NL8701555A

NL8701555A - Werktuig voor het vormen van groeven in vloerbedekkingsmateriaal.

Info

Publication number: NL8701555A
Application number: NL8701555A
Authority: NL
Original assignee: Forbro Krommenie Bv
Priority date: 1987-07-02
Filing date: 1987-07-02
Publication date: 1989-02-01
Also published as: EP0297684B1; EP0297684A1; DE3860996D1

Description

J

Lx 87 5047 Mm/Tg »

Werktuig voor het vormen van groeven in vloerbedekkings-materiaal.

Voor het vormen van groeven in elastisch homogeen vloerbedekkingsmateriaal, zoals bijvoorbeeld linoleum, pvc-materiaal of dergelijke, in welke groeven een lasdraad moet 'worden aangebracht, zoals bijvoorbeeld voor het aan elkaar 5 lassen van op elkaar aansluitende banen van dit materiaal dan wel voor het verkrijgen van een sierpatroon daarin, worden freeswerktuigen gebruikt, waarmede een groef met min of meer ronde bodem in het vloerbedekkingsmateriaal kan worden gesneden. Dit werktuig wordt dan over het vloerbedekkingsmateriaal 10 bewogen, teneinde de gewenste groef daarin te vormen. Dergelijke werktuigen hebben het bezwaar, dat deze zeer veel stof en geluidshinder veroorzaken.

De uitvinding verschaft een werktuig voor die doel, dat de nadelen van de bekende freeswerktuigen niet vertoont, 15 en dat wordt gekenmerkt door een drager met loopwielen of glij-oppervlakken, waarmede deze drager over het vloerbedekkings-oppervlak kan worden bewogen, door een op deze drager aangebrachte houder voor het, afhankelijk van de aard van het materiaal, daarin opnemen van een verwarmingstoestel, en door een 20 in de verplaatsingsrichting gezien achter deze houder geplaatste guts, die zich over een met de gewenste groefdiepte overeenstemmende afstand voorbij het benedenoppervlak van de drager uitstrekt.

Wanneer het vloerbedekkingsmateriaal dit vereist 25 maakt het verwarmingstoestel dit materiaal zachter, zodat het snijden wordt vergemakkelijkt, terwijl er voorts in het aldus zachter gemaakte materiaal een scherper begrensde groef kan worden gevormd dan in het onverwarmde en betrekkelijk harde materiaal.

30 Verdere bijzondere uitvoeringsvormen van het werk tuig volgens de uitvinding zijn in de onderconclusies omschreven .

De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht aan de hand van een tekening; hierin toont: 35 fig. 1 een schematische doorsnede van het werktuig volgens de uitvinding; en 870 1 55 5 i - 2 - Μ fig. 2, 3 en A deeldoorsneden volgens de lijn II - II, III - III resp. IV - IV van fig. 1.

Het werktuig volgens de uitvinding omvat een drager 1, die op wielen 2 over vloerbedekkingsmateriaal 3, zoals bij-5 voorbeeld linoleum, kan worden verplaatst. Aan de onderzijde van de drager 1 is een guts 4 bevestigd, die in het bijzonder .bestaat uit een stuk U-vormig gebogen bandstaal met tenminste één geslepen rand, welke guts door middel van een schèraatisch bij 5 aangeduid bevestigingsonderdeel zodanig instelbaar op 10 de drager 1 is bevestigd, dat de bocht 4' van deze guts in het vloerbedekkingsmateriaal 3 kan dringen, zodat bij het voortbewegen van de drager 1 in dit materiaal een groef 6 wordt gesneden. Het uitgesneden gedeelte 6' komt dan op een leivlak 7 terecht, waarmede het naar boven wordt afgevoerd.

15 Vóór de guts 4 is op de drager 1 een huls 8 aange bracht, die op een doorgaande opening 9 in de drager 1 aansluit. Deze huls 8 is ingericht voor het daarin opnemen en vastzetten van een schematisch met onderbroken lijnen aangeduid heteluchttoestel 10, bijvoorbeeld in de vorm van een in 20 de handel verkrijgbare haardroger of dergelijke van voldoende capaciteit, waarmede een hete luchtstroom naar het oppervlak van het vloerbedekkingsmateriaal 3 kan worden gericht om dit zonodig zachter te maken, en aldus het snijden ervan te vergemakkelijken. Dergelijke toestellen zijn in de handel verkrijg-25 baar, en zijn van een thermostaat voorzien, waarmede oververhitting kan worden vermeden. De luchtstroom kan zonodig door een niet afgebeelde leiplaat naar de guts 4 worden gericht.

Wanneer bijvoorbeeld de randen van twee met een smalle spleet 11 op elkaar aansluitende banen 3a en 3b (fig. 3) 30 moeten worden afgeschuind om in de gevormde groef 6 een las-draad voor het met elkaar verbinden van deze banen vast te smelten, wordt aan de voorzijde van de drager 1 een leispoor in de spleet 12 gestoken, die de drager 1 langs deze spleet 12 geleidt. Ook kan dan een aan de achterzijde van de drager 1 35 aangebrachte bredere spoor 13 in de gevormde groef 6 worden gestoken (fig. 4). Deze sporen kunnen opklapbaar of verschuifbaar worden uitgevoerd. Op deze wijze kan het werktuig doeltreffend langs de naad tussen de beide banen 3a en 3b worden geleid.

8701555 ti * - 3 -

Wanneer daarentegen de groef 6 volgens een sierpa-troon in het vloerbedekkingsmateriaal 3 moet worden gevormd, teneinde deze later met een lasdraad met afwijkende kleur te kunnen vullen, kan de voorste spoor 13 in een voorgekraste 5 groef worden gestoken, of eventueel worden weggenomen, terwijl de achterste 13 alleen bij rechte groeven kan worden ge-.bruikt. Voor zulke toepassingen zullen echter meestal richt-mallen of -linealen of dergelijke worden gebruikt.

Zonodig kan een bijkomende beugel 14 worden aange-10 bracht, die voor het ondersteunen van het verwarmingstoestel 10 dient, en tevens als handgreep kan worden gebruikt.

8701 555

Claims

1. Werktuig voor het vormen van groeven in vloerbedek-kingsmateriaal zoals linoleum voor het in deze groeven opnemen van een lasdraad, gekenmerkt door een drager (1) met loopwielen of glijoppervlakken (2), waarmede deze drager (1) 5. over het vloerbedekkingsoppervlak (3) kan worden bewogen, door een op deze drager (1) aangebrachte houder (8) voor het zonodig daarin opnemen van een verwarmingstoestel (10), en door een in de voortbewegingsrichting gezien achter deze houder (8) geplaatste guts (4), die zich over een met de gewenste diepte 10 van de groef (6) overeenstemmende afstand voorbij het beneden-oppervlak van de drager (1) uitstrekt.

2. Werktuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verwarmingstoestel (10) een heteluchttoestel met thermostaatbeveiliging is, en dat de houder (8) daarvoor 15 op een door de drager (1) verlopende doorgang (9) aansluit.

3. Werktuig volgens conclusie 2, met het ken merk, dat aan de uitmonding van de houder (8) aan de onderzijde van de drager (1) een leiplaat is aangebracht, die de luchtstroom naar de guts (4) richt.

4. Werktuig volgens een van de conclusies 1..3, ge kenmerkt door een op de guts (4) aansluitend en zich door de drager (1) heen uitstrekkend afvoerkanaal (7) voor uitgesneden materiaal (6').

5. Werktuig volgens een van de conclusies 1..4, met 25 het kenmerk, dat aan de voorzijde van de drager (1) een leispoor (13) is of kan worden aangebracht, die in een spleet (12) tussen twee aansluitende vloerbedekkingsbanen (3a, 3b) of een voorgekraste groef past.

6. Werktuig volgens een van de conclusies 1..5, met 30 het kenmer k, dat op de achterzijde van de drager (1) een leispoor (13) is of kan worden aangebracht, die in de gevormde groef (6) past.

7. Werktuig volgens een van de conclusies 1..6, met h e t k e n m e r k, dat de guts (4) wordt gevormd door een 35 U-vormig gebogen stuk bandstaal met tenminste eén geslepen 8701555 # - 5 - rand, dat door middel van een instelbare verbinding (5) losneembaar met de drager (1) is of kan worden verbonden. B701 555