekozen uit enzymen, corrosie-inhibitors, anti-schuimmiddelen, schuimonderdrukkers, vuilsuspenderende of anti- 20 herafzettingsmiödelen, anti-vergelingsmiddelen, kleurstoffen, parfums, optische glansmiddelen, blauwmiddelen, pH-modificators, pH-buffers, bleekmiddelen, bleekmiddelstabilisatoren, bleekmiddelactivators, enzymen-inhibitors en sequestreermiddelen.

14. Niet-waterige vloeibare wasgoeddetergentcompositie volgens 25 conclusie 12, gekenmerkt door: gew. % Niet-ionogeen capillairactief materiaal 30-40 Capillairactieve verbinding met eindstandige zuurgroep 4-10 Natriumtripolyfosfaat (TPP) 25-35 Copolymeer van polyacrylaat en polymaleinezuur-30 anhydride natriumzout 3-5 Diethyleenglycolmonobutylether 8-12 Natrium C^ - C alkylsulfonaat 0,3-2,0 Natriumperboraatmonohydraat 8-12 Tetraacetylethvleendiamine (TAED) 3,5-5,5 6 ? 0 ’023 - 32 -

15. Niet-waterige vloeibare wasgoeddetergentcompositie volgens conclusie 12, gekenmerkt door: gew. % Niet-ionogeen capillairactief materiaal 30-40 Capillaïractieve verbinding met eindstandige zuurgroep 4-10 5 Natriumtripolyfosfaat 25-35 Copolymeer van polyacrylaat en polymaleïnezuur-anhydride natriumzout 3-5 Diethyleenglycolmonobutylether 8-12 Natrium - C ^ alkylpolyethoxysulfaat 0,3-2,0

10 Natriumperboraatmonohydraat 8-12 Tetraacetylethyleendiamine (TAED) 3,5-5,5

16. Werkwijze voor het reinigen van vuile weefsels, met het kenmerk, dat de vuile weefsels in aanraking worden gebracht met de compositie volgens conclusie 1.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de vuile weefsels in aanraking worden gebracht met de compositie volgens conclusie 12.

18. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de vuile weefsels in aanraking worden gebracht met de compositie volgens 20 conclusie 14.

19. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de vuile weefsels in aanraking worden gebracht met de compositie volgens conclusie 15. §702025