NL8701567A - Inrichting voor het op afroep voederen van varkens. - Google Patents

Inrichting voor het op afroep voederen van varkens. Download PDF

Info

Publication number
NL8701567A
NL8701567A NL8701567A NL8701567A NL8701567A NL 8701567 A NL8701567 A NL 8701567A NL 8701567 A NL8701567 A NL 8701567A NL 8701567 A NL8701567 A NL 8701567A NL 8701567 A NL8701567 A NL 8701567A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
weighing
feed
feeding
identification box
box
Prior art date
Application number
NL8701567A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Buschhoff Th Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Buschhoff Th Ag filed Critical Buschhoff Th Ag
Publication of NL8701567A publication Critical patent/NL8701567A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/02Pigsties; Dog-kennels; Rabbit-hutches or the like
    • A01K1/0209Feeding pens for pigs or cattle
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/0005Stable partitions
    • A01K1/0017Gates, doors
    • A01K1/0023Sorting gates

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)

Description

«(V i VO 9191
Titel: Inrichting voor het op afroep voederen van varkens.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het op afroep voederen van in tenminste één stal vrij. rondlopende varkens,met een weeg- en/of identificatiebox, meerdere daarachter opgestelde vreetboxen, welke zijn voorzien van uitgangsdeuren en automatisch openende en slui-5 tende ingangsdeuren, met een terugloopgang naar de stal en een afschei-dingsruimte voor het afscheiden van afzonderlijke varkens.
Het is bekend, dragende zeugen in een grotere groep in een wacht-stal te houden, waarin zij zich vrij kunnen bewegen en die is voorzien van voederstations, waarin elke zeug de haar toekomende hoeveelheid 10 voeder kan halen. De zeugen dragen aan een halsband een zender, welke zender de individuele gegevens van de zeug naar de ontvanger van een i computer zendt, welke de voederhoeveelheid voor het gegeven ogenblik voor de betreffende zeug berekent en daarna de voedertoevoer naar het voederstation stuurt.
15 Om tegelijkertijd in meerdere vreetboxen te kunnen voederen, is reeds voorgesteld de dieren niet in een voederstation, maar in een aparte weeg- en identificatiebox te identificeren (tijdschrift "Landtechnik", 5 mei 1986, blz. 240). De in de weeg- en identificatiebox geïdentificeerde zeug wordt dan langs zich automatisch openende en sluitende deuren 20 naar een bepaalde vreetbox geleid, waar het haar toegedachte voeder naar wordt toegevoerd. Zij verlaat dan de vreetbox door een vooraan gelegen uitgangsdeur en wordt of langs een centrale terugloopgang naar de wacht-stal teruggeleid of in een bijzondere afscheidingsruimte gevoerd, indien uit de identificatie is gebleken, dat de zeug een bijzondere behandeling 25 nodig heeft, b.v. omdat zij moet worden ingeënt.
Het is gebleken dat deze wijze van op afroep voederen niet zonder storingen functioneert, omdat de zeugen niet altijd de door de automatisch openende en sluitende deuren aan hun aangeboden weg gaan, maar vaak op deze weg blijven staan of hier gaan liggen rusten en andere zeugen de weg 30 versperren en de automatische deuren blokkeren.
Voorts is een gecompliceerde besturing noodzakelijk om de aan elke zeug toegemeten hoeveelheid voeder naar de verschillende vreetboxen te leiden en de naar de juiste vreetboxen leidende deuren op tijd en in 8701557 ? t - 2 - de juiste volgorde te openen en te sluiten.
De uitvinding heeft tot doel deze nadelen te vermijden en een inrichting voor het voederen op afroep van de in de aanhef nader toegelichte soort zo uit te voeren, dat de varkens dwangmatig tot voor een 5 vrije voederbox worden gebracht en daar met de hun toekomende hoeveelheid voeder kunnen worden gevoederd, naar de terugloopgang terugkeren of anders naar een afscheidingsruimte moeten lopen.
Dit doel wordt met de uitvinding bereikt, doordat de weeg- en/of identificatiebox beweegbaar is langs de ingangsdeuren van de vreetboxen, 10 langs een ingang naar de terugloopgang en langs een ingang naar ten minste één afscheidingsruimte.
Nadat een varken de weeg- en identificatiebox heeft betreden, wordt het daar geïdentificeerd en gewogen. Een computer verwerkt de gegevens en stelt vast of en hoeveel voeder het dier toekomt en of het 15 van de kudde afgezonderd moet worden. Daarna wordt het, wanneer het voeder tegoed heeft, in de weeg- en/of identificatiebox tot voor een vrije vreetbox geleid, waarheen het aan het dier toekomende voeder wordt geleid. Heeft het varken echter de totale hem toekomende hoeveelheid voeder voor die dag reeds opgenomen, dan wordt het in de weeg- en/of 20 identificatiebox naar de uitgang gebracht, die naar de terugloopgang naar de wachtstal leidt. Moet het echter worden afgezonderd, dan brengt de weeg- en/of identificatiebox het tot voor de uitgang naar de afscheidingsruimte. Elk varken dat de weeg- en/of identificatiebox heeft betreden, heeft daarna geen keus meer, maar het moet de weeg- en/of identifi-25 catiebox op die plaats verlaten, waar het door deze weeg- en/of identifies tiebox heen wordt gebracht. Omdat het op de weg naar de vreetboxen niet vrij kan lopen en de weeg- en/of identificatiebox ook alleen naar voren toe of naar een vreetbox of naar een afscheidingsruimte of naar de terugloopgang kan verlaten, kan het de voederinrichting niet voor 30 andere varkens blokkeren.
De weeg- en/of identificatiebox is bij voorkeur uitgevoerd als wagen, die voor de ingangen van de vreetboxen, van de terugloopgang en van de afscheidingsruimtes rijdbaar is. De weeg- en/of identificatiebox kan ook op een draaischijf zijn geplaatst, die langs de op een deel van 35 een cirkel geplaatste ingangen van de vreetboxen, de terugloopgang en 8701567 4 * - 3 - de afscheidingsruimtes draaibaar is. Als alternatief hierbij kan men het weeg- en/of identificatiebox binnengetreden varken ook met de wanden van de box duwen, waarbij het zelf over de vloer moet lopen.
Cta het varken dat zich in de weeg- en/of identificatiebox bevindt, 5 te isoleren, en om het te beschermen tegen verwondingen, wanneer de weeg-en/of identificatiebox langs één van de vreetboxen of één van de uitgangen naar de afscheidingsruimten of naar de terugloopgang wordt verreden, moet de weeg- en/of identificatiebox ten minste aan zijn naar de ingangen van de vreetboxen, terugloopgang en afscheidingsruimte toege-10 keerde zijde zijn voorzien van een zich automatisch openende en sluitende uitgangsdeur. Evenzo kan de weeg- en identificatiebox ook aan zijn achterzijde een automatisch openende en sluitende ingangsdeur hebben. Verder bevinden zich bij voorkeur aan alle in- en uitgangen van de varkensstal, de vreetboxen, de afscheidingsruimte en de terugloopgang deuren, zodat 15 het verschuiftraject van de weeg- en/of identificatiebox door geen enkel varken kan worden betreden.
Het is bijzonder gunstig, wanneer de weeg- en/of de identificatiebox is voorzien van een voederhouder en een voedertransporteur, die het aan het zich in de weeg- en identificatiebox bevindende varken toegemeten 20 voeder kan opnemen en naar de vreettrog van de vreetbox, waar het varken heen wordt geleid, kan transporteren. Het aan het desbetreffende varken toekomen voeder wordt daaraan aldus in de weeg- en/of identificatiebox meegegeven en daarmee samen naar de desbetreffende voederbox getransporteerd. Dit heeft het voordeel, dat alleen een centrale voedervoorraad 25 en een centrale distributieinrichting noodzakelijk zijn, die stationair kunnen zijn aangébracht en bijzonder eenvoudig zijn te regelen.
Indien droog voeder, b.v. pallets, worden gevoerderd, kan de voedertransporteur een schroeftransporteur zijn. Bij vloeibaar voederen wordt bij voorkeur een buisleiding met een lichte helling toegepast, 30 waardoor de voedersoep na het openen van een klep uit de voederhouder in de voedertrog stroomt, wanneer het varken in de corresponderende vreetbox is aangekomen.
De voederhouder en de voedertransporteur zijn bij voorkeur boven de weeg- en/of identificatiebox aangebracht, waarbij de voedertranspor-35 teur resp. de voederbuisleiding zich over de lengte van een vreetbox 8701567 ϊ ΐ - 4 - uitstrekt en alle vreetboxen kan bestrijken. Het zich in de weeg- en/of identificatiebox bevindende varken hoeft dan steeds slechts voorwaarts te lopen om bij zijn voedertrog te komen.
Boven de voederhouder in de weeg- en/of identificatiebox is bij 5 voorkeur een centrale voedervoorraad geplaatst in één of meerdere silo's met toebedeelinrichting, welke de volgens de in de weeg- en/of identificatiebox ingewonnen gegevens vastgestelde hoeveelheid voeder aan de voederhouder afgeven, terwijl het te voeren varken zich in de weeg- en/of identificatiebox bevindt. Een dergelijke installatie is bijzonder 10 eenvoudig en gemakkelijk te onderhouden en maakt een eenvoudige regeling mogelijk.
De voedersilo met de voedervoorraad en de distributieinrichting bevinden zich bij voorkeur boven die ruimte, waarin de weeg- en/of identificatiebox zich vóór de uitgang van de stal bevindt. Nadat het 15 varken de weeg- en/of identificatiebox heeft betreden, wordt het geïdentificeerd en gewogen en voedersilo en distributieinrichting vullen het hem toekomende voeder tegelijkertijd ter plaatse in de voederhouder, die zich boven de hem in de weeg- en/of identificatiebox bevindt. Het varken kan dan samen met zijn voeder langs de kortste weg naar de volgende vrije 20 vreetbox worden gebracht.
De aan ingangen naar de vreetboxen, naar de afscheidingsruimten en naar de terugloopgang aangebrachte deuren zijn bij voorkeur hefdeuren, die door de eveneens als hefdeur uitgevoerde uitgangsdeur van de weeg-en/of identificatiebox worden geopend en gesloten. Deze hefdeuren hebben 25 een eenvoudige en robuuste constructie en hebben geen eigen aandrijving en besturing nodig. Bovendien is het bijzonder eenvoudig, met dergelijke hefdeuren een schakelinrichting aan de weeg- en/of identificatiebox te bedienen, wanneer het telkens te voederen varken in zijn vreetbox is aangekomen en het hem toekomende voedern naar de voedertrog moet worden 30 geleid.
Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding blijken uit de navolgende beschrijving en de tekening, waarin voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding aan de hand van voorbeelden nader worden toegelicht.
Daarbij toont: 8701567 <Γ ί - 5 - fig. 1 een schematische plattegrond van een varkensstal met een inrichting voor het voederen op afroep volgens de uitvinding; fig. 2 een horizontale doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 3 op vergrote schaal van de inrichting voor het voederen op afroep volgens 5 fig. 1; fig. 3 een verticale doorsnede volgens lijn III-III in fig. 2; en fig. 4 een weergave op de wijze van fig. 1 van een varkensstal voor twee groepen dieren met een gewijzigde uitvoeringsvorm van een inrichting voor het voederen op afroep volgens de uitvinding.
10 De in fig. 1 weergegeven varkensstal 10 is een zeugenstal voor een grotere groep dragende zeugen en bestaat uit een wachtstal 11, een afscheidingsruimte 12 en een inrichting voor het voederen op afroep, die in zijn totaliteit met 13 is aangeduid. De wachtstal 11 dient voor de zeugen als verblijfs- en slaapruimte, waarin zij zich vrij kunnen 15 bewegen en die voor een deel van een gesloten bodem en voor een deel van een roosterbodem is voorzien, zoals dit op zich bekend is. In de afscheidingsruimte 12 worden die zeugen geleid, die van de kudde afgescheiden moeten worden, b.v. omdat zij ziek zijn en behandeld moeten worden, of omdat zij naar het biggenwerphok moeten worden gevoerd. In 20 de voederinrichting 13 haalt elke zeug het haar toekomende voer, waarvóór de zeugen gedurende de gehele dag gelegenheid hebben.
De voedering 13 op afroep bestaat bij het in figuren 1-3 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld uit drie naast elkaar geplaatste vreetboxen 14 en een naast deze vreetboxen geplaatste doorgang 15, die naar de 25 afscheidingsruimte 12 leidt. Elke vreetbox 14 heeft een ingang 16 en een uitgang 17. Evenzo heeft ook de doorgang 15 een ingang 18 en een uitgang 18'. De ingangen 16 van de vreetboxen 14 en van de doorgang 15 zijn met hefdeuren 19 afgesloten, die hierna nog nader worden toegelicht. De uitgangen 17 en 18' daarentegen hebben zwenkdeuren 20, die van de vreet-30 boxen 14 resp. de doorgang 15 uit naar buiten toe openen, door de varkens worden opengedrukt en zich zelfstandig weer sluiten. De uitgangs-deur 20 van de doorgang 15 opent naar de afscheidingsruimte 12 toe, terwijl de uitgangsdeuren 20 van de vreetboxen 14 naar een dwarsgang 21 toe openen. De dwarsgang 21 mondt uit in de wachtstal 11 en is aan zijn 35 uiteinde door een uitgangsdeur 22 afgesloten, die door de zeugen alleen 8701567 - 6 - ί ; vanuit de dwarsgang 21 kan worden geopend en die is voorzien van een automatische deursluiter, die deze deur na het passeren van een zeug weer sluit en vast gesloten houdt, zodat de dwarsgang 21 niet vanuit de wachtstal 11 kan worden betreden.
5 De uitgangsdeur 20, die de doorgang 15 naar de afscheidingsruimte 12 toe opent, is op dezelfde wijze uitgevoerd als de uitgangsdeur 22, d.w.z. zij kan door een zeug van doorgang 15 uit worden opengedrukt en sluit zich weer automatisch na het passeren, waarbij zij vanuit de af-scheidingsruimte 12 niet door een zeug kan worden geopend.
10 Aan het hoofd van de in een rij naast elkaar opgestelde vreet- boxen 14 en de doorgang 15 naar de afscheidingsruimte 12 is een gang 23 aangebracht, die zich tot de wachtstal 11 uitstrekt en waarin een weeg-en/of identificatiebox 24 langs de ingangen 16 en 18 naar de vreetboxen 14 en de doorgang 15 tot binnen in de wachtstal 11 heen en weer beweeg-15 baar is. Bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de weeg- en/of identificatiebox 24 een wagen 25, die is voorzien van een ingangsopening 26 aan zijn ene kopzijde en een uitgangsopening 27 aan zijn tegenovergelegen kopzijde en door de ingangsopening 26 door telkens één zeug vanuit de wachtstal 11 kan worden betreden, wanneer deze wagen 25 zich bevindt 20 op de in fig. 1 weergegeven plaats in het bereik van de wachtstal 11.
De uitgangsopening 27 is door een uitgangsdeur 28 afsluitbaar, die bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld als hefdeur is uitgevoerd en hierna nog verder zal worden beschreven. In de aan de ingangsopening 26 grenzende afsluitwand 29 is een schuifdeur 30 ondergebracht, waarmee de zich voor 25 de ingangsopening 26 van de weeg- en/of identificatiebox 24 bevindende opening 29a in de afsluitwand 29 kan worden afgesloten, wanneer een zeug de wagen 25 heeft betreden. Aanvullend kan ook de wagen 25 aan zijn achtergelegen ingangsopening 26 een deur hebben, die bij voorkeur op dezelfde wijze als hefdeur kan zijn uitgevoerd, zoals de deur aan de 30 uitgangszijde van de weeg- en/of identificatiebox.
De vreetboxen 14 zijn ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de doorgang 15 naar de afscheidingsruimte 12 en ook naar boven toe door staven of buizen 31 en 32 afgescheiden. In elke vreetbox bevindt zich een voedertrog 33, die in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld in een 35 hoek tussen een vast zijwanddeel 34 en de vooraan gelegen kopwand van 8701567
* V
- 7 - elke vreetbox 14 naast de uitgangsdeur 20 daarvan is aangebracht. Bij een andere uitvoeringsvorm zou de voedertrog ook aan de uitgangsdeur 20 zelf bevestigd kunnen zijn en daarmee naar buiten kunnen zwenken, wanneer de zeug de trog heeft leeggevreten. Het is ook mogelijk de voedertrog in 5 het vooraan gelegen deel van de vreetbox 14 . alleen aan een zijwand aan te brengen.
Op de bovengelegen staven 32, die elke vreetbox 14 naar boven toe afsluiten, is in het bereik van de voedertrog 33 telkens één voeder-trechter 36 aangebracht, waaronder zich een toevoerbuis 37 bevindt, welke 10 het aan de voedertrechter 36 afgegeven droge of vloeibare voeder in de voedertrog 33 leidt.
. De weeg- en/of identificatiebox 24 heeft een balans met twee / krachtopnemers 38, een voederhouder 39 en een voedertransporteur 40. De krachtopnemers 38 van de balans zijn op een boven gelegen, horizontaal 15 aangebracht steunframe 41 aangebracht, waarin twee assen 42 met vooraan gelegen wielen 43 en achteraan gelegen wielen 44 zijn aangebracht en waarmee het steunframe 41 over vooraan gelegen rijrails 45 en achteraan gelegen rijrails 46 kan rijden. De vooraan gelegen rijrails 45 zijn op de tussenwand 47 geplaatst, die de Vreetboxen 14 van de gang 23 20 scheidt, en de achteraan gelegen rijrail 46 bevindt zich op de achteraan gelegen afsluitwand 29 van de gang 23. Aan het horizontale steunframe 41 is de balansschaal 48 opgehangen, die is uitgevoerd als een aan de langs-zijden gesloten kast, die aan de kopse zijden open is en is voorzien van een bodem. Deze gesloten, als balansschaal dienende kast, vormt tezamen 25 met het horizontale steunframe 41 de wagen 25 van de weeg- en/of identificatiebox, waarvan hierboven sprake was.
Aan het vooraan gelegen uiteinde van de wagen 25 zijn op het boven gelegen steunframe 41 de identificatie-inrichtingen 49 aangebracht, welke de signalen van de zender opnemen, welke de zich telkens in de balans-30 schaal 48 bevindende zeug om de hals draagt. Balans 38 en identificatie-inrichtingen 49 zijn aan een hier niet nader weergegeven computer aangesloten, die de aan hem doorgegeven gegevens verwerkt en daarna de gehele inrichting regelt, zoals dit hierna nog zal worden beschreven.
De als hefdeur uitgevoerde uitgangsdeur 28 van de weeg- en/of.
35 identificatiebox 24 wordt met een schroefaandrijving of met pneumatische 8701567 t * - 8 - of hydraulische hefcilinders opgeheven en neergelaten en heeft aan het onderaan gelegen einde een klauw 28a, die onder de hefdeuren 19 van de vreetboxen 14, de gang naar de afscheidingsruimte en voor de terugloop-gang langs glijdt en bij het openen en sluiten de hefdeur 19 van de 5 corresponderende vreetbox, van de gang naar de afscheidingsruimte of van de terugloopgang, waar de weeg- en/of de identificatiebox zich voor bevindt, meeneemt.
De in het voorgaande genoemde voedertransporteur 40 is in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een transportschroef, die aan de in de 10 looprichting van de dieren gezien, linkerzijde boven de balansschaal 48 aan het steunframe 41 is aangebracht en van deze uit in de richting van de vreetboxen vrij vooruit steekt. De transportschroefaandrijving 52 en de voederhouder 39 bevinden zich aan het achteraan gelegen einde van de voedertransporteur boven het draagframe 41. Wanneer de weeg- en/of de 15 identificatiebox 24 zijn in de figuren 1 en 2 weergegeven stand inneemt, waarin de wagen 25 zich in het bereik van de wachtstal 11 bevindt, komt de voederhouder 39 onder de uitloop 53 van een doseerinrichting 54, die wordt bevoorraad door een daarboven aangebrachte voedersilo 55. Deze voedersilo kan in het bereik van de wachtstal, maar ook op een andere 20 plaats zijn aangebracht.
Aan het onderaan gelegen eind van de verticale geleidingsrails 50 van de hefdeur 28 is een schakelinrichting 56 aangebracht, die bij het sluiten van de ingangsdeur 19 van een vreetbox 14 wordt bediend en na het sluiten van deze ingangsdeur de aandrijving 52 van de transport-25 schroef 40 in werking stelt, zodat het zich in de voederhouder bevindende voeder door de transporteur naar de corresponderende voedertrechter wordt getransporteerd.
Wanneer de wagen 25 van de weeg- en/of identificatiebox 24 zich in het bereik van de wachtstal bevindt, kan deze door de uitgang van de 30 wachtstal 11 door een zeug worden betreden. Zodra de zeug zich in de wagen 25 bevindt en de vooraan gelegen ingangsdeur 30 is gesloten, neemt de identificatieinrichting 49 de signalen op, welke de zender, die de zeug om de hals draagt, uitzendt-r Hierdoor kan de zeug door de elektronische bewakingsinrichting worden geïdentificeerd. Tegelijkertijd wordt 35 het gewicht op dat moment van de zeug vastgesteld en wordt deze momentane 8701567 »· 'f - 9 - waarde eveneens aan de verwerkingsinrichting doorgegeven, waar deze waarden met de beoogde waarden worden vergeleken. Stelt de verwerkings-inrichting vast, dat de zich in de weeghouder 48 bevindende zeug haar dagrantsoen reeds heeft geconsumeerd, dan worden de hefdeuren 19 en 28 5 geopend, welke de uitgangsopening 27 naar de terugloopgang naar de wacht-stal 11 daarvoor afgesloten hielden. De zeug moet dan de wagen 25 naar voren toe weer verlaten en naar de wachtstal 11 terugkeren.
Indien de verwerkingsinrichting daarentegen vaststelt, dat de zich in de wagen 25 bevindende zeug nog voer tegoed heeft, dan stuurt de 10 verwerkingsinrichting de doseerinrichting 54 aan de voedersilo 55 zodanig, dat het voedertegoed door de uitloop 53 in de voederhouder 39 wordt geleid, die zich boven de wagen 25 bevindt. De weeg- en/of identificatie-inrichting 24 rijdt dan in de gang 23 dwars voor een vrije vreetbox 14, waarvan hefdeur 19, zoals eerder beschreven door de hefdeur 28 van de 15 weeg- en/of identificatiebox 24 omhoog wordt geheven en hierdoor tegelijkertijd met de hefdeur 28 wordt geopend. De zeug betreedt dan de vreetbox 14 en loopt naar voren naar de voedertrog 33. Zodra de zeug zich in de vreetbox bevindt, worden de hefdeuren 19 en 28 weer gesloten. Hierbij wordt de schakelinrichting 56 bediend, wanneer de hefdeur 19 zijn 20 sluitstand heeft bereikt. De aandrijving 52 van de transportschroef 40 wordt ingeschakeld en deze transporteert het zich in de voederhouder 39 bevindende, voor de desbetreffende zeug afgemeten voeder door de voeder-trechter 36 en de toevoerbuis 37 naar de voedertrog 33, waar het door de zeug wordt opgenomen.
25 Na het beëindigen van de vreethandeling wordt door de zeug de zwenkdeur 20 in de uitgang 17 van de desbetreffende vreetbox 14 geopend, die in de opai stand daarvan tegelijkertijd de dwarsgang 21 naar achteren toe afsluit. De zeug kan dan uit de vreetbox 14 door de dwarsgang 21 weer terug in de wachtstal 11 komen, die zij door de uitgangsdeur 22 betreedt, 30 die zij daarbij tegen de werking van het sluitmechanisme in naar wachtstal 11 toe open drukt.
Wanneer de identificatieinrichting 49 samen met de verwerkingsinrichting vaststelt, dat de zeug, die in de wagen 25 is gegaan, moet worden afgezonderd, dan rijdt de wagen in de gang 23 helemaal naar het 35 andere einde tot voor de ingang 18, die naar de doorgang 15 naar de af- 8701567 - 10 - scheidingsruimte 12 leidt Nadat de hef poort 19, die tot dat moment de doorgang 15 naar de afscheidingsruimte 12 afgesloten hield, samen met de hefdeur van de wagen 25 werd geopend, kan de zeug in de doorgang 15 en van hieruit in de afscheidingsruimte 12 komen, waarbij zij de zwenkdeur 5 20 naar de af scheidingsruimte 12 toe opent, die zich dan door de werking van de automatische deursluiter daarvan weer sluit.
Nadat een zeug, die de wagen 25 heeft betreden, of weer in de wachtstal 11 of in de afscheidingsruimte 12 of in één van de vreetboxen 14 is afgeleverd, rijdt de weeg- en/of identificatiebox 24 weer naar zijn 10 in de figuur 1 en 2 weergegeven uitgangsstand terug. De deur 30 wordt dan weer geopend, zodat de volgende zeug in de wagen 25 kan komen. De deur 30 wordt dan weer gesloten en het eerder beschreven proces voltrekt zich dan opnieuw, waarbij ook deze zeug afhankelijk van haar gegevens weer naar de wachtstal 11 wordt teruggestuurd, naar de afscheidingsruimte 12 15 wordt geleid of in een vrije vreetbox 14 wordt gelaten.
Het is duidelijk, dat het met de inrichting volgens de uitvinding mogelijk is, elk afzonderlijk varken individueel te voederen en te behandelen, waarbij het voederen wrijvingsloos verloopt, omdat de gehele inrichting voor het voederen op afroep niet door afzonderlijke varkens 20 geblokkeerd kan worden, die de inrichting als rustplaats willen opzoeken.
In fig. 4 is een iets andere uitvoeringsvorm weergegeven van een inrichting voor het voederen op afroep volgens de uitvinding.
Bij het in fig. 4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld worden met de voedering op afroep twee groepen zeugen bediend, die zich in twee van 25 elkaar gescheiden wachtstallen 60 en 61 bevinden. In de wachtstal 60 is bijvoorbeeld een groep jonge zeugen ondergebracht, die gescheiden moet worden gehouden van oudere zeugen, die zich in de wachtstal 61 bevinden. Beide wachtstallen 60 en 61 zijn door een scheidingswand 62 van elkaar gescheiden, waarbij aan het ene eind van de scheidingswand een loopgang 30 63 is aangebracht, die naar de uitgangsplaat 64 van de weeg- en/of identificatiebox 24 leidt. De loopgang 63 heeft een zich trompetvormig verwijdende ingangsopening 65, die de zeugen de toegang vanuit beide wachtstallen naar de loopgang 63 verschaft en die is voorzien van een pendeldeur, welke of de linker ingang 66a naar de wachtstal 60 afsluit 35 en de rechter ingang 66b naar de wachtstal 61 opent of omgekeerd.
8701567 = * - 11 -
Wanneer bijvoorbeeld een zeug uit de wachtstal 61 door de ingang 66b gaat, drukt zij de pendeldeur 67 naar links in de in fig. 4 met getrokken lijnen weergegeven stand, waarin de deur de ingangsopening 66a afsluit.
Wil dan een zeug vanuit de wachtstal 60 naar de voedering op afroep 5 komen, dan drukt zij de pendeldeur 67 in de in fig. 4 met onderbroken lijnen weergegeven stand, waarin de ingangsopening 66b vanuit wachtstal 61 wordt afgesloten.
Nadat dan een zeug de weeg- en/of identificatiebox 24 heeft betreden, wordt de deur 30, die in dit geval een hefdeur is, afgesloten.
10 Nadat de zeug gewogen en als voederingsbehoevend is geïdentifi ceerd, rijdt de wagen 25 in de gang 23 of naar links, indien het om een jonge zeug uit de groep gaat, die in de wachtstal 60 is ondergebracht, of de wagen 25 rijdt naar rechts in de gang 23, indien het gaat om een zeug, die hoort bij de groep uit de wachtstal 61. De wagen 25 stopt dan 15 voor één van de lege vreetboxen 14 en levert de zeug daar af. Aan haar toebedeeld voeder wordt in de trog gedaan en de zeug keert na het vreten in de terugloopgang 67 voor jonge zeugen of in de terugloopgang 68 voor oudere zeugen terug, van waaruit zij weer door één van de uitgangsdeuren 69 of 70 in de wachtstal 60 resp. 61 terugkomt.
20 Blijkt uit de identificatie van de zeug, dat deze behandeld en in één van de afscheidingsruimten 12a resp. 12b moet worden gebracht, dan wordt de vooraan gelegen uitgangsdeur 28 van de weeg- en/of identificatie-inrichting 24 geopend. De zeug kan dan door de doorgang 15 al naargelang de stand van de aan het eind van de gang aangebrachte pendeldeur 71 in 25 de linker afscheidingsruimte 12a komen, wanneer het om een jonge zeug gaat, of naar de afscheidingsruimte 12b lopen, wanneer het om een oudere zeug gaat.
Wordt vastgesteld, dat het de zich in de wagen 25 bevindende zeug aan niets ontbreekt, zij dus niet.afgezonderd hoeft te worden, dat zij 30 echter ook geen voeder meer tegoed heeft, dat wil zeggen haar dagrant-soen al heeft geconsumeerd, dan rijdt de wagen 25,al naargelang of het om een jonge zeug of om een oudere zeug gaat, of naar het linker eind of naar het rechter eind van de gang 23. De daar aangebrachte uitgangsdeur wordt dan geopend en de zeug moet rechtstreeks naar de terugloopgang 67 35 of 68 terugkeren, vanwaaruit zij dan weer naar haar wachtstal 60 of 61 komt.
8701567
V V
- 12 -
Duidelijk is, dat het principe van de uitvinding ook verwezenlijkt kan worden in stalinrichtingen met een andere plattegrond en dat het bijvoorbeeld ook mogelijk is, voor alle varkens uit meerdere stallen slechts te voorzien in één enkele afscheidingsruimte, of dat ook nog 5 meerdere groepen varkens op dezelfde inrichting voor het voederen op afroep aangesloten kunnen worden. De zeugen kunnen met droog voeder of met vloeibaar voeder worden gevoederd en het is zonder meer mogelijk, hiervoor te voorzien in daarmee corresponderende silo's en transportinrichtingen. In plaats van de voederbevoorrading van de wagen van de 10 weeg- en/of identificatiebox uit, kunnen de afzonderlijke voedertroggen ook vanuit een ringleiding worden verzorgd, waarbij de respectieve hoeveelheid voeder, in het bijzonder bij vloeibare voedering, door elektronisch gestuurde kwantiteitsmeters en afsluitkleppen kan worden toebedeeld.
15 De weergegeven en beschreven voedering op afroep is uiteraard niet alleen voor zeugen, maar ook voor mestvarkens toepasbaar, die gericht en met hun groei corresponderend moeten worden gevoederd. Hierbij kan de afscheidingsruimte ook dienen voor het van de kudde afscheiden van slachtrijpe varkens. Voorts is het mogelijk, de wagen, welke de 20 varkens vanuit hun verblijfsruimte betreden, alleen voor het wegen van het varken te gebruiken en de voederafgifte alleen afhankelijk van het respectieve gewicht van het varken te regelen.
Anderzijds is het ook mogelijk de wagen alleen als identificatiebox te gebruiken, waarin het varken, dat de wagen betreedt, alleen wordt 25 geïdentificeerd, waarna het dan, al naargelang de vereisten, kan worden afgescheiden of in bijzondere behandelingsruimtes kan worden gebracht.
Hoewel in het weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeeld de vreetboxen en de gangen naar de afscheidingsruimtes en terug naar de verblijfsruimte in een rij naast elkaar zijn opgesteld, kunnen ook deze 30 vreetboxen, de terugloopgang en de afscheidingsruimtes anders, bijvoorbeeld in een cirkel, zijn opgesteld. De weeg- en/of identificatiebox wordt dan bij voorkeur op een draaischijf aangebracht, die voor de ingangen van de vreetboxen, van de terugloopgang en van de afscheidingsruimtes draaibaar is.
8701567

Claims (11)

1. Inrichting voor het op afroep voederen van in tenminste één stal vrij rondlopende varkens met een weeg- en/of identificatiebox, meerdere daarachter opgestelde vreetboxen, welke zijn voorzien van uitgangsdeuren en automatisch openende en sluitende ingangsdeuren, met een terugloopgang 5 naar de stal en een afscheidingsruimte voor het afscheiden van afzonderlijke varkens, met het kenmerk, dat de weeg- en/of identificatiebox (24) langs de ingangen (16) van de vreetboxen (14), langs een ingang (27) naar de terugloopgang (21 resp. 67 resp. 68) en langs een ingang (18) naar tenminste één afscheidingsruimte (12) beweegbaar is. i 10
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de weeg- en/of identificatiebox (24) is uitgevoerd als wagen (25) , die langs de ingangen (16, 27, 18) van de vreetboxen (14) van de terugloopgang en van de afscheidingsruimtes (12) verrijdbaar is.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de weeg-15 en/of identificatiebox (24) op een draaischijf is aangebracht, die langs de op een deel van een cirkel geplaatste ingangen van de vreetboxen, van de terugloopgang en van de afscheidingsruimtes draaibaar is.
4. Inrichting volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de weeg- en/of identificatiebox (24) tenminste aan zijn naar de 20 ingangen (16, 27, 18) van vreetboxen (14), terugloopgang (21 resp. 67 resp. 68) en afscheidingsruimte (12) toegekeerde zijde is voorzien van een zich automatisch openende en sluitende hefdeur (28).
5. Inrichting volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de weeg- en/of identificatiebox (24) is voorzien van een voeder- 25 houder (39) en een voedertransporteur (40), die het aan het zich in de weeg- en/of identificatiebox (24) bevindende varken toegemeten voeder kan opnemen en naar de vreettrog (33) van de vreetbox (14), waar het varken heen wordt geleid, kan transporteren.
6. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat 30 de voederhouder (39) en de voedertransporteur (40) boven de weeg- en/of identificatiebox (24) zijn aangebracht, waarbij de voedertransporteur (40) zich over de lengte van een vreetbox (14) uitstrekt en alle vreetboxen (14) kan bestrijken. 87 0 1 56 7 - 14 -
7. Inrichting volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat boven de voederhouder (39) van de weeg- en/of identificatiebox (24) een voedersilo (55) met toebedeelinrichting (54) is aangebracht, welke de volgens de in de weeg- en/of identificatiebox (24) ingewonnen gegevens 5 vastgestelde hoeveelheid voeder aan de voederhouder (39) afgeeft, terwijl het te voederen varken zich in de weeg- en/of identificatiebox (24) bevindt.
8. Inrichting volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de voedersilo (55) en de toebedeelinrichting (54) boven de ruimte 10 (11) zijn aangebracht, waarin de weeg- en/of identificatiebox (24) zich voor de uitgang (26) van de stal (11) bevindt.
9. Inrichting volgens één der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de aan ingangen (16, 18 en 27) aangebrachte deuren hefdeuren (19) zijn, die door de eveneens als hefdeur uitgevoerde, automatisch openende en 15 sluitende uitgangsdeur (28) in de weeg- en/of identificatiebox (24) worden geopend en gesloten.
10. Inrichting volgens één der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de hefdeur (28) van de weeg- en/of identificatiebox (24) een uitsteeksel (28a) vertoont, dat onder de hefdeur (19) van de desbetreffende 20 ingang (16, 18 of 27) grijpt en deze meeneemt.
11. Inrichting volgens één der conclusies 1 - 10, met het kenmerk, dat de.weeg- en/of identificatiebox (24) is voorzien van een schakel-inrichting (56), die bij het sluiten van de ingangsdeur (19) van de desbetreffende vreetbox wordt bediend en de voedertransporteur inschakelt. 8701567
NL8701567A 1987-01-23 1987-07-03 Inrichting voor het op afroep voederen van varkens. NL8701567A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3701864 1987-01-23
DE19873701864 DE3701864A1 (de) 1987-01-23 1987-01-23 Einrichtung zur abruffuetterung von schweinen

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8701567A true NL8701567A (nl) 1988-08-16

Family

ID=6319345

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8701567A NL8701567A (nl) 1987-01-23 1987-07-03 Inrichting voor het op afroep voederen van varkens.

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1000327A4 (nl)
DE (1) DE3701864A1 (nl)
NL (1) NL8701567A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1032147C2 (nl) * 2006-07-11 2008-01-14 Nedap Nv Stalinrichting voor varkens.

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4137387C2 (de) * 1991-11-14 1994-05-11 Laue Hans Joachim Prof Dr Vorrichtung zum automatischen Füttern von Kälbern oder Schweinen
AT401706B (de) * 1993-02-02 1996-11-25 Vogl Gerhard Fütterungsanlage für schweine
AT399255B (de) * 1993-03-18 1995-04-25 Vogl Gerhard Fütterungsanlage für schweine
CA2322793A1 (en) 1998-03-03 1999-09-10 Kristoffer Larsen Innovation A/S Animal breeding system
FR2777652B1 (fr) * 1998-04-20 2001-09-14 Andre Glon Sa Soc Procede de controle automatique et continu de la prise de poids d'un ensemble d'animaux et dispositif pour la mise en oeuvre de ce procede
PL200846B1 (pl) * 1998-12-23 2009-02-27 Kristoffer Larsen Innovation A Urządzenie do karmienia zwierząt pojedynczo, ze swobodnie rozpuszczonego stada
EP1535510A3 (en) 1999-09-02 2008-07-16 Kristoffer Larsen Innovation A/S Method for controlled breeding of free-range animals
AT410884B (de) * 2001-04-05 2003-08-25 Vogl Gerhard Fütterungsanlage für in gruppen gehaltene tiere
US7210428B2 (en) 2002-06-05 2007-05-01 Osborne Industries, Inc. Livestock management system and method for split-weight feeding based on median weight of herd
CA2430179C (en) 2002-06-05 2011-01-18 Osborne Industries, Inc. Swinging gate assembly, electronic livestock feeding station, and automated sorting system
EP1552738B1 (en) * 2003-12-29 2009-07-15 Kristoffer Larsen Innovation A/S Arrangement for breeding large herds of free-range animals in stables
AT504869B1 (de) * 2007-09-18 2008-09-15 Wasserbauer Franz Ludwig Vorrichtung zur abgabe von futter an nutztiere
WO2013062466A1 (en) * 2011-10-24 2013-05-02 Delaval Holding Ab An entry passage to a space for animals
DE202012005654U1 (de) * 2012-06-12 2013-09-16 Big Dutchman Pig Equipment Gmbh Sauenstall zum Aufziehen von Nutztieren in Kleingruppenhaltung
DE202012005655U1 (de) * 2012-06-12 2013-09-16 Big Dutchman Pig Equipment Gmbh Sauenstall zum Aufziehen von Nutztieren
NZ752569A (en) 2016-09-30 2022-01-28 Prec Inc System and method for feeding animals

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DD74148A (nl) *
IL26467A (en) * 1965-09-27 1970-04-20 Alfa Laval Ab Method for live stock-raising and arrangement for carrying out the method
DE2348732C2 (de) * 1973-09-28 1981-10-15 Jakob 8404 Wörth Wagner Rundstall
DE2515450A1 (de) * 1975-04-09 1976-10-21 Unabhaengige Erzeugergemeinsch Vorrichtung zum bewerten von schlachttieren
NL7900426A (nl) * 1979-01-19 1980-07-22 Antonius Adrianus Johannes Mar Voerbox.
NL8104575A (nl) * 1981-10-08 1983-05-02 Hendrik Pol Melkstal.
GB8413992D0 (en) * 1984-06-01 1984-07-04 British Res Agricult Eng Animal separator
NL8501662A (nl) * 1985-06-10 1987-01-02 Nedap Nv Voederstation voor vee.
AT383723B (de) * 1985-07-16 1987-08-10 Vogl Gerhard Fuetterungsanlage fuer tiere, insbesondere schweine

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1032147C2 (nl) * 2006-07-11 2008-01-14 Nedap Nv Stalinrichting voor varkens.
WO2008007957A1 (en) * 2006-07-11 2008-01-17 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap Housing arrangement for pigs

Also Published As

Publication number Publication date
DE3701864C2 (nl) 1990-12-20
DE3701864A1 (de) 1988-08-04
BE1000327A4 (nl) 1988-10-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8701567A (nl) Inrichting voor het op afroep voederen van varkens.
NL1035804C2 (nl) Inrichting voor het afgeven van voeder.
SU1082352A1 (ru) Коровник
US6837189B2 (en) Hog facility management system and method
NL1024521C2 (nl) Samenstel en werkwijze voor het voederen en melken van dieren.
NL1030090C2 (nl) Samenstel van een melkrobot met een melkrobotvoerplaats, zoals een melkrobotvoederbak, en een inrichting voor het grijpen en verplaatsen van materiaal, zoals bijvoorbeeld ruwvoer en/of krachtvoer voor dieren.
NL2009410C2 (nl) Systeem en werkwijze voor het uitvoeren van een diergerelateerde handeling.
CA2073451A1 (en) Method of feeding animals and apparatus suitable for carrying out said method
EP0510100B1 (en) Method and system for feeding cows
JP2002527085A (ja) 動物の自動搾乳及び給餌用の装置と方法
US4697547A (en) Apparatus and method for rearing and/or keeping animals
NL9301260A (nl) Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
KR20150042080A (ko) 군집형 축사의 급이 관리 장치 및 방법
US2969039A (en) Echelon milking system
NL9200677A (nl) Inrichting voor het automatisch melken van dieren, zoals koeien.
EP3242550B1 (en) Feeding system and method for feeding non-human animals
JP2003009698A (ja) 動物用飼料供給装置
US3402699A (en) Milking system
US3282250A (en) Milking system
KR20190011541A (ko) 돼지 선별 돈사 및 이를 이용한 돼지 선별 방법
NL1008334C2 (nl) Inrichting voor het melken van dieren.
BE1017509A3 (nl) Werkwijze voor het vetmesten van dieren en stal daarbij toegepast.
NL1043080B1 (nl) Reinigende en/of desinfecterende behandelinrichting
DE2232480A1 (de) Verfahren zur kuhhaltung
SU1690627A1 (ru) Помещение дл содержани животных

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed