NL8701606A

NL8701606A - Cultivator implement for seed bed - has rollers with multiple teeth on independent rotatable rings

Info

Publication number: NL8701606A
Application number: NL8701606A
Authority: NL
Original assignee: Lely Nv C Van Der
Priority date: 1987-07-08
Filing date: 1987-07-08
Publication date: 1989-02-01

Abstract

The tractor drawn cultivator frame, supports rollers mfd. of sheet metal. Independent rotatable rings have several teeth. Between the rings are horizontal distance pieces. Part of the distance pieces may act as soil scraper. The machine is attached via a three point coupling and derrick (30). The cultivators are driven via intermediate shaft (31). An adjuster assembly adjust a roller (11) to determine the digging depth. When soil builds up between the rings (13), a scraper prevents clogging.

Description

f *f *

C. van der Lely N.V., Maasland GRONDBEWERKINGSMACHINEC. van der Lely N.V., Maasland TILLAGE PROCESSING MACHINE

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van een gestel en ten minste één rol.The invention relates to a soil tillage machine provided with a frame and at least one roller.

Bij grondbewerkingsmachines van deze soort vindt bij het bewerken van zware, natte gronden een aanhechten van 5 aarde aan de rol plaats, waardoor de funktie van de rol geheel of gedeeltelijk verloren kan gaan en het werk van de machine nadelig wordt beïnvloed.In tillage machines of this kind, when working on heavy, wet soils, an adhesion of soil to the roller takes place, as a result of which the function of the roller can be completely or partly lost and the work of the machine is adversely affected.

De uitvinding beoogt nu bij een machine van bovengenoemde soort voorzieningen te treffen, waardoor het boven-10 genoemde nadeel geheel of althans gedeeltelijk kan worden opgeheven. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de rol een aantal uit plaat vervaardigde, van tanden voorziene, onafhankelijk van elkaar verdraaibare ringen omvat. Met behulp van deze voorziening wordt bereikt dat elk van de 15 ringen door de weerstand die de tanden in de grond ondervinden met een wisselende snelheid verdraait, waardoor eventueel tussen de ringen komende aarde kan worden gelost, terwijl desondanks een voldoende verkruimelende, egaliserende en verdichtende werking kan worden verkregen.The object of the invention is now to make provisions with a machine of the above-mentioned type, whereby the above-mentioned drawback can be fully or at least partially eliminated. According to the invention this is achieved in that the roller comprises a number of plate-made, toothed, independently rotatable rings. This feature ensures that each of the 15 rings rotates at varying speeds due to the resistance of the tines in the ground, so that any earth entering between the rings can be discharged, while still having a sufficiently crumbling, leveling and compacting effect. can be obtained.

20 Een verder facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine van bovengenoemde soort, waarbij tussen twee vrij beweegbare ringen een zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekkende afstandshouder is aangebracht. Met behulp van deze constructie kan aan de ringen 25 een beperkte axiale beweeglijkheid gegeven worden. Het zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekkende deel van de afstandshouder kan hierbij tevens als afschraper dienst doen.A further facet of the invention relates to a soil cultivating machine of the above-mentioned type, in which a spacer extending at least substantially horizontally is arranged between two freely movable rings. With the aid of this construction, the rings 25 can be given limited axial mobility. The part of the spacer which extends at least in a horizontal direction can also serve as a scraper.

Een volgend facet van de uitvinding betreft een 30 rol bij een machine van bovengenoemde soort die een aantal ringen omvat, waarvan de binnenzijde door ten minste twee draaibaar aangebrachte steunen is ondersteund. Door middel van deze constructie kan aan de respectieve ringen een doelmatige geleiding worden gegeven. Hierbij kan de rol aan de 8701606 *1 2 i.A further aspect of the invention relates to a roller in a machine of the above-mentioned type which comprises a number of rings, the inside of which is supported by at least two rotatably mounted supports. Effective guidance can be given to the respective rings by means of this construction. The roller can be attached to the 8701606 * 1 2 i.

einden zijn voorzien van een steunplaat, waartussen één of meer balken zijn aangebracht, een en ander zodanig dat de steunplaten een bevestigingsmogelijkheid bieden voor de draaibare steunen voor de ringen.ends are provided with a support plate, between which one or more beams are arranged, all such that the support plates offer a fixing possibility for the rotatable supports for the rings.

5 Een laatste facet van de uitvinding betreft een rol van bovengenoemde soort, waarbij een drager voor een afschraper is aangebracht die zich binnen de vrij beweegbare ringen bevindt. Met behulp van deze constructie kan een compacte opbouw van de rol worden verkregen onder handhaving 10 van een effectieve verwijdering van eventueel tussen de ringen aanwezige aarde.A final facet of the invention relates to a roller of the above-mentioned type, wherein a scraper carrier is provided which is located within the freely movable rings. With the aid of this construction, a compact construction of the roller can be obtained while maintaining an effective removal of any soil present between the rings.

Aan de hand van enkele in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below with reference to a few exemplary embodiments shown in the drawing.

15 Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewer- kingsmachine weer voorzien van een rol volgens de uitvinding.Figure 1 shows in top view a soil tillage machine provided with a roller according to the invention.

Figuur 2 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn II-II in figuur 1, terwijlFigure 2 is a larger-scale view taken on the line II-II in Figure 1, while

Figuur 3 een aanzicht weergeeft volgens de pijl 3 20 in figuur 2.Figure 3 represents a view according to the arrow 3 in Figure 2.

Figuur 4 geeft een tweede uitvoeringsvoorbeeld weer van een bij de rol toegepaste afschraper.Figure 4 shows a second exemplary embodiment of a scraper used with the roller.

De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder een machine 25 voor de bereiding van een zaaibed.The device shown in the figures relates to a soil cultivation machine, in particular a machine 25 for preparing a seed bed.

De machine omvat een gesteldeel 1, dat zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekt en kokervormig is. In het gesteldeel 1 zijn op onderling gelijke afstand van bij voorkeur 25 cm de zich in opwaartse, bij 30 voorkeur verticale, richting uitstrekkende assen 2 gelegerd van bewerkingsorganen 3. Elk van de bewerkingsorganen 3 omvat een althans nagenoeg horizontale drager 4, die op het onder uit het gesteldeel 1 stekende einde van de as 2 is aangebracht en aan de einden is voorzien van zich naar beneden 35 uitstrekkende bewerkingsorganen 5 in de vorm van tanden. De einden van het kokervormig gesteldeel 1 zijn afgesloten door middel van zich in opwaartse richting uitstrekkende platen 6, die althans nagenoeg evenwijdig aan de voorbewegingsrichting 8701606 3 A van de machine zijn gelegen. Nabij de voorzijde is elk van de platen 6 voorzien van een as 7, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt, een en ander zodanig dat de assen 7 op de respectieve platen 6 in eikaars verlengde 5 zijn gelegen. Om elke as 7 is een zich langs de binnenzijde Van een plaat 6 naar achteren uitstrekkende arm 8 ver-zwenkbaar. Elk van de armen 8 is door middel van een nabij de achterzijde van de platen 6 aanwezige verstelinrichting 9, die bij voorkeur een schroefspindel omvat, in hoogterichting 10 verstelbaar. Aan de achterzijde omvat elk van de armen 8 een deel 10, dat zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekt en althans nagenoeg recht verloopt. De delen 10 dragen een rol 11. De rol 11 omvat zich aan de einden bevindende steunplaten 12, die aan de naar elkaar toegekeerde zijden van 15 de delen 10 zijn aangebracht en in hoofdzaak cirkelvormig zijn. De steunplaten 12 zijn aan de omtrek veelhoekig met een aan de onderzijde althans nagenoeg horizontaal gelegen zijde en een daarop aansluitende voorzijde, die zich althans nagenoeg tot het middelpunt N van de omgeschreven cirkel van de 20 veelhoekige omtrek uitstrekt en schuin naar voren en naar boven verloopt (figuur 2). Een lijn door de middelpunten N van de steunplaten 12 vormt de draaiingsas voor tot de rol behorende, hierna te bespreken vrij draaibare ringen 13. Tussen de steunplaten 12 zijn verbindingsbalken 14 en 14A 25 aangebracht, die door een kokerprofiel met een rechthoekige, bij voorkeur vierkante, dwarsdoorsnede zijn gevormd en door middel van aan de einden aanwezige flenzen 15 en bouten 16 op afstand boven elkaar aan de binnenzijde van de respectieve steunplaten 12 zijn bevestigd. Zoals uit figuur 2 blijkt, 30 zijn de verbindingsbalken 14 en 14A gelegen ter hoogte van de stripvormige delen 10 van de armen 8, welke delen ten opzichte van de steunplaten 12 zodanig zijn aangebracht dat de langshartlijn a de langshartlijnen van de respectieve verbindingsbalken 14 en 14A snijdt boven resp. achter het 35 middelpunt N van de steunplaten 12, waarbij de balken 14 en 14A zich althans nagenoeg evenwijdig uitstrekken aan de draaiingsas van de ringen 13. De onderste verbindingsbalk 14A omvat een U-profiel, waarvan de zich schuin naar beneden en 8701 606 «a 4 naar achteren uitstrekkende benen over een deel haaks zijn omgezet en door middel van een verbindingsplaat 17 en bouten 17A met elkaar zijn verbonden. Tussen de steunplaten 12 zijn drie als assen uitgevoerde steunen 18 en 19 aangebracht 5 (figuur 2), die door middel van legers in legerbuizen 20, respectievelijk 20A vrij draaibaar zijn ondersteund. De langshartlijnen van de steunen 18 en 19 zijn op een cirkel gelegen met middelpunt . Hierbij bevindt zich tussen de steun 18 en de achterste steun 19 een omtrekshoek fan ± 135° en 10 tussen de steun 18 en de voorste steun 19 een hoek van ± 90° (figuur 2). De steun 18 is massief uitgevoerd, onder het middelpunt N van de steunplaten 12 gelegen, waarbij een vlak A-A door de draaiingsas van de ringen en de langshartlijn van de steun zich althans nagenoeg in verticale richting uit-15 strekt. De beide steunen 19 worden elk gevormd door een buis met een ronde dwarsdoorsnede. Tussen de steunplaten 12 zijn om de respectieve steunen 18 en 19 de uit plaat gevormde ringen 13 aangebracht, die zich vrij ten opzichte van elkaar en de assen kunnen bewegen en aan de omtrek zijn voorzien van 20 tanden 13A. Elk van de tanden 13A heeft een althans nagenoeg radiaal verlopende zijde, die aan het einde van de tand overgaat in een S-vormig naar achteren verlopende zijde, die op de althans nagenoeg radiaal verlopende zijde van de daaropvolgende tand 20 aansluit. Tussen de ringen 13 zijn om de 25 buisvormige steunen 19 afstandhouders 21 aangebracht, die zijn uitgevoerd als een bus met aan de naar de respectieve ringen 13 gekeerde zijden een flens 22, een en ander zodanig dat de ringen 13 tussen de flenzen 22 in axiale richting beperkt beweegbaar zijn. Verder zijn de ringen 13 om de 30 steunen 18 en 19 vrij verdraaibaar, waarbij zij met de binnenzijde tegen de buitenomtrek van deze assen zijn gelegen (figuur 2). Aan de verbindingsplaat 17 van de onderste ver-bindingsbalk 14A is door middel van de bouten 17A een af standhouder 24 aangebracht, die plaatvormig is. De 35 afstandhouder 24 is vanaf zijn bevestiging over een deel, dat zich althans nagenoeg in verticale richting uitstrekt, naar beneden afgebogen. Het betreffende deel is achter de steun 18 en lager dan de langshartlijn van de as naar achteren af ge- S701606 5 bogen en gaat over in een zich althans nagenoeg horizontaal uitstrekkend deel, dat zich tot voorbij de baan beschreven door de uiteinden van de tanden 13A uitstrekt.The machine comprises a frame part 1, which extends transversely to the direction of travel A of the machine and is tubular. In the frame part 1, mutually equidistant from preferably 25 cm, the axes 2 extending in upward, preferably vertical, direction are supported from working members 3. Each of the working members 3 comprises an at least substantially horizontal support 4, which is mounted on the bottom the end of the shaft 2 protruding from the frame part 1 is provided and at the ends is provided with working members 5 extending in the form of teeth. The ends of the tubular frame part 1 are closed by means of upwardly extending plates 6, which are located at least substantially parallel to the direction of advance of the machine 8701606 3A. Near the front, each of the plates 6 is provided with a shaft 7, which extends transversely to the direction of travel A, all this in such a way that the shafts 7 on the respective plates 6 are in line with each other. An arm 8 extending backwards along the inside of a plate 6 is pivotable about each axis 7. Each of the arms 8 is adjustable in height 10 by means of an adjusting device 9, which preferably comprises a screw spindle, which is present near the rear side of the plates 6. At the rear, each of the arms 8 comprises a part 10 which extends obliquely downwards and backwards and runs at least almost straight. The parts 10 carry a roller 11. The roller 11 comprises support plates 12 located at the ends, which are arranged on the facing sides of the parts 10 and are substantially circular. The support plates 12 are polygonal on the periphery with a side which is at least substantially horizontally located on the bottom and an adjoining front side, which extends at least substantially to the center N of the circumscribed circle of the polygonal circumference and which extends obliquely forward and upwards. (figure 2). A line through the centers N of the supporting plates 12 forms the axis of rotation for freely rotatable rings 13 belonging to the roller, discussed below. Connecting bars 14 and 14A 25 are arranged between the supporting plates 12, which are formed by a box section with a rectangular, preferably square cross-section and are mounted at a distance from one another by flanges 15 and bolts 16 spaced one above the other on the inside of the respective support plates 12. As can be seen from Figure 2, the connecting beams 14 and 14A are located at the level of the strip-shaped parts 10 of the arms 8, which parts are arranged relative to the supporting plates 12 such that the longitudinal centerline a is the longitudinal centerlines of the respective connecting beams 14 and 14A cuts above resp. behind the center point N of the support plates 12, wherein the beams 14 and 14A extend at least substantially parallel to the axis of rotation of the rings 13. The lower connecting beam 14A comprises a U-profile, which is inclined downwards and 8701 606a. 4 legs extending backwards are bent at right angles over a part and are connected to each other by means of a connecting plate 17 and bolts 17A. Between the support plates 12 there are arranged three supports 18 and 19 designed as shafts (figure 2), which are supported rotatably by means of bearings in bearing tubes 20 and 20A respectively. The longitudinal axes of the supports 18 and 19 are located on a circle with a center. Between the support 18 and the rear support 19 there is an angle fan perimeter ± 135 ° and between the support 18 and the front support 19 there is an angle of ± 90 ° (figure 2). The support 18 is solid, located below the center N of the support plates 12, a plane A-A extending at least substantially vertically through the axis of rotation of the rings and the longitudinal axis of the support. Both supports 19 are each formed by a tube with a round cross section. Between the support plates 12 are placed around the respective supports 18 and 19 the rings 13 formed from plate, which can move freely with respect to each other and the shafts and are provided with 20 teeth 13A on the circumference. Each of the teeth 13A has an at least substantially radially extending side, which at the end of the tooth merges into an S-shaped rearwardly extending side, which connects to the at least substantially radially extending side of the subsequent tooth 20. Spacers 21 are provided between the rings 13 around the tubular supports 19, which are designed as a sleeve with a flange 22 on the sides facing the respective rings 13, in such a way that the rings 13 between the flanges 22 in axial direction limited mobility. Furthermore, the rings 13 about the supports 18 and 19 are freely rotatable, with the inside lying against the outer circumference of these shafts (figure 2). A spacer 24, which is plate-shaped, is arranged on the connecting plate 17 of the lower connecting beam 14A by means of the bolts 17A. The spacer 24 is bent downwards from its attachment over a part which extends at least substantially in vertical direction. The relevant part is bent backwards behind the support 18 and lower than the longitudinal axis of the shaft S701606 5 and merges into an at least substantially horizontally extending part, which extends beyond the path described by the ends of the teeth 13A extends.

In zijaanzicht gezien, snijdt het zich althans nage-5 noeg in horizontale richting uitstrekkende deel van de afstandhouder 24, welk deel als afschraper dienst doet, de binnenzijde van een ring 13 in een punt dat op een omtrekshoek van tenminste 60° is gelegen onder een horizontaal vlak door de draaiingsas van de ringen 13.Seen in side view, the at least approximately 5 horizontally extending part of the spacer 24, which serves as a scraper, cuts the inside of a ring 13 at a point located at a perimeter angle of at least 60 ° under a horizontally plane through the axis of rotation of the rings 13.

10 In figuur 4 is als een tweede uitvoeringsvoorbeeld een plaatvormige afstandhouder 25 weergegeven. Hierbij strekt het deel van de af standhouder 25, dat als af schraper dienst doet zich onder een hoek van ± 30° met de horizontaal schuin naar beneden en naar achteren uit. Het vrije einde van de 15 afschraper bevindt zich althans nagenoeg op dezelfde hoogte als het vrije einde van de afstandhouder 24, waarbij het afschrapend deel verder buiten de baan beschreven door de einden van de tanden 13A uitsteekt dan het afschrapend deel van de af standhouder 24. De af standhouder 25 kan met zijn 20 afschrapend deel met succes worden toegepast op lichte en middelzware gronden.In figure 4 a plate-shaped spacer 25 is shown as a second exemplary embodiment. The part of the spacer 25, which serves as a scraper, hereby extends at an angle of ± 30 ° with the horizontal obliquely downwards and backwards. The free end of the scraper is at least substantially the same height as the free end of the spacer 24, the scraping portion extending further out of the path described by the ends of the teeth 13A than the scraping portion of the spacer 24. The spacer 25 with its scraping part can be successfully applied on light and medium soils.

Binnen het kokervormig gesteldeel 1 is op elke as 2 van een bewerkingsorgaan 3 een tandwiel 2 6 met rechte vertanding aangebracht, een en ander zodanig dat de tand-25 wielen 26 op de assen 2 van naast elkaar gelegen bewerkings-organen 3 met elkaar in aandrijvende verbinding zijn. Nabij het midden is de as 2 van een bewerkingsorgaan 3 naar boven verlengd en reikt met deze verlenging in een tandwielkast 27, die is aangebracht op de bovenzijde van het kokervormig 30 gesteldeel 1. Binnen de tandwielkast 27 staat de verlenging via een conische tandwieloverbrenging en een zich aan de achterzijde van de tandwielkast bevindende toerenvariator 28 in verbinding met een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 29, welke as aan de voorzijde buiten de 35 tandwielkast uitsteekt. De voorzijde van het kokervormig gesteldeel 1 is nabij het midden voorzien van een bok 30, welke een driepuntsbevestiging heeft voor aankoppeling van de machine aan de driepuntshefinrichting van een trekker.Within the tubular frame part 1, a spur gear 6 with straight teeth is arranged on each shaft 2 of a working member 3, such that the toothed wheels 26 on the shafts 2 of adjacent working members 3 drive one another connection. Near the center, the shaft 2 of a working member 3 is extended upwards and with this extension extends into a gearbox 27, which is arranged on the top of the tubular frame part 1. Inside the gearbox 27, the extension is arranged via a bevel gear and a speed variator 28 located at the rear of the gearbox in communication with a shaft 29 extending in the direction of travel A, which shaft protrudes beyond the gearbox at the front. The front of the tubular frame part 1 is provided near the center with a trestle 30, which has a three-point attachment for coupling the machine to the three-point lifting device of a tractor.

8701 60 6 r 68701 60 6 r 6

De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt.The operation of the machine described above is as follows.

Tijdens het bedrijf is de machine door middel van de bok 30 met de driepuntshefinrichting van een trekker 5 gekoppeld en wordt voortbewogen in een richting volgens pijl A, waarbij vanaf de aftakas van de trekker via een tussenas 31 en de in het voorgaande beschreven overbrenging de bewer-kingsorganen 3 worden aangedreven in een richting als met pijlen in figuur 1 is weergegeven. Hierbij bewerken naast 10 elkaar gelegen bewerkingsorganen 3 met hun naar beneden gerichte, als tanden uitgevoerde, bewerkingselementen 5 tenminste aan elkaar grenzende stroken grond. De werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 wordt tijdens het bedrijf bepaald door middel van de rol 11, die via de vrij ten opzichte van elkaar 15 en van de steunen 18 en 19 beweegbare ringen 13 en de aan de onderzijde tussen de steunplaten 12 vrij draaibaar aangebrachte, als massieve as uitgevoerde, steun 18 op de grond rust. Met behulp van de aan de achterzijde van de platen 6 aanwezige verstelinrichting 9 kan de rol 11 in meerdere 20 standen ten opzichte van het gesteldeel 1 worden gebracht en vastgezet, waarbij de werkdiepte van de bewerkingsorganen 3 zich wijzigt. Tijdens het bedrijf dringen de tanden 13A van de naast elkaar vrij beweegbaar om de steunen 18 en 19 aangebrachte, uit plaat gevormde, ringen 13 in de grond, waarbij 25 deze ringen in een draaiende beweging geraken. Door de steeds wisselende weerstand, die de tanden 13A van de respectieve ringen 13 in de grond ondervinden zal de draaisnelheid van de respectieve ringen praktisch steeds verschillen, waardoor op effectieve wijze wordt voorkomen dat zich aarde tussen de 30 ringen vastzet. Zet zich desondanks nog aarde tussen de ringen 13 vast, dan kan deze met behulp van het als afstrij-ker uitgevoerde deel van de afstandhouder 24 respectievelijk 25, die aan de achterste verbindingsbalk 14A is aangebracht op effectieve wijze worden verwijderd, waarbij wordt voor-35 komen dat grote brokken op de bewerkte strook grond achterblijven. Met behulp van de volgens de uitvinding uitgevoerde rol 11 kan men een doelmatige ondersteuning van de machine verkrijgen, waarbij de rol tevens een intensief verkruimelen- 8701606 7 de en egaliserende werking heeft en tevens een verdichting van de bewerkte aarde teweegbrengt. De specifiek uitgevoerde, van tanden 13A voorziene, ringen 13 kunnen op simpele wijze uit plaat worden gevormd, waarbij de dikte van de plaat bij 5 voorkeur 12 mm bedraagt. De buitendiameter, dat wil zeggen de baan beschreven door de einden van de tanden 13A, bedraagt bij voorkeur 50 cm en de binnendiameter van de ringen bij voorkeur 34 cm. De tussen de steunplaten 12 aanwezige steunen 18 en 19, waarvan de onderste wordt gevormd door een as met 10 een massieve uitvoering en een diameter van ± 80 mm, vormen een doelmatige ondersteuning voor de ringen 13, die zich eveneens beperkt in axiale richting tussen de afstandhouders 21, 24, 25 kunnen bewegen. De fabricage van de rol 11 kan op simpele wijze plaatsvinden, zodat het geheel goedkoop kan 15 zijn. Het totale gewicht van de rol is door toepassing van de uit plaat gevormde ringen 13 en de buisvormige steunen 19 relatief gering.During operation, the machine is coupled by means of the trestle 30 to the three-point hitch of a tractor 5 and is moved in a direction according to arrow A, from the PTO shaft of the tractor via an intermediate shaft 31 and the transmission described above. knives 3 are driven in a direction as shown by arrows in Figure 1. Here, adjacent working members 3 work with at least adjoining strips of soil with their working elements 5 arranged downwards, which are designed as teeth. The working depth of the working members 3 is determined during operation by means of the roller 11, which is freely rotatable via the rings 13 movable relative to each other 15 and of the supports 18 and 19 and the underside between the support plates 12, designed as a solid shaft, support 18 rests on the ground. With the aid of the adjusting device 9 present on the rear side of the plates 6, the roller 11 can be brought and fixed in several positions relative to the frame part 1, wherein the working depth of the working members 3 changes. During operation, the tines 13A of the rings 13, which are arranged free of movement around the supports 18 and 19, penetrate the supports 13 and 19 into the ground, whereby these rings get into a rotating movement. Due to the ever-changing resistance experienced by the teeth 13A of the respective rings 13 in the ground, the rotational speed of the respective rings will practically always differ, effectively preventing soil from settling between the rings. If, however, earth still remains between the rings 13, it can be effectively removed with the aid of the part of the spacer 24 and 25, which is provided as a scraper, and which is mounted on the rear connecting beam 14A, whereby large chunks are left on the worked strip of soil. With the aid of the roller 11 designed according to the invention, an effective support of the machine can be obtained, the roller also having an intensive crumbling and leveling action and also causing compaction of the worked soil. The specifically designed rings 13 provided with teeth 13A can be formed from plate in a simple manner, the thickness of the plate preferably being 12 mm. The outer diameter, i.e. the path described by the ends of the teeth 13A, is preferably 50 cm and the inner diameter of the rings is preferably 34 cm. The supports 18 and 19 present between the support plates 12, the lower of which is formed by a shaft with a solid design and a diameter of ± 80 mm, form an effective support for the rings 13, which is also limited in axial direction between the spacers 21, 24, 25 can move. The roll 11 can be manufactured in a simple manner, so that it can be completely inexpensive. The total weight of the roller is relatively small due to the use of the rings 13 formed from plate and the tubular supports 19.

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande maar betreft tevens alle details van de figuren al of niet 20 beschreven.The invention is not limited to the above, but also concerns all details of the figures, whether or not described.

87016068701606

Claims

Soil cultivation machine provided with a frame and at least one roller, characterized in that the roller comprises a number of plate-made, toothed, independently rotatable rings.

Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that a spacer extending at least substantially horizontally is arranged between two freely movable rings.

3. Tillage machine provided with a frame and at least one roller, characterized in that a spacer extending at least substantially horizontally is arranged between two freely movable rings.

4. Soil cultivation machine according to claim 2 or 3, characterized in that at least part of the spacer is designed as a scraper.

5. Soil cultivation machine provided with a frame and at least one roller, characterized in that a scraper extending at least substantially horizontally is arranged between two freely movable rings of the roller.

Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the freely movable rings are supported on the inside by means of at least two rotatably mounted supports.

7. Soil cultivation machine provided with a frame and at least one roller, characterized in that the roller comprises a number of rings, the inside of which is supported by at least two pivotally mounted supports.

Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the roller at both ends 30 comprises a support plate between which one or more beams are arranged.

9. Soil cultivation machine provided with a frame and at least one roller, characterized in that the roller is provided at the ends with a supporting plate between which one or more beams are arranged.

Soil cultivation machine according to claim 8 or 9, characterized in that a beam is provided with a spacer 870 1 60 6 c * Λ holder, which comprises a scraper.

11. Tillage machine provided with a frame and at least one roller, characterized in that a scraper carrier is arranged on the inside of freely movable rings.

Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the inner side of the rings is supported by at least two freely rotatable supports.

13. Soil cultivation machine according to claim 12, characterized in that the supports are provided with spacers which are arranged between the respective rings.

Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the supports are arranged freely rotatable between support plates present at the ends of the roller.

15. Soil cultivation machine according to any one of claims 12-14, characterized in that three supports are provided, the centers of which are spaced apart on a circle, the center of which coincides with the center of a support plate.

Soil furrowing machine according to claim 15, characterized in that the longitudinal axis of a lower support is located substantially straight below the center of the circle on which the longitudinal axes of the supports are located.

Soil cultivation machine according to claim 16, characterized in that the bottom support is formed by a shaft which is of solid construction.

18. Soil cultivation machine according to any one of claims 15-17, characterized in that the two other supports are tubular.

19. Soil cultivation machine according to claim 18, characterized in that spacers designed as bushes are arranged around the tubular supports, which flanges are provided at the ends for guiding the rings.

Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that a spacer is arranged on a bottom of two connecting beams located one above the other, which are present between the support plates.

21. Soil cultivation machine according to claim 20, characterized in that the two connecting beams are located at the level of an arm, to which the respective support plates are attached.

Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that a plane through the longitudinal axes of the connecting beams is above and behind the center of the circle on which the longitudinal axes 10 of the rotatable supports for the rings are located.

Soil cultivation machine according to any one of claims 20 to 22, characterized in that a spacer comprises a scraper which, viewed in side view, cuts the inside of a ring at a point located at a perimeter angle of at least 60 ° below a vertical plane passing through the center of the circle on which the longitudinal centers of the rings' supports are located.

24. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the roller is arranged behind a number of cultivating members and is height-adjustable with respect to one of the supporting members supporting one of the moving members.

25. Soil cultivation machine, as described above and shown in the figures. 8701606